NL8403503A

NL8403503A - Snij-inrichting.

Info

Publication number: NL8403503A
Application number: NL8403503A
Authority: NL
Original assignee: Lodewijk Cornelis Rijkaart
Priority date: 1984-11-15
Filing date: 1984-11-15
Publication date: 1986-06-02
Also published as: EP0183315B1; DE3578882D1; US4686875A; EP0183315A1; ATE54866T1

Description

I ,

Hw/Mv/1 Rijkaart Snij-inrichting

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in plakken snijden van broodprodukten, in hoofdzaak bestaande uit een gestel, een door het gestel gedragen steun-vlak voor het te snijden produkt, en tweetal groepen van 5 dwars op het steunvlak oscillerend aangedreven parallelle mesbladen waarbij de bladen van de twee groepen om en om naast elkaar zijn opgesteld, en een over het steunvlak in de richting van de mesgroepen heen en weer beweegbaar drukor-gaan.

10 Een inrichting van het in de aanhef beschreven type wordt veelal gebruikt in winkels, waarbij het winkelpersoneel op verzoek het brood in plakken snijdt en vervolgens verpakt.

De bekende inrichtingen van deze soort zijn voorzien van relatief zware mesramen, die parallel naast elkaar zijn opge-15 steld zodat de messen allen gelijktijdig door het brood worden gevoerd, hetgeen veel tijd, tussen 8 a 15 seconden, nodig voor het doorsnijden, veroorzaakt.

De uitvinding beoogt de inrichting van het in de aanhef beschreven type zodanig te verbeteren dat de snij tijd 20 aanzienlijk wordt bekort.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de mesbladen van de ene groep een andere hoek met het steunvlak insluiten dan de mesbladen van de andere groep.

25 Dankzij deze opstelling lopen de mesbladen van de groepen niet meer parallel aan elkaar, zodat bij het snijden de mesbladen van de ene groep voorloopt op die van de andere.

Een dergelijke stand biedt het voordeel dat het brood ook makkelijker kan uitwijken waardoor de weerstand wordt vermin-30 derd en derhalve de snij tijd tot plusminus 3 seconden wordt bekort.

In de voorkeursuitvoeringsvorm kruisen de mesbladen van de ene groep die van de andere groep, waarbij het kruis- 8403503 ' i % -2- punt boven het steunvlak ligt. Hiermee wordt verzekerd dat het te snijden produkt in de V-vormige opening van de mes-groepen wordt gedrukt, hetgeen het te snijden produkt vanzelf in de mesbladen centreert.

5 In een uitvoeringsvorm is het einddeel van elk mesblad van de .ene groep gevat in een drager die via één of meer koppelorganen is verbonden met een soortgelijke drager van een mes van de andere groep. Deze konstruktieve oplossing waarborgt een aanzienlijke gewichtsverlaging, door het ont-10 breken van de bekende mesramen. Deze gewichtsverlaging heeft enerzijds tot gevolg dat de oscillerende beweging van de mes-groepen aanzienlijk kan worden verhoogd, hetgeen positief uitwerkt op de snelheid van snijden en anderzijds op een aanzienlijke geluidsreductie, wat voor de gebruiker aangenaam 15 is. Teneinde scharnierpunten, die gewoonlijk slijtagegevoelig zijn te verminderen verdient het de voorkeur om als koppelor-gaan een om een geleidingselement geslagen flexibele band of strook toe te passen. Ook deze band of strook draagt bij tot een geruisarme werking en een verlaging van het gewicht.

20 De uitvinding heeft voorts betrekking op een verbe tering van het drukorgaan waarmee het te snijden produkt in de richting van de mesgroepen wordt gevoerd en daardoorheen wordt gedrukt. Het drukorgaan volgens de uitvinding is geleid in een U-profiel ter weerszijden van het steunvlak waarbij in 25 een beugelvormige, zich boven het steunvlak uitstrekkende handgreep, die draaibaar om een as onder het steunvlak is aangebracht, het drukorgaan schuifbaar is opgenoraen. Hiermee wordt het aantal draaipunten aanzienlijk verminderd, de geleiding nauwkeurig parallel langs het steunvlak verzekerd en 30 de hanteerbaarheid van de snij-inrichting voor de gebruiker verg emakke1 ijkt.

Bovengenoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen nader worden toegelicht in de hieronderstaande figuur-beschrijving van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden.

35 In de tekening toont:

Fig. 1 een perspektivisch zij- en bovenaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding, 8403503 * i. fc -3-

Pig. 2 een met fig. 1 overeenkomstig bovenaanzicht van een deel van een eerste uitvoeringsvorm, waarbij de omkasting uit fig. 1 is weggelaten,

Fig. 3 een perspektivisch aanzicht van een detail 5 van de mesophanging van de inrichting uit fig. 2,

Fig. 4 een zijaanzicht van een deel van een tweede . uitvoeringsvorm toepasbaar in de omkasting van fig. 1.

In fig. 1 is met het cijfer 1 het gestel weergegeven dat uit plaatmateriaal is opgebouwd en in hoofdzaak een 10 omgekeerd U-vormige gestalte vertoont. Aan de onderzijde zijn de benen van het gestel verbreed door uit plaatmateriaal opgebouwde poten 2. Het U-vormige gestel draagt een horizontaal steunvlak 3, aan de onderzijde waarvan een kast 4 is aangebracht, waarin de aandrijfmiddelen en andere mechanische ele-15 menten voor het binnen het U-vormige gestel opgenomen mes-bladgroepen 5, zijn aangebracht.

Over het steunvlak 3 is een drukorgaan 6 in de richting van de mesbladen 5 en omgekeerd schuifbaar aangebracht. Het drukorgaan 6 wordt op hieronder nader toe te 20 lichten wijze bediend door een beugelvormige handgreep 7 die bij 8 in de kast 4 draaibaar is gelagerd.

Fig. 2 toont een uitvoeringsvorm van de mechanische elementen voor het aandrijven van de mesbladen 5, voor de duidelijkheid waarvan de omkasting 4 alsmede de beplating van 25 het U-vormige gestel 7 is weggebroken.

Zoals uit de fig. 2 blijkt zijn volgens de uitvinding sgedachte de in twee groepen 5' en 511 verdeelde groepen mesbladen zodanig opgesteld dat deze een andere hoek met het steunvlak 3 insluiten. In de getoonde uitvoeringsvorm kruisen 30 zij elkaar waarbij het kruispunt 9 boven het steunvlak 3 ligt, zie ook fig. 4.

Elk boveneinde van een mesblad uit een groep is gevat in een drager 10, die zich parallel onder en'boven het steunvlak 3 uitstrekken, en die de messen zodanig vasthouden 35 dat deze op gelijke afstand en evenwijdig aan elkaar zijn opgesteld. De mesdrager 10 van een groep is verbonden met de mesdrager 10' van de andere groep door middel van een koppel-orgaan dat hier de vorm heeft van een drietal flexibele ban- 8403503

» v V

-4- den 11. De banden zijn aan de mesdragers 10 vast verbonden en zijn elk om een geleidingselement 12 geslagen. Het getoonde geleidingselement 12 is een schijf, die op een as 13 zijn bevestigd welke as 13 aan weerseinden in lagers '14 draaibaar 5 is ondersteund. De lagers 14 zijn opgenomen in een lagernaaf 15, die door middel van een niet-getoond stelmechanisme in de richting van de pijl P1 op en neer ten opzichte van het Ü-vormige gestel 1 verstelbaar is. Het verstelmechanisme kan op elke willekeurige wijze zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld door 10 middel van een schroefspindel die van buiten de omkasting van het U-vormige gestel 1 bereikbaar is, zodat deas 13 eenvoudig met de· hand op en neer in te stellen valt. Het is duidelijk dat ook elk der schijven is gelagerd op de as 13 en de as onverdraaibaar blijft.

15 Aan de onderzijde van elke mesgroep 5', 5 *' is een soortgelijke mesdrager 10, 10’ aangebracht, die eveneens onderling zijn verbonden door flexibele koppelbanden 11, die om een schijf 12 van een as 13 is bevestigd. Deze as 13 is aan weerseinden vast in het ü-vormige gestel opgenomen.

20 Een der schijven 12, hier de meest linkse in fig. 2 is voorzien van een krukpen 16, waarop een krukstang 17 aangrijpt. Deze krukstang wordt via een excenter 18, die is bevestigd op de uitgaande as 19 van een transmissie 20 die door een elektromotor 21 wordt aangedreven. Dit laatstgenoemde 25 mechanisme past in de kast 4 in fig. 1. Door het bekrachtigen van de motor 21 zal de excentriekschijf- 18 worden gedraaid waardoor de krukstang 17 in een heen en weeg gaande beweging wordt gebracht en de krukpen 16 in een schommelbeweging rond de as 13'. De schommelbeweging is aangegeven met de pijl P2. 30 Hierbij is de schommelbeweging zodanig dat een hoek ter weerszijden van een vlak V loodrecht op het steunvlak 3 wordt doorlopen.

Door de schommelbeweging van de schijf 12 en derhalve van de as 13' zal deze heen en weergaande schommelbe-35 weging worden overgedragen op de flexibele koppelorganen 11 en derhalve op de mesdragers 10, 10'. Hierdoor wordt telkens een groep mesbladen 5,5' in een oscillerende op en neergaande beweging ten opzichte van het steunvlak 3 gebracht. De beweging van de mesgroepen 5', 5* * is vanzelfsprekend tegen-40 gesteld.

3403503 « ‘· -5-

Fig. 3 laat in detail de vatting van een'mesblad in de mesdrager 10 zien. Elk mesblad is aan het eindgedeelte verbreed door middel van een dwars door het mesblad gestoken stift 22, welke langer is dan de breedte van een in de drager 5 10 uitgespaarde spleet 23. De drager 10 heeft de vorm van een J-profiel, waarbij de kromtestraal van het gebogen onderste gedeelte van het profiel 10 groter is dan de diameter van de stift 22. Het mesblad kan derhalve eenvoudig worden opgespannen door het einddeel daarvan in de sleuf 23 te steken · waar- 10 bij de stift 22 over de rand 24 van het gebogen gedeelte van het profiel 10 kan worden heen gevoerd tot in de onderflens van het profiel 10. In de onderflens is tevens een flexibel kussen 25 opgenomen, waarop de stift 23 rust. Deze konstruk-tie biedt het voordeel dat alle mesbladen in de groep 5', 5'' 15 eenvoudig op gelijke spanning worden gebracht. Een en ander is mogelijk door de as 13 boven het steunvlak 3 door middel van het verstelmechanisme omhoog te brengen zodat de afstand tot de onderste as 13' wordt vergroot. Hierdoor worden de mesdragers 10, 101 uit elkaar bewogen waardoor de mesbladen 20 worden gestrekt. Eventuele maatverschillen kunnen worden opgenomen door het flexibele kussen 25 in elke drager 10.

Een dergelijke konstruktie maakt het ook eenvoudig om een mesblad 5 na breuk te vervangen door. een ander mesblad zonder de gehele groep uit elkaar te moeten nemen. Hiertoe 25 wordt de bovenste as 13 omlaaggebracht in de richting van de onderste as 13', totdat er voldoende speling is om de stift 22 boven de rand 24 te brengen. Dit kan mes voor mes plaatsvinden.

De inrichting is zoals gezegd eveneens uitgevoerd 30 met een drukorgaan 6, dat in fig..2 in detail nader is getoond. Het drukorgaan bestaat uit een drukplaat 26, die aan de naar de mesgroepen gerichte zijde is voorzien van een parallelle groep platen 27, waarvan de steekafstand overeenkomt met de halve steek tussen de messen van een groep, zodanig 35 dat de platen tussen de mesbladen door te voeren is. Het drukorgaan respectievelijk de drukplaat 26 wordt geleid in een U-vormige geleiding 37 van de steuntafel 3, waartoe aan de onderzijde de plaat 26 is voorzien van geleidingsnokken 28.

S 4 0 3 5 0 3 * 4 vï —6-

Voorts is de drukplaat ter weerszijden voorzien van' een uitstekende pen 29, welke past in een sleufgat 30 van de bedie-ningsbeugel 7. De bedieningsbeugel is onder het steunvlak 3 bij 8 bevestigd op een in de kast 4 gelagerde dwarsas 31, 5 welke door middel van een torsieveer 32 tegen de wijzers van de klok in, in fig. 2, is voorgespannen. De torsieveer 32 verzorgt derhalve een permanente drukkracht op de drukplaat 26 in de richting van de mesgroepen, zie pijl P3.

Het monteren of demonteren van de drukplaat 26 kan 10 eenvoudig plaatsvinden door de beugel 7 tegen de richting van de pijl P4 naar achteren te bewegen zodat de drukplaat 26 naar het eind van de geleiding 37 wordt geleid, zodat deze daaruit kan worden genomen. Vervolgens kan door het scheef-stellen van de plaat 26 de pennen 29 uit de sleufgatèn 30 15 worden verwijderd. Het monteren gebeurt in omgekeerde volgorde.

De inrichting werkt als volgt:

Door het naar achteren bewegen van de handgreep 7 tegen de richting van de pijl P4 in wordt de ruimte voor de 20 mesgroepen 5 vrijgemaakt zodat de gebruiker een brood B voor het drukorgaan 26, 27 op het steunvlak 3 kan plaatsen. Het loslaten van de handgreep 7 zal tot gevolg hebben dat de torsieveer 32 de handgreep in de richting van de pijl P4 wil bewegen en daardoor de drukplaat 26, 27 en het brood B in de 25 richting van de Pijl P3. Het brood nadert de mesbladen 5 en wordt door de oscillerend op en neer bewogen messen in plakken gesneden. De messen worden zoals hierboven vermeld door de motor 21 aangedreven, welke motor 21 kan worden bekrachtigd door bijvoorbeeld een met de handgreep 7 verbonden scha-30 kelaar. Na het volledig doorvoeren van de platen 27 van het drukorgaan door de mesgroepen heen, zal het brood aan de andere zijde van de mesgroepen op het steunvlak 3 in gesneden vorm aan de gebruiker beschikbaar worden gesteld. Deze kan vervolgens het brood op de gebruikelijke wijze verpakken.

35 Fig. 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de mesophanging van de groepen 5’, 511. In deze uitvoeringsvorm is het einde van elk mes bevestigd aan een as 31, die althans aan weerseinden is gelagerd in een schommelstuk 32. Het schommelstuk is in het midden draaibaar gelagerd in een 8403503 t * f ? -7- aan het gestel bevestigde steun 33. Het bovenste schommelstuk heeft de vorm van een veerblad, teneinde lengteveranderingen tussen de mesgroepen op te kunnen nemen. Het onderste schommelstuk 32 is bovendien uitgevoerd met een dwars daarop ge-5 richte arm 34, welke scharnierend is gekoppeld aan een drijfstang 35. De drijfstang is draaibaar bevestigd op een door een niet-getoonde motor in de richting van de pijl P5 aangedreven schijf 36. Door deze aandrijfuitvoering worden de schommelstukken 32 telkens om hun middelpunt gekanteld waar-10 door de messen eveneens een op en neergaande oscillerende beweging ten opzichte van het steunvlak 3 krijgen. Ook in deze uitvoering staan de mesbladen van de ene groep onder een andere hoek ten opzichte van het steunvlak 3 dan die van de andere groep.

15 De werking van deze uitvoering is verder hetzelfde als die van de uitvoering beschreven aan de hand van fig. 2.

Binnen het kader van de uitvinding zijn vanzelksprekend ook andere koppelorganen dan de beschreven banden 11, respectievelijk schommelstukken 32 mogelijk. Zo 20 kunnen de banden 11 zijn vervangen door één enkele band die zich over de volle breedte van een rond de as 13 aangebrachte trommel uitstrekken.

Voorts kunnen de geleidingselementen 12 niet schijfvormig maar slechts een deel daarvan zijn. Hiermee 25 wordt gewicht bespaard.,In de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 kan er een relatieve beweging tussen de schijven 12 en koppelorganen 11 zijn tijdens de oscillerende beweging van de mesgroepen. Indien de schijfvorm 12 wordt losgelaten dient er een vaste verbinding tussen koppelorgaan 11 en schijfsegment 30 12 te zijn, welke vaste verbinding door willekeurige elemen ten, bijvoorbeeld vertanding, bouten, nagels of dergelijke tot stand worden gebracht.

t 8403503

Claims

1. Inrichting voor het in plakken snijden van broodprodukten in hoofdzaak bestaande uit een gestel, een door het gestel gedragen steunvlak voor het te snijden produkt, een tweetal groepen van dwars op het steunvlak 5 oscillerend aangedreven, parallelle mesbladen, waarbij de bladen van de twee groepen om en om naast elkaar zijn opgesteld, en een over het steunvlak in de richting van de mesgroepen heen en weer beweegbaar drukorgaan, met het kenmerk, dat de mesbladen van de ene groep (5*) en 10 andere hoek met het steunvlak (3) insluiten dan de mesbladen van de andere groep (5'1 ).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mesbladen van de ene groep (5*)» die van de andere (5 * ' ) kruisen, waarbij het kruispunt (9) boven 15 het steunvlak (3) ligt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat het einddeel van elk mesblad (5) van de ene groep (5') is gevat in een drager (10) die via één of meer koppelorganen (11) is verbonden met een soortgelijke 20 drager (10') van een mes (5) van de andere groep (5')·

4. Inrichting volgensconclusie 1-3, met het kenmerk, dat het koppelorgaan een om een geleidings-element (12) geslagen flexibele band of strook (11)is.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het 25 kenmerk, dat de koppelorganen (11) aan weerseinden van de mesbladgroepen van elkaar af en naar elkaar toe verstelbaar zijn.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk mesblad (5) een ver- 30 breed, door de drager (10) ondersteund einddeel heeft en dat tussen dit verbrede einddeel (22) en de drager (10) een flexibel element (25) is aangebracht.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de dragers van de mesbladeinden van een 35 groep (5', 51 *) zijn verenigd tot een J-vormig profielelement (10). S 4 0 3 5 0 5 -9- ? 9

8. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat het koppelorgaan een schommelarm (32) is.

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het drukorgaan (6) is 5 geleid in een U-profiel {2Tf· ter weerszijden van het steunvlak (3) waarbij in een beugelvormige, zich boven het steunvlak (3) uitstrekkende handgreep (7) die aan een onder het steunvlak (3) draaibare as (31) is bevestigd, het drukorgaan (6) schuifbaar is opgenomen. 8403503