NL8402261A

NL8402261A - WORK CHAIR.

Info

Publication number: NL8402261A
Application number: NL8402261A
Authority: NL
Original assignee: Protoned Bv
Priority date: 1983-07-20
Filing date: 1984-07-17
Publication date: 1985-02-18
Also published as: JPS6045309A; SE8403796D0; ZA845083B; DK163861C; FR2549357B1; FR2549357A1; NL187889B; GB8418508D0; DK163861B; US4641885A; IT8421821A0; SE8403796L; CA1235644A; DK345384D0; AT392205B; GB2143730B; IT8421821A1; NL187889C; IT1174603B; DE3423857C2

Description

N.0. 32.630 1 —N.0. 32,630 1 -

Werkstoel»Work chair »

De uitvinding heeft betrekking op een werkstoel met een in hoogte verstelbare uit een deel bestaande stoelschaal, bestaande uit een zit-5 schaal, een in hoofdzaak star met de zitschaal verbonden ondersten— . ningsdeel voor lendenen en zitvlak en een scharnierend van dit deel op gericht rugleuningdeel, en een verstelmechanisme met een basisdrager die star met de stoelsteun verbonden is en van veerbelaste zwenkelemen-ten voorzien is, die de stoelschaal in het gebied van de zitschaal in 10 de langsrichting beweegbaar aan de basisdrager ophangen, en een stuurelement, dat het rugleuningdeel met de basisdrager verbindt en dat door een hellingsverandering, die door een op het rugleuningdeel werkende verstelkracht veroorzaakt wordt, een hellingsverandering in gelijke zin bij de zitschaal bewerkstelligt, die na het wegvallen van de verstel-15 kracht in de uitgangstoestand daarvan teruggebracht wordt.The invention relates to a work chair with a height-adjustable one-piece chair shell, consisting of a seat shell, a base which is connected substantially rigidly to the seat shell. lumbar and seat section and a pivotal part of this part facing backrest section, and an adjustment mechanism with a base support rigidly connected to the seat support and provided with spring-loaded pivot elements, which extend the seat shell in the region of the seat shell in the longitudinal direction movable on the base carrier, and a control element which connects the backrest part to the base carrier and which, due to a change of inclination caused by an adjusting force acting on the backrest part, causes a change of inclination similarly to the seat shell, which after the loss of the seat adjustment force is returned to its initial state.

Werkstoelen van dit soort zijn bekend. Met betrekking hiertoe wordt op de Zwitserse octrooischriften 524.982 en 629.945 gewezen. De daar beschreven verstelmechanismen voor het gelijktijdig en in gelijke zin veranderen van de helling van de rugleuning en zitplaat ten opzich-20 te van de verticale stoelkolom bevatten gasveren. Deze maken in het kader van de specifieke wijze van werken daarvan enerzijds het gemakkelijk vastleggen van praktisch gewenste uitgangsposities mogelijk van de met betrekking tot de beweging gekoppelde rugleuning-/zitplaat-combina-tie in de zin van een vergrendeling van de stand, alsmede een verhou-25 dingsgewijs hard geveerde beweegbaarheid van de rugleuning en zitplaat bij overeenkomstige verplaatsing van gewicht door de gebruiker. Werkstoelen van dit soort zijn gemakkelijk en snel aan wisselende vereisten met betrekking tot de zitstand aan te passen en praktisch universeel toepasbaar.Work chairs of this type are known. Swiss patents 524,982 and 629,945 are referred to in this regard. The adjusting mechanisms described there for simultaneously and in an equal sense changing the inclination of the backrest and seat plate relative to the vertical chair column contain gas springs. In the context of their specific mode of operation, these enable, on the one hand, the convenient definition of practically desired starting positions of the motion-coupled backrest / seat plate combination in the sense of locking the position, as well as a ratio of -25 hard-sprung, back-to-back movement and seat plate with corresponding weight displacement by the user. Work chairs of this type can be easily and quickly adapted to varying requirements with regard to the seating position and are practically universally applicable.

30 Intussen is gebleken dat bij werkstoelen in vele gevallen reeds een bewegingsvrijheid voldoende is of aan een bewegingsvrijheid de voorkeur gegeven wordt, die van een voor het lichaam juiste "normale houding'* waarin het zitvlak, het daarboven beginnende lendenendeel en ten minste het benedendeel van de wervelkolom in het gebied van het 35 zit- en lendenendeel voor het lichaam op de juiste wijze naar achteren ondersteund zijn, in een alternatieve houding gaat, waarin het genoemde gebied samen met het daarboven liggende middelste en bovenste gebied van het lichaam "gestrekt” worden en waarbij de wervelkolom tijdelijk ontlast kan worden. Een dergelijke ontlasting van de wervelkolom kan in 40 het bijzonder werkzaam gemaakt worden indien deze zich daarbij enigs— 8402261 % • 2 i 4 zins naar achteren verplaatst, zonder dat evenwel de ondersteunende werking van een anatomisch aangepast gevormd· aanligvlak te verliezen. Overeenkomstige stoelconstructies uit passende buigzame kunststoffen zijn bekend. Het doel was daarbij het zitvlakgebied van de zitplaat, de 5 overgang van de zitplaat naar het benedendeel van de rugleuning en deze zelf enerzijds stijf genoeg te maken om ongewenste verandering van de vorm te vermijden, maar anderzijds de buiglijn van de rugleuning en de aanligging van de schouder zo mogelijk nauwkeurig aan de natuurlijke vorm van de wervelkolom bij dergelijke ontlastingsbewegingen gelijk te 10 maken. Terwijl het in de regel moeilijk is de vereiste vormstijfheid te verkrijgen, bestaan problemen met betrekking tot de aanpassing van het verloop van de kromming van de stoelleuning en in het bijzonder in het bovenste eindgebied daarvan aan het natuurlijke verloop van de menselijke wervelkolom. De grondslag is dat de vereisten met betrekking tot 15 de mechanische vastheid van het rugleuningmateriaal en de gewenste buigflexibiliteit in wezen slechts bij "naakte" kunststofschalen tot een draagbaar evenwicht te brengen zijn. Daarbij moet niet alleen van elke bekleding afgezien worden, maar kunnen eveneens esthetisch gewenste vormgevingselementen meestal niet verwezenlijkt worden. Het is voor-20 al niet mogelijk het bij het ontlasten van het lichaam van voordeel zijnde naar boven brengen van het voorste zitplaateinde uit economische overwegingen te verwezenlijken, omdat stoelen met onbeklede kunststof-schalen tot een prijscategorie behoren waarin voor de hiervoor noodzakelijke bewegingsmechanismen geen plaats is.30 In the meantime, it has been found that in many cases work freedom is already sufficient or a freedom of movement is already preferred for work chairs, that of a "normal posture" * in which the seat, the lumbar part beginning above it and at least the lower part of the body are preferred. the spine in the region of the body's seat and lumbar parts are properly supported backwards, goes into an alternative position, in which said region is "stretched" together with the upper middle and upper region of the body and where the spine can be temporarily relieved. Such a spinal relief can in particular be made effective if it moves slightly backwards without losing the supporting effect of an anatomically adapted abutment surface. Corresponding chair constructions of suitable flexible plastics are known. The aim was the seat area of the seat plate, the transition from the seat plate to the lower part of the backrest and on the one hand making it stiff enough to avoid undesired change of shape, but on the other hand the bending line of the backrest and the position of the make the shoulder as close as possible to the natural shape of the spine with such bowel movements. While it is generally difficult to achieve the required shape stiffness, problems exist with regard to the adaptation of the curvature of the chair back and in particular in its upper end region to the natural course of the human spine. The basic principle is that the requirements with regard to the mechanical strength of the backrest material and the desired bending flexibility can essentially be brought to a portable balance only with "naked" plastic shells. Not only does every covering have to be dispensed with, but aesthetically desirable design elements cannot usually be realized. It is already impossible to realize the advantageous lifting of the front seat plate end when relieving the body for economic reasons, because chairs with uncoated plastic shells belong to a price category in which the necessary movement mechanisms cannot accommodate is.

25 Het is daarom het doel van de onderhavige uitvinding om in een van een bekleding te voorziene en vooral aan gemiddelde comfortvereisten aanpasbare werkstoel te voorzien, die door een verhoudingsgewijs eenvoudig, robuust gevormd bewegingsmechanisme binnen een grote bandbreedte van mogelijkheden van de zithouding anatomisch juiste ondersteu-30 ningseffecten geeft, en ook aan esthetische wensen kan voldoen.It is therefore the object of the present invention to provide a upholstered and especially adaptable work chair which can be adapted to average comfort requirements, which, through a relatively simple, robustly shaped movement mechanism, supports anatomically correct support within a wide range of possibilities of the sitting posture. 30 provides ning effects, and can also meet aesthetic wishes.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven werkstoel verwezenlijkt doordat - de stoelschaal een tussen het boveneinde van het ondersteuningSdeel voor lendenen en zitvlak en het benedeneinde van het rugleuningdeel een 35 als ëën deel aangevormd scharnierdeel omvat, - dat het rugleuningdeel en het ondersteuningsdeel voor lendenen en zitvlak in het gebied van het scharnierdeel een omstuurinrichting voor bevestiging en beweging voor het stuurelement omvat, en dat - de zwenkelementen, die de zitschaal met de basisdrager verbinden, 40 paarsgewijs werkzame hefboomorganen zijn, via welke de door de stoel te 8402261 Γ- ·φ 3 dragen, belasting op de basisdrager resp. op de steun van de stoel afgeleid wordt.This object is achieved in a work chair described above in that - the chair shell comprises a hinge part formed as one piece between the upper end of the lumbar and seat support part and the lower end of the backrest part - that the backrest part and the lumbar and seat support part in the region of the hinge part includes a steering and movement control device for the control element, and that - the pivoting elements connecting the seat shell to the base support are 40 pair-acting lever members, through which the 8402261 Γ- · φ 3 load, load on the base carrier resp. on the seat support.

Verdere uitvoeringsvormen blijken uit de volgconclusies.Further embodiments are apparent from the subclaims.

Als het belangrijkste voordeel van de werkstoel volgens de uitvin-5 ding is de eenvoudige schaalconstructie daarvan te zien, die zowel de zitschaal als ook de gehele rugleuninginrichting kan omvatten.As the main advantage of the working chair according to the invention, it can be seen from its simple shell construction, which can comprise both the seat shell and the entire backrest device.

Het een geheel vormende deel van het schaalconstructie vormende scharnierorgaan bij het benedeneinde van de rugleuning kan zonder rekening te houden met maatregelen die bepaald worden door de vorm en vast-10 heid bij het bovendeel van de rugleuning zo gevormd worden, dat niet alleen aan het hoofddoel als buigelement, maar ook aan op het ontwerp gerichte vereisten kan worden voldaan.The integral part of the shell construction hinge member at the lower end of the backrest can be formed without taking into account measures determined by the shape and firmness at the upper part of the backrest, so that not only the main purpose as a bending element, but also design-oriented requirements can be met.

Bij het bewegingsmechanisme zijn weinig, en vooral niet slijtage-gevoelige, onderdelen aanwezig, die weinig onderhoud vereisen. De moge-15 lijkheid van het gebruik van een torsie-schroefveerinrichting maakt het mogelijk een met betrekking tot de kosten gunstig te vervaardigen en gemakkelijk in te stellen verstelmechanisme te vervaardigen, dat overzichtelijk uit te voeren is en uit weinige eenvoudige delen bestaat. De werkstoel is zonder verandering van de basisconstructie als zetel te 20 vormen en kan praktisch van elke bekende kolom- en voetconstructie voorzien worden.The movement mechanism has few, and especially non-wear-sensitive, parts that require little maintenance. The possibility of using a torsion coil spring device makes it possible to produce a cost-effective and easy-to-adjust adjustment mechanism which is easy to implement and consists of few simple parts. The work chair can be formed as a seat without changing the basic construction and can be provided with practically any known column and foot construction.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de werkstoel volgens de uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening beschreven. Daarin toont: fig. 1 de stoel in zijaanzicht voor het afbeelden van de beweeg-25 baarheid van zitschaal en rugleuning tussen de normale of ruststand daarvan (met doorgetrokken lijnen afgebeeld) en de volledig naar achteren hellende stand daarvan (met onderbroken lijnen getekend), fig. 2 een verticale doorsnede langs de symmetrie-as X-X van de stoel in fig. 3 voor het afbeelden van het verstelmechanisme van de 30 zitschaal-rugleuning, in de normale of ruststand daarvan, fig. 2a, 2b details van het verstelmechanisme voor dé zitschaal-rugleuning bij volledig naar achteren hellende rugleuning en wel a) van het rugleuningdeel rechts van het verticale vlak met de achterste scharnierende bevestiging van de zitschaal, en b) het voorste deel van 35 de zitschaal links van het verticale vlak van de stoel, fig. 3 het verstelmechanisme volgens fig. 2 in horizontale projectie, fig. 4a, 4b het buigscharniergebied van de rugleuning met vergrote gedetailleerde afbeelding in a) normale of ruststand van de rugleuning, 40 en b) in volledig naar achteren hellende stand, en 8402261 9 * ‘ 4 fig. 5a, 5b de scharnierende bevestiging van het voorste deel van de zitschaal in detail op vergrote schaal, in a) normale of ruststand van de stoel, en b) bij volledig naar achteren hellende rugleuning en overeenkomstig naar boven gebrachte stand van het voorste deel van de 5 zitschaal ten opzichte van de basisdrager van het verstelmechanisme.An exemplary embodiment of the work chair according to the invention is described below with reference to the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows the chair in side view for depicting the movability of the seat shell and the backrest between its normal or rest position (shown with solid lines) and its fully reclined position (drawn with broken lines), fig. 2 shows a vertical section along the symmetry axis XX of the chair in fig. 3 for showing the adjusting mechanism of the seat shell backrest, in its normal or resting position, fig. 2a, 2b details of the adjusting mechanism for the seat shell backrest with fully reclined backrest a) of the backrest part to the right of the vertical plane with the rear hinged mounting of the seat shell, and b) the front part of the seat shell to the left of the vertical plane of the chair, fig 3 the adjustment mechanism according to fig. 2 in horizontal projection, fig. 4a, 4b the bending hinge area of the backrest with enlarged detailed view in a) normal or resting position of the backrest, 40 and b) in fully reclined position, and 8402261 9 * '4 fig. 5a, 5b the hinged attachment of the front part of the seat shell in detail on an enlarged scale, in a) normal or resting position of the seat , and b) with the back fully reclined and correspondingly raised position of the front part of the seat shell relative to the base support of the adjustment mechanism.

In fig. 1 is een volgens de uitvoering gevormde werkstoel af geheeld, waarbij op het aansluitstuk 1 van een basisdrager of een grond-plaat een bekleed zitdeel 2 geplaatst is, met een als één deel daarop aansluitende eveneens beklede rugleuning 3. Het aansluitdeel 1 zit bij 10 voorkeur draaibaar op een stoelkolom 4, die zoals bekend in de stand der techniek als een geveerde, in hoogte verstelbare en draaibare spil opgebouwd kan zijn of een gasveer kan zijn. De stoelkolom 4 kan bijvoorbeeld op een rijdbare draag-ster 5 bevestigd zijn en van een bekleding 6 voorzien zijn, die zoals afgebeeld eveneens een deel van de 15 draag-sterarm bedekt. In fig, 1 zijn het zitdeel 2 en de rugleuning 3 in twee standen getoond die met de eind- of hoofdstanden overeenkomen, namelijk met doorgetrokken lijnen de normale of ruststand, waarin het zitdeel en de rugleuning zich in de standaardstand bevinden, waarin de gebruiker van de stoel in normale werkhouding op de stoel zit. Met 20 onderbroken lijnen is de stand van het zitdeel en de rugleuning getoond, waarin de gebruiker door naar achteren leunen het bovendeel van de rugleuning 3 belast en bij volledige belasting het verzwenken van de rugleuning 3 in de eindstand 3' daarvan bewerkstelligt. Bij geringere belastingen ontstaan van de verstelkracht afhankelijke tussenstanden. 25 Gelijktijdig met het terugverzwenken van de rugleuning wordt door een aan de hand van de verdere figuren van de tekening beschreven verstelmechanisme een verstelling van de helling van het zitdeel volgens fig. 2* ingeleid, waarbij eveneens een verplaatsing van het zitvlakdeel 7 betrokken is. Daardoor ontstaat de mogelijkheid van het uitvoeren van 30 wipbewegingen, waarbij de hiervoor noodzakelijke stuurkracht afhankelijk van een veerelement vast te leggen is, waarvan de voorspankracht door een van de buitenkant van de stoelschaal 8 af verstelbare spil 9 in te stellen is.Fig. 1 shows a working chair formed according to the embodiment, in which a upholstered seat part 2 is placed on the connection piece 1 of a base support or a base plate, with a backrest 3 which is also covered as a part, the connection part 1 is seated preferably rotatable on a chair column 4, which, as known in the prior art, can be constructed as a spring-mounted, height-adjustable and rotatable spindle or can be a gas spring. The chair column 4 can for instance be mounted on a mobile supporting star 5 and provided with a covering 6, which, as shown, also covers part of the supporting star arm. In fig. 1, the seat part 2 and the backrest 3 are shown in two positions corresponding to the end or head positions, namely with continuous lines the normal or resting position, in which the seat part and the backrest are in the standard position, in which the user of the chair is in the normal working position on the chair. The position of the seat part and the backrest is shown in 20 broken lines, in which the user loads the upper part of the backrest 3 by leaning backwards and, when fully loaded, causes the backrest 3 to pivot into its end position 3 '. Intermediate positions dependent on the adjusting force arise with smaller loads. At the same time as the backrest is pivoted back, an adjustment of the inclination of the seat part according to Fig. 2 * is initiated by means of an adjusting mechanism described with reference to the further figures of the drawing, which also involves a displacement of the seat part 7. This creates the possibility of performing rocking movements, the control force required for this being fixed depending on a spring element, the pretensioning force of which can be adjusted by a spindle 9 adjustable from the outside of the seat shell 8.

Dezelfde verwijzingscijfers in de verdere figuren hebben steeds 35 betrekking op hetzelfde onderdeel.The same reference numbers in the further figures always refer to the same part.

De reeds genoemde stoelschaal 8 is een êén geheel vormend kunststof deel, dat op enkele plaatsen van openingen en bevestigingsgaten voor delen van het verstelmechanisme voorzien is en waarvan de delen steeds met - meestal niet afgeheelde en niet in het bijzonder aange-40 duide - versterkingsribben en dergelijke voorzien zijn alsmede van aan- 8402261 m 'v 5 sluitplaatsen voor de constructiedelen van het verstelmechanisme* Met 10 is een in verticale richting praktisch gestrekt (fig. 2, 2a) en in horizontale richting naar boven weinig of niet gekromd rugleuningdeel aangegeven, dat boven een als een verdikking gevormde naar buiten ste- 5 kend scharnierdeel 11 aangebracht is, zodat in het deel 10 eventueel een geringe buigvervormbaarheid in te stellen is. Op het scharnierdeel 11 sluit naar beneden gericht een met toenemende afstand in horizontale richting toenemend aanzienlijker gekromd wordend en daarom steeds stijver wordend deel 12 aan, dat de lendenen- en zitvlakdelen ondersteunt.The chair shell 8 already mentioned is a one-piece plastic part, which is provided in some places with openings and mounting holes for parts of the adjusting mechanism, the parts of which always have reinforcing ribs - usually not separated and not particularly indicated - and 8402261 m 'v 5 connection points for the structural parts of the adjusting mechanism * 10 indicates a practically stretched vertically (fig. 2, 2a) and horizontally upwards little or not curved back part, which is mounted above an outwardly projecting hinge part 11 formed as a thickening, so that a slight bending deformability can be adjusted in part 10. A downwardly directed and increasingly stiffening part 12, which supports the lumbar and seat parts, is connected to the hinge part 11 pointing downwards with increasing distance in the horizontal direction.

10 De verlenging van de stoelschaal 8 in de richting naar de voorkant van het zitvlak vormt een gestructureerde vlakke schaal 13, die het zitdeel 2 ondersteunt en hieronder in het algemeen met schaal van het zitdeel aangegeven wordt, waaraan de ondersteunings- en lagerelementen van het verstelmechanisme bevestigd zijn en die doelmatigerwijs in samenhang 15 met deze beschreven wordt.10 The extension of the seat shell 8 in the direction towards the front of the seat surface forms a structured flat shell 13, which supports the seat part 2 and is generally indicated below with the scale of the seat part, to which the support and bearing elements of the adjusting mechanism and which is expediently described in conjunction with these.

Het scharnierdeel 11 bezit in het getoonde voorbeeld de vorm van een horizontale randverstijving, die een bedoeld buiggebied bepaalt, waarvan de uitveer- en terugbrengkracht zowel door materiaalkeuze (inclusief steeds opgenomen versterkingsmiddelen) en vormgevingselementen 20 (dikte, horizontale en verticale kromming, afstand tot de neutrale buiglijn) van de stoelschaal zelf, alsook door een spaninrichting van het verstelmechanisme instelbaar is. Deze spaninrichting vormt het stuurmiddel van het verstelmechanisme en wordt later in samenhang met de wijze van werking daarvan beschreven.In the example shown, the hinge part 11 is in the form of a horizontal edge stiffening, which defines an intended bending area, the expansion and return force of which, both through choice of material (including always included reinforcing means) and design elements 20 (thickness, horizontal and vertical curvature, distance from the neutral bending line) of the seat shell itself, as well as adjustable by a clamping device of the adjusting mechanism. This tensioning device forms the control means of the adjusting mechanism and will be described later in connection with the mode of operation thereof.

25 De stoelschaal 8 wordt in het gebied van de zitschaal 13 door een basisdrager 14 ondersteund, die volgens de fig. 2, 2b en 3 een in het midden liggende poot 15 bevat, waarvan V-vormige naar achteren twee symmetrische armen 16 steken, waarvan de afgelegen einden als later beschreven lagerings- en spanorganen gevormd zijn. Met de in het midden 30 liggende poot 15 is verder de aansluitkop 17 van de stoelschaal 8 via een vorkorgaan 18 zo verbonden dat het bovenvlak van de poot in hoofdzaak horizontaal ligt. De aansluitkop 17 vormt het verbindingsstuk tussen de basisdrager 14 en zo het bovendeel van de stoel, en de in het inwendige van de stoelkolom 4 (fig. 1) aangebrachte stoelspil 19, die 35 in het onderhavige geval als in de hoogte verstelbare gasveer afgebeeld is en hieronder eveneens als zodanig aangegeven wordt. De aansluitkop 17 is in hoofdzaak gelijk aan het aansluitdeel 1 volgens fig. . 1 en draagt onder andere een stuurhefboom 20 voor de hoogteverstelling van de gasveer 19. De stuurhefboom 20 is om een op de aansluitkop 17 zit-40 tende tap 21 zwenkbaar gelagerd en wordt door een trekkabel 22 bediend, 8402261 ♦ ·* 6 die met een zijdelings boven de zitschaal 13 uitstekend stuuroor 23 verbonden is. Dit stuuroor 23 is op zijn beurt in een aan de zitschaal 13 bevestigd of daarin geplaatst geleidingsorgaan 24 verschuifbaar of verzwenkbaar gelagerd.The seat shell 8 is supported in the area of the seat shell 13 by a base support 14, which according to Figs. 2, 2b and 3 comprises a central leg 15, of which V-shaped projections are two symmetrical arms 16 rearward, of which the distal ends as bearings and tensioning members described later are formed. The connecting head 17 of the seat shell 8 is further connected to the leg 15 in the center 30 via a fork member 18 such that the top surface of the leg is substantially horizontal. The connecting head 17 forms the connecting piece between the base carrier 14 and thus the upper part of the chair, and the seat spindle 19 arranged in the interior of the chair column 4 (fig. 1), which in the present case is shown as a height-adjustable gas spring and also indicated as such below. The connection head 17 is substantially the same as the connection part 1 according to fig. 1 and carries, among other things, a control lever 20 for the height adjustment of the gas spring 19. The control lever 20 is pivotably mounted about a pin 21 seated on the connection head 17 and is operated by a pull cable 22, 8402261 * 6 which is protruding handlebar 23 is connected laterally above the seat shell 13. This handlebar 23 is in turn mounted in a guide member 24 which is mounted or placed pivotally on the seat shell 13 or placed therein.

5 De poot 15 draagt verder bij de zijde daarvan, die tegenover de arm 16 ligt, de lagers 25 voor een pen 26, waartegen enerzijds een paar oren 27, en anderzijds steeds het ene been 28 van twee symmetrische torsieschroefveren 28 steunen. Het paar oren 27 kan door een buis, die de eerste ooreinden met elkaar verbindt, tot een U-vormig hefboomorgaan 10 verbonden zijn en een eendelig zwenkelement vormen.The leg 15 further carries on its side, which is opposite the arm 16, the bearings 25 for a pin 26, against which on the one hand a pair of ears 27, and on the other hand always support the one leg 28 of two symmetrical torsion coil springs 28. The pair of ears 27 may be connected to a U-shaped lever member 10 through a tube connecting the first ear ends together and form a one-piece pivoting element.

Door de starre bevestiging van de basisdrager 14 op de stoelspil 19 leggen de direct bij de poot 15 en de armen 16 door vormen aangebrachte lagerplaatsen 25, 31 vier gedefinieerde ophangplaatsen van de stoelschaal 8 ten opzichte van de stoelspil 19 vast. De reeds genoemde 15 lagers 25 bij het vooreinde van de poot 15 zijn via de pen 26, het daarop verzwenkbare paar oren 27 en een verdere pen 29 (fig. 5a, 5b) in een opneemoog 30 zwenkbaar met de zitschaal 13 verbonden. Bij het afgelegen einde van de arm 16 van de basisdrager bevindt zich steeds een lagerplaats 31 voor het opnemen van een Z-vormig gekromde zwenkhefboom 20 32 (fig. 2, 2a, 3) met tegengesteld afstaande lagertappen 33, 33'. De eerste lagertappen 33 zitten steeds in een opneemoog 34 zijdelings bij de zitschaal 13 en liggen enigszins hoger dan de op de toegevoegde lagerplaats 31 bij de arm 16 ingrijpende tweede lagertappen 33’. In het kort is de zitschaal 13 op vier plaatsen aan de basisdrager 14 in 25 langsrichting zwenkbaar opgehangen, namelijk enerzijds via het orenpaar 27 en de pennen 29, en anderzijds via de zwenkhefboom 32 en de lagertappen 33 , 33' in opneemogen 30 en 34. Met betrekking hiertoe wordt naar de pijlen S]^ en S2 in de fig. 5a, 5b verwezen.Due to the rigid attachment of the base carrier 14 to the seat spindle 19, the bearing positions 25, 31 arranged directly at the leg 15 and the arms 16 define four defined suspension positions of the seat shell 8 relative to the seat spindle 19. The aforementioned 15 bearings 25 at the front end of the leg 15 are pivotally connected to the seat shell 13 via the pin 26, the pair of ears 27 pivotable thereon and a further pin 29 (fig. 5a, 5b) in a receiving eye 30. At the remote end of the arm 16 of the base carrier there is always a bearing location 31 for receiving a Z-shaped curved pivot lever 20 32 (fig. 2, 2a, 3) with opposing bearing pins 33, 33 '. The first bearing studs 33 are always in a receiving eye 34 laterally at the seat shell 13 and are slightly higher than the second bearing studs 33 engaging the added bearing location 31 at the arm 16. Briefly, the seat shell 13 is pivotally suspended longitudinally at four locations on the base carrier 14, namely on the one hand via the pair of ears 27 and the pins 29, and on the other hand via the pivot lever 32 and the bearing pins 33, 33 'in receiving eyes 30 and 34. In this regard, reference is made to arrows S11 and S2 in FIGS. 5a, 5b.

Zoals reeds vermeld, is de uitveer- en terugbrengkracht van het 30 scharnierdeel 11 bij het benedeneinde van het rugleuningdeel 10 van de stoelschaal 8 en daarmee de beweegbaarheid van de rugleuning 3 onder andere door een spaninrichting van het verstelmechanisme te beïnvloeden. Deze spaninrichting is een in de fig. 2, 2a en 3 alsmede gedeeltelijk op vergrote schaal in fig. 4a en 4b afgeheelde bewegingsscharnier-35 en trekelementinrichting, waarvan de constructiedelén symmetrisch ten opzichte van de symmetrie-as X-X van de stoel (fig. 3) aangebracht zijn. Deze constructieonderdelen omvatten steeds een bovenste afspan-console 35 voor een als stuurelement werkzaam trekelement 36, dat een band van verenstaal, een band van kunststof, of een schakelbandelement 40 (ketting) of een staalkabel kan zijn, een geleidings- of omvoersegment 8402261 L- %.As already mentioned, the spreading and returning force of the hinge part 11 at the lower end of the backrest part 10 of the seat shell 8 and thus the movability of the backrest 3 can be influenced, inter alia, by a tensioning device of the adjusting mechanism. This tensioning device is a movement hinge -35 and pulling element device, shown partly on an enlarged scale in fig. 4a and 4b, in fig. 2, 2a and 3, of which the construction parts are symmetrical with respect to the axis of symmetry XX of the chair (fig. 3). ) are fitted. These construction parts always comprise an upper tensioning console 35 for a pull element 36 acting as a control element, which can be a spring steel belt, a plastic belt, or a link belt element 40 (chain) or a steel cable, a guiding or conveying segment 8402261 L- %.

7 37 , een kanaalorgaan 38 als trekelement en een onderste afspanconsole 39. De bovenste en onderste afspanconsole zijn klemonderdelen voor het trekelement 36, dat in de tekening als band van verenstaal afgebeeld is en hieronder als spanband 36 aangegeven wordt. De bovenste afspancon-5 sole 35 is van een aansluitoor 40 voorzien, dat de verbinding met het rugleuningdeel 10 van de stoelschaal 8 voortbrengt; de onderste afspanconsole 39 bevat een (niet afgeheelde) klemplaat, die de verbinding met het afgelegen einde van elk van de armen . 16 tot stand brengt.De spanbanden 36 strekken zich van de bovenste afspanconsole 35 eerst over het 10 geleidings- of omvoersegment 37 uit, waarvan de omtrekskromming een knikvrije uitbreiding voor de onderhavige spanband waarborgt. Dan gaat de spanband in een zowel als rechtlijnige dwarsgeleiding als convex gekromde langsgeleiding gevormde U-vormige sleuf van het kanaalorgaan 38 naar binnen, welke deze voor de onderste afspanconsole 39 zonder knik-15 ken verlaat. Het oppervlak van de basis van de sleuf in het kanaalorgaan 38 is zo uitgevoerd dat ten opzichte van de spanband 36 praktisch geen wrijving ontstaat.7 37, a channel member 38 as a tension element and a lower tensioning console 39. The upper and lower tensioning console are clamping parts for the tension element 36, which is shown in the drawing as spring steel strip and is shown below as tensioning strip 36. The upper clamping sole 35 is provided with a connecting ear 40, which produces the connection to the backrest part 10 of the seat shell 8; the lower tensioning console 39 includes a (unheated) clamping plate connecting to the remote end of each of the arms. The tensioning belts 36 extend from the upper tensioning console 35 first over the guide or transfer segment 37, the circumferential curvature of which ensures a kink-free extension for the present tensioning belt. Then, the tension band enters into a U-shaped slot of the channel member 38, which is formed both as a rectangular cross-section and a convexly curved longitudinal guide, of the channel member 38, which it leaves for the lower tensioning console 39 without kinks. The surface of the base of the slot in the channel member 38 is designed in such a way that practically no friction is created relative to the tensioning strap 36.

Het kanaalorgaan 38 en het geleidings- of omvoersegment 37 zijn doelmatigerwijs als eendelig gietdeel vervaardigd, dat vast aan het 20 ondersteunningsdeel 12 voor lendenen en zitvlak van de stoelschaal 8 geschroefd is, maar in het schamierdeel 11 volledige bewegingsvrijheid waarborgt.The channel member 38 and the guiding or reversing segment 37 are expediently manufactured as a one-piece cast part, which is screwed firmly to the lumbar support part 12 and seat of the seat shell 8, but ensures complete freedom of movement in the hinge part 11.

Uit de "normale” stand van het rugleuningdeel 8, dat in fig. 4a afgebeeld is, blijkt dat in deze stand een aanslagvlak 41 bij het ge-25 leidings- of omvoersegment met een aanslagvlak 42 van een begrenzings-blok 43 samenwerkt, dat als een deel met het rugleuningdeel 10 gevormd is of een daarmee vast verbonden aanslagelement is. Bij op trek belaste spanband 36 liggen de aanslagvlakken 41, 42 aanliggend op elkaar, waardoor een voorover gerichte beweging van het rugleuningdeel 10 uitgeslo-30 ten is. Indien men deze in de richting van de pijl B4 belast, dan ontstaat de situatie volgens fig. 4b, waar het rugleuningdeel 10 onder "strekken” van het schamierdeel 11 in de richting van de wijzers van de klok naar rechts verplaatst is. De aanslag vlakken 41 en 42 zijn van elkaar verwijderd; de spanband 36 is naar boven getrokken.From the "normal" position of the backrest part 8, which is shown in Fig. 4a, it appears that in this position a stop surface 41 at the guide or transfer segment cooperates with a stop surface 42 of a bounding block 43, which as a part is formed with the backrest part 10 or is a fixedly attached stop element. With tension strap 36 which is tensioned, the stop surfaces 41, 42 lie abutting on each other, so that a forward directed movement of the backrest part 10 is excluded. in the direction of the arrow B4, then the situation according to Fig. 4b arises, where the backrest part 10 is displaced clockwise under "stretching" of the hinge part 11. The stop surfaces 41 and 42 are separated from each other; the strap 36 is pulled up.

35 Daarmee is nu reeds de werkwijze van het verstelmechanisme aan de hand van fig. 2, 2a, 2b, 5a en 5b te begrijpen.The method of the adjusting mechanism can now already be understood with reference to Figs. 2, 2a, 2b, 5a and 5b.

In de ruststand van de stoel, afgbeeld in fig. 1 met doorgetrokken lijnen en de stand van de onderdelen van het verstelmechanisme volgens de fig. 2, 4a en 5a bestaat, veroorzaakt door de voorspanning van de 40 torsieschroefveren 28 de toestand waarbij de basisdrager 14 in de rich- 8402261In the rest position of the chair, shown in Fig. 1 with solid lines and the position of the parts of the adjusting mechanism according to Figs. 2, 4a and 5a, caused by the pretension of the 40 torsion coil springs 28, the state where the base carrier 14 in directions 8402261

Aa

8 ting van de pijl Sj (fig. 5a) naar links getrokken wordt. De benen 28' van de veren 28 liggen daarbij tegen een op de pen 26 geplaatste buis 44, terwijl de benen 28" tegen een steunpuntrol 45 voorgespannen zijn, die door een tegen de zitschaal 13 steunende en aan de verstel-5 bare spil 9 gelijk zijnde regelschroef 46 voor de voor spanning in de asrichting van de schroef 46 verstelbaar is. Om de in fig. 5a getoonde praktisch vertikale stand van het door de pen 29 in de zitschaal 13 zwenkbaar gelagerde orenpaar 37 te waarborgen, ligt het achterliggende zijvlak daarvan bij 47 tegen een aanslagneus 48 van de basisdrager 14 10 resp. van de voorzijde van de poot 15 aan. Deze praktisch vertikale stand van het paar oren 27 komt met de gelijktijdig eveneens praktisch vertikale stand van de zwenkhefboom 32 overeen, zodat bij een steeds als aanwezig verondersteld zijnde voorspanning bij de veer 28 een stabiele normale resp. ruststand voor de stoel ontstaat.8 of the arrow Sj (fig. 5a) is pulled to the left. The legs 28 'of the springs 28 lie against a tube 44 placed on the pin 26, while the legs 28 "are prestressed against a support roller 45, which is equal to an adjustable spindle 9 resting against the seat shell 13. the adjusting screw 46 is adjustable for the pretension in the axial direction of the screw 46. In order to ensure the practically vertical position of the pair of ears 37 pivotally mounted by the pin 29 in the seat shell 13, the rear side surface thereof lies with 47 rests against a stop nose 48 of the base carrier 14, 10 or of the front of the leg 15. This practically vertical position of the pair of ears 27 corresponds to the simultaneously also practically vertical position of the pivot lever 32, so that when always present presumed pretension at the spring 28 results in a stable normal or rest position for the chair.

15 Zodra het rugleuningdeel 10 in de richting van de pijl B4 (fig.15 As soon as the backrest part 10 moves in the direction of the arrow B4 (fig.

4a) naar rechts bewogen wordt resp. in een naar achteren hellende stand gebracht wordt, ontstaat, omdat de stoelschaal 8 een één geheel vormend lichaam is en de delen 12 en 13 daarvan doorverbonden zijn, uit de naar buiten getrokken beweging van de spanband 36 een onderlinge verschui-20 ving tussen de zitschaal 13 en de basisdrager 14. De laatste wordt ten opzichte van de zitschaal 13 terug-, d.w.z. naar rechts getrokken, of omgekeerd: de zitschaal 13 wordt ten opzichte van de basisdrager 14 naar voren geschoven. Daarbij zwenkt de zwenkhefboom 32 tegen de wijzers van de klok in, waarbij gelijktijdig het achterste deel van de 25 zitschaal 13 daalt. De genoemde onderlinge beweging tussen zitschaal en basisdrager 14 bewerkstelligt een verzwenking van het paar oren 27 in de richting van de wijzers van de klok (fig. 5b) en heeft door de in de zitschaal gelagerde pennen 29 een naar boven brengen van het voorste deel van de zitschaal tot gevolg.4a) is moved to the right resp. brought into a backwardly inclined position, because the seat shell 8 is a unitary body and the parts 12 and 13 thereof are interconnected, the mutual movement of the tensioning strap 36 causes a mutual shift between the seat shell 13 and the base carrier 14. The latter is pulled back, ie to the right, with respect to the seat shell 13, or vice versa: the seat shell 13 is pushed forward with respect to the base carrier 14. The pivot lever 32 pivots counterclockwise, the rear part of the seat shell 13 simultaneously descending. The said mutual movement between seat shell and base carrier 14 causes a pivoting of the pair of ears 27 in a clockwise direction (fig. 5b) and has an upward movement of the front part of the front part of the seat shell by means of pins 29 resulting in the seat shell.

30 Er moet op deze plaats op gewezen worden dat het hierboven als verdikking of randversteviging beschreven en zo getoonde scharnierdeel 11 eveneens anders geprofileerd, bijvoorbeeld gegolfd kan zijn om bepaalde verzwenkresultaten of een esthetisch effect te verwezenlijken. Dienovereenkomstig kan de beschreven beperking van de beweging van het 35 rugleuningdeel 10 eveneens door aan de voorzijde op de zwenkhefboom 32 aangebrachte (niet afgeheelde) aanslagmiddelen verkregen worden, en eveneens kan de op het paar oren 27 aangrijpende spanveerinrichting 28, 46 in het gebied van de zwenkhefboom 32 aangebracht worden. Tot slot kunnen de aanslagmiddelen op een zwenkhefboom 27, 32 aangebracht zijn 40 en kan de spanveerinrichting op de andere zwenkhefboom 27 , 32 aange- 8402261 ~ % 9 bracht zijn.It should be pointed out at this point that the hinge part 11 described above as thickening or edge reinforcement and shown in this way can also be profiled differently, for instance corrugated, in order to achieve certain pivoting results or an aesthetic effect. Accordingly, the described limitation of the movement of the backrest part 10 can also be obtained by stop means (mounted on the pivot lever 32) which are mounted on the front side, and also the tension spring device 28, 46 engaging the pair of ears 27 in the region of the pivot lever 32 are provided. Finally, the stop means can be arranged on one pivot lever 27, 32 and the tension spring device can be mounted on the other pivot lever 27, 32.

De bij het hellen van de rugleuning 3 over het scharnierdeel 11 optredende vergroting van de beenhoek aC, (fxg. 5a) vergroot de bedie-ningskracht voor het bewegen van de rugleuning 3. Dezelfde werking 5 treedt op, indien door overeenkomstig verstellen van de voorspanregel-schroef 16 de beginkracht reeds vergroot moet worden. Omgekeerd kan door verkleinen van de hoek e6 de verstelling van de rugleuning zachter gemaakt worden en daarmee aan afzonderlijke vereisten aangepast worden.The increase of the leg angle aC, (fxg. 5a) occurring when the backrest 3 is inclined over the hinge part 11 (fxg. 5a) increases the operating force for moving the backrest 3. The same action 5 occurs if by corresponding adjustment of the pretensioning rule -screw 16 the initial force must already be increased. Conversely, by reducing the angle e6, the adjustment of the backrest can be made softer and thus adapted to individual requirements.

10 De in fig. 1 getoonde werkstoel kan volgens fig. 2 en 3 van (ge streept getoonde) armleuningen 49 voorzien worden, waarvan het bovenste aansluitgebied van een tap 50 voorzien is, die in een overeenkomstige boring 51 in het geleidingssegment 37 grijpt en waarvan het onderste aansluitgebied in een aan de zitschaal 13 verankerde bevestiging 52 be- 15 vestigd is.The work chair shown in Fig. 1 can be provided according to Figs. 2 and 3 with armrests 49 (shown with stripes), the upper connection area of which is provided with a pin 50, which engages in a corresponding bore 51 in the guide segment 37 and of which the lower connection area is secured in an attachment 52 anchored to the seat shell 13.

84022618402261

Claims

1. Work chair with a height-adjustable one-piece chair shell, consisting of a seat shell, a support part for the loin and seat surface which is substantially rigidly connected to the seat shell and a backrest part hinged from this part, and an adjustment mechanism with a base support which is rigid is connected to the seat support and is provided with spring-loaded pivoting elements, which suspend the seat shell movably in the area of the seat shell from the base carrier in the longitudinal direction, and a control element, which connects the backrest part to the base carrier and which is caused by a change in inclination is effected by an adjustment force acting on the backrest part, an inclination change in the same sense at the seat shell which is returned to its initial position after the adjustment force has been lost, characterized in that the seat shell (8) is between the top end of the seat support part (12) for loins and buttocks and the lower end of the The backrest part (10) comprises as one part molded hinge part (11), which 20. the backrest part (10) and the support part (12) for loins and seat area in the region of the hinge part (11) a transfer device (35 , 37, 38) for mounting and movement for the control element, and that - the pivoting elements connecting the seat shell (13) to the base carrier (14) are pair-acting lever members (27, 32), via which the load on the seat on the base carrier (14) resp. is guided on the seat support (19).

Work chair according to claim 1, characterized in that the hinge part (11) thickens or protrudes from the seat shell surface. elevation projecting in the manner of an edge reinforcement to the rear is carried out.

Work chair according to claim 1 or 2, characterized in that the chair shell (8) is formed as a single-piece plastic part.

Work chair according to claim 1, characterized in that the control element is a puller device (36) which operates symmetrically between the backrest (10) and the seat shell (13) and which is connected to the base support (14).

Work chair according to either of Claims 1 and 4, characterized in that the control element is formed as two pulling members 40 (36) acting in pairs, one end of which is against an upper tensioning bracket 8402261 (35) at the lower end of the ridge support ( 10) is tensioned and the other end is tensioned at the base carrier (14).

Work chair according to one of claims 1 or 4, characterized in that the control element resp. the puller device (36) is movably guided in the region of the hinge part (11) and the support part (13) for the loins and seat area along a conveying segment (37) and a channel member (38) connected behind it.

Working chair according to any one of claims 4 to 6, characterized in that the control element resp. the puller device (36) as a steel strap, plastic strap, link strap resp. chain or as a cable.

8. Work chair according to claim 5, characterized in that the base support (14) is formed with two symmetrical arms (16) outwardly extending from a central leg (15), the ends of which serve as rear bearing positions for the the first pair of the lever members (32) acting as pivot elements and the lower tensioning brackets (39) of the puller device (36) are designed, and further comprising two forward bearing positions (25) which are opposite the arms (16) as well arranged symmetrically and at a distance from each other for the second pair of lever members (27) acting as pivoting elements.

Work chair according to claim 8, characterized in that at least one of said lever members (27, 32) is provided with a contact device (47, 48), which supports the backrest part (10) by the pulling device (36). in an upwardly oriented normal or rest position, and that at least one of the pair-acting lever members (27, 32) is provided with a spring tensioning device (9, 28, 46), which engages the backrest part (10) in said normal position. or anterior position.

10. Work chair according to claim 9, characterized in that the spring tensioning device comprises a screw torsion spring device (28), which acts symmetrically on the lever members (27) lying in front of the base carrier (14), and in that the pretensioning force thereof acts against the seat shell (13) supporting tension adjustment screw (9, 46) is adjustable. ***** 8402261