NL8402240A - Bokkraan voor een baggervaartuig. - Google Patents

Description

'i * 84205 vA/mm

Korte aanduiding : Bokkraan voor baggervaartuig.

De uitvinding heeft betrekking op een bokkraan voor een baggervaartuig, welke bokkraan een beweegbaar buisdeel van een sleezuiginrichting tussen een binnenboordse ruststand en een buitenboordse baggerstand kan verplaatsen, waarbij de 5 gesloten, kokervormige bokkraan onder besturing van tenminste één bedieningsmechanisme om een nagenoeg horizontale, evenwijdig aan het boord verlopende as kan scharnieren, terwijl een eerste scharnierbevestiging aan de bokkraan en een tweede schamierbe-vestiging aan het vaartuig is bevestigd, tussen welke scharnier-10 bevestigingen het bedieningsmechanisme scharnierend is aangebracht .

Een bokkraan van deze soort is bekend uit NL-B-168.291. Bij deze in zijaanzicht L-vormige bokkraan rust het korte been in de ruststand op het dek en kan scharnieren om een nabij het 15 buitenboordse einde daarvan aangebrachte schamieras. Deze scharnierende verplaatsing gebeurt onder besturing van een bedieningsmechanisme dat door tenminste één hydraulische zuiger-cylindereenheid wordt aevormd. Daarbij is de binnenboordse of tweede scharnierbevestiging op geruime afstand achter de bok-20 kraan op het dek van het vaartuig bevestigd.

Hierbij is het bezwaar aanwezig, dat het achterwaarts uitstekende bedieningsmechanisme betrekkelijk veel dekruimte in beslag neemt en daardoor in sommige gevallen moeilijk op vaartuigen kan worden aangebracht, die een onvoldoende gangboord-25 breedte bezitten, terwijl anderzijds de doorgang over het gangboord wordt bemoeilijkt. Voorts zijn bij deze bekende bokkraan de hydraulische bedieningsorganen afhankelijk van het hydraulische stelsel van het baggervaartuig, wat bij plaatsing de koppeling op dit hydraulische stelsel noodzakelijk maakt.

30 Het doel van de uitvinding is het wegnemen van deze be zwaren en het verschaffen van een bokkraan met een compact bedieningsmechanisme en een in de bokkraan geïntegreerd, hydraulisch stelsel dat onafhankelijk is van het hydraulische stelsel van het baggervaartuig.

35 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de eerste scharnierbevestiging in een sleuf aan de binnenzijde van het lange been is aangebracht, terwijl de tweede scharnierbevestiging in de nabijheid is bevestigd van de plaats, die het 8402240 3· */*i - 2 - ondereinde van de bokkraan in de ruststand inneemt, waarbij het bedieningsmechanisme zich in de ruststand in hoofdzaak in de sleuf, in de bokkraan uitstrekt.

Door toepassing van de uitvinding neemt de bokkraan 5 zowel in de ruststand als. in de werkstand een minimum aan dek-oppervlak in beslag, zodat de montage zowel op nieuwbouw schepen als op reeds bestaande schepen met smalle gangboorden mogelijk is.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding 10 bij een bokkraan, welke in zijaanzicht in hoofdzaak L-vormig is en aan een einde van het korte been scharnierend aan het dek is bevestigd, is het benedenoppêrvlak van het korte been voorzien van een sleufgat voor het doorlaten van het bedieningsmechanisme .

15 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 1 toont een zijaanzicht van de bokkraan volgens de uitvinding in de werkstand.

Fig. 2 is een vooraanzicht van de bokkraan volgens 20 fig. 1·

De bokkraan vo'lgens de uitvinding is bestemd voor bevestiging op het dek 1, aangrenzend aan het buitenboord 2 en hetzetboord 7 aan het laadruim H van een baggervaartuig, dat niet nader is weergegeven. Aangrenzend van het boord 2 25 zijn twee paar gescheiden, onderling evenwijdige scharnieroren 3, 3a en 4, 4a op het dek 1 vastgelast, waardoor twee nagenoeg horizontale, coaxiale, scharnierassen 5, 5a evenwijdig verlopen aan het boord 2, terwijl aan de buitenboordse zijde de. steun-platenS, 6azijn bevestigd. Aan de binnenboordse zijde is op het -30 dek 1 en tegen hetzetboord 7 een tweede scharnierbevestiging vastgelast, die bestaat uit twee onderling evenwijdige scharnieroren 8, 8a waardoor een scharnieras 9 is aangebracht, die evenwijdig verloopt aan de scharnierassen 5,5a.

Fig. 1 toont de in zijaanzicht in hoofdzaak L-vormige 35 bokkraan, die een korte onderarm heeft, welke algemeen met 10 wordt aangeduid, en een lange bovenarm, die algemeen met 13 wordt aangeduid. Fig. 2 toont dat de kraanarm 10, 13 doos-of kokervormig is en bij voorkeur uit plaatmateriaal is opgebouwd, terwijl tevens zichtbaar is dat de kraanarm 10, 13 in boven- 8492240 - 3 - waartse richting enigszins taps toeloopt.

De korte onderarm 10 is voorzien van twee divergerende poten 11, 11a, die met hun onderling evenwijdige, doorboorde ondereinden 12, 12a steken tussen de oren 3, 4; 3a, 4a en schar-5 nieren om de assen 5, 5a.

De rug-en benedenzijde van de bokkraan zijn voorzien van een (niet weergegeven) sleuf voor het bedieningsmechanisme.

In het bovengedeelte van deze sleuf is in het lange been 13 de scharnieras 14 bevestigd, die evenwijdig verloopt aan de schar-10 nierassen 5, 5a. Om de scharnieras 14 is het boveneinde gescharnierd van het bedieningsmechanisme voor de bokkraan, dat gevormd wordt door de bij voorkeur hydraulische druk-trekzuiger 15 en cylinder 16. Hierbij is het ondereinde 17 van de zuiger 15 bevestigd aan de scharnieras 9. In de tekening is een werk-15 stand van de bokkraan weergegeven, waarin de zuiger 15-cylinder 16 uitgeschoven is. Bij intrekken van de zuiger 15 kan de lange arm 13 onder een geringe hoek met de vertikaal tussen het boord 2 en hetzetboord 7 worden geplaatst.

Tussen de steunpo-ten · 11,11a van de korte onderarm 10 20 is aan de buitenzijde daarvan een elektrische motor 19 aangebracht voor de aandrijving van een hydraulische pomp 35 voor een (niet weergegeven) hydraulisch stelsel met drukaccumulator, dat zich aan de binnenzijde van de kraanarm bevindt.

25 Aan de buitenzijde van de bokkraan, onder het korte been 10 zijn de coaxiale hydraulische aandrijfmotor 20 en de daarmee gekoppelde kabellier 21 bevestigd.

Op de rug-of achterzijde van het lange kraanbeen 13 is de deiningscompensator bevestigd, welke algemeen met 24 wordt 30 aangeduid. Deze deiningscompensator omvat de hydraulische cylinder 22, waarin de hydraulische druk-trekzuiger 23 beweegbaar is.

Aan de bovenzijde van de cylinder 22 is een aantal (bijvoorbeeld 2) kabelschijven 25 draaibaar bevestigd, terwijl aan de onderzijde van de zuiger 23 een stel (bijvoorbeeld 2) kabelschijven 26 draai-35 baar is bevestigd. Het stel kabelschijven 26 kan door uitschuiven vanuit zijn met streeplijnen in Fig 1 getekende stand maximaal bewegen tot de met streepstip lijnen getekende stand 26|, wat een slaglengte L inhoudt. Met deze slaglengte L, vermenigvuldigd met de factor 4, bij twee bovenschijven 25 en twee onderschijven 26, 40 kan de hijskabel 27 maximaal worden ingekort of verlencd naar ge- 84 02 24 0 - 4 - a- rS- lang de beweging die het baggervaartuig. en/of de zuigbuis 28 maakt als gevolg van de golfbeweging.

Aan het boveneinde van het lange kraanbeen 13 is een kabelschijf 29 draaibaar om een scharnieras 30, die evenwijdig 5 is aan de scharnieras 5, 5a. Onder deze kabelschijf 29 is een leirol 31 draaibaar bevestigd om een draaias 32. De draaias 32 kruist de scharnieras 30 loodrecht, terwijl in de werkstand van fig. 1 de draaias 32 nagenog horizontaal is. Deze leirol 31 dient voor de geleiding van de kabel 27, welke in de werkstand een 10 hoek maakt met de vertikaal, zoals in fig. 2 is aangegeven.

Bij het hijsen en/of vieren van de kabel 27 evenals het scharnieren van de bokkraan 10, 13 om de scharnierassen 5, 5a verandert ze hoek Ck .

In de holte tussen het korte been 10 en het lange been 15 13 van de bokkraan is de buisstoel 33 bevestigd, waarin de zuigbuis 28 in de ruststand kan worden geplaatst.

In de korte arm 10 is het hydraulische voorraad vat 34 ondergebracht, dat een onderdeel vormt van 'het hydraulische stel-sèl met de hydraulische pomp 35 die wordt aangedreven door de 20 elektrische motor 19. Met dit hydraulische stelsel worden ge-. voed de zuiger-cylindereenheid 15, 16, de liermotor 20 en de zuiger-cylindereenheid 23, 22 van de deiningsccmpensator. Als gevolg hiervan heeft de bokkraan een geheel geïntegreerd hydraulisch stelsel, dat geheel onafhankelijk is van het hydrau-25 lische stelsel van het baggervaartuig waarop de bokkraan is gemonteerd. Slechts voedingskabels voor de elektrische motor 19 en voor de (niet weergegeven) bedieningsschuiven van het hydraulische stelsel behoeven naar de bokkraan te worden'toegeleid.

Zoals fig. 2 toont zijn het middenvlak van de zuiger-30 cylindereenheid 15, 16 en het middenvlak van de elektrische motor (19) aan weerszijden aangebracht van het vertikale symme-trievlak Z-Z van de bokkraan zodat deze beide elementen elkaar geen hinder 'opleveren en tevens ruimte wordt bespaard.

i 3402240

Claims (6)

1. Bokkraan voor een baggervaartuig, welke bokkraan een beweegbaar buisdeel van een sleepzuiginrichting tussen een binnenboordse ruststand en een buitenboordse baggerstand 5 kan verplaatsen, waarbij de gesloten, kokervormige bokkraan onder besturing van tenminste één bedieningsmechanisme om een nagenoeg horizontale, evenwijdig aan het boord verlopende as kan scharnieren, terwijl een eerste scharnierbevestiging aan de bokkraan en een tweede scharnierbevestiging aan het vaartuig 10 is bevestigd, tussen welke scharnierbevestigingen het bedieningsmechanisme scharnierend is aangebracht, met het kenmerk, dat de eerste scharnierbevestiging (14) in een sleuf aan de 1 binnenzijde van het lange been (13) is aangebracht, terwijl de tweede scharnierbevestiging (8,8a,9) in de nabijheid is beves-15 tigd van de plaats die het ondereinde van de bokkraan (10,13) in de ruststand inneemt, waarbij het bedieningsmechanisme (15,16) zich in de ruststand in hoofdzaak binnen de sleuf in de bokkraan (10,13) uitstrekt*

2. Bokkraan volgens conclusie 1, waarbij de bokkraan 20 in zijaanzicht in hoofdzaak L-vormig is en aan een einde van het korte been scharnierend aan het dek is bevestigd, met het kenmerk, dat het benedenoppervlak van het korte been (10) is voorzien van een sleufgat voor het doorlaten van het bedieningsmechanisme (15,16).

3. Bokkraan volgens conclusie 1 of 2, waarbij het korte been is voorzien van twee gescheiden, onderling evenwijdige einden voor de tweede scharnierbevestiging, met het kenmerk, dat de einden zijn aangebracht aan steunpoten (11,11a) die een aanmerkelijk gedeelte vormen van de lengte van het korte 30 been (10).

4. Bokkraan volgens conclusie 1, 2 of 3, voorzien van een hydraulisch stelsel voor de aandrijving van de hijslier en het bedieningsmechanisme, met het kenmerk, dat een voorraad vat (34) voor hydraulische vloeistof, evenals het overige deel van 35 het hydraulische stelsel in de bokkraan is geïntegreerd.

5. Bokkraan volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de elektrische motor (19) voor de aandrijving van een hydraulische pomp (35) tussen de steunpoten (11,11a) van het korte been (10) aan de buitenzijde van het korte been (10) 40 is aangebracht. 8402240 3' - 2 -

6. Bokkraan volgens één of meer van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het vertikale middenvlak van het bedieningsmechanisme (15,16) en het vertikale middenvlak van de elektrische motor (19) aan weerszijden zijn aangebracht 5 van het vertikale symmetrievlak (Z-Z) van de bokkraan (10,13) . • 3402240