NL8402981A - Werkwijze en inrichtingen ter verbetering van het rendement van keramische continu-ovens met circulerend vuur. - Google Patents

Werkwijze en inrichtingen ter verbetering van het rendement van keramische continu-ovens met circulerend vuur. Download PDF

Info

Publication number
NL8402981A
NL8402981A NL8402981A NL8402981A NL8402981A NL 8402981 A NL8402981 A NL 8402981A NL 8402981 A NL8402981 A NL 8402981A NL 8402981 A NL8402981 A NL 8402981A NL 8402981 A NL8402981 A NL 8402981A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chamber
gases
air
flue gas
chambers
Prior art date
Application number
NL8402981A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Nakken Anton Johan
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nakken Anton Johan filed Critical Nakken Anton Johan
Priority to NL8402981A priority Critical patent/NL8402981A/nl
Publication of NL8402981A publication Critical patent/NL8402981A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F27FURNACES; KILNS; OVENS; RETORTS
    • F27BFURNACES, KILNS, OVENS, OR RETORTS IN GENERAL; OPEN SINTERING OR LIKE APPARATUS
    • F27B13/00Furnaces with both stationary charge and progression of heating, e.g. of ring type, of type in which segmental kiln moves over stationary charge
    • F27B13/06Details, accessories, or equipment peculiar to furnaces of this type

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Furnace Details (AREA)

Description

™””— ?·. /4 -1-.
Werkwijze en inrichtingen ter verbetering van het rendement van keramische continu-ovens met circulerend vuur.
De uitvinding heeft betrekking op de continu-ovens met rondlopend vuur, zoals ringovens, kamerringovens met overslaande vlam (de zg. vlamovens) en zigzagovens, voor het bakken van stenen en andere keramische produkten. Deze ovens 5 omvatten een aantal afdelingen of kamers, die onderling gekoppeld zijn tot een circuit. Bij de bedrijfsgang kan veelal onderscheid worden gemaakt tussen (a) een aantal werkkamers, waarvan de toegangspoorten geopend zijn, uit welke kamers de gebakken produkten worden afgevoerd, waarna die kamers op-10 nieuw met gedroogde, dus nog niet gebakken halfprodukten worden gevuld; (b) één of meer met het halfprodukt gevulde buffer- of reservekamers, die ^wachten op hun beurt om aan de rookgaszone te worden toegevoegd (de bufferkamers, die nog niet bij het stookproces zijn betrokken, dienen om het verlui schil tussen de vijfdaagse werkweek en de zevendaagse stook-week op te vangen); (c) de rookgaszone, welke een aantal in opwarming verkerende kamers omvat; (d) de gestookte kamers, die tezamen de stookzone vormen; (e) de in afkoeling verkerende kamers met de gebakken produkten, aangeduid als de 20 koelzone.
De onderhavige ovens worden gestookt met trek, die gewoonlijk wordt opgewekt door een schoorsteen en/of ventilator. Onder invloed van de trek wordt de verbrandingslucht voor de gestookte kamers geheel of ten dele aangezogen via 25 de koelzone en daarbij tot op hoge temperaturen voorgewarmd.
De uit de stookzone afkomstige hete verbrandingsprodukten 8432931 ί 'ϊ - 2 - worden in de rookgaszone benut voor de opwarming van de inzet, dus van de nog te bakken halfprodukten. Wanneer de oudste rookgaskamer een bepaalde temperatuur bereikt heeft, kan die kamer worden meegestookt, dus toegevoegd aan de stook-£ zone. Indien d^1 tevens met het toevoeren van brandstof in de achterste gestookte kamer wordt gestopt, dan is de stookzone, ofwel het vuur, een kamer naar voren opgeschoven. De stookzone, alsook de overige ovenzones die regelmatig worden versteld, verplaatsen zich aldus in kringloop door de oven. De 10 inzet van iedere kamer doorloopt daarbij de eyclus van opwarming, bakken en afkoeling. Bij een produktie van bijv. 12 kamers per week bedraagt de verstelperiode of opschuiftijd gemiddeld ΐΐμ uur.
De uit de stookzone afkomstige verbrandingsgassen wor-IfJ den uit de voorste kamers van de rookgaszone afgevoerd. Bij vlamovens geschiedt die afvoer veelal door van regelorganen voorziene kanalen of buizen, waardoor, via aftrekopeningen in de wanden of gewelven achterin de kamers, een verbinding tot stand kan worden gebracht met een rookgasverzamelkanaal 20 of rookkanaal, dat is aangesloten op de schoorsteen en/of afzuigventilator. De onderdruk in -de rookgaskamers is vaak aanzienlijk, zulks vooral bij grotere snelheid van vooruitgang van het vuur. Voor de afscheiding tussen de voorste rookgaskamer en de aangrenzende reservekamer wordt in den 2$ regel gebruik gemaakt van papierafdichtingen. Deze, evenals bij vlamovens en zigzagovens de muraa tussen bedoelde kamers, sluiten doorgaans niet hermetisch af. Ditzelfde geldt voor de papierafdichting resp. de scheidingswand tussen de oudste 30 reservekamer en de daarnaast gelegen jongere reservekamer, of werkkamer. Onder deze omstandigheden stroomt relatief koude 8402981 F * - 3 - leklucht uit de reservekamer(s) naar de rookgaszone. Bijgevolg bestaan de gassen, die uit de voorste rookgaskamer naar het rookverzamelkanaal worden afgevoerd, gewoonlijk voor een belangrijk deel uit leklucht. De temperatuur van de afvoer-5 gassen zou. daardoor laag zijn. Nu bevatten de rookgassen van keramische ovens veelal corrosieve bestanddelen, afkomstig uit de verstookte brandstof en/of uit de grondstoffen waaruit de te bakken halfprodukten zijn vervaardigd. Bij condensatie van zuurverbindingen uit de rookgassen kunnen afvoer-10 kanalen, ventilatoren, de schoorsteen, etc., worden aangetast. In verband hiermede dient de gemiddelde temperatuur, waarop de gassen uit het rookgasverzameikanaal en verder worden af gevoerd, bij voorkeur boven het zuurdauwpunt te liggen. In een bepaalde situatie kan dat bijv. 175° C be-15 . dragen. Om een dergelijke temperatuur te handhaven dient men,* wanneer de gassen uit de koudste rookgaskamer op lagere tenq? era turen uit de ovenruimte worden afgevoerd, een hoeveelheid gassen uit de warmere kamers van de rookgaszone naar het rookkanaal te laten ontwijken met temperaturen van 20 vaak l|.00oC of hoger. Voor het opwarmingsproees in de verder naar voren gelegen kamers blijft dan minder gasvolume en warmte over. De temperatuur van de gassen, bij het stromen door die kamers, daalt daarbij betrekkelijk snel. De opwarming van de inzet verloopt daarbij niet gelijkmatig. Cm condensa-25 tie in de oven te voorkomen kan de opwarmzone onder bedoelde omstandigheden vaak slechts relatief kort zijn, dus een gering aantal kamers omvatten. Om verschillende redenen is dit voor het opwarmingsproees niet gunstig.
Ook om andere redenen verloopt dat opwarmingsproees bij 30 de onderhavige ovens,’ in het bijzonder bij de vlamovens, niet 8402981 • ' - kr - optimaal. Voor die opwarming wordt dus- gebruik gemaakt van de hete verbrandingsgassen, die in een brede stroom uit de voorste gestookte kamer in de rookgaszone komen. Nu zijn de aftrekopeningen voor de gassen bij de vlamovens, zoals in het 5 voorafgaande vermeld, doorgaans achterin de kamers aangebracht. De uit de stookzone afkomstige rookgasstroom is, althans ten dele, naar de aftrekplaatsen toe gericht. De opwarming van de inzet in het voorste gedeelte van de kamers, dus aan de zijde van de toegangspoorten, ondervindt hierbij 10 vertraging.
Bijzonder ongunstig bij vlamovens is veelal de situatie in de voorste roOkgaskamer. De rookgassen welke, via de ver-bindingsopeningen met de voorafgaande kamer, in die kamer binnenkomen en door de thermiek omhoogschieten, stromen voor 15 een belangrijk deel rechtstreeks naar de achterin de kamer * gelegen aftrekopening, zulks zonder in intensief contact te komen met de in deze kamer aanwezige inzet. Bovendien komt aan de andere zijde van die kamer, zoals in het voorafgaande vermeld, relatief koude leklucht binnen, waardoor de tempe-20 ratuursverhoging van de inzet plaatselijk wordt vertraagd. Mede door voormelde oorzaken bestaan in de warmste kamers van de rookgaszone vaak aanzienlijke temperatuurverschillen tussen het boven- en ondergedeelte van de inzet.
Hier komt nog het volgende bij. Voor een bepaalde ge-25 wenste produktfe in een gegeven oven dient een bepaald aantal kamers te worden afgestookt, waartoe een bepaalde gemiddelde snelheid van vooruitgang van het vuur vo rdt ingesteld. Om die vuurvooruitgang te bereiken dient per tijdseenheid gemiddeld genomen een bepaalde hoeveelheid warmte aan de in opwarming 30 verkerende kamers te worden overgedragen. Wanneer nu, zoals 1402981
ί V
- 5 - in het voorafgaande uiteengezet, een hoeveelheid hete gassen met temperaturen in de orde van grootte van ipO°C naar het rookverzamelkanaal wordt afgevoerd teneinde de schoorsteen of afzuigventilator, etc., op telera tuur te houden, dan 5 dient het hierdoor ontstane warmtetekort te worden aangevuld. Dit geschiedt in de praktijk door het gasvolume, dat, met temperaturen van bijv. 750°C, uit de gestookte kamers in de rookgaszone stroomt, te vergroten. Daartoe wordt dan met meer trek gestookt. Ook de hoeveelheid leklueht neemt daar-10 door dan echter toe, met tot gevolg verlaging van de temperaturen van de gassen in het rookverzamelkanaal. Om die verlaging te compenseren wordt een grotere hoeveelheid gas met . hoge temperaturen uit de rookgaszone naar het rookkanaal gevoerd. Zulks weer ten koste van het opwarmingsproces en der-15 halve van de snelheid van vooruitgang van het vuur. Om het tekort ter zake aan te zuiveren wordt het gasvolume, dat uit de gestookte kamers in de rookgaszone wordt gezogen, dan verder vergroot. Waartoe meer trek benodigd is, met dientengevolge meer intreding van leklueht. En daardoor weer tempe-20 ratuursverlaging in het rookverzamelkanaal. Welke verlaging weer wordt gecorrigeerd door naar dat kanaal een grotere hoeveelheid hete gassen af te voeren. Waartoe dan de trek, waarmede wordt gestookt, verder wordt vergroot. Met bijgevolg meer leklueht. En zo vervolgens. Deze vicieuze cirkelgang 25 gaat door totdat een evenwicht toes tand is bereikt. Daarbij wordt dan dus een grote hoeveelheid hete gassen uit de gestookte kamers in de rookgaszone gezogen, doch van die hoeveelheid gaat onderweg, dus in de rookgaszone, een belangrijk deel op hoog temperatuurniveau verloren. Bij hoge snel-30 heden van vuurvooruitgang is het vaak zo, dat meer dan de 8402981 - 6 - i » helft van de warmteinhoud van de verbrandingsgassen, die vanuit de stookzone in de rookgaszone komen, met de afvoer-gassen verloren gaat. Onder deze omstandigheden is de hoeveelheid verbrandingsgassen resp. lucht, welke de stookzone 5 pasiert, alsook de hoeveelheid lucht die door de koelzone wordt gezogen en dienst doet als verbrandingslucht, aanmerkelijk groter dan nodig is. Het brandstofverbruik van de oven is daarbij toegenomen.
Volgens de uitvinding kunnen voormelde bezwaren voor 10 een belangrijk deel worden ondervangen door in een of meer reservekamer(s) warme gassen en/of lucht in te voeren, zodanig, dat de bij de tot dusver gebruikelijke bedrijfsgang normaliter uit de reservekamer(s) naar de voorste rookgas-kamer stromende relatief koude leklucht gedeeltelijk of ge-15 heel door de ingevoerde warmere' gassen en/of lucht wordt vervangen. Daartoe kunnen volgens de uitvinding bijvoorbeeld warme rookgassen, of met leklucht verdunde rookgassen, aan de rookgaszone worden onttrokken en vervolgens, terwijl de afscheidingen resp. de papierafdichtingen tussen de oudste 20 reservekamer en enerzijds de voorste kamer van de rookgaszone en anderzijds de opvolgende reservekamer intact worden gelaten, in een of meer reservekamer(s) worden geleid, waarbij de temperatuur en/of het relatieve vochtgehalte van de aldus omgeleide rookgassen, of met leklucht verdunde rook-25 gassen, eventueel kan worden verhoogd resp. verlaagd, bijv. door toevoeging van droge warme lucht.
Volgens de uitvinding kan bijv. zodanig worden gewerkt dat de warme gassen met zo grote snelheden in een bufferka-mer worden geïnjecteerd, dat in de betrokken kamer werve-30 lingen en gedwongen circulatiestromingen ontstaan. Voor het 8402981 è < - 7 - verkrijgen van een geforceerde of versterkte circulatie en vermenging van de gassen in een re serve kamer, kan ook van andere middelen gebruik worden gemaakt. Bijvoorbeeld van via toegangsopeningen tijdelijk in de kamers geplaatste waaiers 5 of dergelijke, die van buitenaf worden aangedreven. Het is bijv. ook mogelijk een gedeelte van de in een reservekamer aanwezige gassen en/of lucht uit die kamer af te voeren en daarna, eventueel met verhoging van d e temperatuur of verlaging van het vochtgehalte, weer geheel of gedeeltelijk op 10 een andere plaats van dezelfde kamer, of in een andere reservekamer, terug te leiden. Hiertoe kan o.a. gebruik worden gemaakt van ventilatoren, compressoren, injeetieorganen, apparatuur voor indirecte zuigtrek, en dergelijke.
Zoals in het voorafgaande beschreven komt in de voorste 15 rookgaskamer uit de daarachter gelegen kamer rookgas binnen en uit de aangrenzende reservekamer leklucht resp. lekgas. Volgens de uitvinding verdient het aanbeveling om bij het toepassen van de nieuwe werkwijze ook de gassen in de voorste rookgaskamer in werveling resp. rondcirculatie te brengen 20 Daartoe kan van overeenkomstige middelen en apparatuur als in het voorafgaande vermeld voor de reservekamer(s) gebruik worden gemaakt. In de voorste rookgaskamer kan daardoor o.a. een betere vermenging van de leklucht met het rookgas en bijgevolg van het gasmengsel, dat naar de reservekamer(s) wordt 25 gevoerd, worden verkregen. Het in het voorafgaande genoemde bezwaar dat de in de voorste rookgaskamer binnentredende rookgassen ten dele rechtstreeks naar de achterin de kamer gelegen aftrekopening stromen zonder in intensief contact te komen met de inzet, waardoor de voorste rookgaskamer 30 doorgaans onvoldoende' deelneemt aan het apwarmingsproces, 8402981 -8-.
4 1» wordt door -voormelde verbeterde Interne circulatie in belangrijke mate opgeheven. Zulks vooral wanneer de gedwongen gasbeweging over de gehele lengte van de kamer plaatsvindt.
Volgens de uitvinding is bedoelde dooreenwerveling, 5> turbulente en geforceerde circulatie van de gassen ook van belang voor de zich achter de voorste rookgaskamer bevindende kamers van de rookgaszone. Het normale stromingspatroon van de gassen door die kamers, dat wordt gekenmerkt door een sterke bovenstroming onder, invloed van de natuurlijke convec-10 en de thermiek, kan aldus worden verstoord. Waardoor beter indringen van de gassen in de steenstapeling ontstaat en bijgevolg temperatuurvereffening tussen het boven- en ondergedeelte van de Inzet.
Voor het vloeiend doen verlopen van de ingeblazen gas-15 stralen en/of opgewekte circulatiestromingen, alsook afscherming van de te bakkén produkten tegen te felle gasstralen, kunnen volgens de uitvinding in de ovenkamers en/of op of tegen de inzet leidschoepen, organen met gebogen of gestroomlijnde vlakken, of dergelijke zijn aangebracht.
20 Bij de toepassing vande werkwijze volgens de uitvinding is het in het algemeen van belang dat het volume, de temperatuur en het vochtgehalte van de gassen en/of lucht, die in een reservekamer worden (wordt) ingevoerd en/of in die kamer circuleren, zorgvuldig wordt geregeld. Bij te grote invoer 25 en/of te sterke circulatie kan althans plaatselijk in de kamer overdruk ontstaan, waardoor de papierafscheiding tussen de reservekamer en de opvolgende kamer kan worden weggedrukt of scheuren. In verband hiermede kan het volgens de uitvinding onder bepaalde omstandigheden bij vlamovens en zigzag-30 ovens aanbeveling verdienen de muren tussen de kamers bij 8402981 w * - 9 - toepassing van papieraf scheidingen aqn twee kanten af te dichten. Voorts kunnen inrichtingen worden voorzien, bijv. ontluchtingskleppen, waardoor een eventueel surplus aan gas en/of lucht bij overschrijding van een bepaalde ingestelde f? druk of trek wordt afgespuid. Hierbij kan bijv. zodanig worden gewerkt dat de hoeveelheid van de in een reservekamer ingevoerde warme gassen en/of lucht, alsmede eventueel van de hoeveelheid gassen en/of lucht die via een of meer afvoerwegen, bij voorkeur met regelbare doorlaat, uit 10 de betrokken kamer wordt afgevoerd, zodanig wordt ingesteld dat de onderdruk, die na volledige afdichting (o.a. door het sluiten van mogelijk nog openliggende of lekkende stook-, meet- en verdere openingen in het kamergewelf of plafond) normaliter in die kamer héérst, zodanig wordt verminderd IS dat deze althans plaatselijk, bepaaldelijk onderin de kamer, ongeveer gelijk wordt aan of zelfs enigszins hoger dan de druk in de aangrenzende jongere reserve kamer respectievelijk nog open kamer of werkkamer. Het proces kan eventueel automatisch worden gestuurd. Bij ongeveer gelijke druk wordt de 20 toevoer van leklucht vanuit de belendende kamer naar de oudste reservekamer vrijwel volledig geblokkeerd. Er stroomt dan dus echter nog wel leklucht - in dit geval lekgas -vanuit de bufferkamer naar de rookgaszone. Vergeleken met de normale leklucht heeft dat lekgas echter veelal aanmerke-2$ lijk hogere temperaturen. Het is daarbij dan zo, dat een gedeelte van het lekgas, vermengd met uit de stookzone afkomstige verbriMHingsgassen, weer naar de reservekamer wordt teruggevoerd. Er is dus een recycle-stroom, waarbij in de voorste rookgaskamer uitwisseling plaatsvindt van leklucht 30 tegen rookgas, waarbij een deel van het lekgas met de verde- «402981 V v -10- re afvoergassen naar buiten gaat, terwijl het resterende deel van het lekgas, aangevuld met rookgas, naar de reserve* kamer recireuleert.
De vervanging van de leklucht door lekgas met hogere '5 temperaturen leidt o..a. tot verlaging van het schoorsteen-verlies omdat voor opwarming van het lekgas tot de temperatuur van de gassen die uit de oven worden afgevoerd, minder warmte behoeft te worden onttrokken aan de verbrandingsgassen die uit de gestookte kamers in de rookgaszone komen.
10 Daarnaast is van belang dat de hoeveelheid kringloopgassen die uit de voorste rookgaskamer naar de reservekamer worden teruggeleid, niet naar de schoorsteen of exhauster worden afgevoerd. Het volume van de afvoergassen wordt daardoor kleiner. Met tot gevolg een verdere verlaging van het V~> schoor steenverlies.
In het algemeen genomen wordt door de werkwijze volgens de uitvinding de in het voorafgaande genoemde vicieuze cirkel van bij grotere snelheid van vuurvoortgang steeks meer leklucht en toenemend schoorsteenverlies, doorbroken. Wan-20 neer de hoeveelheid leklucht voor een belangrijk deel vervalt, vermindert blijkens het voorafgaande ook de hoeveelheid verbrandingsgassen die uit de gestookte kamers in de rookgaszone komt, zo ook de hoeveelheid verbrandingslucht die door de koelzone wordt aangevoerd. Er kan dan worden 25 gestookt met minder trek, waardoor ook de leklucht die nog binnenkomt door niet goed afgesloten poorten, deksels, etc., afneemt. Door het vervallen van een deel der koude leklucht, die door de papier af dichtingen en de scheidingsmuren van de kamers infiltreert, ontstaan vooral bij vlamovens in de in 30 opwarming verkerende kamers voorts minder grote temperatuur- 84 9 2 § 8 1 - 11 - verschillen tussen het boven- en ondergedeelte van de inzet. Bedoelde verschillen worden zoals vermeld voorts kleiner door de gedwongen cireulatiestromingen. Daar komt bij dat bij het werken volgens de uitvinding de stroming van de uit 5 de gestookt? kamers afkomstige verbrandingsgassen meer recht naar voren gaat, dus minder in de richting van de aftrek-openingen. Door een en ander zal de opwarming regelmatiger en meer gelijkmatig verlopen. Bij het werken volgens de uitvinding wordt de opwarmzone, vergeleken met de tot dusver 10 gebruikelijke situatie, overigens langer. Onder andere omdat in de reservekamer door de ingevoerde warme gassen en/of lucht reeds voorverwarming plaats vindt; de betrokken reservekamer kan hierdoor reeds als opwarmkamer worden aangemerkt. En verder omdat in de voorste rookgaskamer, om redenen als V? voormeld, een betere opwarming plaats vindt dan voorheen.
Genoemde factoren leiden ertoe dat in de stookzone minder brandstof hoeft te worden toegevoerd. Door het geringere volume aan verbrandingslucht dat door de koelzone passeert zal die lucht tot op hogere temperaturen worden voorgewarmd, 20 waardoor ook in de laatste kamers van de stookzone met minder brandstof kan worden volstaan. Onder deze omstandigheden zal de lengte van de stookzone doorgaans met een of meer kamers kunnen worden ingekort. De duur van de afkoeling kan daardoor langer worden. Er is dan meer warmte uit de koelzone beschik-25> baar voor de kunstmatige droging. De temperatuur in de kamers waaruit het gebakken produkt wordt gelost, kan hierbij lager zijn. Zulks ook omdat in die kamers minder warmte uit de ovenmassa terugstroomt omdat als gevolg van het minder zwaar stoken van de laatste kamers van de stookzone, een geringere 30 hoeveelheid warmte in- de gewelven en het muurwerk is geaccu- H4C 29 8 1 ,r s? - 12 - muleerd. Door de minder grote temperatuurverschillen in de inzet vanaf het begin van het stoken, is de gemiddelde kwaliteit van het gebakken produkt voorts gelijkmatiger.
Door de uitvinding kan voor de onderhavige ovens in het 5 algemeen worden gekomen tot een belangrijke verbetering van het rendement.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van enkele schematisch gehouden tekeningen. De figuren 1, 2, 3 en Ij. tonen verticale dwarsdoorsneden over een aantal kamers van 10 een vlamoven, terwijl fig. K- 5 ©en bovenaanzicht geeft van een gedeelte vanéén oven volgens fig. Ιμ Pig. 6 geeft een verticale langsdoorsnede over de stookruimte van een vlamovenkamer. Terzake overbodige details zijn bij de tekeningen weggelaten.
15 Fig. 1 geeft een momentopname van een mogelijke situatie bij de bedrijfsgang van de vlamoven. De kamers aangeduid met -a en b zijn de voorste kamers vand e stookzone, terwijl de ëookgaszone, waarin de opwarming plaats vindt van het te bakken halfprodukt, wordt gevormd door de kamers c, d, e en f.
20 De buffer- of reservekamer g is van de voorste rookgaskamer afgescheiden door de papierafdichting 1. Tussen de eerste reservekamer g en de tweede reservekamer h bevindt zich de papieraf scheiding 2, terwijl de bufferkamer h is afgedicht met de papierafscheiding 3. Kamer 1 wordt gevuld met gedroogde 25 ongebakken stenen (het halfprodukt) en is nog open. In deze kamer heerst de druk van de atmosfeer.
De uit de stookzone afkomstige verbrandingsgassen stromen door de kamers van de rookgaszone - waarvan de inzet, aangeduid met Ij., in opwarming verkeert - en worden op beken-30 de wijze met schoorsteen- en/of ventilatortrek afgevoerd uit r * - 13 - de kamers e enf, zoals schematisch, aangegeven met pijlen 5 en 6. In de rookgaszone, dus ook in kamer f, heerst hierbij onderdruk. Onder andere omdat de papierafsluiting 1 niet volkomen afdicht, stroomt relatief koude leklucht, zoals 5 aangeduid met pijl 7* vanuit reservekamer g naar de rookgaszone. Dit veroorzaakt een verlaging van de gemiddelde temperatuur van d e afvoergassen, hetgeen nadelige gevolgen heeft, zoals in het voorafgaande is toegelicht.
In fig. 2 is aangegeven hoe bijv. volgens de uitvinding 10 kan worden gewerkt. Een deel van4e warme rookgassen en/of binnengekomen leklucht of lekgas wordt aan kamer f onttrokken, zoals aangegeven met pijl 8, en met behulp van ventilator 9 ingeblazen In de afgesloten en afgedichte reservekamer g, zoals aangeduid met pijl 10. Afhankelijk van de hoeveel-1$ heid ingevoerde gassen zal de trek in kamer g hierdoor dalen, waardoor de hoeveelheid leklucht die in deze kamer binnenkomt, vermindert. Aldus wordt bereikt dat een gedeelte van de normale koude leklucht door warmere gassen wordt vervangen. Door vergroting van de hoeveelheid ingeblazen gassen 20 kan de trek in kamer g eventueel worden teruggebracht tot nihil, of zelfs tot enige overdruk. Bij een druk gelijk aan die van de atmosfeer in het ondergedeelte van kamer g, komt in die kamer in het geheel geen leklucht binnen. Van kamer g naar kamer f zal d aa geen leklucht meer passeren* doch in 25 hoofdzaak gassen die met ventilator 9 zijn ingeblazen. De normale leklucht Is d an geheel vervangen door lekgas met hogere temperaturen. In tegenstelling met de normale leklucht verdwijnt dit lekgas niet volledig naar de schoorsteen. Een deel van'dat lekgas wordt namelijk, gemengd met uit de stook-30 zone afkomstige verbrandingsgassen, door ventilator 9 weer, 8402981
If -c -lit·- teruggevoerd naar kamer g.
In fig. 3 is nader aangegeven hoe bijv. volgens de uitvinding kan worden gewerkt. Op kamer g is een verplaatsbaar inblaastoestel 11, vergelijkbaar met een heteluchtkanon, ge-5 plaatst. Dit apparaat omvat onder meer een verbrandingska-mer, een daarvan op afstand aangebrachte mantelpijp en een blaasmond 12. Uit de voorste rookgaskamer f wordt via schacht 13 een deel van de warme gassen uit de ovenruimte afgezogen met een transportabele ventilator lij. en door een flexibele 10 leiding 15, o.a. voorzien vaneen regelorgaan en snelkoppe- \ lingen voor aansluiting, tangentieel in de mantelruimte van toestel 11 gevoerd en vervolgens, via blaasmond 12, die is aangesloten op een in het ovengewelf aanwezige of aangebrachte schacht l6, in de reservekamer g. Wanneer het inbla- 11 zen met grotere snelheden geschiedt kan daardoor werveling en rondcirculatie van de in kamer g aanwezige gassen en/of lucht , optreden. Voor het geleiden van de gasstralen en circulerende gassen zijn leidsehoepen 17 aangebracht. Om condensatie van waterdamp te voorkomen kan de temperatuur van de ingevoerde 20 gassen zo nodig worden verhoogd, waartoe bijv. gebruik kan worden gemaakt van een op toestel 11 geplaatste overdrukbran-der 18. Tot hetzelfde doel kunnen de in kamer g te voeren gassen bijv. ook worden gemengd met droge warme lucht, bijv. afkomstig uit de koelzone vande oven, welke lucht in de man- 25 telruimte van toestel 11 kan worden geblazen via een tweede aansluitopening. Met het oog op eventuele overdruk is in kamer g een tweede papierafdichting 19 aangebracht.
In fig. 3 is voorts aangegeven hoe met behulp van een transportabele ventilator 20 gassen aan kamer g kunnen wor- 30 den onttrokken en via’een geïsoleerde flexibele leiding 21 8402981 - 15 - in de mantelruimte van toestel 11, dat aldus dienst doet als mengapparaat, worden geblazen. Door een zodanige wijze van rondo omp en van de gassen en/of lucht kan de interne circulatie in kamer g worden bevorderd, terwijl voorts in leiding ZL een of meer aansluitpunten kunnen zijn aangebracht voor plaatsing van instrumenten of sensoren voor meting en eventueel automatischeregeling van o.a. de temperatuur en het vochtgehalte van de in kamer g aanwezige gassen.
In fig. ij. en f? is aangegeven hoe voor het omleiden van 10 de ovengassen gebruik wordt gemaakt van een boven Iedere kamer aangebrachte vaste buis 22. Bedoelde buizen staan afsluitbaar In verbinding met een rondom de oven lopende ringleiding 23, met tussengebouwde schroef ventilatoren 2ij. met omkeerbare draairichting. Voor kamer f is aangegeven hoe door verplaats-15 bare leidingen 2$ een verbinding tot stand kan·werden gebracht met buis 22.1. Eet transportabel Inblaastoestel 11 is via de * flexibele leidingen 26 aangesloten op buis 22.2. Door het openen van de kleppen 27» 28, 29 en 30, benevens sluiten van kleppen 31 en 32, kannen met behulp van de ventilatoren 2lf.l 20 en 2ij..2 gassen aan de voorste rookgaskamer worden onttrokken en in de bufferkamer g geblazen. Door klep 3¾ min of meer te openen kan warme lucht uit de koelzone worden bijgemengd.
Deze lucht wordt aangevoerd, zoals aangegeven met pijl 33» via het andere gedeelte van de ringleiding. De blaastoestellen 25 en de aansluitingen dienenr egelmatig te worden versteld, in overeenstemming met het vooruitgaan van het vuur.
Onder het gewelf van kamer g is in fig. ij. een orgaan 3ij. aangegeven dat bijv kan worden uit gevoerd als venturi-buis. Bij het inblazen van de gasstraal worden hierdoor gas-30 sen uit de omgeving meegezogen, waardoor de interne circula- 8402981 ν' V/ - 16 - tie wordt bevorderd.
Voor de rookgaskamer e in fig. l|_ is aangegeven hoe met een verplaatsbare centrifugaalventilator 35 gassen uit die kamer worden afge§ogen en opnieuw ingeblazen. Zodoende kan 5 onder andereeen meer regelmatige verdeling van de gassen in de betrokken kamer en derhalve een meer gelijkmatige tempe-ratuurverdeling en betere warmteoverdracht door convectie worden verkregen. Dergelijke rondpompunits kunnen ook worden geplaatst op de voorste rookgaskamer* alsook op de reserve-10 kamers.
Pig 6 toont dat de omgeleide gassen ook kunnen worden geïnjecteerd via een opening in de buitenwand van de oven.
8402981

Claims (10)

1. Werkwijze ter verbetering van het rendement van keramische continu-ovens met circulerend vuur, zoals ring-ovens, zigzagovens of kamerringovens met overslaande vlam. waarbij zich vóór de rookgaszone een of meer reserve- of 5 bufferkamers bevinden die met ongebakken halfprodukten zijn gevuld, welke kamers reeds geheel of gedeeltelijk zijn afgesloten of afgedicht, bijvoorbeeld mede door papierafscheidingen, waarbij zich een papierafscheiding tussen de rookgaszone en de oudste bufferkamer bevindt, uit welke kamer, 10 die wacht op haar beurt om aan de rookgaszone te worden toegevoegd, veelal relatief koude leklucht naar de rookgaszone stroomt, met het kenmerk, dat in een of meer re serve kamer (s) warme gassen en/of lucht worden (wordt) ingevoerd, zodanig, dat de bij de tot dusver gebruikelijke bedrijfsgang normali- * 15 ter uit de reservekamer naar de aangrenzende rookgaskamer stromende relatief koude leklucht gedeeltelijk of geheel door de ingevoerde warmere gassen en/of lucht wordt vervangen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij zich vóór 20 de rookgaszone een of meer reservekamer (s) bevinden, waarbij althans de oudste reservekamer aan weerszijden is afgedicht, bijvoorbeeld met papierafscheidingen, met het kenmerk, dat gassen en/of leklucht aan de rookgaszone worden onttrokken en vervolgens, terwijl de afscheidingen respectievelijk de 25 papierafdichtingen vooralsnog in stand worden gehouden, In de aangrensde en/of in een of meer verder gelegen reservekamer (s) worden geleid, waarbij de temperatuur en/of het relatieve vochtgehalte van de aldus omgeleide gassen en/of 84 029 8 1 1 ' lucht eventueel kan worden verhoogd respectievelijk verlaagd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat warme gassen en/of lucht op zodanige wijze, bijvoorbeeld 5 met grote snelheden, in een bufferkamer worden (wordt) ingevoerd dat daarbij in die kamer gaswervelingen en/of geforceerde gasbewegingen ontstaan. 1μ Werkwijze volgens conclusie 1 t/m 3, met het kenmerk, dat een gedeelte van de in een reservekamer aanwezige 10 gassen en/of lucht uit die kamer wordt afgevoerd en vervolgens, eventueel met verhoging of verlaging van de temperatuur respectievelijk van het vochtgehalte, weer geheel of gedeeltelijk in dezelfde of in een andere reservekamer wordt teruggevoerd. 15 $· Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat in een bufferkamer op andere wijze dan als vol-» ψ gens conclusie 3 of l}. een gedwongen of gestimuleerde circulatie en vermenging van de in die kamer aanwezige gassen en/of leklucht tot stand wordt gebracht.
6. Werkwijze volgens conclusie 1 t/m met het ken merk, dat gassen aan de rookgaszone worden onttrokken en vervolgens in de voorste en/of een of meer van de daaraan voorafgaande rookgaskamer(s) worden teruggevoerd, zodanig, bijvoorbeeld met relatief hoge snelheden, dat daardoor een 25 verbeterde circulatie en vermenging van de gassen in die kamer(s), alsmede een betere indringing van de gassen in de inzet van die kamer(s) wordt verkregen.
7. Werkwijze volgens conclusie 1 t/m met het kenmerk, dat in de voorste, en/of in een of meer van de daaraan 30 voorafgaande kamer(s) -van de rookgaszone, een gedwongen cir- 8402981 - 19 - cuiatie respectievelijk dooreenwerveling van de in die kamer (s) aanwezige gassen tot stand wordt gebracht op andere wijze dan als aangegeven in conclusie 6.
8. Werkwijze volgens conclusie 1 t/m J, gekenmerkt 5 door een zodanige regeling van de hoeveelheid der in een reservekamer ingevoerde.warme gassen en/of lucht, alsmede eventueel van de hoeveelheid gassen en/of lucht die via een of meer regelbare afvoerwegen uit de betrokken reservekamer wordt afgevoerd, dat de normaliter in die kamer heersende 10 onderdruk zodanig wordt verminderd dat deze, althans plaatselijk ongeveer gelijk wordt aan of zelfs hoger dan de trek of druk in de aangrenzende jongere reservekamer of werkkamer.
9· Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 1 t/m 8 bij een vlamoven of zigzagoven, waar-15 bij de doorlaatopeningen in de scheidingsmuren tussen de oudste· reservekamer en enerzijds de aangrenzende voorste, rookgaskamer en anderzijds de opvolgende kamer zijn afgedicht (bijvoorbeeld door middel van papierafplakkingen) aan die zijde van de kamer(s) alwaar de rookgassen in een later sta-20 dium van de procesgang zullen binnenstromen, met het kenmerk, dat bedoelde doorlaatopeningen tevens aan de andere zijde van de betrokken scheidingsmuren, dus daar waar de rookgassen de kamer in een later stadium van de procesgang zullen verlaten, zijn af gedicht, bijvoorbeeld ook hier door middel van 25 papieraf scheidingen.
10. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies bij vlamovens, met het kenmerk, dat voor het vloeiend doen verlopen van de ingeblazen gasstralen en/of van de circulatiestromingen, in de 30 ovenkamers en/of op of tegen de inzet leidschoepen, elemen- 8402981 - 2Θ - •w ^ ten met gebogen of gestroomlijnde vlakken, of dergelijke, zijn aangebracht.
11. Oveninrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door in 5 een of meer ovenkamers onder en op enige afstand van de in het gewelf of plafond aanwezige openingen waardoor gasstra-len in de ovenruimte kunnen worden geblazen, aangebrachte organen, bijvoorbeeld trechters, eventueel uitgevoerd als venturibuizeh, zulks teneinde de circulatie van de gassen 10 en/of lucht in de ovenruimte te bevorderen.
12. Oveninrichting in hoofdzaak als beschreven in de voorgaande beschrijving en/of zoals aangegeven in de figuren. 8402981
NL8402981A 1983-09-29 1984-09-28 Werkwijze en inrichtingen ter verbetering van het rendement van keramische continu-ovens met circulerend vuur. NL8402981A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8402981A NL8402981A (nl) 1983-09-29 1984-09-28 Werkwijze en inrichtingen ter verbetering van het rendement van keramische continu-ovens met circulerend vuur.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8303329 1983-09-29
NL8303329 1983-09-29
NL8402981A NL8402981A (nl) 1983-09-29 1984-09-28 Werkwijze en inrichtingen ter verbetering van het rendement van keramische continu-ovens met circulerend vuur.
NL8402981 1984-09-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8402981A true NL8402981A (nl) 1985-04-16

Family

ID=26645892

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402981A NL8402981A (nl) 1983-09-29 1984-09-28 Werkwijze en inrichtingen ter verbetering van het rendement van keramische continu-ovens met circulerend vuur.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8402981A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0726438A2 (en) * 1995-02-10 1996-08-14 NORSK HYDRO a.s. Device for a ring section furnace
EP2771634A4 (en) * 2011-10-26 2015-06-24 Fluor Tech Corp IGNITION SYSTEM FOR HEAT RECOVERY WHEN BURNING CARBON

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0726438A2 (en) * 1995-02-10 1996-08-14 NORSK HYDRO a.s. Device for a ring section furnace
EP0726438A3 (en) * 1995-02-10 1999-05-19 Norsk Hydro Asa Device for a ring section furnace
EP2771634A4 (en) * 2011-10-26 2015-06-24 Fluor Tech Corp IGNITION SYSTEM FOR HEAT RECOVERY WHEN BURNING CARBON

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3172647A (en) Continuous kiln
JPS6078285A (ja) トンネル炉
CN101981402B (zh) 陶瓷制品的烧制方法及所用窑炉
RU2008127847A (ru) Способ подогрева шахтного вентиляционного воздуха и устройство для его осуществления
NL8402981A (nl) Werkwijze en inrichtingen ter verbetering van het rendement van keramische continu-ovens met circulerend vuur.
US3476368A (en) High temperature kiln
US3601375A (en) Glass annealing lehrs
US6121582A (en) Heating elements with swirl vanes
CN110976245A (zh) 一种铝材立式喷涂设备
CN201018908Y (zh) 以自然通风为主的普改密烤烟房
CN105189703B (zh) 焦炉上风口与热共同烟道间的非垂直连接及相关联系统和方法
RU2604826C1 (ru) Хлебопекарная печь
JPH07190627A (ja) トンネル式連続焼成炉
US1973978A (en) Recirculation control for kilns and furnaces
CN210952326U (zh) 氧化双通道平形窑炉
RU183186U1 (ru) Установка для сушки сельскохозяйственных продуктов
SU384493A1 (ru) Хлебопекарная печб
HU189956B (en) Method for operating self-burning continuous furnace and continuous furnace for carrying out the method
SU38040A1 (ru) Муфельно-туннельна печь
US675471A (en) Furnace for malt-kilns.
US1938814A (en) Heat treating furnace
SU759822A1 (ru) Конвейерная печь i
SU542497A1 (ru) Печь
US183140A (en) Improvement in pottery-kilns
CS225494B1 (cs) Způsob regulace množství a teploty cirkulujících spalin u pekárenských pásových pecí a zapojení k prováděni tohoto způsobu

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed