NL8401503A - Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een bekleding op een heet glasachtig substraat. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een bekleding op een heet glasachtig substraat. Download PDF

Info

Publication number
NL8401503A
NL8401503A NL8401503A NL8401503A NL8401503A NL 8401503 A NL8401503 A NL 8401503A NL 8401503 A NL8401503 A NL 8401503A NL 8401503 A NL8401503 A NL 8401503A NL 8401503 A NL8401503 A NL 8401503A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coating
substrate
web
substrate web
precursor material
Prior art date
Application number
NL8401503A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Glaverbel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Glaverbel filed Critical Glaverbel
Publication of NL8401503A publication Critical patent/NL8401503A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C03GLASS; MINERAL OR SLAG WOOL
    • C03CCHEMICAL COMPOSITION OF GLASSES, GLAZES OR VITREOUS ENAMELS; SURFACE TREATMENT OF GLASS; SURFACE TREATMENT OF FIBRES OR FILAMENTS MADE FROM GLASS, MINERALS OR SLAGS; JOINING GLASS TO GLASS OR OTHER MATERIALS
    • C03C17/00Surface treatment of glass, not in the form of fibres or filaments, by coating
    • C03C17/001General methods for coating; Devices therefor
    • C03C17/002General methods for coating; Devices therefor for flat glass, e.g. float glass

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Surface Treatment Of Glass (AREA)
  • Application Of Or Painting With Fluid Materials (AREA)
  • Chemically Coating (AREA)

Description

NL/32047—Kp/ed * *
Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een bekleding op een heet glasachtig substraat.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een metaalbekleding op een heet glasachtig substraat, terwijl het substraat wordt gevoerd door een bekledingsstation, waar een bekledingsprecursor-5 materiaal wordt gesproeid op het substraat met behulp van een apparaat, dat zich herhaaldelijk beweegt dwars op de substraatbaan, zodat het bekledingsprecursormateriaal langs pyrolitische weg ontleedt en zodoende in situ op het oppervlak de bekleding vormt, alsmede op een inrichting voor het 10 uitvoeren van een dergelijke werkwijze.
Er zijn talloze werkwijzen van deze soort bekend, die onder andere worden gebruikt voor het verlenen van stra-lingabsorberende en/of reflecterende eigenschappen aan glas, dat voor beglazingsdoeleinden wordt gebruikt. Het zal dui-15 delijk zijn, dat van dergelijke bekledingen wenselijk is, dat ze sterk hechten aan het glasachtige materiaal en dat ze goede optische eigenschappen bezitten. Dergelijke werkwijzen worden ook gebruikt voor het verkrijgen van een electrisch geleidende bekleding voor diverse doeleinden.
20 Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het verkrijgen van een dergelijke bekleding, die gelijkmatiger in structuur is dan tot nu toe mogelijk.
De uitvinding verschaft derhalve een werkwijze voor 25 het aanbrengen van een metaalbekleding op een heet glasachtig substraat, terwijl het substraat wordt gevoerd door een bekledingsstation, waar bekledingsprecursormateriaal wordt gesproeid op het substraat met behulp van een apparaat, dat herhaaldelijk boven de substraatbaan op en neer beweegt, zo-30 dat het bekledingsprecursormateriaal ten gevolge van pyro-lise ontleedt, waarbij de bekleding op het substraat in situ wordt gevormd, met het kenmerk, dat stralingswarmte, afkomstig van stralingverhitters, aangebracht aan de zijde van het te bekleden substraat wordt gericht dwars op het gebied, 35 dat wordt bestreken door de botsingszone van het bekledingsprecursormateriaal van het substraat.
De werkwijze van de uitvinding bevordert de vor- 8401503 ' ' V - 2 - \ ming van een bekleding, die gelijkmatiger is dan tot nu toe mogelijk, welke werkwijze bovendien een doelmatiger gebruik van het bekledingsprecursormateriaal mogelijk maakt.
Bij afwezigheid van een dergelijke verhitting zou 5 er een snelle temperatuursdaling van het verhitte substraat optreden en wel over de lengte van het dwarse gebied dat is bestreken door de botsingszone van het bekledingsmateriaal. Deze snelle temperatuursdaling kan te wijten zijn aan een of meer oorzaken, bijvoorbeeld verhitting en verdamping van een 10 oplosmiddel, dat gebruikt wordt voor het versproeien van het precursormateriaal, aan de verhitting van het bekledingsprecursormateriaal zelf danwel aan warmteabsorptie door de optredende endotherme bekledingsreactie. Bij afwezigheid van de genoemde verhitting zal de thermische energie, vereist 15 voor een of meer van deze doeleinden worden geleverd door het substraat. De optredende bekledingsreacties vinden plaats bij een snelheid, die afhankelijk is van de temperatuur. In een voorbeeld van de standaardtechniek werd een 950nm dikke bekleding van tinoxyde aangebracht op een hete 20 glasstrook door versproeien van een waterige oplossing van tindichloride, waarbij de mate van dwarse besproeiing, de lengte van de sproeibotsingszone en de transportsnelheid van de strook zodanig zijn, dat elk gebied van de strook zeven keer door de sproeibotsingszone werd doorlopen teneinde de 25 bekleding op te bouwen. Gebleken is, dat de dikte van de bekleding, die voor het eerste keer passeren van de sproeibotsingszone werd verkregen, bedroeg 180nm, terwijl bij het laatste keer doorlopen van de besproeiingszone de dikte 100nm bedroeg ondanks een constante sproeisnelheid. Ten ge-30 volge van de bekleding vond er een temperatuurverval op het te bekleden oppervlak plaats van tussen de 30°C en 40°C. Berekend werd voorts, dat minder dan 10 procent van de ver-sproeide tin werd opgenomen in de bekleding.
Bij afwezigheid van de voor de uitvinding toege-35 paste verhitting blijkt de snelheid waarbij de bekledingsreacties plaatsvinden, af te nemen naar mate de dikte van de bekleding toeneemt, terwijl een toenemend gedeelte van het bekledingsprecursormateriaal niet zal worden omgezet in de gewenste bekleding.
3401503 - 3 - * '
Volgens de bovengenoemde verhitting van substraat tijdens bekleding hiervan komt er een energie beschikbaar voor het verdampen van het versproeide oplosmidel en voor het verminderen van de temperatuursdaling in het oppervlak 5 van het substraat tijdens de bekledingsperiode, zodat de snelheid waarbij de bekledingsreacties plaatsvinden niet wordt verlaagd of niet noemenswaardig wordt verlaagd, zodat de verkregen bekleding gunstig wordt beïnvloed. Langs deze weg is het theoretisch mogelijk een besparing van tot 10 25 procent in de hoeveelheid aan te brengen bekledingspre- cursormateriaal te verkrijgen. Het opbouwen van de bekleding als gevolg van reacties, die bij een practisch zelfde snelheid plaatsvinden, is gunstig voor de optische en andere eigenschappen van de aangebrachte bekleding.
15 Een ander belangrijk doel wordt ook verkregen wan neer het substraat wordt verhit zoals boven beschreven. Een dergelijke verhitting betekent, dat de temperatuur in de atmosfeer boven het substraat hoger is dan in het geval dat een dergelijke verhitting niet zou zijn met het resultaat, 20 dat de kans op condenseren van het oplosmiddel en de bekle-dingsprecursor in het bekledingsstation kleiner is, bijvoorbeeld tegen de blaasmachines, die zijn aangebracht onderin het bekledingsstation en die gebruikt worden voor het afvoeren van afvalmaterialen. Bovendien wordt het risico dat con-25 densatiedruppels door terechtkomen op de versgevormde bekleding deze gaan aantasten ook kleiner.
Bij voorkeur wordt het bekledingsprecursormateriaal schuin op de substraatbaan gesproeid in een richting langs die baan. Een dergelijke opstelling maakt een langere 30 sproeibotsingszone mogelijk en vergemakkelijkt het richten van stralingswarmte op die zone dan wanneer het sproeien tegen het substraat op normale wijze zou plaatsvinden.
Het bekledingsprecursormateriaal wordt met voordeel gesproeid in een richting schuin op de substraatbaan en wel 35 in stroomafwaartse richting.
Met voordeel heeft het straalverhittingsapparaat een zwarte lichaamstemperatuur van 900°C tot 1600°C. De door een dergelijke radiator geëmiteerde stralingsgolflengte wordt door het beklede glasachtige materiaal sterk geabsor- 8401503 * ' ς - 4 - beerd.
Op die manier wordt de verhittingsactie volledig of althans practisch volledig beperkt tot een oppervlakte-laag van het glasachtige materiaal van het beklede opper-5 vlak. Deze selectieve verhitting van een oppervlak van het substraat bleek voordelen op te leveren bij het koelen van het substraat volgend op de bekleding ervan, wanneer omgeschakeld wordt naar de productie van bekleed glas naar onbekleed glas blijkt in het bijzonder waardevol, wanneer het 10 substraat bestaat uit een strook versgevormd glas.
Bij het koelen van een strook met een significant temperatuursgradiënt in dikterichting bij het verlaten van de bekledingzone dient de koeling, die plaatsvindt na de bekledingsbewerking, op geschikte wijze plaats te vinden 15 teneinde te voldoen aan die temperatuursgradiënt indien de koeling op een geheel bevredigende wijze dient plaats te vinden. Indien in een productiefabriek, waarbij de strook wordt verhit over zijn gehele dikte voorafgaande aan of tijdens bekleding is het gewenst, dat op elk ogenblik kan wor-20 den omgeschakeld naar de productie van onbekleed glas, waarbij het dus niet voldoende is het verhittings- en bekled..: dingsapparaat inactief te maken. Instelling van de koelings-installatie is eveneens vereist, welke instelling zeer tijdrovend is. Evenzo dient een dergelijke instelling plaats te 25 vinden wanneer teruggeschakeld wordt naar de productie van bekleed glas, terwijl het zelfs vereist wanneer overgegaan wordt van het ene type of dikte van de coating naar andere, aangezien zulks vaak gepaard gaat met een verandering in de hoeveelheid geabsorbeerde warmte uit het oppervlak van de 30 strook tijdens bekleding. Een werkwijze, waarbij dit voor-keursaspect van de uitvinding aanwezig is, kan zodanig worden uitgevoerd, dat geen of slechts zeer geringe instelling van de koelomstandigheden is vereist zelfs wanneer wordt omgeschakeld van de productie van bekleed glas naar onbekleed 35 glas en vice versa. Bij voorkeur wordt een groot aantal ver-hitters aangebracht langs de substraatbaan. Dit is vooral gunstig bij het instellen van de verhitting in de lengtes richting van de botsingszone.
Met voordeel wordt de intensiteit van de bestraling 8401503 ft - 5 - κ \ gericht dwars op het botsinggebied, beheerst door instelling van de hoogte van de straalverhitters boven de substraat-baan. Dit is een zeer eenvoudige manier van beheersen van de verhitting van het substraat. Alternatief of tegelijkertijd 5 kan een dergelijke beheersing worden gerealiseerd door variëren van de aanvoer van brandstof of verhittingsstroom naar het straalverhittingsapparaat.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de verhitting zodanig beheerst, dat elk stukje 10 van het oppervlak van de strook een temperatuurvariatie ondergaat die kleiner is dan 15°C, of helemaal geen, tussen het tijdstip wanneer een dergelijk stukje oppervlak eerst wordt geconfronteerd met de botsingzone van het bekledings-precursormateriaal en het tijdstip wanneer het laatst wordt 15 geconfronteerd met die zone en bij voorkeur varieert de temperatuur minder dan 10.°C. Hierdoor wordt een uniforme reactiesnelheid tijdens het totstandkomen van de bekleding verkregen .
Met voordeel wordt een groot aantal verhittere aan-20 gebracht dwars op de substraatbaan, waardoor de hoeveelheden warmte, gericht op verschillende gebieden van het substraat, afzonderlijk instelbaar is. Bekend is, dat de randgebieden van het verhitte substraat sneller warmte verliezen dan het midden ervan, zodat door dit voorkeursaspect de tem-25 peratuur van het substraat over zijn hele breedte zodanig kan worden geregeld, dat een uniforme bekleding over de hele breedte van het substraat wordt bevorderd. Ten behoeve van dit doel verdient het in het bijzonder de voorkeur wanneer de hitting zodanig wordt geregeld, dat elk stukje over de 30 lengt van het substraat de temperatuur van het te bekleden oppervlak varieert, indien het überhaupt plaatsvindt, niet minder dan 15°C dwars door het substraat tijdens de bekle-.. ding.
De uitvinding verschaft voorts een inrichting voor 35 het aanbrengen van een metaalbekleding op een heet glasachtig substraat, welke inrichting is voorzien van een transportband voor het transporteren van het te bekleden substraat langs een baan door een bekledingsstation, voorzien van een bekledingsapparaat, dat herhaaldelijk op en neer bo- 8401503 «r ·- - 6 - ven de substraatbaan beweegt voor het versproeien van bekle-dingsprecursormateriaal, waarbij het bekledingsprecursor-materiaal ten gevolge van pyrolise ontleedt en de bekleding in situ op het oppervlak vormt, met het kenmerk, dat de 5 straalverhitters zijn aangebracht aan dezelfde zijde van de substraatbaan als het bekledingsapparaat, terwijl de verhit-ters zodanig zijn gerangschikt en aangebracht, dat stra-lingswarmte wordt gericht op het dwarsgedeelte, bestreken door de zone, waar het versproeide bekledingsmateriaal botst 10 op de substraatbaan.
Een dergelijke inrichting omvat een of meer van de volgende keuzeaspecten: (i) het bekledingsapparaat is zodanig aangebracht, dat het bekledingsmateriaal schuin op de substraatbaan wordt 15 versproeid in een richting langs de substraatbaan; (ii) het bekledingsapparaat is zodanig aangebracht, dat het bekledingsmateriaal schuin op de substraatbaan wordt versproeid in stroomafwaartse richting langs de baan; (iii) de verhitters omvatten een groot aantal verschil-20 lende verhitters, die zijn aangebracht langs de substraatbaan ; (iv) de verhitters zijn in hoogte instelbaar boven de substraatbaan; (v) de verhitters omvatten een groot aantal onafhanke-25 lijk instelbare verhitters, aangebracht dwars op de substraatbaan .
De uitvinding zal thans nader worden beschreven bij wijze van voorbeeld aan de hand van figuren 1 en 2 van de bijgaande tekening, welke figuren dwarsdoorsneden zijn 30 van twee uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding.
In figuur 1 wordt een heet glasachtig substraat gevoerd langs baan 1 met behulp van transportwalsen 2 in de stroomopwaartse richting 3 langs een tunnel 4 met daarin een 35 bekledingsstation 5.
In de bekledingszone is een sproeikop 6 aangebracht op een slede 7, die loopt op een spoor 8, zodanig dat de sproeikop herhaaldelijk dwars op de baan 1 van het hete glassubstraat op en neer kan gaan onder versproeiing van een 40 bundel 9 van het bekledingsprecursormateriaal schuin op het 3401503 * » - 7 - substraat in stroomafwaartse richting 3 langs de substraat-baan 1, zodat het bekledingsprecursormateriaal botst tegen het substraat in een zone 10, die strijkt langs de substraatbaan 1 onder afbakening van een dwarsbotsingsgebied.
5 Volgens de uitvinding wordt de stralingswarmte gericht op dat botsingsgebied vanuit straalverhitters 11, die zijn aangebracht aan dezelfde zijde van de substraatbaan 1 als de sproeikop 6.
In de inrichting volgens figuur 1 bestaan de ver-10 hitters 11 uit een groot aantal verhittingselementen 12 dwars over de substraatbaan 1 en zijn aangebracht langs die baan en worden gedragen door een hittebestandige drager 13, die is opgehangen bij 14 aan de dekselwand 15 van de tunnel 4, zodat de drager naar beneden en boven kan worden ver-15 plaatst met behulp van schroefdradenvoorziene stijlen 16 met de scharnier14 als draaipunt teneinde de insentiteit van de warmte, gericht op het substraat, dat langs de baan heen beweegt, te variëren. Er is een afvoerkanaal 17 aangebracht voor het opvangen van bekledingsreactienevenproducten en on-20 gebruikt precursormateriaal.
De verhittingselementen 12 leveren warmte aan het oppervlak van het te bekleden substraat en aan de atmosfeer daarboven om zodoende extra warmte te verschaffen voor de verdamping van het drageroplosmiddel in het versproeide be-25 kledingsprecursormateriaal alsmede voor de plaatsvindende bekledingsreactie. De stralingswarmte is dus gericht op de botsingszone 10 van de sproeibundel 9 op het substraat en is gericht op de sproeibundel 9 voordat een dergelijke botsing plaatsvindt en op het substraat stroomafwaarts van de bot-30 singszone 10, waar de reactie plaatsvindt op het beklede oppervlak.
De mate van verhitting van de verhitters 12 kan en wordt bij voorkeur zodanig geregeld dat de temperatuur van elk stukje van het gebied van het beklede oppervlak van het 35 substraat practisch constant wordt gehouden tijdens de bekleding, zodat het bekledingsprecursormateriaal bij de opeenvolgende gangen van de sproeikop 6 onder practisch identieke temperatuursomstandigheden wordt aangebracht, zodat de bekledingsreacties plaatsvinden bij een uniforme snelheid 40 gedurende de coatingperiode.
8401503 - 8 -
Door gebruik van de verhitters 11 vindt ook verwarming van het bekledingsstation zelf plaats, waardoor condensatie van het bekledingsprecursormateriaal van bijvoorbeeld tegen de dakwand 15 of afvoerkanaal 17 voorkomen 5 wordt. Als resultaat hiervan is er een sterk verlaagd risico dat dergelijke condensatiedruppels terecht zullen komen op het oppervlak van het glas, wat tot beschadiging van de bekleding zou leiden.
In een voorkeursopstelling zijn de verhittingsele-10 menten 12 niet continu over de breedte van de substraatbaan aanwezig doch bestaan uit een groot aantal verschillende secties, zodat verschillende breedtestukjes van de substraatbaan 1 verschillend kunnen worden verhit. Bij een dergelijke opstelling is het mogelijk te compenseren voor de 15 warmteverliezen door of aan de zijwanden van de tunnel 4.
De in figuur 1 afgeheelde inrichting is in het bijzonder bedoeld voor toepassing bij het bekleden van glasplaten.
20 Voorbeeld 1
Volgens een specifieke uitvoeringsvorm worden glasplaten getransporteerd langs de baan 1 met een snelheid van 16cm/min voor bekleding met een fluor-gedoopte SN02 bekleding met een dikte van 250nm door besproeiing met een op-25 lossing van SnCl^.SH^O en trifluorazijnzuur in dimethylfor-mamide. De sproeikop 6 wordt aangebracht 15cm boven het glas en is zodanig aangebracht dat de sproeikop op en neer dwars boven het glas kan bewegen met een snelheid van 16 cycli/mi-nuut, waarbij het bekledingsprecursormateriaal wordt ver-30 sproeid bij een hoek van 30° ten opzichte van het horizontaal. De verwarmingselementen12 zijn opgesteld beginnende met een afstand van circa 20cm stroomafwaarts vanaf de sproeikop 6 en strekken zich uit over een tunneldaklengte van circa 60cm. De vuurvaste drager 13, die een dergelijk 35 tunneldak vormt, is naar beneden gedraaid zodanig, dat het stroomopwaartse verwarmingselement zich bevindt 25cm boven de substraatbaan, terwijl het stroomafwaartse verwarmingselement 10cm verwijderd is van de baan. De verwarmingselementen kunnen worden ingesteld op een temperatuur tussen S4 0 1 5 0 3 - 9 - " ' 900°C en 1600°C in hun zwarte lichaamstemperatuur, en hebben een instelbare vermogensuitgang tot een maximum van 60 tot 100KW. De verwarmingselementen worden zodanig ingesteld, dat de temperatuur in de atmosfeer boven de baan gehandhaafd 5 blijft op 460°C, terwijl het glas het bekledingsstation binnenkomt bij een temperatuur van 580°C.
Een dergelijke werkwijze resulteert in een bekleding met een sterk uniforme structuur, die practisch vrij is van defecten ten gevolge van het druipen van condensatie-10 druppels.
Figuur 2 toont een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij een vers gevormde strook heet glas wordt getransporteerd in stroomafwaartse richting 18 langs een baan 19 met behulp van transportwalsen 20 door een 15 tunnel 21, die is aangebracht tussen een strookvormende machine, zoals een flotatietank (niet aangegeven) en een horizontale koeloven (niet aangegeven). De tunnel 21 is voorzien van een bekledingsstation 22 met een sproeikop 23, die zodanig is aangebracht, dat hij herhaaldelijk dwars bo-20 ven de baan 19 van de hete glasstrook op en neer kan gaan, daarbij versproeiend een bundel bekledingsprecursormateriaal schuin op de substraatbaan in stroomwaartse richting 18, zodat het materiaal botst tegen het substraat in een zone 25, die zich uitstrekt over de baan teneinde een dwarsbotsings-25 gebied af te bakenen. De stralingswarmte wordt gericht op dat botsingsgebied vanuit straalverhitters 26, die zijn opgehangen aan het dak 27 van de tunnel 21 zodanig, dat hun hoogte boven het substraat variabel is. De verwarmingselementen zijn aangebracht in een aantal secties die afzonderlijk 30 kunnen worden geregeld, teneinde variatie in warmteafgifte langs de lengte van de tunnel 21 en dwars op de baan te verkrijgen.
Er is een afvoerkanaal 28 aangebracht voor het af-voeren van reactienevenproducten en ongebruikt precursorma-35 teriaal.
Optimaal hebben de verhittingselementen 26 een zwarte lichaamtemperatuur tussen 900°C en 1600°C, zodat de daarbij geëmitteerde straling niet penetreert achter een laag van het substraat bij het te bekleden oppervlak. Op die ma-40 nier kan verwarming van het substraat worden geregeld, zodat 8401503 - 10 -
* V
additioneel toegevoerde warmte de warmte, die is geabsorbeerd vanuit het substraat door de bekledingsreacties, compenseert, zodat het substraat practisch dezelfde tempera-tuursgradiënt in dikterichting heeft voor en na de bekle-5 ding. Dit is vooral van belang wanneer het substraat een continue strook van vers gevorm glas is, dat bekleed wordt tussen een glasvormende machine, bijvoorbeeld een flotatie-tank, en een koeloven (niet getoond).
Door toepassing van dit aspect kan productie 10 plaatsvinden, waarbij omgeschakeld kan worden van bekleed tot onbekleed glas zonder verstoring van de temperatuur-gradiënt dwars door de dikte van de glasstrook. Dit betekent, dat dezelfde koelomstandigheden kunnen worden verkregen in de koeloven voor bekleed en onbekleed glas, zodat 15 de omschakeling bij de productie veel sneller kan plaatsvinden. Wederom wordt door de toepassing van de verwarmingselementen de condensatie van het bekledingsprecursormateri-aal belet zodanig, dat het risico voor vervloeiing van druppels van dat materiaal op het glas verlaagd wordt.
20
Voorbeeld 2
In een specifiek voorbeeld wordt een versgevormde strook vlak glas gevoerd naar het bekledingsstation bij een temperatuur van 600°C en een snelheid van 4,5m/minuut. Een 25 waterige oplossing van SnC^ en NH^F.HF wordt gesproeid in een bundel onder een as, die 30° maakt met het horizontaal en die botst tegen de strook over een dwarsbotsingsgebied van 85cm lang vanuit een sproeikop, die is aangebracht op een afstand van 6.0cm boven de strook en die de strookband 30 passeert met een snelheid van 25 cycli/minuut teneinde een bekleding te vormen in een dikte van 750nm van fluor-gedoopt Sn02· De verwarmingseenheid 26 is aangebracht 50cm boven de strookbaan en is in hoogte instelbaar tot 20cm toe boven de baan. De verwarmingseenheid neemt van de tunnel 90cm in be-35 slag, zijn stroomafwaarts uiteinde is verticaal aangebracht boven het stroomafwaarts einde van het dwarse botsingsge-bied van de sproeibundel 24 op de glasstrook. De verwarmingseenheid omvat een groot aantal onafhankelijk instelbare gasbranders langs en dwars op de tunnel 2'1 . De gasbranders 40 hebben een zwarte lichaamtemperatuur, die instelbaar is tus- 8401503 -¾ - 11 - sen 900°C en 1600°C.
De atmosfeer boven de strook in de sproeizone wordt gehandhaafd op circa 450°C, zodanig, dat tinchloride, dat niet gebruikt wordt in de bekledingsreactie, een hogere 5 dampdruk heeft en wordt afgevoerd. Het gevolg hiervan is, dat elk risico van het condenseren van het tinchloride in de tunnel 21, bijvoorbeeld op het afvoerkanaal 28, en daardoor inslaan op de strook en hierbij de vers gevormde bekleding aan te tasten, practisch geëlimineerd wordt.
10 Gevonden is, dat de gevormde bekleding een prac tisch uniforme structuur had over zijn dikte.
8401503

Claims (19)

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een metaalbekle-ding op een heet glasachtig substraat, terwijl het wordt gevoerd door een bekledingsstation, waar bekledingsprecursor-materiaal wordt gesproeid op het substraat met behulp van 5 een apparaat, dat de substraatbaan herhaaldelijk op en neer passeert zodanig, dat het bekledingsprecursormateriaal langs pyrolitische weg ontleedt en daarbij in situ een bekleding op het substraat vormt, met het kenmerk, dat stralingswarmte vanuit straalverwarmers, die zijn aange-10 bracht aan de zijde van het te bekleden substraat, wordt gericht op het dwarse gebied, dat wordt bestreken door de bot-singszone van het bekledingsprecursormateriaal op het substraat.
2. Werkwijze volgens conclusie 1,met het k e n-15 merk, dat het bekledingsmateriaal wordt gesproeid schuin op de substraatbaan in een richting langs de baan.
3. Werkwijze volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat het bekledingsprecursormateriaal wordt gesproeid schuin op de substraatbaan in de stroomafwaartse 20 richting.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de straalverhitter een zwarte lichaamtemperatuur heeft van 900°C tot 1600°C.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat verscheidene verwarmingselementen zijn aangebracht langs de substraatbaan.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de intensiteit van de straling, gericht op het dwarse botsingsgebied, wordt beheerst 30 door instelling van de hoogte van de straalverhitters boven de substraatbaan.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verwarming zodanig wordt beheerst, dat bij elk stukje van het gebied van de strook 35 de temperatuur van het te bekleden oppervlak, indien dat het geval is, varieert met minder dan 15°C tussen het tijdstip wanneer een dergelijk stuk van het gebied terechtkomt in de botsingszone van het bekledingsprecursormateriaal en het tijdstip wanneer dit het laatst gebeurt. 8401503 - 13 - * *
8. Werkwijze volgens conclusie 7,met het kenmerk, dat deze temperatuurvariatie minder dan 10°C is.
9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een groot aantal verwar- 5 mingselementen is aangebracht dwars op de baan van het substraat, waarbij de hoeveelheid warmte, die gericht is op verschillende stukken van het substraat in de breedterich-ting onafhankelijk instelbaar is.
10. Werkwijze volgens conclusie 9,met het ken- 10 merk, dat de verwarming zodanig wordt beheerst, dat voor elk stukje van de lengte van het substraat de temperatuur van het te bekleden oppervlak varieert indien dat het geval is met minder dan 15°C over de breedte van het substraat tijdens de bekleding.
11. Inrichting voor het aanbrengen van een metaalver binding op een heet glasachtig substraat, welke inrichting is voorzien van een transportband voor het transporteren van het te bekleden substraat langs een baan via een bekledings-station, dat is voorzien van een bekledingsapparaat, dat 20 herhaaldelijk dwars over de substraatbaan beweegt onder ver-sproeiing van bekledingsprecursormateriaal, zodanig, dat het bekledingsprecursormateriaal pyrolytisch ontleedt en in situ de bekleding op het oppervlak vormt, met het kenmerk, dat de straalverwarmingseenheid is aangebracht aan 25 dezelfde zijde van de substraatbaan als het bekledingsapparaat, waarbij de verwarmingseenheid zodanig is gerangschikt en aangebracht, dat de stralingswarmte wordt gericht op het dwarse gebied dat wordt bestreken door de zone, waar het versproeide bekledingsmateriaal op de substraatbaan 30 botst.
12. Inrichting volgens conclusie 11,met het kenmerk, dat het bekledingsapparaat zodanig is aangebracht, dat het bekledingsmateriaal ten opzichte van de substraatbaan schuin wordt versproeid in een richting langs de 35 baan.
13. Inrichting volgens conclusie 12, m e t het kenmerk, dat het bekledingsapparaat zodanig is aangebracht, dat het bekledingsmateriaal schuin ten opzichte van de substraatbaan wordt gesproeid in stroomafwaartse rich- 40 ting. 8401503 V - 14 - v» Sr
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 11 tot 13, met het kenmerk, dat de verwarmingseen-heid bestaat uit een groot aantal verwarmingselementen, die zijn aangebracht langs de substraatbaan.
15. Inrichting volgens conclusies 11 tot 14, m e t het kenmerk, dat de verwarmingselementen boven de substraatbaan in hoogte instelbaar zijn.
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 11 tot 15,met het kenmerk, dat de verhittings- 10 elementen bestaan uit een groot aantal onafhankelijk instelbare elementen, die dwars op de substraatbaan zijn aangebracht .
17. Werkwijze volgens de voorgaande conclusies 1 tot 10, en in hoofdzaak zoals hier beschreven.
18. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 11 tot 16 en in hoofdzaak zoals hier beschreven.
19. Glasachtig materiaal, bekleed volgens de methode volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 10 en conclusie 17. 3401503
NL8401503A 1983-05-13 1984-05-10 Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een bekleding op een heet glasachtig substraat. NL8401503A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB08313285A GB2139612B (en) 1983-05-13 1983-05-13 Coating a hot vitreous substrate
GB8313285 1983-05-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401503A true NL8401503A (nl) 1984-12-03

Family

ID=10542718

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401503A NL8401503A (nl) 1983-05-13 1984-05-10 Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een bekleding op een heet glasachtig substraat.

Country Status (13)

Country Link
US (2) US4598023A (nl)
JP (1) JPS6071544A (nl)
AT (1) AT390430B (nl)
BE (1) BE899592A (nl)
CA (1) CA1235027A (nl)
DE (1) DE3417596C2 (nl)
ES (2) ES8504094A1 (nl)
FR (1) FR2545818B1 (nl)
GB (1) GB2139612B (nl)
IT (1) IT1178939B (nl)
LU (1) LU85350A1 (nl)
NL (1) NL8401503A (nl)
SE (1) SE461218B (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3680129D1 (de) * 1985-03-22 1991-08-14 Pilkington Plc Beschichtungsverfahren.
US4661381A (en) * 1985-10-07 1987-04-28 Libbey-Owens-Ford Co. Continuous vapor deposition method for producing a coated glass article
GB8531424D0 (en) * 1985-12-20 1986-02-05 Glaverbel Coating glass
GB2185249B (en) * 1985-12-20 1989-10-18 Glaverbel Apparatus for and process of coating glass
GB2187184B (en) * 1985-12-20 1989-10-11 Glaverbel Process and apparatus for pyrolytically coating glass
NO168762C (no) * 1985-12-20 1992-04-01 Glaverbel Belagt, flatt glass.
GB8630791D0 (en) * 1986-12-23 1987-02-04 Glaverbel Coating glass
JPH0712349Y2 (ja) * 1987-05-13 1995-03-22 株式会社リコー 多段給紙装置
GB2216903A (en) * 1988-04-06 1989-10-18 Ici Plc Transparent conductive zinc oxide layer
US5155321A (en) 1990-11-09 1992-10-13 Dtm Corporation Radiant heating apparatus for providing uniform surface temperature useful in selective laser sintering
US5698262A (en) 1996-05-06 1997-12-16 Libbey-Owens-Ford Co. Method for forming tin oxide coating on glass
TW574405B (en) * 2001-01-30 2004-02-01 Hannstar Display Corp Susceptor device in a masked sputtering chamber
FR2843899A1 (fr) * 2002-09-03 2004-03-05 Corning Inc Depot d'un film sur un substrat
FI20060288A0 (fi) * 2006-03-27 2006-03-27 Abr Innova Oy Pinnoitusmenetelmä
CN101965233B (zh) * 2008-03-05 2013-02-20 南线公司 作为熔融金属中的防护屏蔽层的铌
JP2012082481A (ja) * 2010-10-13 2012-04-26 Sharp Corp 製膜装置及び製膜方法

Family Cites Families (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1307216A (en) * 1969-04-23 1973-02-14 Pilkington Brothers Ltd Treating glass
CA927690A (en) * 1970-07-13 1973-06-05 Ball Corporation Apparatus and method for treating vitreous surfaces
US3850665A (en) * 1971-07-08 1974-11-26 Glaverbel Process for forming a metal oxide coating on a substrate and resulting products
IT996924B (it) * 1972-12-21 1975-12-10 Glaverbel Procedimento per formare uno strato di ossido metallico
GB1520124A (en) * 1974-09-18 1978-08-02 M & T Chemicals Inc Process for applying stannic oxide coatings to glass
FR2288068A1 (fr) * 1974-10-15 1976-05-14 Boussois Sa Procede et dispositif pour deposer par pulverisation d'un liquide une couche mince a la surface d'un materiau en feuille, notamment pour le traitement a chaud d'une feuille de verre
JPS5812218B2 (ja) * 1975-03-29 1983-03-07 セントラル硝子株式会社 ネツセンハンシヤガラスノセイゾウホウホウ オヨビ ソウチ
US4022601A (en) * 1975-06-02 1977-05-10 Ppg Industries, Inc. Method and apparatus for coating a glass substrate
US4307681A (en) * 1978-03-15 1981-12-29 Photon Power, Inc. Apparatus for quality film formation
US4240816A (en) * 1979-02-09 1980-12-23 Mcmaster Harold Method and apparatus for forming tempered sheet glass with a pyrolytic film in a continuous process
CH628600A5 (fr) * 1979-02-14 1982-03-15 Siv Soc Italiana Vetro Procede pour deposer en continu, sur la surface d'un substrat porte a haute temperature, une couche d'une matiere solide et installation pour la mise en oeuvre de ce procede.
US4311731A (en) * 1980-01-11 1982-01-19 Messer John A Method for making shatter-resistant mirror
IT1143298B (it) * 1980-01-31 1986-10-22 Bfg Glassgroup Procedimento e dispositivo per ricoprire il vetro
IT1143299B (it) * 1980-01-31 1986-10-22 Bfg Glassgroup Procedimento e dispositivo per ricoprire il vetro
GB2068934B (en) * 1980-01-31 1984-04-26 Bfg Glassgroup Coating hot glass with metals or metal compounds especially oxides
IT1143300B (it) * 1980-01-31 1986-10-22 Bfg Glassgroup Procedimento e dispositivo per ricoprire il vetro
GB2068935B (en) * 1980-01-31 1983-11-30 Bfg Glassgroup Coating hot glass with metals or metal compounds especially oxides
IT1144219B (it) * 1980-06-20 1986-10-29 Bfg Glassgroup Procedimento e dispositivo per formare un rivestimento di metallo o di un composto metallico
GB2078710B (en) * 1980-06-20 1984-01-25 Bfg Glassgroup Forming a metal or metal compound coating on thermally homogenised glass
US4338078A (en) * 1980-11-24 1982-07-06 Photon Power, Inc. Heated conveyor system
US4397671A (en) * 1981-11-30 1983-08-09 Ford Motor Company Method of placing a metal oxide film on a surface of a heated glass substrate
JPH0367979A (ja) * 1989-08-03 1991-03-22 Sanyo Electric Co Ltd 収納庫

Also Published As

Publication number Publication date
ATA153184A (de) 1989-10-15
IT1178939B (it) 1987-09-16
SE8402553D0 (sv) 1984-05-11
ES532684A0 (es) 1985-04-16
SE8402553L (sv) 1984-11-14
GB2139612B (en) 1987-03-11
GB2139612A (en) 1984-11-14
FR2545818B1 (fr) 1991-10-31
IT8467448A1 (it) 1985-11-04
SE461218B (sv) 1990-01-22
US4664059A (en) 1987-05-12
BE899592A (fr) 1984-11-07
JPS6071544A (ja) 1985-04-23
CA1235027A (en) 1988-04-12
AT390430B (de) 1990-05-10
ES8504094A1 (es) 1985-04-16
DE3417596C2 (de) 1995-01-26
ES532683A0 (es) 1985-04-16
IT8467448A0 (it) 1984-05-04
LU85350A1 (fr) 1984-11-19
DE3417596A1 (de) 1984-11-15
US4598023A (en) 1986-07-01
FR2545818A1 (fr) 1984-11-16
ES8504093A1 (es) 1985-04-16
JPH0541576B2 (nl) 1993-06-23
GB8313285D0 (en) 1983-06-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8401503A (nl) Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een bekleding op een heet glasachtig substraat.
FI62521C (fi) Foerfarande foer bildande av en tennoxidfilm genom pyrolysering pao en glasyta foer aostadkommande av mot vaerme skyddandeegenskaper
US4224355A (en) Method for quality film formation
US4917717A (en) Apparatus for and process of coating glass
US4349371A (en) Process for coating glass
US4655810A (en) Coating hot glass with metals or metal compounds, especially oxides
EP0158468B1 (en) Apparatus for and method of coating glass
US4522847A (en) Coating vitreous substrates
NL194000C (nl) Werkwijze voor het pyrolytisch coaten van glas.
NO168764B (no) Fremgangsmaate og apparat for belegging av glass.
US4880698A (en) Coated flat glass
NL8401502A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van bekleed vlakglas.
GB2078213A (en) Forming Uniform Multiconstituent Coatings on Glass
US3245376A (en) Process and apparatus for filming irregular shaped objects
EP0415252B1 (en) Thin film forming apparatus
IE48063B1 (en) Method and apparatus for film formation
KR830000819A (ko) 우수한 필름 제작 방법 및 장치

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable