NL8403025A - Klepaandrijforgaan. - Google Patents
Klepaandrijforgaan. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8403025A NL8403025A NL8403025A NL8403025A NL8403025A NL 8403025 A NL8403025 A NL 8403025A NL 8403025 A NL8403025 A NL 8403025A NL 8403025 A NL8403025 A NL 8403025A NL 8403025 A NL8403025 A NL 8403025A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- valve
- valve actuator
- sleeve
- actuator
- actuator according
- Prior art date
Links
- 239000012530 fluid Substances 0.000 claims description 32
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 claims description 10
- 230000000007 visual effect Effects 0.000 claims description 3
- 230000008878 coupling Effects 0.000 description 3
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 description 3
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 description 3
- 238000012423 maintenance Methods 0.000 description 3
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 2
- 230000000295 complement effect Effects 0.000 description 1
- 230000007547 defect Effects 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 1
- 238000000034 method Methods 0.000 description 1
- 238000012806 monitoring device Methods 0.000 description 1
- 239000003129 oil well Substances 0.000 description 1
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 description 1
- 238000007789 sealing Methods 0.000 description 1
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F15—FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
- F15B—SYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F15B15/00—Fluid-actuated devices for displacing a member from one position to another; Gearing associated therewith
- F15B15/02—Mechanical layout characterised by the means for converting the movement of the fluid-actuated element into movement of the finally-operated member
- F15B15/06—Mechanical layout characterised by the means for converting the movement of the fluid-actuated element into movement of the finally-operated member for mechanically converting rectilinear movement into non- rectilinear movement
- F15B15/063—Actuator having both linear and rotary output, i.e. dual action actuator
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16K—VALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
- F16K31/00—Actuating devices; Operating means; Releasing devices
- F16K31/12—Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid
- F16K31/16—Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid with a mechanism, other than pulling-or pushing-rod, between fluid motor and closure member
- F16K31/163—Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid with a mechanism, other than pulling-or pushing-rod, between fluid motor and closure member the fluid acting on a piston
- F16K31/1635—Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid with a mechanism, other than pulling-or pushing-rod, between fluid motor and closure member the fluid acting on a piston for rotating valves
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T74/00—Machine element or mechanism
- Y10T74/19—Gearing
- Y10T74/19642—Directly cooperating gears
- Y10T74/19698—Spiral
- Y10T74/19702—Screw and nut
- Y10T74/19721—Thread geometry
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Analytical Chemistry (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Actuator (AREA)
- Mechanically-Actuated Valves (AREA)
Description
i * « • t -1- 24232/CV/vb
Korte aanduiding: Klepaandrijforgaan.
De uitvinding heeft betrekking op een klepaandrijforgaan en betreft in het bijzonder een aandrijforgaan geschikt voor gebruik onder water, bij- 5. voorbeeld als deel van een olieputinstallatie gelegen op de‘zeebodem.
* Er zijn klepaandrijforganen bekend waarin een draaibaar orgaan aan gepast om de klepspil te grijpen, wordt verdraaid met bëiulp. van een soort palmechanisme, dat in werking wordt gesteld door een hydraulische cilinder, die met zijn hartlijn dwars op de draaiingsas van dat orgaan is opgesteld.
10. Een nadeel van deze bekende aandrijf organen is dat zij aanzienlijk uitsteken in de dwarsrichting en onderhoudswerkzaamheden aan de klep · met behulp van op afstand geregelde uitrusting niet vergemakkelijken.
Met de huidige uitvinding wordt beoogd aan bovengenoemd nadeel tegemoet te komen en dienovereenKomstig wordt voorzien in een klepaandrijf- 15. orgaan voorzien van een steungestel, een draaibaar klep verstelorgaan gedragen door het gestel voor ingrijping met een klepspil, een lineair fluïdum aandrijforgaan aangebracht op het gestel althans nagenoeg coaxiaal met het klepverstelorgaan, en middelen om lineaire beweging om te zetten in draaiing gekoppeld tussen het aandrijforgaan en het klepverstelorgaan 20.waardoor, in antwoord op fluïdum druksignalen aangevoerd aan het aandrijf-orgaan, het klepverstelorgaan kan worden verdraaid naar keuze in de ene of andere richting om de spil van een klep waaraan het aandrijforgaan is verbonden, te verstellen.
... Door de zuiger en cilinder .in de richting coax'iaal-met het draaibare 25. klepverstelorgaan op te stellen, kan de„dwarsafmeting aanzienlijk worden verminderd en wordt het gemakkelijk mogelijk, het verstelorgaan aan te brengen en te verwijderen door middel van een op afstand bediende uitrusting zodat onderhoudswerkzaamheden kunnen worden vergemakkelijkt en van afstand kunnen worden uitgevoerd.
30. In overeenstemming met een de voorkeur gegeven uitvoeringsvorm van de uitvinding is voorzien in een klepaandrijforgaan voorzien van een steungestel , een draaibaar klepverstelorgaan gedragen door het gestel voor ingrijping met een klepspil, lineair fluïdum aandrijforgaan aangebracht op het gestel althans nagenoag coaxiaal met het klepverstelorgaan, middelen om 35. lineaire beweging om te zetten in draaiing voorzien van een schuiforgaan gekoppeld met het lineaire fluidum aandrijforgaan om daardoor te worden aan- - ·?.r % β 9 ^ 'i -**· ij, uar ·* ** » ___ ________ * * $ -2- 24232/CV/vb gedreven in de ene of de andere richting vanuit een centrale stand, een huisorgaan en middelen werkende tussen het schuiforgaan en het huisorgaan om het huisorgaan te verdraaien in antwoord op verplaatsing van het ver-schuiforgaan in de lengterichting van het huisorgaan, loskoppe lbare draaiende 5.aandrijfmiddelen voorzien van een aandrijforgaan vast met het huisorgaan, •en een aandrijforgaan vast met het klepverstelorgaan, een veerïnrichting gekoppeld met het huisorgaan normaal om het aandrijforgaan te houden in een stand losgekoppeld van het aangedreven orgaan, het aangedreven orgaan beweegbaar zijnde in iedere richting van de losgemaakte stand om het aangedre- 10.ven orgaan te grijpen, door fluidumdruk in werking gestelde middelen gekoppeld met het huisorgaan om het huisorgaan axiaal te verschuiven voor het grijpen van het aangedreven orgaan, middelen om fluïdum druksignalen toe te voeren aan het lineaire fluïdum aandrijforgaan en de door fluidumdruk in werking gestelde middelen om het huisorgaan axiaal te verplaatsen teneinde de 15. aandrijvende en aangedreven organen te grijpen en dan de huls te draaien, waardoor de bediening in werking te stellen is om het klepverstelorgaan te verstellen in de een of de andere richting, en jeen met het klepverstelorgaan gekoppelde inrichting om het verstelorgaan geschikt te maken met de hand te worden gedraaid indien het draaibare aandrijforgaan is losgekoppeld.
20. De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enigp in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een axiale doorsnede door een aandrijforgaan volgens .. de uitvinding.
25. Figuur 2 is een gedeeltelijk weggesneden .aanzicht in perspectief van ^het mechanisme voor het omzetten van lineaire beweging in draaiende beweging.
Figuur 3 toont schematisch een detail van het aandrijforgaan.
Figuur 4 toont een met figuur 1 overeenkomend aanzicht van een gewijzigd aandrijforgaan volgens de uitvinding.
30. Figuur 5 toont een doorsnede over figuur 4, gezien volgens de lijn V-V in figuur 4.
Figuur 6 is een gedeeltelijke axiale doorsnede door het aandrijforgaan volgens figuur 4.
Figuur 7 is een doorsnede genomen volgens de lijn VII-VII van figuur 35.6.
Figuur 8 is een achteraanzicht van het in figuur 5 afgebeelde aandrijf orgaan.
8403025 c * -3- 24232/CV/vb
Figuur 9 is een doorsnede genomen langs de lijn IX-IX in figuur 4.
Figuur 10 toont een detailaanzicht dat het profiel van de vertanding weergeeft.
Het uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding afgebeeld in figuren 1-3, 5.heeft een huis voorzien van een centraal lichaam 1, en voorste en achterste •einden 2, 3. Het vooreinde van het huis omvat een ringvormige plaat 4, en een cilindrisch deel 5, dat aan de plaat is gelast. Draaibaar ten opzichte van het huis en ondersteund door een ringvormig orgaan 7, dat het deel 5 omgeeft, is een ring 6 voorzien van schroefdraad 6A om het aandrijforgaan aan het huis 10.8 van een klep te verbinden. Een schroefverbinding met het klephuis is niet essentieel en andere vormen van snelkoppelingen kunnen worden gebruikt, zoals een van bouten voorziene flens in plaats van de ring 6. Het vooreinde 2 van het huis is met behulp van door het orgaan 7 gaande tappen 10 verbonden met inwendige klepdelen 9, die axiaal uit het huis 8 kunnen worden ge-15·trokken. De binneneinden van de tappen 10 bevestigen een ringvormige steun-plaafe 11 en vormen ook bevestigingspunten voor trekstaven 12 welke een verdere steunplaat 13 dragen. Vast aangebracht op de steunplaat 13 met behilp van een flens 14 is een stationair geleidingsbuis 15. De flens 14 is aan de plaat 13 bevestigd door trekstaven 16 die ook dienen voor het ondersteunen· 20,van een hydraulische zuiger en cilinderinrichfcing 17 en een zuiger cen-treerinrichting 18, die beiden van een op zichzelf bekende constructie zijn.
De inrichting 17 heeft een uit drie delen 19, 20 en 21 vervaardigde cilinder, welke delen samengeklemd worden gehouden tussen de plaat 13 en een verdere plaat 20 met behulp van de trekstaven 16. Een zuiger 23 is verschuifbaar in 25-de cilinder en omvat een integrale zuigerstang, welke uitsteekt door ieder einde van de cilinder. De zuiger scheidt twee ringvormige kamers 24, 25 van j elkaar, aan welke kamers hydraulisch fluïdum wordt geleverd via poorten 26, 27, die zijn aangebracht in de einddelen 19, 21 van de cilinder om de ' zuiger vanuit de middenstand, waarin deze in figuur 1 is afgebeeld , in de 30.ene of de ander richting te bewegen. Het achterste eindgedeelte van de zui~ gerstang steekt uit door de plaat 22 en heeft axiaal tegenover elkaar gelegen schouders verkregen door een traps verlopend gedeelte op de zuigerstang en een op het einde van de zuigerstang geschroefde moer 28. Een, paar· kragen 29, 30 is verschuifbaar op het achterste eindgedeelte van de zuigerstang, 35 .terwijl de kragen naar binnen gerichte flenzen 31',' 32 bezitten voor aan-ligging met de desbetreffende schouders, en uitwendige flenzen, 33, 34, die uit een worden gedrongen door veren 35, en zijn opgesteld om te worden * __ 8403025 4 ^ -4- 24232/CV/vb gesteund tegen de plaat 21, respektievelijk een eindsteunplaat 36. De plaat 36 wordt ondersteund op een vaste afstand van de plaat 22 door de trekstaven 16. Indien de zuiger 23 wordt verplaatst uit zijn middenstand wordt een van de kragen 29> 30 weg bewogen van zijn ondersteunende plaat 22, 36 en worden 54e veren 35, samengedrukt om een terugstelkracht te verkrijgen welke poogt de zuiger terug te bewegen naar zijn middenstand, indien de aahdrijvende kracht wordt opgeheven.
Het vooreinde van de zuigerstang steekt voorwaarts uit door de plaat 13 en is uitgerust' met een verlenging 38 van T-vormige dwarsdoorsnede 10 .cidb'r' middel waarvan de zuigerstang aandrijvend is gekoppeld nret een schuif-orgaan 39, dat is voorzien van een dwars verlopende sleuf voor het opnemen van de verlenging 38 van de zuigerstang. Het orgaan 39 is verschuifbaar in· een huls 40, welke zelf verschuifbaar en draaibaar is in de stationaire geleidingsbuis 15. De verbinding tussen de zuigerstang en schuiforgaan 39 15.staat een kleine uit lijn ligging tussen de hartlijnen van de zuigerstang en de geleidingsbuis 15.toe/naar de zuigerstang en het schuiforgaan kunnen integraal met elkaar zijn.
Het schuiforgaan is uitgerust met een dwars verlopende pen 41, welke een .as vormt voor twee paren rollen 43A, 43B gelegen aan weerszijden van het 20schuiforgaan. De geleidingsbuis 15 heeft tegenover elkaar gelegen langssleu-ven 42 (voor het gemak weergegeven in figuur 1, ofschoon in een juiste axiale doorsnede de sleuf 42 niet zichtbaar zou zijn) en de buitenste rollen 43A, die door de pen 41 worden gedragen, grijpen in deze sleuven. De huls 40 is uitgerust met tegenover elkaar gelegen schróeflijnvormige sleuven 25.44, gezien in figuur 3, en schematisch weergegeven door de stippellijn 44 in figuur 1, en de binnenste door de pen 41, gedragen rollen 43 grijpen in deze schroeflijnvormige sleuven.
Uit bovenstaande beschrijving zal het duidelijk zijn, dat axiale verplaatsing van het schuiforgaan 39 zal veroorzaken, dat de huls 40 wordt ge-304raaid indien de huls tegen axiale verplaatsing wordt vastgehouden. De huls 40 is in feite in staat tot een beperkte axiale beweging zoals nog duidelijk zal worden.
Stevig bevestigd aan het vooreinde van de huls 40 met behulp van bouten is een flensplaat 45, die is voorzien van aandrijftanden 46, 47 op 35 .zijn tegenover elkaar gelegen vlakken en om zijn omtrek op afstand van elkaar geplaatst . De tanden 46, 47 zijn opgesteld om samen te werken met complementaire tanden 48 respektievelijk 49 aangebracht op een paar ringvor- fr 8403025
* V
-5- 24232/CV/vb mige platen 50, 51. Opgesloten en stevig vastgeschroefd tussen de platen 50, 51 is een ringvormig tandwiel 52, waarvan het doel nog nader zal worden beschreven. De plaat 50 wordt gevormd door een integrale flens van een draaibaar klepverstelorgaan 53, dat is gelegerd in het aandrijforgaan huis 5.met behulp van legers 54 en dat axiaal wordt ondersteund door druklegers *55. Het orgaan 53 heeft een axiale boring met langsgroeven 56 en de klep-spil 57 is in de boring opgenomen en wordt draaibaar vastgehouden met het orgaan 53 door wiggen 58. De wegverbinding tussen het verstelorgaan en de klepspil staat laatstgenoemde toe axiaal ten opzichte van het aandrijfor- 10.gaan te bewegen gedurende klepverstellingen. De flensplaat 45 met zijn tanden 46, 47 en de platen 50, 51 met hun tanden 48, 49 vormen loskoppelbare draaibare aandrijfmiddelen om de huls 40 te koppelen met het klepverstel-orgaan 53.
Een as 64, welke een in ingrijping met het ringvormige tandwiel 52 15zijnd rondsel65 draagt, strekt zich in de lengterichting van het aandrijfor-gaan uit en is gelegerd in het einde 4 van het huis en in de steunplaat 11.
Het achtereinde van de as is vierkant en steekt uit in een uitwendige mof aan het achtereinde van het aandrijf orgaan waardoor de as kan worden gegrepen door een gereedschap en met de hand kan worden gedraaid om het or-20.gaan 53 te verdraaien voor het verstellen van de klep. Deze uitvoering, welke het mogelijk maakt, om het aandrijforgaan met de hand te bedienen, is aangebracht om het toe te staan, dat de klep wordt versteld indien er een gebrek is in het aangedreven regelsysteem.
De tanden 46 op de flensplaat 45 kunnen in samenwerkende ingrijping 25.worden gebracht met de tanden 48 op de flens 50 om het orgaan 53 aan te drijven in een eerste richting, bijvoorbeeld in de richting van de wijzers van de klok, door de huls 40 axiaal naar voren te schuiven, en de tanden 47 kunnen op soortgelijke wijze in aandrijvende samenwerking worden gebracht met de tanden 49 om het orgaan 53 in de tegengestelde richting, dat wil 30.zeggen tegen de wijzers van de klok in te verdraaien, door een korte achterwaartse verschuiving van de huls 40.
Voor het verstellen van de axiale stand van de huls 40 is er een mechanisme aangebracht, dat is voorzien van een pen 66, welke zich uit- |
strekt door een langssleuf 67 in de geleidingsbuis 15 en ingrijpt in een I
35.omtreksgroef 68 in de huls. De pen 66 wordt gedragen door een arm van een j hefboom 69 (figuur 3), welke verzwenkbaar is op een stationaire steun 70, die is aangebracht op een geschikte constructie, zoals de plaat 13 of de j *- 8403025 ψ 5 -6- 24232/CV/vb flens 14. De tweede arm van de hefboom 69 is verbonden met een hydraulische zuiger en cilinderinrichting 71» die doelmatig ook op de plaat 13 is aangebracht. De inrichting 70 is gekoppeld met een hydraulisch regelsysteem te-samen met de zuiger en cilinderinrichting 17, zodanig dat indien fluïdum 5.wordt toegevoerd aan kamer 25 om de zuiger 23 naar voren te verplaatsende inrichting 71 in werking wordt gesteld om de hefboom 69 te verdraaien en de huls 40 naar voren te verschuiven, terwijl indien fluïdum wordt töege-voerd aan kamer 24 om de zuiger naar achteren te verplaatsen, de inrichting 71 in werking wordt gesteld om de huls 40 naar achteren te verschuiven.
10. In de normale stand zullen de delen van het klepaandrijforgaan de standen innemen zoals weergegeven in figuur 1, waarbij de zuiger 23 in zijn middenstand wordt vastgehouden door de veren 35 van de centreerinrichting 18, en de flensplaat 45 in een tussenstand is vrijgemaakt van de platen 50 en 51. Om de klep te verstellen, bijvoorbeeld door verdraaiing in de rich- 15.ting van de wijzers van de klok van de spil 57, worden hydraulische druk-impulsen toegevoerd aan de kamer 25 van hydraulische cilinder 17 en aan-de hydraulische cilinder 71. Gedurende iedere impuls, wordt de zuiger 23 naar voren verplaatst en duwt op zijn beurt het schuiforgaan 39 naar voren. Gelijktijdig wordt de hefboom 69 verzwenkt om de huls 40 naar voren te ver-20.plaatsen. Gedurende een kort aanvankelijk deel van zijn axiale verplaatsing beweegt het schuiforgaan 39 met de huls· 40 totdat de flensplaat 45 aan komt te liggen tegen de plaat 50 waarbij hun desbetreffende tanden 46, 48 in ingrijping zijn. Bij verdere voorwaartse beweging van het schuiforgaan 39 wordt de huls gedwongen om te draaien ten gevolge van de ingrijping van de 25·binnenste rollen 43B in de schroeflijnvormige sleuven 44 in de huls, terwijl het schuiforgaan 39 zelf tegen draaiing wordt vastgehouden door ingrijping van de buitenste rollen 43A in de sleuven 42. De draaiing van de huls 40 wordt overgebracht op het verstelorgaan 53 door de flensplaat 45, samenwerkende tanden 46, 48, en flens 50. Indien de zuiger 23 het einde van de 30.voorwaartse slag bereikt, wordt de druk in de kamer 24 opgeheven, en, op boven beschreven wijze, werkt de centreerinrichting 18 om de zuiger terug te trekken naar zijn middenstand, daarbij- het schuiforgaan 39 met zich mee terugtrekkend. De huls 40 wordt ook teruggetrokken om de tanden 46, 48 te ontkoppelen, zodat de verdraaiing van de huls 40 en flens 45 tegen de wij-35.zers van de klok in voortgebracht door de achterwaartse schuifbeweging van orgaan 39 niet resulteert in enige ongewenste omgekeerde verdraaiing van 'het verstelorgaan 53 tijdens de teruggaande zuigerslag. De tanden 46, 48 fr 8403025 'f' · -7- 24232/CV/vb en de tanden 47, 49 zijn bij voorkeur uitgerust met hellende achteropper-vlakken, welke werken om de platen 45, 50 of 45, 51 uiteen te dringen gedurende de teruggaande slagen van de zuiger 23 daarbij verdere veiligheid gevend tegen omgekeerde draaiing van het verstelorgaan 53 in het geval dat 5.de hydraulische cilinders 17, 71 niet nauwkeurig in fase met’elkaar werken.
t
Ihdien de zuiger is teruggebracht naar zijn middenstand wordt de werkkring-loop herhaald voor de volgende hydraulische drukimpuls. Het zal dan ook duidelijk zijn, dat in antwoord op een serie regelimpulsen het klepverstelor-gaan 53 stapsgewijs zal worden verdraaid in de richting van de wijzers van 10.de klok om de klep waarop het aandrijforgaan is aangebracht te bedienen.
Uit bovenstaande beschrijving van de werking van het aandrijforgaan zal het duidelijk zijn, dat regeldrukimpulsen toegevoerd aan kamer 24 zullen resulteren in het stapsgewijs verdraaien van het verstelorgaan in een richting tegen de wijzers van de klok in, waarbij in dit geval de tanden 47, 15.49 in samenwerking worden gebracht gedurende iedere aandrijfslag van de zuiger achterwaarts uit zijn middenstand.
Om verder iedere ongewenste draaiing van het verstelorgaan 53 uit te sluiten gedurende de teruggaande slagen van de zuiger 23, kan een pal-inrichting zijn aangebracht, bijvoorbeeld zoals in stippellijnen in figuur 20.1 is weergegeven. De inrichting bestaat uit een veerbelaste kogel of rol 80, die wordt gedragen op de steunplaat 11 en is opgesteld om samen te werken mét uitsparingen,die op afstand van elkaar aangebracht zijn om de plaat 51. Alternatieve uitvoeringsvormen van arreteerorganen zijn mogelijk, zoals bijvoorbeeld een hydraulisch bediende inrichting.
25. Door de zuiger en cilinderinrichting 17 coaxiaal met het draaibare verstelorgaan 53 op te stellen is het mogelijk dat het gehele aandrijforgaan wordt geplaatst binnen de uitwendige diemater van de bevestigingsring 6 of flens. De ring 6 kan zodoende worden gegrepen door apparatuur in lengterichting vooruitbewogen over het aandrijforgaan om het aandrijforgaan van 30 .het klephuis los te maken en het met de inwendige klepdelen 9 waaraan het huis van het aandrijforgaan is bevestigd, met de tapeinden 10, te verwijderen. Dientengevolge worden op afstand geregelde kleponderhoudprocedures vergemakkelijkt.
Een gewijzigd klepaandrijforgaan volgens de uitvinding is weerge-35 .geven in figuur 4 tot 10. De constructie is echter hoofdzakelijke gelijk aan die van het eerste uitvoeringsvoorbeeld, zodat een volledige gedetailleerde beschrijving niet noodzakelijk wordt geacht en slechts de belangrijkste ft 8403025 * % -8- 24232/CV/vb wijzigingen zullen worden uiteengezet. In de tekeningen zijn dezelfde ver-wijzingscijfers gebruikt om equivalente onderdelen van de beide uitvoerings-voorbeelden aan te geven.
In figuur 4 is de losneembare verbinding tussen het vooreinde van 5. het huis van het aandrijforgaan en het huis van de klep niet weergegeven, ‘maar iedere geschikte snelkoppeling kan worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld bij het aandrijforgaan volgens figuur 1-3.
Aangëbracht tussen steunplaten 13 en 22 door trekstaven 16 is een integraal cilinderblok 100, dat is uitgeboord om desbetreffende cilinders 10. te begrenzen voor de hoofdzuiger 23 en voor de zuiger 101 van de inrichting welke in staat is de huls 40 heen en weer te schuiven in de gelei-, dingsbuis 15· De zuiger 101 scheidt ringvormige kamers 102, 103, welke in verbinding staan met poorten 26, respektivelijk 27, van elkaar. De zuiger-stangen van de twee zuigers 23 en 101 zijn ten opzichte van het cilinder- 15. blok afgedicht met behulp van organen 104, die zijn opgenomen in verzonken boringen in het cilinderblok en waarvan er een in dwarsdoorsnede in figuur 6 is afgebeeld. De cilinderkamers 24, 25, 102, 103 staan in verbinding met de poorten 26, 27 via poorten in de desbetreffende afdichtorganen 104, waarbij de poorten 105, die leiden naar de kamers 24, 25, beperkt zijn zodat 20. indien hydraulisch fluïdum wordt toegevoerd naar hetzij poort 26 of poort 24, de zuiger 101 eerst zal reageren om te waarborgen dat de huls 40 wordt 'verschoven om de tanden- 46, 48 of 47, 49 in samenwerking te brengen voordat de hoofdzuiger 23 wordt geplaatst om de huls 40 en daardoor het draaibare ta, uitgangsorgaan 53 te verdraaien.' Om de snelheid van aandrijven van de twee 25. zuigers 23, 101, te regelen, kan een stromingswaardeinstelorgaan 106, zoals afgebeeld in figuur 9, zijn aangebracht om de stromingswaarde van hydraulisch fluïdum naar de poorten 26,27 af te stellen.
Het vooreinde van de zuigerstamg 107 van zuiger 101 is door een scharnier verbonden met de hefboom 69, welke, zoals het beste blijkt uit 30. figuur 7.een paar evenwijdige armen 108 omvat, die zijn gelegen aan weerszijden van de geleidingsbuis 15, en aan hun einden'aan elkaar zijn bevestigd door dwarsstukken 109· De zuigerstang 107 is door een scharnierende schakel verbonden met het hart van een dwarsstuk 109 en het andere dwars-stuk is zwenkbaar tussen tegen over elkaar gelegen zïjplaten van een vaste 35.steun 70, die stevig is aangebracht op de steunplaat 13. Een van de zijarmen 108 draagt de pen 66, welke de groef 68 van huls 40 grijpt door de .sleuf 67 in d e geleidingsbuis 15. Indien zuiger 101 naar voren wordt aangedreven door fluidumdruk in kamer 103, wordt dus hefboom 69 gedraaid 84 0 3 D 2 5 % / * -9- . 24232/CV/vb om de huls naar voren te duwen, en indien de zuiger naar achteren wordt verplaatst door fluidumdruk in kamer 102, wordt de hefboom 69 gedraaid om de huls 40 terug te trekken.
Om de zuigers 23 en 101 in hun cilinders te centreren, zijn twee pa-5« ren gelijke centreerinrichtingen 110, 111 aangebracht. Een inrichting 111 is meer gedetailleerd in figuur 4 weergegeven en is hoofdzakelijk van het zelfde basistype als de centreerinrichting van het aandrijforgaan van figuur 1, Een stang 112 is schuifbaar aangebracht ten opzichte van de steunplaten 13, 22 door kragen 113 en omvat een paar tegen over elkaar gelegen schouders 10. voor aanligging tegen desbetreffende hulsen 114, die uiteen worden gedrongen door een veer 115. Verplaatsing van de stang 112 in de ene of de andere richting uit de centrale stand bewerkstelligt dat de hulsen 114 tesamen worden' bewogen en dientengevolge de veer 115 wordt samengedrukt om een terugstei-kracht op te wekken, die werkzaam lean zijn de stang 112 terug te bewegen 15. naar zijn beginstand indien de voor zijn verplaatsing verantwoordelijke kracht wordt opgeheven.
Het eerste paar centreerinrichtingen 110 is gelegen aan weerszijden van de zuiger 23, en verbonden met het achtereinde van de zuigerstang van deze zuiger door een orgaan 116, zodat de stangen 112 van de centreerin-20. richtingen worden gedwongen axiaal met de zuiger 23 te bewegen. Het tweede paar centreerinrichtingen 111 is gekoppeld met de zuiger 101 door de hefboom 69, waarbij de vooreinden van de stangen 112 van deze centreerinrichtingen met scharnierende schakels zijn verbonden__aan de tegenover elkaar gelegen einden van het dwarsstuk 109 ,van de hefboom waaraan de 25. zuigerstang 107 is gekoppeld .
Het samenstel van het schuiforgaan 39, huls 40 en geleidingsbuis 15 voor het omzetten van de lineaire beweging van de zuiger 21 in draaiing van het uitgangsorgaan 53 is hetzelfde als in het aandrijforgaan van figuur 1 tot 3. De tanden 46, 49 van de flensplaat 46 en platen 50 51 zijn echter 30. enigszins verschillend doordat zij profielen van zaagtandvorm hebben, zoals weergegeven in figuur 10. Omdat zij hellend verlopen zowel aan het voorvlak als aan het achtervlak, wordt gewaarborgd dat de flensplaat 45 zal worden verplaatst om de platen 50,51 vrij te maken bij draaiing van de handverstelas 64 indien het hydraulische aandrijfcircuit in gebreke is 35. gebleven en de tanden 46, 48 of 47, 49 in ingrijping heeft gelaten.
Om een terugvoedingssignaal te verkrijgen dat de stand van het aandrijforgaan, en dientengevolge van de klep waaraan het aandrijforgaan ft _ _ ___a 8403025 * * i -10- 24232/CV/vb is gekoppeld, aanduidt, zijn standsensors 120 aangebracht. Zoals weergegeven, bestaan de sensors uit potentiometers 121 aangedreven door tandwielen gedragen op de as 64 door tandwielkasten 122. Uiteraard kunnen andere bekende soorten standbewakingsinrichtingen worden gebruikt in plaats van de poten- S.tiometers. Het aandrijforgaan omvat een visueel aanduidorgaan dat de vorm .inneemt van een wijzer 123, die is bevestigd op een as 124, die uitsteekt door het achtereinde van het huis, waarbij de as 124 via een tandwielkast 125 is gekoppeld met een op de as 64 gedragen ronsel 126.
De werking van het klepaandrijforgaan volgens figuur 4 tot 10, is 10.in hoofdzaak gelijk aan die hierboven beschreven voor het aandrijforgaan van figuur 1-3. Een hydraulische drukimpuls toegevoerd aan cilinderkamers 25, 103, drijft dus de zuigers 23,101 naar voren om de huls 40 te verschui- v ven teneinde de tanden 46, 48 in ingrijping te brengen en dan de huls 40, bijvoorbeeld in de richting van de wijzers van de klok, over een stap te 15·verdraaien met het klep verstelorgaan. Bij opheffen van de druk, brengen de centreerinrichtingen 110, 111 de zuigers terug naar hun oorspronkelijke stand, waarin de tanden 46, 48 van elkaar zijn vrijgemaakt en de huls dan teruggedraaid is in omgekeerde richting naar zijn aanvankelijke hoekstand.
Een verdere impuls geleverd aan de kamers 25, 103 zal dan een verdere ver-20.draaistap van het orgaan 53 bewerkstelligen op precies dezelfde wijze.
De stand van de klep kan op afstand worden bewaakt door de signalen afgegeten door de standsensors 120, en een visuele indicatie wordt gelijktijdig gegeven door de wijzer 123. Indien de drukimpulsen worden toegevoerd aan de kamers 124, 102 worden de zuigers 23, 101 aangedreven zodat tanden 47, 49 in 25.ingrijping worden gebracht en het uitgaande orgaan 53 stapsgewijs wordt rondgedraaid in de tegengestelde richting, dat wil zeggen tegen de wijzers van de klok in. 1 8403025
Claims (15)
1. Klepaandrijforgaan voorzien van een steungestel, een draaibaar klep-verstelorgaan gedragen door het gestel voor ingrijping met een klepspil, 5. lineair fluïdum aandrijfmiddelen aangebracht op het gestel althans nagenoeg * coaxiaal met het klepverstelorgaan, en middelen om lineaire beweging om te zetten in draaiing gekoppeld tussen de aandrijfmiddelen en het klepverstelorgaan waardoor, in antwoord op fluidumdruksignalen toegevoerd aan de aandrijfmiddelen het klepverstelorgaan stapsgewijs kan worden verdraaid naar 10.keuze in de ene of andere richting om de spil van een klep waarmede het aan-drijforgaan is verbonden, te verstellen. 2. _ Klepaandrijforgaan volgens conclusies 1, met het kenmerk, dat de fluïdum aandrijfmiddelen zijn voorzien van een zuiger en cilinderinrichting coaxiaal met het draaibare orgaan. 15.3. Klepaandrijforgaan volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de cilinder is aangebracht op het steungestel en de zuiger met de omzetmiddelen is gekoppeld.
4. Klepaandrijforgaan volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de zuiger in normale middenstand en een paar kamers in de cilinder van elkaar 20 scheidt, terwijl de zuiger uit de middenstand in tegengestelde richtingen beweegbaar is door fluldumdruk toegevoerd aan de desbetreffende kamer om 'het klepverstelorgaan in tegengestelde richtingen te verdraaien.
5. Klepaandrijforgaan volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een veer-inrichting met de zuiger is verbonden om de zuiger terug te bewegen naar de 25 middenstand indien de druk in de kamers wordt verminderd.
6. Klepaandrijforgaan volgens een der voorgaande conclusies, met het ' kenmerk, dat het omzet orgaan met het klepverstelorgaan is gekoppeld via een loskoppelbaar draaibaar aandrïjforgaan dat normaal ontkoppeld is en in werking stel middelen zijn aangebracht om het aandrijforgaan in ingrijping te brengen indien de lineaire fluidum aandrijfmiddelen in werking 30. worden gesteld om het klepverstelorgaan te draaien, en middelen zijn aangebracht om het mogelijk te maken, het klepverstelorgaan met de hand te draaien indien de aandrijfmiddelen zijn ontkoppeld.
7. Klepaandrijforgaan volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ontkoppelbare aandrijfmiddelen zijn voorzien van een aandrijforgaan en een 35. aangedreven orgaan, waarbij het aangedreven orgaan axiaal beweegbaar is in . en uit samenwerking met het aangedreven orgaan. 8403025 * « > -12- 24232/CV/vb
8. Klepaandrijforgaan volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het aandrijforgaan en aangedreven orgaan zijn voorzien van axiaal tegenover elkaar gelegen aandrijftanden, die in samenwerking worden gebracht indien het aandrijforgaan in ingrijping wordt gebracht. 5.9- Klepaandrijforgaan volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de tanden hellend verlopende voor en achtervlakken hebben.
10. Klepaandrijforgaan volgens een der conclusies 7 tot 9, met he-t kenmerk, dat het aangedreven orgaan axiaal beweegbaar is in de ene en de andere richting vanuit een normale middenstand om in ingrijping te komen met 10.de aandrijvende middelen.
11. Klepaandrijforgaan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een voor en achtereinde: bezittend huis is aangebracht en de fluïdum aandrijfmiddelen, de omzetmiddelen en de ontkoppelbare aandrijfmid-delen opneemt, waarbij het klepverstelorgaan uitsteekt bij het vooreinde van 15.het huis en de middelen om het klepverstelorgaan met de hand te draaien zijn voorzien van een door het achtereinde van het huis uitstekende as.
12. Klepaandrijforgaan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen voor het aangrijpen van de ontkoppelbare draaiende aandrijvende middelen een fluidum aandrijforgaan omvatten dat is 20.aangebracht op het gestel evenwijdig met genoemde lineaire fluidum aandrijfmiddelen. 1*3. Klepaandrijforgaan volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat een terugstelveerinrichting is aangebracht'om de draaiende aandrijvende midde-... len los te koppelen indien het fluidum aandrijforgaan van druk wordt ont- 25-last.
14. Klepaandrijforgaan volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat het fluidum aandrijforgaan en de lineaire fluidum aandrijfmiddelen zijn voorzien van desbetreffende cilinders gevormd in een gemeenschappelijk cilinder-blok. 30.15. Klepaandrijforgaan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de omzetmiddelen zijn voorzien van een schuiforgaan, dat met de lineaire fluidum aandrijfmiddelen is verbonden om daardoor te worden aangedreven,evenals een stationair geleidingsorgaan, een draaibaar orgaan, en middelen welke het schuiforgaan, het geleidingsorgaan en het draaibare 35 .orgaan met elkaar verbinden, waarbij het draaibare orgaan wordt bewerkstelligd om te draaien in antwoord op lineaire verplaatsing van het schuiforgaan ten opzichte van het geleidingsorgaan en het draaibare orgaan. 840302^ -13- 24232/CV/vb * m
16. Klepaandrijforgaan volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het draaibare orgaan een huls is, het geleidingsorgaan een coaxiaal met de huls gelegen buis is, en het schuiforgaan binnen de huls en de geleidingsbuis is gelegen. 5-17- Klepaandrijforgaan volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het ‘ verbindingsorgaan vast is voor beweging met het schuiforgaan en ingrijpt in desbetreffende sleuven gevormd in de huls en de geleidingsbuis, waarbij een van de sleuven zich in de lengterichting uitstrekt en de andere zich langs een schroeflijnvormige baan uitstrekt. 10.18. Klepaandrijforgaan volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het verbindingsorgaan een paar rollen omvat, die worden gedragen op een taps verlopende pen, die aan het schuiforgaan is bevestigd, waarbij de rollen in de desbetreffende sleuven ingrijpen.
19. Klepaandrijforgaan voorzien van een steungestel, een draaibaar klep- 15.verstelorgaan gedragen door het gestel voor ingrijping met een klepspil, lineaire fluidum aandrijfmiddelen aangebracht op het gestel althans nagenoeg coaxiaal met het klepverstelorgaan, middelen om lineaire beweging om te zetten in draaiing voorzien van een schuiforgaan gekoppeld met de lineaire fluidum aandrijfmiddelen om daardoor te worden aangedreven in de ene of de 20.andere richting vanuit een middenstand, een hulsvormig orgaan en middelen werkende tussen het schuiforgaan en het hulsvormig orgaan om het hulsvormige orgaan te verdraaien in antwoord op verplaatsing van het schuiforgaan in de lengterichting van het hulsvormig orgaan, loskoppelbare draaiende aan-... drijfmiddelen voorzien van een aandrijvend orgaan vast met het hulsvormig 1 25·orgaan, en een aangedreven orgaan vast met het klepverstelorgaan, een veer-inrichting gekoppeld met het hulsvormig orgaan om normaal het aandrijvende orgaan te houden in een stand, ontkoppeld van het aangedreven orgaan, het aandrijvende orgaan beweegbaar zijnde in de ene of de andere richting van uit de ontkoppelde stand/ om het aangedreven orgaan te grijpen, fluidumdruk 30.in werking gestelde middelen gekoppeld met het hulsvormig orgaan om het -huls-vormig orgaan axiaal te verschuiven voor het grijpen van het aangedreven orgaan, middelen voor het toevoeren van fluidumdruksignalen naar de lineaire fluidum aandrijfmiddelen en de door fluidumdruk in werking gestelde middelen om het hulsvormig orgaan axiaal te verplaatsen voor het grijpen van de aan- 35.drijvende en aangedreven organen en dan de huls te draaien, waardoor het aandrijforgaan in werking te stellen is om het klepverstelorgaan stapsge- wijs in de ene of de andere richting te verdraaien, en een inrichting ge- * 8403025 -14- 24232/CV/vb koppeld met het klepverstelorgaan om het verstelorgaan toe te staan met de hand te worden gedraaid indien de draaiende aandrijfmiddelen zijn losgemaakt.
20. Klepaandrijforgaan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een standsensor is gekoppeld met het klepverstelorgaan voor het 5. afgeven van een signaal, dat een aanduiding geeft van de stand van de klep-‘spil.
21. Klepaandrijforgaan volgens een der voorgaande conclusies, waarin een uitwendig zichtbaar aanduidorgaan is gekoppeld met het klepverstelorgaan om een visuele aanduiding te geven van de stand van de klepspil. 10.22. Klepaandrijforgaan volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, cfat de standsensor en/of het uitwendig zichtbare aanduidorgaan zijn gekoppeld met een as, die is gekoppeld met he;t klepverstelorgaan en met de hand draaibaar is om het klepverstelorgaan te draaien.
23. Klepaandrijforgaan althans nagenoeg zoals hierboven is omschreven en/of 15.is afgebeeld in bijgaande .figuren. 8403025
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
GB8326917 | 1983-10-07 | ||
GB838326917A GB8326917D0 (en) | 1983-10-07 | 1983-10-07 | Valve actuator |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8403025A true NL8403025A (nl) | 1985-05-01 |
Family
ID=10549851
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8403025A NL8403025A (nl) | 1983-10-07 | 1984-10-04 | Klepaandrijforgaan. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4651969A (nl) |
GB (2) | GB8326917D0 (nl) |
NL (1) | NL8403025A (nl) |
Families Citing this family (34)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE8904747U1 (de) * | 1989-04-15 | 1989-06-01 | Wexler, Zeev, Hod Hacarmel, Haifa | Pneumatischer oder hydraulischer Drehantrieb für einen Absperrhahn, insbesondere Kugel-Absperrhahn |
JPH04125305A (ja) * | 1990-09-13 | 1992-04-24 | Fuji Seiki Kk | 弁の開閉駆動機構 |
DK130092A (da) * | 1992-10-26 | 1994-04-27 | Haakan Jeppsson | Luftaktuator til drejespjældventiler |
US5622078A (en) * | 1995-08-21 | 1997-04-22 | Mattson; Brad A. | Linear/helix movement support/solar tracker |
US5984260A (en) * | 1996-10-15 | 1999-11-16 | Baker Hughes Incorporated | Electrically driven actuator with failsafe feature |
US5975491A (en) * | 1996-11-18 | 1999-11-02 | Ab Todo Produktions & Forsaljningsbolag | Coupling |
FR2772429B1 (fr) * | 1997-12-16 | 2000-06-02 | Sagem | Vanne de controle pour systeme de recirculation des gaz d'echappement d'un moteur a combustion interne |
US6315264B1 (en) | 1999-02-05 | 2001-11-13 | Gerald Baker | Fast-closing stepping actuator for a valve member |
DE20115469U1 (de) * | 2001-09-19 | 2003-02-20 | CAMERON GmbH, 29227 Celle | Hubvervielfachvorrichtung |
US7370705B2 (en) * | 2002-05-06 | 2008-05-13 | Baker Hughes Incorporated | Multiple zone downhole intelligent flow control valve system and method for controlling commingling of flows from multiple zones |
CN1688248A (zh) * | 2002-08-22 | 2005-10-26 | 贝克顿·迪金森公司 | 痴呆相关神经疾病的诊断方法 |
US6769665B2 (en) * | 2002-12-13 | 2004-08-03 | Young & Franklin Inc. | Electric valve actuator with failsafe apparatus |
US20050199292A1 (en) * | 2004-03-10 | 2005-09-15 | Stedman David W. | Fluid device actuator with manual override |
US7300035B2 (en) * | 2004-03-31 | 2007-11-27 | Cameron International Corporation | Valve, actuator and control system therefor |
US7537022B2 (en) * | 2005-11-09 | 2009-05-26 | Honeywell International Inc. | Valve actuator assembly |
US8602111B2 (en) * | 2006-02-13 | 2013-12-10 | Baker Hughes Incorporated | Method and system for controlling a downhole flow control device |
ES2390832T3 (es) * | 2006-03-27 | 2012-11-16 | Edward J. Stull | Dispositivo de soporte de puerta |
US8296998B2 (en) * | 2006-03-27 | 2012-10-30 | Turnstyle Intellectual Property, Llc | Powered actuator |
US7302930B1 (en) * | 2006-12-13 | 2007-12-04 | Chrysler Llc | Air induction system and assembly method for an intake manifold with a single shaft and sensor for activating air control valves |
FR2914975B1 (fr) * | 2007-04-16 | 2009-05-29 | Valeo Sys Controle Moteur Sas | Dispositif de transformation d'un mouvement de pivotement d'un pignon en un mouvement de translation d'un coulisseau et vanne comportant un tel dispositif |
US20080307709A1 (en) * | 2007-06-15 | 2008-12-18 | Stull Edward J | Dual swing powered gate actuator |
WO2009097484A1 (en) * | 2008-01-30 | 2009-08-06 | Turnstyle Intellectual Property, Llc. | Powered gate |
NO328603B1 (no) | 2008-05-14 | 2010-03-29 | Vetco Gray Scandinavia As | Undervanns hybrid ventilaktuatorsystem og fremgangsmate. |
WO2010011810A2 (en) * | 2008-07-23 | 2010-01-28 | Turnstyle Intellectual Property, Llc | Enclosed powered gate post |
FR2947027B1 (fr) * | 2009-06-17 | 2011-07-15 | Valeo Sys Controle Moteur Sas | Dispositif de transformation de mouvement et vanne comportant un tel dispositif |
WO2011130341A1 (en) * | 2010-04-14 | 2011-10-20 | Kinetico Incorporated | Adjustable flow control element |
US9038591B2 (en) | 2012-10-10 | 2015-05-26 | Fca Us Llc | Intake air control system for multi-cylinder combustion engine |
CA2922268C (en) * | 2013-09-25 | 2018-03-06 | Halliburton Energy Services, Inc. | Resettable remote and manual actuated well tool |
EP2905521B1 (en) * | 2014-02-07 | 2017-04-19 | Cameron Italy S.R.L. | Rotary position indicator for actuator |
WO2015134322A1 (en) | 2014-03-05 | 2015-09-11 | Boss Instruments, Ltd | Rotating retractor arm |
WO2015145282A1 (en) * | 2014-03-24 | 2015-10-01 | Ravi Arvind | An automated valve clearance adjustment system and a method thereof |
CA2943595C (en) | 2014-05-05 | 2018-05-29 | Nicolas A. Rogozinski | Cement head system and method for operating a cement head system |
US9561595B1 (en) | 2014-08-25 | 2017-02-07 | Google Inc. | Concentric opposed cam actuator |
GB2609319B (en) | 2020-04-07 | 2024-04-10 | Halliburton Energy Services Inc | Concentric tubing strings and/or stacked control valves for multilateral well system control |
Family Cites Families (18)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB189814987A (en) * | 1898-07-07 | 1898-09-03 | Zdzislav Maevsky | Improvements in Fluid Pressure Power Motors. |
US1341319A (en) * | 1917-06-08 | 1920-05-25 | Cons Gas Company | Automatic valve-regulator |
US1648710A (en) * | 1924-05-26 | 1927-11-08 | Gen Electric | Combined trip and throttle valve |
US1776228A (en) * | 1928-06-08 | 1930-09-16 | Roscoe A Coffman | Starter |
US2199328A (en) * | 1935-08-01 | 1940-04-30 | Eclipse Aviat Corp | Engine starting apparatus |
US2225790A (en) * | 1939-02-15 | 1940-12-24 | Bendix Aviat Corp | Engine starting mechanism |
US2318010A (en) * | 1940-04-09 | 1943-05-04 | Philadelphia Gear Works Inc | Valve control |
US2315775A (en) * | 1941-05-12 | 1943-04-06 | Mason Neilan Regulator Co | Control valve |
US2340999A (en) * | 1942-06-04 | 1944-02-08 | Walworth Patents Inc | Motor operated valve |
US2608374A (en) * | 1947-10-31 | 1952-08-26 | Walworth Co | Valve |
GB898131A (en) * | 1959-07-02 | 1962-06-06 | Rotork Eng Co Ltd | Improvements in or relating to valve actuating mechanisms |
US3159378A (en) * | 1961-08-31 | 1964-12-01 | Shafer Valve Co | Sealing construction for piston valve |
US3298659A (en) * | 1962-12-21 | 1967-01-17 | Cupedo Douwe Janse | Fluid power actuated butterfly valve or plug cock |
US3319925A (en) * | 1965-09-24 | 1967-05-16 | T V Valve Co Ltd | Valve-actuating device |
US3542331A (en) * | 1968-05-17 | 1970-11-24 | Otis Eng Corp | Valves |
US4161242A (en) * | 1977-06-15 | 1979-07-17 | Black & Decker Inc. | Power-driven drill and screwdriver |
US4436280A (en) * | 1982-09-30 | 1984-03-13 | Daniel Industries, Inc. | Valve actuator mechanism for lift-turn type valves |
US4504038A (en) * | 1983-04-25 | 1985-03-12 | King Ottis W | Valve actuator |
-
1983
- 1983-10-07 GB GB838326917A patent/GB8326917D0/en active Pending
-
1984
- 1984-10-02 GB GB08424797A patent/GB2147689B/en not_active Expired
- 1984-10-04 US US06/657,777 patent/US4651969A/en not_active Expired - Lifetime
- 1984-10-04 NL NL8403025A patent/NL8403025A/nl not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2147689A (en) | 1985-05-15 |
GB8424797D0 (en) | 1984-11-07 |
GB2147689B (en) | 1986-09-24 |
GB8326917D0 (en) | 1983-11-09 |
US4651969A (en) | 1987-03-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8403025A (nl) | Klepaandrijforgaan. | |
DE2924111C2 (de) | Einrichtung zur Überwachung des Druckes bei druckmittelbetätigten Spannfuttern mit im Betrieb rotierenden Spannzylindern an Bearbeitungsmaschinen | |
DE2757739C3 (de) | Bei Drehzahlgleichheit selbsttätig einrückbare Zahnkupplung | |
EP2548681A1 (de) | Spanneinrichtung für Werkzeugmaschinen | |
US20070137329A1 (en) | Method and apparatus for an inverted roller screw | |
DE4115912C2 (de) | Modularer Greifmechanismus für Handhabungsgeräte | |
EP0579002B1 (de) | Verfahren und Einrichtung zum An- und Abstellen der Bogenwendung bei der Förderung von Bogen durch eine Druckmaschine | |
EP0350516B1 (de) | Spannfutter-Schnellwechseleinrichtung | |
KR940703731A (ko) | 유체작동형 공구 | |
KR101122809B1 (ko) | 작동 볼트에 의해 병진 구동되는 클램핑 조에 작동 볼트의회전 운동을 직접적으로 전달하는 커플링 | |
EP0102684B1 (en) | Fluid actuator with feedback mechanism | |
DE2110147B2 (de) | Revolverkopfeinrichtung an Revolverdrehmaschinen | |
DE69601302T2 (de) | Drehmomentschlussel | |
JPS6234709A (ja) | 動力操作チヤツク | |
US4950127A (en) | Rotary dipper stick | |
US4102539A (en) | Power-actuated chuck, especially for turning machines such as lathes | |
JPS58152910A (ja) | 流体アクチユエ−タ | |
DE2158507B2 (de) | Hydraulisch betatigbare Zylinder Kolben Einheit mit losbarer Blockierung fur den Kolben | |
DE2232872C3 (de) | Vorrichtung zur Begrenzung einer durch Hebel wirkung zu übertragenden Kraft | |
JPH0741544B2 (ja) | パワーレンチ | |
DE69218713T2 (de) | Hydraulischer doppeltwirkenden Arbeitszylinder mit Selbsthemmung | |
US4582183A (en) | Sliding displacement detecting apparatus | |
DE4238101A1 (de) | Modulares Greifersystem | |
US4209180A (en) | Self-centering work holding and positioning fixture for machine tools | |
DE7618904U1 (de) | Spanneinrichtung an einer werkzeugmaschine |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |