NL8402073A - Verfgereedschap. - Google Patents

Description

-1- * * i

Verfgereedschap.

De uitvinding heeft betrekking op Trerfaanbrengrol-ien en in het bijzonder op die rollen die een inwendige verfreservoir omvatten.

Bekend zijn een aantal verfaanbrenginrichtingen 5 die inwendige verfreservoir omvatten. Zo zijn bijvoorbeeld inrichtingen die een inwendig verfreservoir omvatten en een enkele verfaanbrengrol die de verf vanuit het reservoir ontvangt, beschreven in de Amerikaanse·octrooischrif-ten 375.919, 3.263.264, 3.356.442 en 3.850.532. Verder 10 zijn inrichtingen bekend die zowel een inwendig reservoir omvatten als een overbrengroi om verf vanuit het reservoir over te brengen naar een tweede rol die in aanraking komt met het te verven oppervlak. Dergelijke inrichtingen zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 2.528.657, 15 3.128.494, 3.263.263 en 4.012.152 en in het Britse octrooischrift 746.499. Verschillende van deze octrooi-schriften beschrijven kleppen voor het regelen van de verf-stroom vanuit het reservoir naar de rol. Het Amerikaanse octrooischrift 3.263.263 beschrijft een verfrol inrichting 20 met een inwendig reservoir en een instelbare handgreep.

Hoewel de in deze octrooischriften beschreven inrichtingen bepaalde voordelen bieden is er nog steeds vraag naar meer efficiënte inrichtingen van dit type. In het bijzonder vanwege hun grote afmeting en hun gevoeligheid 25 voor lekkage zijn deze inrichtingen in het verleden geen commercieel succes geweest. Het is dus ten zeerste gewenst een dergelijke inrichting te verschaffen die gemakkelijker kan worden bediend en die minder lekkage-moei1ijkheden opievert.

30 Het hoofddoel van de onderhavige uitvinding is daarom het verschaffen van een verfgereedschap met een inwendig verfreservoir omvattende een handgreep die de plaatsing van het gereedschap ten opzichte van het te verven oppervlak vergemakkelijkt.

35 Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een verfgereedschap met een handgreep die ingesteld kan worden op een aantal standen ten opzichte van het lichaam of het huis van het verfgereedschap, onder gebruikmaking 8402073 * y -2- van slechts een eenvoudige beweging.

Nog een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een verfgereedschap met een tweede of over-brengrol voor een efficiënte overbrenging van verf vanuit 5 het reservoir naar de aanbrengrol waarbij tevens lekkage van verf vanuit het reservoir en vanuit de zijden van de rollen wordt voorkomen.

Een verder doel is het verschaffen van een inrichting die een tweede, klein reservoir vormt in het gebied 10 nabij de overbrengro 1, dat tenminste gedeeltelijk wordt omvat door de vorm van de overbrengrol.

Deze en verdere doeleinden van de onderhavige uitvinding worden bereikt bij een verfgereedschap dat een verfaanbrengelement omvat en een handgreepmontagedeel dat 15 kan worden verbonden met het verfaanbrengelement. Het handgreepmontagedeel omvat een in hoofdzaak bolvormig mon-tageviak. Een handgreep is scharnierend verbindbaar met het handgreepmontagedeel» Een koppeling omvat een in hoofdzaak bolvormig koppelingsvlak voor losneembare bevestiging 20 van de handgreep aan het handgreepmontagedeel onder een aantal hoekstanden. De koppeling is geschikt voor het omvatten van de handgreep en is uitgevoerd zich ten opzichte van de handgreep te verplaatsen in afhankelijkheid van verdraaiing van de koppeling om de handgreep tussen een 25 eerste en een tweede stand. De eerste stand wordt bereikt wanneer het koppelingsvlak op afstand ligt van het montage-vlak en de tweede stand wordt bereikt wanneer het koppel ingsvlak in wrijvende aanraking is met het montageviak.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvin--30 ding omvat een verfgereedschap een huis met een handgreep en een eerste verfrol die draaibaar is gemonteerd binnen het huis. Een tweede verfrol is draaibaar gemonteerd binnen het huis in roterende aangrijping met de eerste verfrol zodanig dat verf kan worden getransporteerd vanaf het opper-35 vlak van de tweede verfrol naar het oppervlak van de eerste verfrol. De tweede verfrol heeft een paar einddelen en een middendeel tussen de einddelen in. De einddelen hebben een grotere diameter dan het middendeel en zijn uitgevoerd om in afdichtende aanraking te monteren met het huis. Het Ψ0 middendeel heeft een aantal axiaal lopende verftransport- 8402073 -3- uitsteeksels die over de omtrek van de tweede verfrol verdeeld staan. Een verfreservoir wordt gevormd binnen het huis in mediumverbinding met het oppervlak van de tweede verfrol.

5 De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeid, weergegeven in de tekening, waarin: fig.1 een perspektivisch aanzicht toont van een inrichting volgens de uitvinding, 10 fig.2 een zijaanzicht toont van de inrichting van fig.1, fig. 3 een zijaanzicht toont van de inrichting van fig.1 maar van de andere zijde als fig.2, fig.4 een vooraanzicht toont van de inrichting 15 van fig.1, fig.5 een bovenaanzicht toont van de inrichting van fig.1, fig.6 een dwarsdoorsnede toont volgens de lijn VI-VI van fig.4, 20 fig.7 een deel toont van fig.6 maar met de klep in de geopende stand, fig.8 een vooraanzicht toont van de klepsteel weergegeven in fig.6 en verwijdert uit het huis van de inrichting, 25 fig.9 een gedeeltelijke doorsnede toont over de aanbrengrol, fig.10 een perspektivisch aanzicht toont van de overbrengrol weergegeven in de fig.6 en 7, fig.11 een gedeeltelijke doorsnede toont volgens 30 de lijn XI-XI van fig.7, fig. 12 een bovenaanzicht toont van de instelring weergegeven in fig.1, fig.13 een dwarsdoorsnede toont volgens de lijn XIII-XIII van fig.12, 35 fig.14 een doorsnede toomt volgens de lijn XIV- XIV van fig.6, fig.15 een doorsnede toont volgens.de lijn XV-XV van f i g.14, en fig.16 een perspektivisch aanzicht toont van enkele 40 uit elkaar genomen delen, voor het tonen van de handgreep 8402073 r » -4- en de wijze van bevestiging daarvan aan het huis.

In de tekening zijn overeenkomstige onderdelen steeds met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.

Een verfgereedschap 20, weergegeven in fig.1, omvat 5 een iets ei-vormig huis 22 en een instelbare handgreep 24, die losneembaar is verbonden met het huis 22. Het huis 22 omvat een paar op afstand van elkaar staande, evenwijdige steunen 26 waaraan de handgreep 24 kan worden gemonteerd .

10 Het huis 22 omvat een losneembare vuldop 28, weergegeven in fig.2. De dop 28 omvat een met de hand beet te pakken flens 30 zodat de gebruiker de dop 28 van het huis 22 kan verwijderen. Op geschikte wi jze kan de dop door middel van wrijving in afdichtende aanraking worden 15 gehouden binnen een opening in het huis 22. Het huis 22 omvat eveneens een stromingsinstelklep 32 met een indica-tiedeel 34, dat is aangebracht op de buitenzijde van het huis 22. Het indicatiedeel 34 omvat een wijzer 36 die zich bevindt in de nabijheid van een schaalverdeling 38 aange-20 bracht op de buitenzijde van het huis 22.

Zoals weergegeven in de fig.2 tot 5 steekt een veEfaanbrengro1 40 buiten het huis 22 uit voor het door middel van de rol aanbrengen van verf. De rol 40 omvat een afdekking 42 die van bekend type kan zijn. Het huis 25 22 omvat eveneens een paar schermen 44 die naar binnen toe naar elkaar zijn gericht om in aanraking te zijn met de eindwanden 46 van de rol 40 en om de rotatie van de rol 40 in aanraking met het te verven oppervlak te geleiden. Zoals weergegeven in fig.9 zijn de door wrijving vastge-30 houden eindwanden 46 wegneembaar aangebracht binnen het inwendige van de afdekking 42. Elke eindwand 46 omvat een naar buiten toe gerichte asstomp 48. Zoals weergegeven in de fig.2 en 3 is elke asstomp 48 verwijderbaar opgenomen binnen een opening 50 in de binnenwand van het huis 22.

35 Zoals bovendien aangegeven in fig.5 zijn een paar tegenover elkaar liggende, naar binnen toegerichte geleidingen 52 aanwezig op het binnenoppervlak van het huis 22 voor het geleiden van het inbrengen en verwijderen van de rol 40 en wel in het bijzonder van de asstompen 48 daarvan. Op 40 ^es^h^k^e wi j ze is het huis__22 vervaardigd uit een flexibel * η -5- materiaal, zoals kunststof, zodat de rol 40 snappend kan worden opgenomen in het huis 22 en daaruit kan worden verwijderd.

Zoals weergegeven in de fig.6 en 7 is het inwendige 5 van het huis 22 verdeeld in een verfopneemreservoir 54 en een open, langgerekte sleuf 56 voor het opnemen van· de rol. Het reservoir 54 verschaft een nagenoeg gesloten houder in het smalle deel van het huis 22, die kan worden gevuld door verwijdering van de dop 28. De verf die in 10 fig.6 met "A" is aangeduid en die zich in het reservoir 54 bevindt kan door een langgerekte opening 58 stromen, die aangebracht is in de wand 60 welke het reservoir 54 van de sleuf 56 scheidt. De stroming van verf door de verf-toevoeropening 58 wordt geregeld door een draaibare kiep 15 32. In aanvulling wordt de opening 58 beschermd door een lip 64, die voorkomt, dat grotere deeltjes zoals stukjes gedroogde verf, weg kunnen stromen, welke deeltjes anders de klep 32 zouden kunnen doen verstoppen.

De draaibare klep 32 omvat een steel 66 die verwij-20 derbaar is aangebracht binnen het huis 22 en een klephuis 68, dat bij de weergegeven uitvoeringsvorm een integraal geheel vormt met de wand 60. Zoals weergegeven in fig.8 omvat de steel 66 een draaibaar ondersteund deel 70 met een grotere diameter en een veegdeel 72 met een kleinere 25 dikte en met een veger 73, die zich diametraal uitstrekt weg van het veegdeel 72 en van het draaibare ondersteunde deel 70. Het draaibaar ondersteunde deel 70 is draaibaar binnen het in hoofdzaak cilindrische huis 68, hoewel het veegdeel 72 zich naar buiten toe uit het huis 68 toe üit-30 strekt naar een stand nabij de onderste huiswand 74. De steel 66 kan in en uit het huis 22 worden gebracht door middel van een opening door verschuiving ervan in de lengterichting van het klephuis 68 totdat hij aanligt tegen de tegenover gestelde wand van het huis 22. Daar het onderste 35 deel van het klephuis 68 open is kan de veger 73 naar het reservoir 54 worden toegedraaid en daarvan af door bediening van het indicatiedeei 34 dat, bij de weergegeven uitvoeringsvorm, een integraal geheel vormt met het draaibare ondersteunde deel 70 en met het veegdeel 72. Een schijf-40 vormig deel 76 is integraal gevormd opde steel. 66 nabij 8402073 • * -6- de wijzer 36. Het schijfvormi ge deel 76 heeft een iets gewelfde vorm zodat de steel 66 onder wrijving in de opneem-opening in het huis 22 kan stappen en daaruit kan worden verwijderd.

5 Zoals weergegeven in de fig.6 en 7 omvat het klephuis 68 een sleufsegment 78 dat zich in de sleuf 56 uitstrekt en een reservoiraanslag 80 aangebracht binnen het reservoir 54. Het segment 78 en de aanslag 80 regelen de boog waarover de steel 66 binnen het klephuis 68 kan 10 worden verdraaid. De klepsteei 66 kan dus over elke stand worden verdraaid vanaf de neerwaartse stand zoals weergegeven in fig.6 waarbij de veger 73 is aangedrukt tegen de onderste huiswand 74, naar de in fig.7 weergegeven stand waarbij de veger is aangedrukt tegen het sleufsegment 78 15 en een medium doorgang verschaft vanaf het reservoir 54 naar de sleuf 56. De steel 66 wordt in de gewenste stand gehouden door wrijving tussen het draaibare deel 70 en het huis 68. ·

De sleuf 56 omvat een verfoverbrengrol 82 en de 20 verfaanbrengrol 40. Ongeveer de helft van de omtrek van de verfaanbrengro1 40 steekt buiten de sleuf 56 uit zoals dit in de weergegeven uitvoeringsvorm is getoond, terwijl de verfoverbrengrol 82 geheel is opgenomen binnen de sleuf 56. Zowel de verfoverbrengrol 82 als de verfaanbrengro1 25 40 draaien binnen de sleuf om ongeveer evenwijdige assen zodanig dat de twee rollen in oppervlakte-aanraking met elkaar zijn.

De omtrek van de verfoverbrengrol 82 is in schuivende aanraking met de binnenwand 84 van de sleuf 30 56. Bij voorkeur heeft de binnenwand 84 een in hoofdzaak cilindrische vorm zodat er een innige aanraking is tussen de verfoverbrengrol 82 en de binnenwand 84. Hierdoor wordt voorkomen dat verf naar buiten toe lekt rond de zijden van de verfoverbrengrol 82 en uit de sleuf 56 zou druppelen. 35 Een secundair verfreservoir 86 wordt gevormd door de welvingen 87 op de binnenwand 84 van de sleuf 56 op een plaats dicht bij de klep 32. Het secundaire verf-reservoir 86 bevat een hoeveelheid verf in een zodanige stand dat deze wordt opgenomen door de verfoverbrengrol 40 82 onafhankelijk van de stand van het gereedschap 20 ten 8402073 c % -7- opzichte van de zwaartekracht. Zoals in het bijzonder blijkt uit fig.11 strekt het secundaire verfreserveir 86 zich uit over slechts een deel van de lengte van de sleuf 56.

De verfoverbrengrol 82 omvat een paar schijfvormige 5 einddelen 88 en een middendeel 90, zoals in het bijzonder blijkt uit fig.10. De einddelen 88 hebben een in hoofdzaak gladde uitwendige vorm en zijn op geschikte wijze vervaardigd uit rubber of een ander elastomeer materiaal. Het middendeel 90 heeft een basisdiameter die iets kleiner 10 is dan de buitendiameter van het einddeel 88, zoals weergegeven in fig.11. Een aantal uitsteeksels 92 zijn echter aangebracht op het buitenoppervlak van het middendeel 90, welke uitsteeksels zich'vanaf het oppervlak van het deel 90 uitstrekken over een afstand gelijk aan het verschil 15 in diameter tussen de einddelen 88 en het middendeel 90.

Bij de weergegeven uitvoeringsvorm worden de uitsteeksels 92 gevormd als axiaal aangebrachte in hoofdzaak evenwijdige ribben, die zich vanaf het ene einddeel 88 naar het andere uitstrekken en een ongeveer tapse vorm hebben weg vanaf 20 het middendeel 90.

Bij deze inrichting zijn slechts de oppervlakken van de einddelen 88 en de punten van de uitsteeksels 92 in opperviakte-aanraking met de verfaanbrengrol 40. In aanvulling daarop zijn de einddelen 88 in aanraking met 25 de binnenwand 84 bij de lijsten 94 die het secundaire reservoir 86 begrenzen. Een afdichtende aanraking wordt daardoor verkregen rond het secundaire verf reservoir 86, zodat de verf, in fig.11 aangeduid met l,D", binnen het secundaire verfreservoir 86 niet gemakkeiijk weg kan ! 30 lopen tussen de einddelen 88 en de binnenwand 84 om naar boven toe te bewegen tussen het huis 22 en de rollen 40 en 42 om uit de sleuf 56 te druppelen. Tegelijkertijd zorgen de uitsteeksels 92 voor een voldoende wrijvende aanraking met de verf "D” om een goede opname van de verf 35 vanuit het reservoir 86 te verzekeren en een efficiënte overdracht van die verf door de verfoverbrengro 1 82 naar de verfaanbrengroi 40.

De handgreep 24 die samenwerkt met de steunen 26 omvat een met de hand vast te pakken element 96 en een 40 instelring 98. Zoals weergegeven in fig.6 is het inwendige 8402073 * Μ -8- van het einde 97 van het element 96 voorzien van schroefdraad voor het opnemen van een stang 100. Het element 96 omvat een eerste deel 102, nabij het einde 97, dat zodanig is gevormd dat het op de hand van een gebruiker is aange-5 past. Het tweede deel 104 nabij het andere einde 99 is iets afgevlikt om te passen tussen de steunen 26. Het tweede deel 104 omvat een paar tegenover elkaar liggende vlakke zijden 106, die elk zijn voorzien van een naar buiten toe stekende pen 108. Zoals aangegeven in fig.4 is 10 elk van de pennen 108 voorzien van een nokvormig eind 110 dat naar binnen toe taps loopt naar het einde 99 van de handgreep 24. Op afstand van de vlakke zijden 106, zoals weergegeven in fig.16, strekt een paar nokken 109 zich naar buiten toe uit vanaf het element 96. Het ene vlak 15 111 van elke nok 109 maakt een hoek met de lijn die haaks loopt op de lengterichting van het element 96.

De steunen 26 steken af van het huis 22, zodanig dat zij ongeveer evenwijdig aan elkaar lopen maar haaks op de lengte van het huis 22. Elk van de afgeronde, in 20 hoofdzaak U-vormige steunen 26 omvat een centrale· opening 116 en een bolvormig vergroot einde 118, zoals aangegeven in fig.16. Elk van de einden 118 heeft een convex, gebogen deel 120 dat is afgericht van de tegenoverliggende steun 26 zodanig dat een deel van een boloppervlak wordt gevormd, 25 dat de oppervlakken 120 van elk vergroot einde 118 omvat.

De tegenover liggende vlakken 122 van elke steun 26 omvatten een rug 124, die in hoofdzaak haaks loopt op de lengte van het huis 22 en zich uitstrekt vanaf de top van elk einde 118 naar de opening 116 toe.

30 De platte oppervlakken 106 omvatten elk een groef 130, die zich uitstrekt vanaf het einde 99 van het element 96 naar de pen 108. Het deel 126 van de groef 130 dat het dichtst bij het einde 99 ligt is verwijd. In aanvulling zijn een aantal waaiervormig opgesteide groeven 134 aange-35 bracht nabij de pen 108 op elke vlakke zijde 106. Elk van de groeven 134 maakt een hoek met de andere groef terwijl het midden van de groeven zich bevindt in het midden van de pen 108. De vlakke zijden 106 zijn in aanliggende aanraking met de tegenover elkaar liggende vlakken 122 van 40 de steunen 26. Zoals aangegeven in de fig.4 en 14 kan het 8402073 e * -9- eiment 96 worden aangebracht tussen de steunen 26'zodat de pennen 108 worden vastgehouden binnen de openingen 116.

Dit wordt vergemakkelijkt door de ruggen 124 die aanliggen tegen de groeven 130 en het element 96 geleiden tussen 5 de steunen 26 in de gewenste alineëring. De tapse einde 110 van de pennen 108 drukken de steunen 26 uit elkaar totdat de pennen 108 in hun openingen 116 snappen. In deze stand bevinden de ruggen 124 zich binnen de meest centrale groeven 134. Dan kan de stand van het element 96 ten op-10 zichte van het huis 22 worden ingesteld door verzwenking van het element 96 om een as 'rE,f die door de openingen 116 loopt. Hierbij zal de aangrijping tussen de ruggen 124 en de groeven 134 zorgen voof een ratel ofwel indexe-ringseffect.

15 De instelring 98, weergegeven in de fig.12, 13 en 16, die het element 96 omringt heeft een paar tegenover elkaar liggende, inwendige, schroefvormige nokviakken 136, die van elkaar worden gescheiden door de blokken 138. Elk nokvlak 136 is zodanig uitgevoerd dat het aanligt tegen 20 het vlak 111 van een verschillende nok 109 op het element 96. Vanaf de tegenover liggende zijde van de ring 98 steekt een in hoofdzaak bolvormig, concaaf oppervlak 140 naar buiten toe. Zoals aangegeven in fig.13 bezit de ring 98 in dwarsdoorsnede in hoofdzaak de vorm van een trapezium.

25 Het concave oppervlak 140 is zodanig uitgevoerd dat het aanligt tegen de vergrote einden 1 18 en de convexe opper-? vlakken 120 daarvan zodanig dat het concave oppervlak gevormd door de vlakken 120 samen kan werken met het oppervlak 140 op de ring 98.

30 Dit maakt een vergrendelende samenwerking mogelijk tussen de ring 98 en het huis 22 en eveneens de hoekinstel-ling van het element 96 om de zwenkas die zich uitstrekt door de openingen 116, naar elke gewenste stand om het verven te vergemakkelijken. In het bijzonder door draaiing 35 van de ring 98 over 90° rond het element 96 zal door de nokwerking tussen de nokviakken 136 en de nokken 109 de ring 98 axiaal worden verplaatst vanaf een buitenliggende stand naar een voorste stand. Dit resulteert in een wrijvende aangrijping tussen de ring 98 en de oppervlakken 40 120 van de steunen 26 waardoor het element 96 losneembaar

840207J

¥ * -10- wordt vastgezet ten opzichte van het huis 22. In aanvulling zal de aangrijping tussen de ruggen 124 en de groeven 134 de vastzettende werking verder bevorderen.

De werkas van het gereedschap 20, gedefinieerd 5. door een imaginaire lijn door de hartlijn "B" van de rol verbindt met de hartlijn "E" van de handgreep 24 staat versprongen ten opzichte van de as "C" van de rol 82, zoals aangegeven in fig.7. Dit maakt een compacte inrichting 20 op efficiënte wijze mogelijk.

10 Het verfgereedschap 20 wordt op de volgende wijze bediend. Eerst doet de gebruiker de verfaanbrengrol 40 in het huis 22 snappen. Dit wordt gedaan door een paar van de eindwanden 46 binnen éen deksel 42 aan te brengen en het samenstel te doen snappen in de geschikte openingen 15 in het huis 22. De dop 28 wordt dan verwijderd en het reservoir 54 wordt gevuld met verf. Daarna wordt de dop 28 aangebracht en in een gesloten stand afgedicht. Vervolgens wordt de gewenste mate van verfaanbrenging op het te verven oppervlak ingesteld door afstelling van de stand 20 van de wijzer 36 ten opzichte van de schaalverdeling. 38 waardoor de klepsteei 66 wordt geroteerd. Wanneer de klep 32 vanuit de stand weergegeven in fig.6 verdraaid naar de stand weergegeven in- fig.7 zal de vooraf ingestelde overgebrachte hoeveelheid verf toenemen. Uiteraard kan 25 de gebruiker de klep instellen tussen de standen weergegeven in de fig.6 en 7 om de gewenste verf stroom af te stellen.

Vervolgens zal de handgreep 24 ten opzichte van het huis 22 in een bepaalde stand worden gebracht. Dit wordt op eenvoudige wijze gedaan door het uiteinde 99 van 30 het element 96 te doen snappen tussen de steunen 26 zodat de pennen 108 zich uitstrekken door de openingen 116 in de steunen 26. De richting van het element 96 ten opzichte van het huis 22 om de as die zich uitstrekt door de openingen 116 heen wordt dan vastgelegd door het element 96 35 in de juiste stand te brengen en de ring 98 in rechtsom-gaande richting te verdraaien. Door de samenwerking tussen de nokviakken 136 en de nokken 109 zal de ring 98 naar het huis 22 toe bewegen. Een wrijvende blokkerende aangrijping wordt eventueel verkregen tussen het concave 40 oppervlak 140 van de ring 98 en de convexe oppervlakken 8402073..................

-11- * « 120 van de vergrote einden 98, die tezamen delen vormen van hetzelfde bolvormige oppervlak. Vervolgens kan een afstandsstang 100 worden geschroefd in de handgreep 24, indien dit gewenst is.

5 Wanneer de gewenste stand tussen de handgreep 24 en het huis 22 is vastgesteld wrijft de gebruiker de verfaanbrengrol 40 over het te verven oppervlak. Door de draaiing van de verfaanbrengrol 40 wordt de verfoverbreng-rol 82 verdraaid. Tegelijkertijd wordt de verf toegevoerd 10 vanuit het reservoir 54 naar het secundaire verf reservoir 86 in een hoeveelheid die wordt geregeld door de stand van de klep 32. Wanneer de verf zich in het tweede reservoir 86 begint te verzamelen, zal hij worden opgenomen door de uitsteeksels 92 van het tussendeel 90. Dienten-15 gevolge zal de verf worden overgebracht vanaf de verfover -brengroi 82 naar de verfaanbrengrol 40 en dan naar het te verven oppervlak, dat in fig.1 is aangeduid met "F".

Lekkage van verf via de sleuf 56 zal minimaal zijn ten gevolge van de aanbrenging van de overbrengrol 82 bin-20 nen de sleuf 56. In het bijzonder ligt de buitenzijde van de einddelen 88 aan tegen de binnenwand 84 van het huis 22 bij de lijsten 94, zodat de verf niet onder .werking van de zwaartekracht zijdelings weg zal stromen rond de einden van de rollen 40 en 82. Verder zal de verf niet 25 gemakkelijk ten gevolge van de zwaartekracht over de omtrek van de overbrengrol 82 wegstromen in verband met de aanwezigheid van de uitsteeksels 92 op de rol, door de dichte aanligging tussen het buitenoppervlak van de overbreng- ' rol 82 en de welvingen 87 van de sleuf 56.

30 Vanwege het gewicht en de afmetingen van het verfgereedschap 20 is de geschiktheid om de stand van de handgreep 24 ten opzichte van het huis 22 gemakkelijk in te kunnen stellen, van grote waarde, daar het vaak noodzakelijk is deze stand te wijzigen bij verschillende fasen 35 van het verfproces. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm kan deze procedure worden uitgevoerd door een eenvoudige handeling terwijl het reservoir 54 gevuld is met verf.

Hoewel de onderhavige uitvinding is toegelicht aan de hand van een enkele voorkeursuitvoeringsvorm zal 40 het de deskundige duidelijk zijn dat vele wijzigingen 8402073 Y * ' -12- kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsge-dachte te vallen.

-conclusies- t 84 0 2 0 7 3 -.................................. — .................

Claims (9)

1. 2. Gereedschap volgens conclusie 1, m e t het 20 kenmerk, dat het een eerste nokeiement omvat op de handgreep en een tweede nokeiement op de koppeling zodanig dat in afhankelijkheid van de verdraaiing van de koppeling om de handgreep de koppeling zich axiaal verplaatst langs de handgreep. 25
2. 3. Gereedschap volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat het verfaanbrengelement tenminste één verfrol omvat en een huis, welke verfrol draaibaar is gemonteerd binnen het huis terwijl het montagedeei verder 30 een paar steunen omvat die zich in hoofdzaak in dwarsrich-ting van het huis uitstrekken en op afstand van elkaar liggen, waarbij de einden van de steunen oppervlakken omvatten die gezamenlijk bolvormige delen bepalen terwijl de handgreep geschikt is om te passen tussen de steunen 8402073 ' . ' -Η βη om losneembaar vastgezet te worden aan deze steunen waarbij de koppeling bestemd is om wrijvend samen te werken met de steunen. 5 Ψ.Gereedschap volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat één van de bolvormige montagevlakken en de oppervlakken die gemeenschappelijke bolvormige delen bepalen concaaf is en het andere convex. 10 5.Gereedschap volgens conclusie 3 of 4, m e t het kenmerk, dat de handgreep geleidingsmiddelen omvat voor het geleiden van de handgreep tussen de steunen. 6.Gereedschap volgens conclusie 5, met het ken-13 merk, dat de handgreep en tenminste één van de steunen middelen omvat voor het doen ratelen van de handgreep vanuit de ene stand naar de volgende ten opzichte van de steunen. 20 7.Gereedschap volgens één der conclusies 3-6, met het k e n m e r k , dat de handgreep en één van de steunen middelen omvat voor wigvormige samenwerking tussen de handgreep en de andere steun voor het losneembaar opnemen van de handgreep op dejsteunen. 25
3. 8. Gereedschap volgens conclusie 7, met het ken-m e r k , dat de middelen voor het doen samenwerken een paar pennen omvatten met schuine eindvlakken op één van de steunen en de handgreep en een paar openingen op de 30 andere van de steunen en de handgreep voor het opnemen van de pennen wanneer de handgreep losneembaar wordt vastgezet aan de steunen.
4. 9. Verfgereedschap volgens één of meer der voorgaande 35 conclusies, methet kenmerk, dat de inrichting een huis omvat dat een handgreep bezit en waarbij een eerste verfrol draaibaar is aangebracht binnen het huis en een tweede verfrol draaibaar is binnen het huis en in aangrijping is met de eerste verfrol zodanig Ψ0 dat de verf wordt overgebracht vanaf het oppervlak van 8402073 c -15- de tweede verfrol naar het oppervlak van de eerste verfrol, waarbij de tweede verfrol een paar einddelen bezit en een tussendeel tussen de einddelen, welke einddelen een grotere diameter hebben dan het middendeel en zijn uitgevoerd om 5 in afdichtende aanraking te draaien met het huis, waarbij het middendeel een aantal verfoverdrachtsuitsteeksels bezit, verdeeld over de tweede verfrol, terwijl een eerste verf-reservoir wordt gevormd binnen het huis om in medium verbinding te staan met het oppervlak van de tweede verfrol. 10
5. 10. Gereedschap volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de uitsteeksels worden gevormd door rechtlijnige 'ribben die over de omtrek verdeeld staan over het middendeel van de rol. 15;
6. 11. Gereedschap volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de ribben taps toelopen vanaf het middendeel naar buiten toe. 20 12.Gereedschap volgens conclusie 10 of 11, m e t het kenmerk, dat de hoogte van de ribben nagenoeg gelijk is aan het verschil in diameter tussen de einddelen en het middendeel. 25 13.Gereedschap volgens één der conclusies 9-12, met het k e n m e r k , dat het een tweede verf-reservoir omvat dat in hoofdzaak ligt tussen de tweede verfrol en het eerste verfreservoir nabij het middendeel.
7. 30 H.Gereedschap volgens conclusie 13, met het ken merk , dat het een draaibare klep omvat waarbij het eerste en het tweede verfreservoir naar keuze in verbinding met elkaar kunnen staan door middel van de kiep. 35 15.Gereedschap volgens conclusie H, met het ken merk, dat de klep verwijderbaar is uit het huis. 16.Gereedschap volgens conclusie H of 15, m e t h e t kenmerk , dat de klep een klephuis omvat dat een ¢0 integraal geheel vormt met het huis van het gereedschap 8402073 -16- •1 terwijl de Iclepsteel draaibaar is binnen het klephuis en snappend daarin kan worden opgenomen.
8. 17. Gereedschap volgens één der conclusies 9-16, met 5 het kenmerk, dat het een handgreep omvat en een handgreepmontagedeel op het huis, welk deel een in hoofdzaak bolvormig montage-oppervlak omvat en de handgreep scharnierend kan worden verbonden met het handgreepmontagedeel, waarbij het gereedschap eveneens een koppeling omvat 10 die een in hoofdzaak bolvormig oppervlak bezit voor het losneembaar vastzetten van de handgreep aan het handgreepmontagedeel onder een aantal hoekstanden, waarbij de koppeling geschikt is om de handgreep te omringen en om zich te verplaatsen ten opzichte van de handgreep in afhankelijk-15 heid van de draaiing van de koppeling om de handgreep tussen een eerste stand waarbij het koppelingsvlak op afstand ligt van het montagevlak en een tweede stand waarbij het koppel ingsvlak in wrijvende aanl-igging is met het montagevlak. 20
9. 18. Gereedschap als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 84 02 0 73- ......