NL8402000A - Lamphouder voor lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp met een enkele lampvoet. - Google Patents

Lamphouder voor lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp met een enkele lampvoet. Download PDF

Info

Publication number
NL8402000A
NL8402000A NL8402000A NL8402000A NL8402000A NL 8402000 A NL8402000 A NL 8402000A NL 8402000 A NL8402000 A NL 8402000A NL 8402000 A NL8402000 A NL 8402000A NL 8402000 A NL8402000 A NL 8402000A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lamp holder
lamp
electrical
ballast
holder according
Prior art date
Application number
NL8402000A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kuiper Adrianus Maria
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kuiper Adrianus Maria filed Critical Kuiper Adrianus Maria
Priority to NL8402000A priority Critical patent/NL8402000A/nl
Priority to PCT/NL1984/000022 priority patent/WO1985000700A1/en
Priority to AT84902829T priority patent/ATE35072T1/de
Priority to AU31554/84A priority patent/AU3155484A/en
Priority to EP84902829A priority patent/EP0151598B1/en
Priority to US06/722,225 priority patent/US4643504A/en
Priority to DE8484902829T priority patent/DE3472044D1/de
Publication of NL8402000A publication Critical patent/NL8402000A/nl
Priority to DK122685A priority patent/DK161924C/da
Priority to FI851118A priority patent/FI83373C/fi

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R33/00Coupling devices specially adapted for supporting apparatus and having one part acting as a holder providing support and electrical connection via a counterpart which is structurally associated with the apparatus, e.g. lamp holders; Separate parts thereof
    • H01R33/05Two-pole devices
    • H01R33/06Two-pole devices with two current-carrying pins, blades or analogous contacts, having their axes parallel to each other
    • H01R33/08Two-pole devices with two current-carrying pins, blades or analogous contacts, having their axes parallel to each other for supporting tubular fluorescent lamp
    • H01R33/0809Two-pole devices with two current-carrying pins, blades or analogous contacts, having their axes parallel to each other for supporting tubular fluorescent lamp having contacts on one side only

Description

* * fc. Λ - 1 -
Lamphouder voor lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp met één enkele lampvoet.·
De uitvinding heeft betrekking op een lamphouder voor één of meerdere lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamperr met' één enkele lampvoet, bestemd om electrisch te worden doorverbonden met een voorschakelapparaat en de electrische contacten voor de netvoeding.
5 Een dergelijke lamp is algemeen bekend, zoals blijkt uit brochures over lampen onder merknamen, zoals PL, DuLux en Lynx. Tevens heeft de. uitvin-ding betrekking op een lamphouder voor één of meerdere lus-, u- of pivormige gasontladings- of fluorescentielampen met' één: enkele lampvoet, bestemd om electrisch te worden doorverbonden met een vocrschakelappa-10 raat, een bij de lamp behorende starter en de electrische contacten voor de netvoeding.
De uitvinding is speciaal van belang voor die verlichtingsarmaturen of gedeelten daarvan, waarbij lamp en voorschakelapparaat en eventueel de bijbehorende starter bij elkaar worden gemonteerd.
15 De pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp bestaat uit twee of meer onderling evenwijdig dan wei in een willekeurige ruimtelijk oriëntatie ten opzichte van elkaar geplaatste en aan één of aan beide uiteinden zodanig met elkaar verbonden glazen fluorescentiebuizen dat een doorlopende glazen fluorescentiebuis wordt gevormd, waarvan tenminste 20 de beide uiteinden bij elkaar met één lampvoet zijn verbonden, welke lampvoet is voorzien van tenminste twee penvormige electrische contacten voor montage in een lamphouder.
De lus- of u- vormige gasontladings- of fluorescentielamp bestaat uit één of meer in lus- of u-vormcgebogen glazen fluorescentiebuizen, 25 waarvan de uiteinden bij elkaar met één lampvoet zijn verbonden, waarbij . de lampvoet is voorzien van tenminste twee penvormige electrische contacten voor montage in een lamphouder.
De enkele lampvoet van de lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp is meestal voorzien van een ingebouwde starter. Voor die geval-30 len echter dat de lampvoet niet is uitgerust met èen ingebouwde starter, is de lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp bestemd om mede electrisch te worden doorverbonden met een bijbehorende aparte starter, waartoe de lampvoet is voorzien van twee extra penvormige electrische contacten.
35 Als vanzelfsprekend heeft de uitvinding betrekking op lamphouders voor 8402000 - 2 - • '* I· t iedere willekeurige worm en afmeting van de beschreven lampvoet en van de beschreven lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentie-buizen en op iedere willekeurige onderlinge ruimtelijke oriëntatie van lampvoet en de: daarmee verbonden fluorescentiebuis of-buizen als boven 5 beschreven.
De lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp met één enkele lampvoet, hierna te noemen PL lamp, is in verschillende uitvoeringen zoals bovenstaand, beschreven in de handel verkrijgbaar onder verschillende merknamen. OmdePL lamp met ingebouwde of losse starter elec-10 trisch op het lichtnet te kunnen aansluiten moet zoals bekend volgens aansluitschema een voorschakelapparaat worden opgenomen. Op de voorscha-kelapparaten, zoals die door verschillende fabrikanten voor dit doel zijn ontwikkeld en op de markt worden gebracht, kunnen per voorschakelapparaat één of twee en in. de toekomst wellicht meerdere PL lampen worden aange-15 sloten, overeenkomstig het bijgeleverde aansluitschema.
De uitvinding is ook van belang voor die verlichtingsarmaturen of gedeelten daarvan,, waarbij lamp en voorschakelapparaat en eventueel de bijbehorende starter bij elkaar worden gemonteerd met een spiegelplaat al of niet gecombineerd uitgevoerd als warmteschild en een eventuele om-20 kapping voor het voorschakelapparaat.
Volgens de huidige stand van de techniek, worden de PL lampen door middel van een lampvoet met penvormige electrische contacten gemonteerd in een lamphouder, en worden daarbij de onderlinge aansluitingen tussen PL lamp of PL lampen, eventueel benodigde starters, voorschakelapparaat en 25 electriciteitsnet tot stand gebracht door bedraden volgens bijgesloten aansluitschema, waarbij ten behoeve van de aansluiting op de PL lamp de lamphouder als tussenmedium fungeert.
Een probleem bij de bovenvermelde uitvoering en werkwijze bij het aansluiten van de PL lampen met voorschakelapparaat en eventuele starters 30 op het electriciteits- of lichtnet is het moeten bedraden volgens een aansluitschema.
Een ander nadeel bij de huidige stand van de techniek is, dat de verschillende electrische en eventueel optische onderdelen afzonderlijk in verlichtingsarmaturen of op onderdelen daarvan worden gemonteerd 35 en mechanisch bevestigd, waartoe mechanische voorzieningen worden gebruikt als beugels en schroefverbindingen, hetgeen veel werk met zich. mee brengt.
8402000 tl * i - 3 -
Deze problemen werken ais een nadeel op de toepassing van de energiezuinige PL lamp ten opzichte van de gloeilamp waarvoor deze nadelen niet geiden.
Een ander specifiek nadeel van de huidige in de handel verkrijgbare 5 lamphouders voor PL lampen is, dat door de tweezijdige inklemming van de enkele lampvoet door middel van een veer in de lamphouder, de lamp enigszins scheef kan gaan staan in de lamphouder en evenwijdige montage met een eventueel toe te passen spiegelplaat moeilijk is en extra mechanische voorzieningen vraagt.
10 De lamphouder volgens de uitvinding is in feite een verbeterde uitvoer-ring van de bekende lamphouder met een aantal extra voorzieningen zoals in deze aanvrage is beschreven, waarbij door middel van deze voorzieningen de nadelen als boven omschreven worden geëlimineerd en het mogelijk wordt door toepassing van de lamphouder volgens de uitvinding op 15 efficiënte wijze een PL verlichtingseenheid voor aansluiting op het lichtnet of de netvoeding samen te stellen welke electrisch en mechanisch een integrale eenheid vormt. .
De lamphouder volgens de uitvinding is dus een fysieke eenheid waardoor meerdere onderdelen electrisch en mechanisch met elkaar worden ver-20 bonden en zou om deze reden ook adaptor kunnen worden genoemd. Omdat deze benaming voor deze toepassing niet bekend is, is deze naam in deze aanvrage verder niet gebruikt en zal de lamphouder volgens de uitvinding in deze aanvrage gewoon lamphouder worden genoemd.
Ten opzichte van de huidige stand van de techniek, zoals de PL lamp met 25 toebehoren nu op de markt wordt gebracht, te weten PL lamp, lamphouder in de huidige uitvoering, voorschakelapparaat en eventueel een aparte starter, komen er in de nieuwe situatie volgens de uitvinding geen onderdelen bij, immers in de nieuwe situatie bestaat de PL lamp met toebehoren uit PL lamp, lamphouder volgens de uitvinding, voorschakelapparaat 30 en eventueel een aparte starter.
Bij de uitvoering volgens de uitvinding staan tegenover het voordeel van het niet hoeven bedraden en het niet hoeven treffen van diverse mechanische voorziening, dus geen nadelen.
De uitvinding volgens deze octrooi-aanvrage beoogt bovenstaande nadelen 35 bij de toepassing van de PL lamp op te heffen en betreft een lamphouder van een in de aanhef beschreven soort, welke wordt gekenmerkt doordat de lamphouder zodanig van inwendige electrische doorverbindingen is voorzien, dat de lamphouder door middel van twee electrische contacten direct 8402000 - 4 ~ met het voorschakeiapparaat kan worden verbonden en de lamphouder voorts is voorzien van de electrische contacten voor de netvoeding. Volgens een voorkeursuitvoering kan de lamphouder tevens met behulp van een aparte mechanische verbinding direct met het voorschakelap-5 paraat worden verbonden.
Eventueel is voorzien in èieetrische contacten voor een aan te sluiten starter.
De electrische doorverbinding kan hierbij zodanig zijn uitgevoerd dat de lamphouder een geheel vormt met het voorschakeiapparaat. Tevens kan 10 de lamphouder hierbij zodanig zijn uitgevoerd, dat in de gerede ver-lichtingseenheid de PL lamp en het voorschakeiapparaat naast of boven elkaar zijn gelegen. De lamphouder kan ook zodanig zijn uitgevoerd, dot in de gerede verlichtingseenheid tenminste twee PL lampen al of niet met separate starter aanwezig zijn, waarbij de PL lampen naast 15 elkaar boven het voorschakeiapparaat zijn gelegen.
Het is mogelijk de lamphouder uit te voeren voor iedere- willekeurige ruimtelijke oriëntatie van PL lamp en voorschakeiapparaat ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de omgeving.
De inwendige electrische doorverbindingen en de electrische contacten 20 in de lamphouder kunnen zijn ingegoten in bijvoorbeeld kunststof.
Het is mogelijk de lamphouder uit tenminste twee al of niet scharnierend met elkaar verbonden delen van bijvoorbeeld kunststof samen te stellen, met tenminste een gemeenschappelijk raakvlak met in tenminste een van de delen in het raakvlak uitsparingen met opstanden, voor mon-25 tage in de lamphouder van de electrische contacten en de inwendige electrische doorverbindingen, waarbij deze delen tot één geheel kunnen zijn gevormd', of verend kunnen worden uitgevoerd, zodat bij op elkaar klemmen van de beide lamphouderdelen de met elkaar te verbinden electrische contacten onderling electrisch worden doorverbonden. Voor de inwendige elec-30 trische doorverbindingen kan gedrukte bedrading worden toegepast met toepassing van een apart printplaatje of door de gedrukte- bedrading aan te brengen op de lamphouderdelen op een zodanige wijze, dat kruisingen mogelijk zijn en delen van de gedrukte bedrading met elkaar kunnen worden verbonden en van het ene naar het andere vlak kunnen worden overge-35 bracht.
De gedrukte bedrading kan geheel of gedeeltelijk met een electrisch isolerende laag zijn bedekt.
De lamphouder kan door middel van pen-,-draad- of stripvormige electrische 8402000 - 5 - contacten op het voorschakelapparaat electrisch worden verbonden met het vaorschakelapparaat. Het is mogelijk de lamphouder zodanig uit te voeren dat een eventueel benodigde aparte starter door middel van pen-, draad- of stripvormige electrische contacten met de lamphouder kan wor-5 den verbonden.
Een uitvoering van de lamphouder waarbij ook een spiegelplaat kan worden bevestigd is mogelijk al of niet in combinatie met een spelingvrije éénzijdige inklemming van de iampvoet van de PL lamp in de lamphouder.
Het geheel kan worden ingebouwd in een verlichtingsarmatuur of op een 10 onderdeeel daarvan. Een groot voordeel van de uitvinding is dat de onderlinge verbindingen volgens het bovenvermelde aansluitschema tot stand komen zonder te hoeven bedraden en minder mechanische voorzieningen nodig zijn voor het samenstellen van een PL verlichtingseenheid. De uitvinding zal een sterke stimulans betekenen voor het creëren van 15 energiezuinige PL verlichtingseenheden.
Onderstaand volgt een meer uitgebreide beschrijving van de uitvinding. Zoals reeds is beschreven kan de lamphouder volgens de uitvinding zowel worden uitgevoerd voor het aansluiten van één PL lamp op voorscha-kelapparaat en lichtnet als ook voor het aansluiten van meerdere PL 20 lampen op voorschakelapparaat en lichtnet. Voor de twee- of meervoudige uitvoering van de lamphouder volgens de uitvinding geldt dat een verlichtingseenheid voorzien van een dergelijke lamphouder alleen werkt als evenveel PL lampen in de lamphouder volgens de uitvinding zijn geplaatst en daardoor in serie zijn aangesloten, als er aansluitmogelijk-25 heden voor PL lampen zijn, waarbij ook anderzijds op enigerlei wijze de ontbrekende electrische doorverbindingen kunnen worden gerealiseerd, waartoe in de lamphouder voorzieningen kunnen worden aangebracht.
Zoals reeds is vermeld in de inleidende tekst van deze aanvrage kunnen de uitvoeringsvormen van de enkelvoudige lamphouder volgens de uitvin-30 ding van een zodanig ontwerp zijn, dat de PL lamp bijvoorbeeld evenwijdig boven dan wel naast het voorschakelapparaat wordt geplaatst. Een uitvoeringsvoorbeeld van de tweevoudige lamphouder volgens de uitvinding kan van zodanig ontwerp zijn dat de beide PL lampen evenwijdig naast elkaar boven het voorschakelapparaat zijn gelegen.
35 Uiteraard zijn meerdere uitvoeringen van de lamphouder volgens het principe van de uitvinding mogelijk, in het bijzonder wat betreft de onderlinge ruimtelijke oriëntatie van PL lampen en voorschakelapparaat ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de omgeving.
8402000 -6.- . 1 ·
Zo is het mogelijk de lamphouder volgens de uitvinding uit te voeren voor een configuratie waarbij PL lamp of PL lampen en voorschakelapparaat loodrecht ten opzichte van elkaar staan, evenwijdig liggen, in eikaars verlengde liggen of configuraties gevormd door combinaties of 5 tussenvormen hiervan.
Het is mogelijk de lamphouder volgens de uitvinding toe te passen voor één of meerdere PL lampen, welke niet zijn uitgerust met een ingebouwde starter, maar waarbij per PL lamp een aparte starter separaat van de serieschakeling parallel moet worden geschakeld, waarbij de aparte star-10 ters door middel van pen-, draad- of stripvormige electrische contacten direct met de lamphouder kunnen worden verbonden en door middel van electrische doorverbindingen in of op de lamphouder met de PL lamp aansluiting worden doorverbonden, waarbij de PL lamp aansluiting in de lamphouder hiertoe moet worden voorzien van extra electrische contacten voor de daartoe 15 aanwezige extra penvormige electrische contacten op de lampvoet van de betreffende PL lamp.
Uiteraard moet bij het ontwerp en de maatvoering van de lamphouder rekening worden gehouden met de vorm en afmetingen van de met elkaar te verbinden onderdelen, zoals de PL lamp, voorschakelapparaat, verlichtings-20 armatuur, eventueel toe te passen spiegelplaat en eventueel apart te monteren starter, waarbij tevens rekening moet worden gehouden met de gewenste onderlinge ruimtelijke oriëntatie van de PL lamp ten opzichte van het voorschakelapparaat en ten opzichte van de omgeving.
De maatvoering en het gewicht van de beschikbare voorschakelapparaten is 25 van bijzondere invloed op vorm en afmetingen en wijze van monteren van de lamphouder volgens de uitvinding,,, waarbij geldt dat bij toepassing van de huidige beschikbare electrisch uitgevoerde voorschakelapparaten dit onderdeel het zwaarste is en kan worden bevestigd aan de omgeving, zodat de lamphouder volgens de uitvinding kan worden verbonden met het 30 voorschakelapparaat, zoals nader zal worden toegelicht, terwijl in de toekomst de voorschakelapparaten electronisch zullen worden uitgevoerd met kleinere afmetingen en minder gewicht, zodat het daarbij mogelijk wordt de lamphouder volgens de uitvinding met de omgeving te verbinden en het voorschakelapparaat door middel van pen-, draad- of strip-vormige electrische 35 contacten met de lamphouder te verbinden.
In de uitvoeringsvoorbeelden en in de conclusies wordt niet verder ingegaan op de verschillende mogelijke configuraties van de lamphouder vol- 8402000 - 7 - gens de uitvinding en de daarbij behorende ruimtelijke oriëntaties van de op de lamphouder aan te sluiten onderdelen, daar ze als vanzelfsprekend behorende tot de uitvinding worden gerekend. .
Indien de lamphouder zodanig wordt uitgevoerd dat de electrische con-5 tacten voor aansluiting van het voorschakelapparaat ên de electrische contacten voor aansluiting van de netvoeding identiek zijn, is het mogelijk met een enkel type lamphouder twee mogelijkheden te creëren voor de positie van de lamphouder en dus van de lamp ten opzichte van het voorschakelapparaat of ten opzichte van de omgeving, met ais voor-10 beeld lamp en voorschakelapparaat in lijn of loodrechtten opzichte aan elkaar.
Voor sommige toepassingen is het voorschrift de niet stroomvoerende metalen delen van lichtinstallatie^ met aarde te verbinden, waaraan kan worden voldaan door de lamphouder in een voorkeursuitvoering uit te 15 voeren met electrische aardingscontacten en metalen doorverbindingen voor het met aarde verbinden van de niet stroomvoerende metalen delen van de op de lamphouder aan te sluiten electrische delen.
- *
De electrische doorverbindingen van de lamphouder volgens de uitvinding kunnen inwendig worden uitgevoerd in de lamphouder of uitwendig 20 op de lamphouder voorzien van een isolatielaag.
De electrische contacten van de lamphouder voor aansluiting op de lamphouder van de electrische delen worden bijvoorkeur inwendig uitgevoerd.
De inwendige electrische contacten en electrische doorverbindingen in de lamphouder kunnen worden gerealiseerd door de lamphouder volgens de 25 uitvinding bijvoorbeeld uit te voeren als spuitgietstuk uit bijvoorbeeld kunststof met ingegoten electrische contacten en electrische doorverbindingen zoals bedradingen of andere geleidende metalen delen, terwijl het ook mogelijk is de inwendige electrische doorverbindingen in de lamphouder volgens de uitvinding uit te voeren in de vorm van metalen 30 delen of strippen, welke tezamen met metalen electrische contacten binnen in de lamphouder kunnen worden aangebracht door de lamphouder uit te voeren als dichtklapbaar spuitgietstukhuis uit een electrisch isolerende stof zoals bijvoorbeeld kunststof met openingen voor de electrische contacten van de op de lamphouder aan te sluiten delen, waarbij het moge-35 lijk. is het spuitgietstukhuis samen te stellen uit tenminste twee al of niet scharnierend met elkaar verbonden delen met tenminste een gemeen-r schappelijk raakvlaken in tenminste één van de delen uitsparingen met op- 84 02 G 0 0 i 1 * * - a - standen voor de- daar in aan te brengen electrische contacten met elec-trische doorverbindingen.
Het sluitmechanisme van.de lamphouderdelen kan worden meegegoten en zodanig worden uitgevoerd, dat bij sluiten van de lamphouderdelen de delen 5 aan elkaar worden vergrendeld.
De scharnierende verbinding tussen de lamphouderdelen kan worden meegegoten met de dichtklapbare delen van de lamphouder. Het gemeenschappelijke raakvlak van de lamphouderdelen kan van een overlapping worden voorzien of elkaar overlappend worden uitgevoerd. Zoals uit het boven-10 staande duidelijk is, kunnen de lamphouderdelen ook apart worden vervaardigd, zonder een meegegoten scharnierende verbinding.
De passing van de electrische contacten en van de electrische doorverbindingen in de sparingen ’ en tussen de opstanden van de lamphouderdelen kan zodanig klemmend worden uitgevoerd, dat na montage en bij dichtklap-15 pen van de lamphouderdelen de electrische contacten en de electrische doorverbindingen op hun plaats blijven zitten.
De inwendige electrische doorverbindingen kunnen zodanig in de vorm van metalen delen worden uitgevoerd dat ze een geheel vormen met de electrische contacten voor de met de lamphouder te verbinden elec-20 trische onderdelen.
De uitwendige electrische doorverbindingen van de lamphouder volgens de uitvinding kunnen worden uitgevoerd als geïsoleerde bedrading of als gedrukte geleidende lagen met daaroverheen een isolatielaag.
Ook is het mogelijk de inwendige electrische doorverbindingen van de 25 lamphouder volgens dé uitvinding te realiseren door de lamphouder gedeeld uit te voeren met in het deelvlak sparingen met opstaande randen, en al dan niet gedrukte bedrading geheel of ten dele in en op elk der beide delen respectievelijk vlakken van opstaande randen aan te brengen, waarbij tenminste één deelvlak zodanig van sparingen met opstaande ran-50 den kan zijn voorzien, dat het mogelijk is de bedrading indien nodig op één of meer punten van het ene naar het andere vlak over te brengen en kruisingen te realiseren. Bij het toepassen van gedrukte bedrading voor de. electrische doorverbindingen van de lamphouder volgens de uitvinding is het ook mogelijk een printplaatje, voorzien van de electrische con-35 tacten voor de op de lamphouder aan te sluiten onderdelen toe te passen en binnen in de lamphouder aan te brengen door de lamphouder uit te voeren als open- en dichtklapbaar spuitgietstuk met openingen voor de electrische contacten voor de aan te sluiten delen.
840 2 0 0 0 - 9 -
De electrische contacten van de lamphouder voor de op de lamphouder aan te sluiten onderdelen kunnen per electrisch contact van een andere constructie of soort zijn en kunnen worden uitgevoerd als verend metalen element voor het verend raken of inklemmen van 5 een pen-, draad- of stripvormig electrische contact van het aan te sluiten onderdeel of van de netvoeding, waarbij het verende metalen. element zodanig kan zijn gevormd, dat het electrisch contact van het aan te sluiten onderdeel in contact kan worden gebracht met het verende element en daarvan kan warden losgenomen of in en uit het verende eie-10 ment kan worden genomen, zodat glijdend of aandrukkend electrisch contact wordt verkregen, waarbij voor het aandrukkende electrische contact een mechanische borging nodig is van het op de lamphouder aan te sluiten electrische onderdeel, waartoe voorzieningen kunnen worden aangebracht , 15 Ook is het mogelijk het electrische contact.van de lamphouder zodanig als verend element uit te voeren, dat het electrische contact van het daarop aan te sluiten onderdeel wel'kan worden ingebracht maar niet kan . worden uitgenomen zonder de inklemmende of blokkerende werking van het electrische contact van de lamphouder op te heffen, waartoe voorzieningen 20 kunnen worden aangebracht in de lamphouder.
Tevens is het mogelijk het electrische contact van de lamphouder zodanig uit te voeren, dat het electrisch contact van het aan te sluiten onderdeel vast wordt ingeklemd door middel van een schroefje of iets dergelijks, waarbij het schroefje kan worden aangebracht in de metalen delen 25 van het electrische contact van de lamphouder, of kan worden aangebracht in de lamphouder, waarbij het schroefje in een electrisch isolerende stof zoals kunststof kan worden uitgevoerd.
Het is mogelijk het electrische contact met het schroefje in de metalen delen, zodanig uit te voeren, dat het aanbrengen van het schroefje in de 30 metalen delen van het electrische contact voor het monteren van het electrische contact in de lamphouder moet worden uitgevoerd.
Ook is het mogelijk het electrische contact zodanig uit te voeren, dat het aanbrengen van het schroefje na het monteren van het electrische contact in de lamphouder kan worden uitgevoerd.
35 Het is mogelijk het electrische contact van de lamphouder met toepassing van een schroefje, zodanig uit te voeren, dat de inklemming als boven omschreven tot stand komt door direct contact tussen schroefje en aan te slui- 8402000 1 « - 10 - > . * ten electrische contact, of via een plaatje als tussenmedium. Uiteraard moeten voorzieningen in de lamphouder worden aangebracht om in dichtgeklapte en gerede toestand van de lamphouder het schroefje te kunnen bereiken.
5 Het is mogelijk het electrische contact van de lamphouder zodanig uit te voeren, dat het aan te sluiten pen-, draad- of stripvormige elec-trische contact tussen een metalen deel van het electrische contact in de lamphouder en een binnenwand van de lamphouder wordt ingeklemd.
Ook kan het electrische contact uitsluitend glijdend tegen het aan te 10 sluiten electrische contact worden geklemd.
Voor eenvoudige montage van de metalen electrische contacten met de inwendige metalen electrische doorverbindingen in de nog geopende lamphouder is het nodig de uitsparingen met opstanden in de lamphouderdelen zodanig uit te voeren dat de metalen delen bij voorkeur door een recht-15 standige beweging in de lamphouderdelen kunnen worden gemonteerd.
Zoals bovenstaand is beschreven, zijn diverse uitvoeringen van de lamphouder volgens de uitvinding magelijk, zodat het naadzakelijk is het ontwerp en de constructie van de electrische contacten en de electrische doorverbindingen zodanig uit te voeren dat veel varianten op het 20 ontwerp van de lamphouder kunnen worden gerealiseerd, waarbij voor de fabrikage bij voorkeur een flexibele assemblagetechniek kan worden toegepast met voor de electrische contacten toepassing van eenvoudige standaard componenten en voor de electrische doorverbindingen toepassing van een aantal varianten in vorm en afmeting.
25 Het is mogelijk de electrische contacten en de electrische doorverbindingen zodanig in de lamphouderdelen te monteren en van tenminste één verend element te voorzien of verend uit te voeren, dat bij dichtklappen van de lamphouderdelen de met elkaar te verbinden electrische contacten onderling electrisch worden doorverbonden, waarbij het ook moge-30 lijk is de verende werking tot stand te brengen door het verend uitvoeren van meegegoten delen van de lamphouder.
De inwendige electrische doorverbinding van de lamphouder kan uit tenminste twee delen worden samengesteld, waarbij de delen onder een hoek ten opzichte van elkaar kunnen worden geplaatst,- waarbij het onderling 35 electrisch verbinden van de delen kan worden bereikt door middel van een al of niet apart uitgevoerd verend element.
Voor het goed electrisch verbinden van de electrische contacten onderling, 8402000 - 11 - al of niet via een electrische doorverbinding en al of niet met toepassing van een verend element als boven omschreven, is het mogelijk een lasverbinding tot stand te brengen door bijvoorbeeld laserlassen, waarbij deze lastechniek kan worden toegepast na het monteren van de 5 metalen delen en in dichtgeklapte toestand van de lamphouder via bijvoorbeeld de openingen in- de lamphouder voor de electrische contacten van de aan te sluiten delen.
Bij toepassing van een apart printplaatje zoals boven omschreven is het ook mogelijk verschillende varianten in de vorm van het print-10 plaatje te realiseren door toepassing van een Flexibele fabrikage-techniek met een flexibele bewerkingstechnologie als computer gestuurd laser- of waterstraalsnijden.
Bij fabrikage van de lamphouder uit kunststof door spuitgieten, kan een spuitgiettechnologie worden toegepast met bekende technieken om 15 de beschreven voorzieningen mee feergiêten, zoals door toepassing van uit-schroefbare en dichtklapbare kerndelen, waarbij een voor de fabrikage, voor de toepassing en voor de uitvoering van de lamphouder geschikte - * technische kunststof kan worden toegepast.
Voor het realiseren van de onderlinge electrische en mechanische ver-20 binding tussen PL lamp en lamphouder kan worden uitgegaan van de beschikbare uitvoeringen van de lampvoet van de PL lamp met pen-vormige electrische contacten, waarbij de lampvoet tenminste in een richting door een verend element van de lamphouder zodanig eenzijdig kan worden ingeklemd in de lamphouder tegen een bij voorkeur op drie punten dragend vlak van * 25 de lamphouder, dat de PL lamp zonder merkbare speling in de lamphouder kan worden geplaatst.
Voor het realiseren van de onderlinge electrische en mechanische verbinding tussen voorschakelapparaat en lamphouder volgens de uitvinding kan volgens de .voorkeursuitvoering worden uitgegaan van de huidige beschik-30 bare uitvoeringen van de voorschakelapparaten, waarbij de voorschakelap-paraten kunnen zijn voorzien van tenminste twee pen-, draad- of stripvormige electrische contacten en eventueel een grondplaat waarmee de lamphouder mechanisch kan worden verbonden, waartoe bekende voorzieningen aan of in de grondplaat kunnen zijn aangebracht zoals een of meer-35 dere lipjes ten behoeve van in- of vastklemming van de lamphouder, welke uitvoering van het voorschakelapparaat volgens de huidige stand van de techniek wordt toegepast met een op het voorschakelapparaat gemonteerd 84 0 2 0 0 0 - 12 - zogenaamd kroonsteentje voor electrische aansluiting door middel van bedraden.
Het mechanisch verbinden van de lamphouder volgens de uitvinding aan · de grondpiaat van het voorschakelapparaat dient voor het vormen van 5 een mechanische eenheid en voor trekontlasting van de pen-, draad- of strip-vormige electrische contacten van het voorschakelapparaat, waarbij de mechanische .verbinding zodanig kan worden uitgevoerd, dat tenminste dat lamphouderonderdeel mechanisch wordt bevestigd aan de grondpiaat waarmee door middel van de- in dat lamphouderdeel aanwezige elec-10 trische contacten de netvoeding wordt verbonden.
Voor het electrisch en mechanisch verbinden van de lamphouder volgens de uitvinding aan een voorschakelapparaat met grondpiaat als boven beschreven, kunnen de electrische contacten van de lamphouder voor aansluiting op het voorschakelapparaat zodanig in sleufvorm en klemmend 15 worden uitgevoerd, dat de lamphouder volgens de uitvinding kan worden toegepast voor meerdere typen voorschakelapparaten met verschillende maatvoeringen en posities van de pen-, draad- of stripvormige electrische contacten, alsmede goede electrische contacten kunnen worden verkregen ondanks de vaak gelakte uitvoering van de pen-, draad- of stripvormige 20 electrische contacten van de voorschakelapparaten, waarbij ten behoeve van het mechanisch verbinden van de lamphouder met de grondpiaat van het voorschakelapparaat dusdanige voorzieningen in de montagevlakken van de lamphouder zijn aangebracht dat de lamphouder verbonden kan worden met meerdere typen voorschakelapparaten met verschillende voorzieningen voor 25 in- of vastklemming van de lamphouder.
Het is mogelijk de lamphouder volgens de uitvinding zodanig uit te voeren dat deze als centraal bevestigingsorgaan dient voor alle op de lamphouder aan te sluiten onderdelen zoals het voorschakelapparaat, de PL lampen met eventueel aparte starters, een eventuele spiegelplaat en 50 de netaansluiting, waarbij in principe alleen de lamphouder met de omgeving behoeft te worden verbonden.
De lamphouder volgens de uitvinding kan zodanig worden uitgevaerd, dat de aansluitdraden van het electriciteits- of lichtnet, te weten de nul en de stroomvoerende draad eenvoudig kunnen worden aangesloten op een in prin-35 cipe willekeurige maar duidelijk herkenbare plaats met behulp van daartoe bekende systemen en constructies.
8ij inbouw in verlichtingsarmaturen van de lamphouder is de bereikbaarheid van de electrische contacten voor aansluiting van de netvoeding be- 8 4 o 2 o 0 0 - 13 -
Zangrijk, terwijl bij zichtwerk de voorkeur kan worden gegeven aan aansluiting van de netvoeding via een opening in de grondplaat aan de onderkant van de Zamphouder, zodat op de grondplaat aan de bovenkan of de zichtkant in het geheel geen draden zichtbaar zijn.
5 Het is mogelijk in of op de lamphouder een voorziening aan te brengen voor trekontlasting van de aansluitdraden van de netvoeding.
De met behulp van de lamphouder volgens de uitvinding samengestelde verlichtingseenheid kan als zodanig voor verlichtingsdoeléinden worden toegepast door plaatsing als zichtwerk tegen een wand of plafond of 10 iets dergelijks, danwel worden toegepast als inbouw- of opbouween-heid in verlichtingsarmaturen of onderdelen daarvan, waarbij de netvoeding of het electriciteits- of lichtnet zowel een openbaar als een lokaal net kan zijn" of ook een electriciteitsnet kan zijn in voer-' tuigen of iets dergelijks.
15 Bij de uitvoering als zichtwerk als bovenbeschreven, kan de lamphouder zodanig worden uitgevoerd dat de lamphouder een eenheid vormt met een mogelijk noodzakelijke omkapping over het voorschakelapparaat, welke omkapping gecombineerd kan worden uitgevoerd met een spiegelplaat en passend kan worden gemaakt met de lamphouder, waarbij de lamphou-20 der bij voorkeur zodanig wordt uitgevoerd dat wordt voldaan aan de geldende voorschriften voor lichtarmaturen.
Het is mogelijk de lamphouder volgens de uitvinding zodanig van tenminste één uitwendige sparing te voorzien, dat het daarop aan te sluiten voorschakelapparaat in een sparing past evenals een eventueel aan 25 te sluiten starter, waarbij de uitwendige sparing afsluitbaar kan worden uitgevaerd.
Uiteraard is het mogelijk dat de beschreven lamphouder kan worden toegepast voor de verbinding van enigerlei andersoortige op een overeenkomstige wijze op elkaar en op het electriciteitsnet aan te sluiten 30 electrische onderdelen.
De uitvinding heeft echter geen betrekking op tussenstukken bestemd om gasontladings- of fluorescentielampen te verbinden met een Edison schroe f fitting.
De uitvinding zal aan de hand van tekeningen, waarin uitvoeringsvoor-35 beelden zijn voorgesteld, nader worden toegelicht. Eerst volgt een meer algemene toelichting, vervolgens meer specifiek.
Fig. 1 toont in bovenaanzicht de drie hoofdonderdelen van een PL ver-lichtingssysteem in enkelvoudige uitvoering volgens de huidige stand 8402000 * ♦· ; - 14 - van de techniek, te weten PL lamp 1, de bekende lamphouder 2 volgens de huidige stand van de techniek en voorschakelapparaat 3, met aansluitschema.
*Fig. 2 toont in bovenaanzicht de drie- hoofdonderdelen van een PL ver-5 lichtingssysteem in tweevoudige uitvoering volgens de huidige stand van de techniek, te weten twee PL lampen ï, twee bekende lamphouders 2 volgens de huidige· stand van de techniek en voorschakelapparaat 3, met aansluitschema.
Fig. 3 toont in zijaanzicht een toepassingsvoorbeeld met een uitvoe-10 ringsvoorbeeld van een enkelvoudige lamphouder volgens de uitvinding voor aansluiting van een PL lamp op het lichtnet en een bijbehorend voorschakelapparaat naar analogie van fig. 1, waarbij de PL lamp evenwijdig boven het voorschakelapparaat is geplaatst en waarbij de lamphouder volgens de uitvinding zodanig is uitgevoerd dat de onderis delen van het in fig. 3 getoonde PL verlichtingssysteem met toepassing van de uitvinding, te weten PL lamp 1, lamphouder 20 en voorschakelapparaat 13, direkt door tweepolige electrische stekerverbindingen met elkaar zijn verbanden en zijn aangesloten op het lichtnet.
Fig.. 4 toont in bovenaanzicht een toèpassingsvoarbeeld met een uit-20 voeringsvoorbeeld van een tweevoudige lamphouder volgens de uitvinding voor aansluiting van twee PL lampen op het bijbehorende voor-schakelapparaat naar analogie van fig. 2, waarbij de beide PL lampen evenwijdig naast elkaar boven het voorschakelapparaat zijn geplaatst en waarbij de lamphouder zodanig is uitgevoerd dat de onderdelen van 25 het in fig. 4 getoonde PL verlichtingssysteem met toepassing van de uitvinding, te weten twee PL lampen 1, lamphouder 21 en voorschakelapparaat 18, direct door tweepolige electrische stekerverbindingen met elkaar zijn verbonden en zijn aangesloten op het lichtnet.
Fig. 5 toont het achteraanzicht van de tweevoudige lamphouder 21 30 in de uitvoering volgens fig. 4, waarbij de lamphouder is verbonden met voorschakelapparaat 18.
Fig. 6 toont het achteraanzicht van de enkelvoudige lamphouder 20 in de uitvoering volgens fig·. 3, waarbij de lamphouder is verbonden met voorschakelapparaat 18.
35 Fig. 7 toont in perspectief en'schematisch getekend hoe in het inwendige van de op tekening transparant veronderstelde enkelvoudige lamphouder 20 volgens de figuren 3 en 6 de inwendige electrische doorverbindingen volgens het aansluitschema van fig. 1 tot stand kunnen worden gebracht. Tevens toont fig. 7 duidelijk hoe de verschillende onderdelen electrisch en mechanisch met elkaar kunnen worden verbonden, te weten 8*02000 - 15 - lamphouder 20 met voorschakelapparaat 18 en PL lamp 1 met lamphouder 20.
Fig. 8 toont in perspectief en schematisch getekend hoe in het inwendige van de op tekening transparant veronderstelde tweevoudige 5 lamphouder 21 volgens de figuren 4 en 5 de inwendige electrische doorverbindingen volgens het aansluitschema van fig. 2 tot stand kunnen worden gebracht. Lamphouder 21 volgens fig. 8 kan op overeenkomstige wijze als lamphouder 20 in fig. 7 met voorschakelapparaat 18 in fig. 7 electrisch en mechanisch worden verbonden.
10 Fig. 9 toont in perspectief een uitvoeringsvoorbeeld en een toepas-singsvoorbeeld van een transparant getekende enkelvoudige lamphouder volgens de uitvinding, welke als extra voorziening heeft, dat de lamphouder 20 geschikt is voor aansluiting van een PL lamp 1 zonder ingebouwde starter en tevens een aparte starter 38 op de lamphouder 15 kan worden aangesloten.
Fig. 10 toont in perspectief een uitvoeringsvoorbeeld en een toepas-singsvoorbeeld van een transparant getekende enkelvoudige lamphouder 20 welke geschikt is voor een meer compacte uitvoering van de PL lamp . 1 en waarbij de PL lamp in gemonteerde toestand loodrecht staat op het 20 voorschakelapparaat 18. Door transparante weergave van de lamphouders 20 in de figuren 9 en 10 wordt zichtbaar gemaakt hoe de electrische verbindingen volgens het van toepassing zijnde aansluitschema met toepassing van de uitvinding tot stand kunnen worden gebracht.
Wat betreft het mechanisch met elkaar verbinden tonen de figuren 7 25 en 9 twee verschillende uitvoeringsvoorbeelden. Fig. 7 toont een uitvoeringsvoorbeeld, waarbij het voorschakelapparaat 18 is voorzien van een grondplaat 54 met mechanische voorzieningen 55 voor het mechanisch verbinden van lamphouder 20 met voorschakelapparaat 18, zodat de aldus gevormde eenheid bestaande uit lamphouder 20 en voorschakel-30 apparaat 18 door middel van de grondplaat van het voorschakelapparaat kan worden ingebouwd in bijvoorbeeld een lichtarmatuur.
Fig. 9 toont een uitvoeringsvoorbeeld, waarbij de lamphouder 20 de centrale bouwsteen vormt en alle andere onderdelen daarmee kunnen worden verbonden door electrische stekerverbindingen, te weten PL 35 lamp 1, voorschakelapparaat 53 en in dit voorbeeld eveneens starter 38.
Lamphouder 20 kan hierbij met een grondplaat 54 worden verbonden of ook met een onderdeel van een lichtarmatuur ten behoeve van eventuele 8402000 - 16 - inbouw van het geheel.
Vervolgens zal aan de hand van de tekeningen 1 t/m 10 van de uitvoe-ringsv-oorbeelden een toelichting worden gegeven op de verschillende inwendige electrische doorverbindingen en electrische contacten van 5 de lamphouder.
Volgens het bij de PL verlichtingsinstallatie behorende aansluitschema voor aansluiting op het lichtnet, worden bij de uitvoering met één PL lamp voorschakelapparaat en PL lamp in serie aangesloten op het lichtnet. Bij de uitvoering met twee PL lampen worden volgens het bijbe-10 horende aansluitschema de beide PL lampen met het voorschakelapparaat onderling in serie aangesloten op het lichtnet. Overigens maakt het met betrekking tot de grondgedachte van de uitvinding geen verschil hoe de schakeling is uitgevoerd, te weten in serie, parallel of een combinatie van serie en parallel. Een eventuele starter wordt separaat 15 parallel geschakeld met de PL lamp.
Omdat PL lamp en voorschakelapparaat in serie zijn geschakeld#is het voor het functioneren van de lamp niet van invloed of de stroomvoerende ader op punt 10 dan wel 11 in fig. 1 en 2 wordt aangesloten, repectie-velijk 32 dan wel 33 in de figuren 5 t/m 10.
20 Functioneel zijn de aansluitpunten van de stroomvoerende en de nul'ader onderling verwisselbaar. Wel is het om veiligheidsredenen van belang hoe de verbindingen en aansluitingen worden uitgevoerd. Dit zal in een later stadium worden toegelicht. Eerst volgt onderstaand een meer gedetailleerde beschrijving van de verschillende verbindingen en aansluitingen, 25 waaruit ook de verbanden zullen blijken tussen de verschillende onderdelen in de verschillende tekeningen.
Volgens de huidige stand van de techniek bij aansluiting van een PL lamp op een voorschakelapparaat zoals weergegeven in fig. 1 wordt na montage van de PL lamp 1 volgens pijl 19 in de bekende lamphouder 2 het 30 electriciteitscircuit gesloten via de opeenvolgende onderdelen, zoals met name aansluitpunt 10, verbindingsdraad 12, tweezijdig electrisch1 klemcontact 6 in de bekende lamphouder 2, penvormig electrisch contact 4 van de PL lamp 1, via de lamp 1 van stekerpen 4 naar stekerpen 5, stekerpen 5, tweezijdig electrisch klemcontact 7 in lamphouder 2, ver-35 bindingsdraad 13, aansluitpunt 8, via de wikkeling van voorschakelapparaat.'3 van aansluitpunt 8 naar aansluitpunt 9, aansluitpunt 9, verbindingsdraad 14, aansluitpunt 11.
Volgens de huidige stand van de techniek bij aansluiting van twee PL
8402000 - 17 - lampen met een voorschakelapparaat op het iichtnet zoals weergegeven in fig. 2, worden de doorverbindingen tussen de aansluitpunten 11 en 10 en de in serie geschakelde onderdelen gevormd door het aanbrengen van de verbindingsdraden 14, 17, 16 en 15.
5 Voor het aansluiten van de verbindingsdraden op de electrische contacten 8 en 9 van voorschakelapparaat 3 in de figuren 1 en 2, zijn de voorschakelapparaten volgens de meest recente stand van de techniek uitgerust met een zogenaamd kroonsteentje. 8ij toepassing van de lamphouder volgens de uitvinding zoals weergegeven in de figuren 3 en 4 vormen 24 10 en 25 de lichtnetaansluiting te weten de stroomvoerende en de nul ader, terwijl het voorschakelapparaat wordt aangesloten op de lamphouder door middel van penvormige electrische contacten 22 en 23.
In de uitvoeringsvoorbeelden volgens de figuren 3 t/m 10 worden de aan-sluitdraden 24 en 25 van het Iichtnet, welke zijn weergegeven in de 15 figuren 3 en 4A aangesloten op de electrische contacten 32 en 33 van de lamphouder in de figuren 5 t/m 10, en worden de penvormige electrische contacten 22 en 23 van het voorschakelapparaat in de figuren 7, 9 en 10 volgens pijl 27 in de figuren 7 t/m 10 aangesloten op de electrische contacten 30 en 31 van de lamphouder volgens de figuren 7 t/m 10. De uitvoe-20 ringsvoorbeelden volgens de figuren 7 t/m 10 tonen tevens hoe de PL lamp volgens pijl 26 in de lamphouder 20 respectievelijk 21 kan worden gemonteerd, waarbij de penvormige electrische contacten 4 en 5 van de PL lamp 1 in de figuren 7, 9 en 10 een verbinding vormen met de bijbehorende electrische contacten 28 en 29 van de lamphouder in de figuren 7 t/m 10.
25 Omdat functioneel de stroomvoerende draad van het Iichtnet zowel op punt 32 als 33 kan worden aangesloten, is het om veiligheidsredenen beter de electrische contacten 30 en 31 voor aansluiting van het voorschakelapparaat als tweepolige contrasteker uit te voeren in de vorm van bijvoorbeeld electrische klemcontacten en daarbij de overeenkomstige electrische 30 contacten op het voorschakelapparaat als tweepolige stekerverbinding uit te voeren in de vorm van bijvoorbeeld pen-, draad- of strip-vormige electrische contacten.
Omdat de electrische aansluitingen op de lamphouder voor het Iichtnet en het voorschakelapparaat onderdeel zijn van een serieschakeling* is het in 35 principe mogelijk bijvoorbeeld bij de lamphouder 20 in fig. 9 voorschakelapparaat 53 op de electrische contacten 32 en 33 aan te sluiten en het Iichtnet op de electrische contacten 30 en 31, waardoor twee keuzemogelijk- 8402000 - 18 - heden worden gecreëerd voor het aansluiten van het voorschakelappa-raat op de lamphouder, hetgeen een voordeel kan zijn bij toepassing van de lamphouder volgens de uitvinding in licht-armaturen.
In de uitvoeringsvoorbeelden volgens de figuren 7, 9 en 10 wordt de 5 verbinding tussen de electrische contacten 28 en 31 gevormd door inwendige electrische doorverbinding 35, tussen de electrische contacten 29 en 33 door de electrische doorverbinding 34 en tussen de electrische contacten 30 en 32 door de electrische doorverbinding 36.
In het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 8 vair de tweevoudige lamp-10 houder, worden de inwendige electrische doorverbindingen tussen de electrische contacten 32 en 33 en de electrische contacten voor de op de lamphouder aangesloten en in serie geschakelde onderdelen' te weten voorschakelapparaat en PL lampen gevormd door de inwendige electrische doorverbindingen 41, 39, 37 en 40, waarbij in overeenkomstige volgorde 15 doorverbinding 41 de verbinding vormt tussen de electrische contacten 32 en 30, doorverbinding 39 de verbinding vormt tussen electrisch contact 31 en een van de electrische contacten 28, doorverbinding 37 de verbinding vormt tussen de beide electrische contacten 29, en doorverbinding 40 de verbinding vormt tussen de electrische contacten 28 en 33. 20 Door bovenstaande beschrijving is tevens aangegeven hoe met toepassing van de uitvinding het electrieitèitscircuit wordt gesloten binnen de PL verlichtingssystemen volgens de figuren 3 t/m 10.
In het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 9 is lamphouder 20 zodanig van extra inwendige electrische doorverbindingen 50 en 51 en electrische 25 contacten 46, 47, 48 en 49 voorzien, dan de aparte starter 38 met penvormige electrische contacten 44 en 45 via lamphouder 20 electrisch kan worden verbonden met de extra electrische penvormige contacten 42 en 43 op de betreffende PL lamp 1 zonder ingebouwde starter.
De op tekening volgens de figuren 7 t/m 10 transparant veronderstelde 30 enkelvoudige en tweevoudige lamphoudeis 20 en 21 kunnen met uitzondering. van de inwendige electrische- doorverbindingen en electrische contacten in hun geheel of ten dele- uit kunststof of iets dergelijks zijn gevormd.
De figuren 11 en 12 tonen een voorbeeld van de lamphouder volgens fig.
35 7, waarbij de vormgeving van de transparant getekende lamphouder zodanig is uitgevoerd met uitsparingen en dergelijke dat zo weinig mogelijk materiaal wordt gebruikt en ruimte wordt gecreëerd voor het in het inwendige 8402000 - 19 - van de lamphouder aanbrengen van electrische contacten 28, 29, 30, 31, 32 en 33 en de inwendige electrische doorverbindingen 34, 35 en 36, waartoe de lamphouder uit twee delen 55 en 56 is samengesteld met een gemeenschappelijk raakvlak 57.
5 De inwendige electrische doorverbindingen 34, 35 en 36 zijn in principe van een electrisch geleidend materiaal en kunnen bijvoorbeeld worden uitgevoerd als metalen draden.of strippen of ais gedrukte bedrading.
Fig. 13 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de inwendige electrische 10 doorverbindingen, waarbij metalen delen 34, 35 en 36 zijn verbonden met de bijbehorende electrische klemcontacten, waarbij de aldus gevormde delen kunnen worden gemonteerd in de uitsparingen van de lamphouder volgens fig. 11.
Fig. 14 toont een uitvoeringsvoorbeeld waarbij electrische klemcontac-15 ten 28, 29, 30, 31, 32 en 33 zijn gemonteerd op een transparant getekend printplaatje 58, dat in het inwendige van de lamphouder volgens fig. 11 kan warden gemonteerd.
Het uitvoeringsvoorbeeld met het aparte printplaatje in de lamphouder volgens de uitvinding biedt mogelijkheden voor verdere integratie van 20 een electronisch voorschakelapparaat, welke klein van afmetingen is en is uitgevoerd met een printplaatje met daarop de electronische componenten, door het printplaatje van het electronische voorschakelapparaat direct aan te sluiten op de electrische contacten van de lamphouder voor het voorschakelapparaat en in te bouwen in de lamphouder 25 volgens de uitvinding hetgeen overeenkomstig het bovenstaande ook voor een eventueel toe te passen starter geldt. In samenhang met het bovenstaande is het ook mogelijk de integratie nog verder door te voeren door de electronische componenten van voorschakelapparaat en eventuele starter, met bijbehorende bedrading, aan te brengen op het printplaatje van de lamp-30 houder volgens de uitvinding, waartoe voor de fabricage van de verschillende varianten in vorm en uitvoering van het printplaatje een flexibele bedradings- en montagetechniek kan worden toegepast. Het voordeel van het samenvoegen van de electronische componenten van voorschakelapparaat en eventuele starter met de lamphouder volgens de uitvinding is, dat het 35 aantal zogenaamde branduren van de lamp kleiner is dan het aantal bedrijfs-uren van de electronische componenten.
Fig. 15 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een uit twee scharnierend met elkaar verbonden delen 55 en 56 bestaande dichtklapbare en als spuitgiet- 8402000 - 20 - * * stuk uitgevoerde kunststoffen lamphouder, waarbij een apart print-plaatje 58 is toegepast met daarop aangebrachte electrische contacten met electrische doorverbindingen, waarbij door pijl 71 .wordt aangegeven hoe het printplaatje 58 in lamphouderdeel 55 kan worden 5 geplaatst, waarna de lamphouder volgens pijl 72 kan worden dichtgeklapt op het gemeenschappelijke raakvlak 57, en de lamphouderdelen met elkaar worden vergrendeld door haakvormige meegegoten delen 73.
Fig. 16 toont uitvoeringsvoorbeelden a, b en c voor inwendige electrische doorverbindingen 34, 36 en 35, waarbij deze als verende rechte 10 vlakke metalen strippen zijn uitgevoerd en de lamphouderdelen 56 en 55 zodanig van meegegoten opstanden 59 zijn voorzien, dat bij op elkaar klemmen van de lamphouderdelen. 56 en 55 de verende metalen electrische doorverbindingen goed electrisch contact maken met de elec-trisch met elkaar te verbinden electrische klemcontacten, waarbij 15 het ook mogelijk is de opstanden 59 verend uit te voeren en tegenover de bijbehorende klemcontacten te plaatsen.
Fig. 17 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een overeenkomstig het voorbeeld volgens fig. 15 uit twee scharnierend met elkaar verbonden delen bestaande dichtklapbare en als spuitgietstuk uitgevoerde lamp-20 houder, waarbij de electrische contacten 28, 29, 30, 31, 32 en 33 volgens pijl 74 in de sparingen met opstanden van de lamphouderdelen worden geplaatst, waarna de electrische doorverbindingen 34, 35 en 36, welke in dit voorbeeld zijn uitgevoerd als metalen strippen volgens pijl 75 in de sparingen met opstanden van de lamphouderdelen kunnen wor-25 den geplaatst en vervolgens de lamphouder volgens pijl 72 kan worden dichtgeklapt.
Fig. 18 toont uitvoeringsvoorbeelden a, b, c en d, waarbij de electrische doorverbindingen 35, 34 en 36 een geheel vormen met de electrisch met elkaar te verbinden electrische klemcontacten. Het is ook 30 mogelijk een electrische doorverbinding tot een geheel te vormen met een electrisch contact door middel van een las- of verbindingstechniek. Fig. 19 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de electrische doorverbinding tussen twee electrische klemcontacten, waarbij de electrische doorverbinding wordt gerealiseerd door tenminste een van de klemcontacten 35 zodanig van een verend element 60 te voorzien dat bij op elkaar klemmen van de lamphouderdelen 56 en 55 de beide klemcontacten electrisch contact maken door aandrukken via de opstanden 59.
8 4 02 0 0 0 - 21 -
Fig. 20 toont uitvoeringsvoorbeslden a en b van een electrisch contact tussen een electrisch klemcontact en de inwendige electrische doorverbinding 62, waarbij het klemcontact zodanig van een verend element 61 is voorzien dat bij op elkaar klemmen van de lamphouderdelen 5 56 en 55 met opstanden 59 het klemcontact electrisch contact maakt met de electrische doorverbinding, waarbij de ’electrische doorverbinding 62 als metalen strip, als geleidende laag of als gedrukte bedrading op een van de lamphouderdelen kan worden uitgevoerd.
Fig. 21 toont een ander uitvoeringsvoorbeeld volgens het principe 10 van fig. 20, waarbij de electrische contacten van verende elementen 61 zijn voorzien, welke in dichtgeklapte toestand van de lamphouderdelen 55 en 56 electrisch contact maken met de electrische doorverbinding 62.
In fig. 22 wordt onder a getoond hoe de inwendige electrische door-15 verbinding 62 op het ene lamphouderdeel 55 de inwendige electrische doorverbinding 64 op een opstaande rand van het andere lamphouderdeel 56 kan kruisen, en wordt onder b getoond hoe de inwendige electrische doorverbinding 62 op het ene lamphouderdeel 55 door middel van een verend element 65 kan worden overgebracht op de inwendige elec-20 trische doorverbinding 63 op een opstaande rand van het andere lamphouderdeel 56.
Fig. 23 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de inklemming van de PL lampvoet in de lamphouder, waarbij de lamphouder zoals weergegeven onder a van een verend element 66 is voorzien waarmee de lampvoet 25 zoals weergegeven onder b bij plaatsing in de lamphouder door een aandrukkracht volgens pijl 67 ter plaatse van punt 68 op de lampvoet met het tegenoverliggende vlak ter plaatse van drie punten 69 tegen het vlak van de lamphouder wordt gedrukt ter plaatse van de punten 70, waardoor een spelingvrije inklemming in één richting wordt gerealiseerd, 30 hetgeen van belang is voor een juiste positionering van de PI lamp ten opzichte van de van een verlichtingseenheid deel uitmakende spiegel-plaat, zoals weergegeven in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 3, waarbij de spiegelplaat 52 verbonden is met de lamphouder 20 volgens de uitvinding.
35 In de tekeningen waarin uitvoeringsvoorbeelden van de lamphouder volgens de uitvinding zijn weergegeven, is steeds uitgegaan van de bekende vorm en afmeting van de op de lamphouder aan te sluiten electrische of 8402000 J « ' * - 22 - electronische onderdelen zoals het voorschakelapparaat en een eventuele starter, waarbij bij kleinere afmetingen van de op de lamphouder aan te sluiten electrische of electronische onderdelen, het mogelijk wordt, deze onderdelen in een sparing in de lamphouder $ volgens de uitvinding te plaatsen, waarbij bijvoorbeeld door toepassing van electriéche contacten met verende elementen als in deze aanvrage is beschreven het electrische contact tot stand kan komen bij dichtklappen van de lamphouder, waarbij uiteraard een aangepaste in- en uitwendige vorm en afmeting van de lamphouder vol-10 gens de uitvinding kan worden toegepast* 8402000

Claims (26)

1. Lamphouder voor één of meerdere lus-, u- of pi-vormige gasont-landings- of fluorescentielampen met één enkele lampvoet, bestemd om electrisch te worden doorverbonden met een voorschakelapparaat en de electrische contacten voor de netvoeding, met het kenmerk, 5 dat de lamphouder (20, 21) zodanig van inwendige electrische doorverbindingen (34, 35, 36, 37, 39, 40. en 4ή is ,voorzien, dat de lamphouder door middel van twee electrische contacten (30 en 31) direct met het voorschakelapparaat kan worden verbonden en de lamphouder voorts is voorzien van de electrische contacten (32 . en 33) 10 voor de netvoeding.
2. Lamphouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lamphouder tevens met behulp van een aparte mechanische verbinding (55) diretkfc' met het voorschakelapparaat kan worden verbonden.
3. Lamphouder volgens één der conclusies 1 en 2, met het kenmerk, 15 dat de electrische doorverbinding zodanig is, dat de lamphouder een geheel vormt met het voorschakelapparaat.
4. Lamphouder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lamphouder zodanig van extra inwendige electrische doorverbindingen (50, 51) met extra electrische contacten (46, 47, 48, 49) is 20 voorzien, dat met de lamphouder een bij de lus-, u- of pi-vormige gasontladihgs- of fluorescentielamp behorende aparte starter kan worden verbonden.
5. Lamphouder volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de electrische doorverbinding zodanig is, dat de starter één geheel vormt met de lamp- 25 houder.
6. Lamphouder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lamphouder zodanig is uitgevoerd, dat in de gerede verlichtings-eenheid de lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp en het voorschakelapparaat naast of boven elkaar zijn gelegen.
7. Lamphouder volgens één der conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat de lamphouder zodanig is uitgevoerd, dat in de gerede verlichtings-eenheid tenminste twee lus-, u- af pi-vormige gasontladings- of fluores-centieiampen aanwezig zijn, waarbij voorschakelapparaat en lampen evenwijdig aan elkaar zijn gelegen.
8. Lamphouder volgens één der conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat 8402000 j. a > * • t - 24 - de lamphouder zodanig is uitgevoerd, dat in de gerede verlichtingseen-heid tenminste één lus-, u- of pi-vormige gasontlatings- of fluores-centielamp aanwezig is, waarbij voorschakelapparaat en lamp in een willekeurig gekozen ruimtelijke oriëntatie ten opzichte van elkaar 5 en ten opzichte van de omgeving zijn gelegen*
9. Lamphouder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inwendige electrische doorverbindingen met de electrische contacten in de lamphouder zijn ingegoten. IQ. Lamphouder volgens één der conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk, 10 dat deze uit twee delen (55, 56) bestaat met een gemeenschappelijk raakvlak (57), waarbij het raakvlak van tenminste één van de delen van tenminste één uitsparing is voorzien met eventuele opstanden (59).
11. Lamphouder volgens conclusie IQ, met het kenmerk, dat de delen scharnierend met elkaar zijn verbonden.
12. Lamphouder volgens één der conclusies 10 en 11, met het kenmerk, dat de inwendige electrische’ doorverbindingen en de electrische contacten in de uitsparing zijn gemonteerd al of niet op, tegen of tussen de opstanden.
13. Lamphouder volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat tenminste 20 een electrische doorverbinding één geheel vormt met tenminste één elec-trisch contact.
14. Lamphouder volgens één der conclusies 12 en 13, met het kenmerk, dat tenminste een electrische doorverbinding geheel of gedeeltelijk als verend element is uitgevoerd en zodanig in of op de uitsparing 25 van een van· de lamphouderdelen (55 of 56) wordt gemonteerd, dat bij op elkaar klemmen van de beide lamphouderdelen de met elkaar te verbinden electrische contacten onderling electrisch worden doorverbonden.
15. Lamphouder volgens één der conclusies 10 en 11, met het kenmerk, dat tenminste een inwendige electrische doorverbinding geheel of gedeeltelijk 30 als electrisch geleidende laag, als gedrukte bedrading of als electrisch geleidende strook is uitgevoerd.
16. Lamphouder volgens één der conclusie 14 en 15, met het kenmerk, dat tenminste een electrisch contact zodanig van tenminste een verend element (60, 61) is voorzien, dat bij op elkaar klemmen van de lamphouder- 35 delen het electrische contact electrisch wordt verbonden met tenminste één inwendige electrische doorverbinding of rechtstreek wordt verbonden met het daarmee te verbinden electrische contact. 8402000 * * » - 25 -
17. Lamphouder volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de gedrukte bedradingen met de daarbij behorende electrische contacten op een apart printplaatje (58) zijn gemonteerd, waarbij het printplaatje in de uitsparing van de lamphouder is gemonteerd.
18. Lamphouder volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de gedrukte bedrading zodanig op een vlak in de uitsparing in het raakvlak van de ene helft van de lamphouder is aangebracht, dat gedrukte bedrading gelegen op een vlak van de andere helft van de lamphouder wordt gekruist, waarbij tevens de gedrukte bedrading zodanig op de vlakken is aangebracht, 10 dat via contactpunten (65) de gedrukte bedrading op het ene vlak wordt doorverbonden., met de gedrukte bedrading op het andere vlak.
19. Lamphouder volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de gedrukte bedrading door tenminste een ingegoten electrische doorverbinding is verbonden met de electrische contacten van de lamphouder.
20. Lamphouder volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de gedrukte bedrading geheel of gedeeltelijk met een electrisch isolerende laag is bedekt.
21. Lamphouder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lamphouder voor middel van pen-, draad- of stripvormige electrische 20 contacten in het voorschakelapparaat met het voorschakelapparaat kan worden verbanden.
22. Lamphouder volgens één der conclusies 1 t/m 20, met het kenmerk, dat het voorschakelapparaat door middel van pen-, draad- of stripvormige electrische contacten met de lamphouder kan worden verbonden.
25. Lamphouder volgens één der conclusies 4t/m 22, met het kenmerk, dat één of meerdere starters door middel van pen-, draad- of stripvormige electrische contacten met de lamphouder kunnen worden verbonden.
24. Lamphouder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lamphouder zodanig is uitgevoerd, dat één of meerdere spiegel- 50 platen (52), welke eventueel gecombineerd zijn uitgevoerd als warmteschild of onderdelen van een armatuur, met de lamphouder kunnen worden verbonden.
25. Lamphouder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lamphouder zodanig is uitgevoerd, dat de lampvoet van een lus-, u- of pi-vormige gasantladings- of fluorescentielamp eenzijdig in tenminste 55 één richting door een verend element in de lamphouder tegen een bij voorkeur op drie punten dragend vlak van de lamphouder wordt geklemd, één en ander zodanig dat zijdelingse speling in de lamphouder wordt vermeden. 8402000 --26 - . * o w { »'·
26. Samenstel van onderdelen voor een verlichtingsinstallatie bevattende een lamphouder volgens één der voorgaande conclusies.
27. Verlichtingsarmatuur of een gedeelte hiervan voorzien van een lamphouder volgens één der voorgaande conclusies. f402000
NL8402000A 1983-07-20 1984-06-25 Lamphouder voor lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp met een enkele lampvoet. NL8402000A (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8402000A NL8402000A (nl) 1983-07-20 1984-06-25 Lamphouder voor lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp met een enkele lampvoet.
PCT/NL1984/000022 WO1985000700A1 (en) 1983-07-20 1984-07-18 Lampholder assembly for loop-, u- or pi-shaped gas discharge or fluorescent lamps with a single lamp cap
AT84902829T ATE35072T1 (de) 1983-07-20 1984-07-18 Halterung fuer eine schlingen-, u-, oder pif¯rmige gasentladungs- oder leuchtstofflampe mit einem einzigen lampenfuss.
AU31554/84A AU3155484A (en) 1983-07-20 1984-07-18 Lamphouder voor lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp met een enkele lampvoet
EP84902829A EP0151598B1 (en) 1983-07-20 1984-07-18 Lampholder assembly for loop-, u- or pi-shaped gas discharge or fluorescent lamps with a single lamp cap
US06/722,225 US4643504A (en) 1983-07-20 1984-07-18 Lampholder assembly for loop-, u- or pi-shaped gas discharge or fluorescent lamps with a single lamp cap
DE8484902829T DE3472044D1 (en) 1983-07-20 1984-07-18 Lampholder assembly for loop-, u- or pi-shaped gas discharge or fluorescent lamps with a single lamp cap
DK122685A DK161924C (da) 1983-07-20 1985-03-19 Lampeholderenhed til sloejfe-, u- eller pi-formede udladnings- eller lysstofroer med en lampesokkel
FI851118A FI83373C (fi) 1983-07-20 1985-03-20 Lamphaollarstruktur foer ring-, u- eller pi-formad gasurladdnings- eller fluorescenslampor med ett lampfaeste.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302595 1983-07-20
NL8302595 1983-07-20
NL8402000A NL8402000A (nl) 1983-07-20 1984-06-25 Lamphouder voor lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp met een enkele lampvoet.
NL8402000 1984-06-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8402000A true NL8402000A (nl) 1985-02-18

Family

ID=26645879

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402000A NL8402000A (nl) 1983-07-20 1984-06-25 Lamphouder voor lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp met een enkele lampvoet.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4643504A (nl)
EP (1) EP0151598B1 (nl)
AU (1) AU3155484A (nl)
DE (1) DE3472044D1 (nl)
DK (1) DK161924C (nl)
FI (1) FI83373C (nl)
NL (1) NL8402000A (nl)
WO (1) WO1985000700A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8500414A (nl) * 1985-02-14 1986-09-01 Kuiper Adrianus Maria Lamphouder voor gasontladings- of fluorescentielamp met een enkele lampvoet.
NL8902616A (nl) * 1989-10-23 1991-05-16 Kuiper Adrianus Maria Lamphouderstelsel.
US6322381B1 (en) * 1995-08-22 2001-11-27 National Cathode Corp. Cold cathode lamp lampholder with mains switching
US6099336A (en) * 1995-08-22 2000-08-08 National Cathode Corp. Cold cathode lamp lampholder with mains switching
DE29600594U1 (de) * 1996-01-15 1997-05-07 Patent Treuhand Ges Fuer Elektrische Gluehlampen Mbh Einseitig gesockelte Niederdruckentladungslampe und zugehörige Fassung
DE19706905B4 (de) * 1997-02-20 2004-09-02 Holzer, Walter, Prof. Dr.h.c. Ing. Berührungssicheres Sockel-/Fassungssystem für Glüh- und Gasentladungslampen
KR20010105499A (ko) * 2000-05-10 2001-11-29 송해영 3파장 형광등 소켓
US20090079356A1 (en) * 2007-09-20 2009-03-26 Tsung-Yu Yang Ac/dc lamp holder

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2288939A (en) * 1940-07-22 1942-07-07 Curtis Darwin Tubular lamp fixture
DE838631C (de) * 1941-05-16 1952-05-12 Gen Electric Fassungskombination fuer elektrische Leuchtroehren mit Anschlussklemmen und Zuendrelais
US2298824A (en) * 1941-07-22 1942-10-13 Gen Electric Lamp socket
US2449394A (en) * 1945-03-17 1948-09-14 Eugene R Kulka Holder for fluorescent lamps
US2592142A (en) * 1946-08-24 1952-04-08 Lumalampan Ab Holder device for end-capped electrical discharge tubes provided with starter switches
US2702378A (en) * 1952-02-19 1955-02-15 Frank A Talty Fluorescent lamp ballast fixture
DE1007433B (de) * 1952-11-17 1957-05-02 Busch Jaeger Duerener Metall Wasserdichte Doppelfassung fuer parallel nebeneinanderliegende Leuchtstofflampen
FR1069157A (fr) * 1952-12-16 1954-07-05 Fluotechnic Douille pour tubes fluorescents à basse tension
US2907872A (en) * 1953-03-17 1959-10-06 Wilson Wesley Fluorescent lighting fixture
DE1127467B (de) * 1960-04-14 1962-04-12 Hermann Mellert Fabrik Fuer Fe Anordnung zur drehbaren Halterung von Leuchtstofflampen mit Zweistiftsockeln
US3353140A (en) * 1965-04-26 1967-11-14 Kulka Electric Corp Fluorescent lampholder with selfaligning sealing means
US3426234A (en) * 1966-02-15 1969-02-04 Aiden Kk Explosion-proof fluorescent lamp apparatus
NL6617061A (nl) * 1966-12-03 1968-06-04
US3582866A (en) * 1968-12-23 1971-06-01 Personal Service Mfg Corp Fluorescent tube conductor
NL185114C (nl) * 1980-06-04 1990-01-16 Philips Nv Lagedrukkwikdampontladingslamp.

Also Published As

Publication number Publication date
FI83373C (fi) 1991-06-25
DE3472044D1 (en) 1988-07-14
FI83373B (fi) 1991-03-15
EP0151598A1 (en) 1985-08-21
EP0151598B1 (en) 1988-06-08
DK161924C (da) 1992-03-16
FI851118L (fi) 1985-03-20
WO1985000700A1 (en) 1985-02-14
DK122685D0 (da) 1985-03-19
US4643504A (en) 1987-02-17
AU3155484A (en) 1985-03-04
DK161924B (da) 1991-08-26
DK122685A (da) 1985-05-17
FI851118A0 (fi) 1985-03-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6083021A (en) Fluorescent light ballast lamp mounting socket construction
KR101410950B1 (ko) Led 소켓 및 교체가능한 led 조립체들
MXPA05004885A (es) Sistema de luminaria modular.
WO2008118482A2 (en) Modular lighting system
NL8402000A (nl) Lamphouder voor lus-, u- of pi-vormige gasontladings- of fluorescentielamp met een enkele lampvoet.
JPH0215221Y2 (nl)
US6893282B2 (en) Bayonet base for lamp mount
US6019486A (en) Lighting device
JP3928383B2 (ja) Led照明器具
GB2266810A (en) Multi socket outlet assembly
GB2266811A (en) Switched socket outlet.
BE1028025B1 (nl) Modulair verlichtingssysteem
CN109716022B (zh) 核心槽箱式灯支架卡入和接地组件
JP2614464B2 (ja) 多灯用環形吊下げ蛍光灯器具
CA2280205C (en) Multi-lamp assembly for miniature lighting strips
JP4057872B2 (ja) 照明器具
JP2002525830A (ja) 照明装置
JPH0513173A (ja) 電気装置および照明器具
JP6960581B2 (ja) コネクタ及び照明器具
JP6960580B2 (ja) コネクタ及び照明器具
JPH0544123B2 (nl)
JPS60502029A (ja) 単一のランプキャップを備えたル−プ、u、あるいはパイ形のガス放電あるいは螢光ランプ用のランプホルダ−構造体
RU2587979C2 (ru) Комплект электрооборудования для подключения источника лучистой энергии (инфракрасного излучения, видимого излучения и ультрафиолетового излучения) компактной электрической энергосберегающей лампы к источнику электрической энергии
JP2004071337A (ja) ランプソケット及び照明器具
EP1228953A1 (en) Lamp

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed