NL8401440A

NL8401440A - Werkwijze voor het bevestigen van een indrukflens aan een vat of dergelijke houder.

Info

Publication number: NL8401440A
Application number: NL8401440A
Authority: NL
Original assignee: Yamato Iron Works Co
Priority date: 1983-05-12
Filing date: 1984-05-05
Publication date: 1984-12-03
Also published as: IN162653B; JPH0338010B2; JPS59209433A; AU542082B2; US4677730A; AU2760884A

Description

-1 - 239 OS/CV/ts _ s' f »

Korte aanduiding: Werkwijze voor het bevestigen van een indrukflens aan een vat of dergelijke houder.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bevestigen 5 van een indrukflens aan vaten en dergelijke houders.

Gebruikelijk wordt een indrukflens bevestigd aan een buisvormig mondstuk op de bovenplaat van een vat door een ringvormige pakking aan te brengen om het buisvormige gedeelte van de flens en de flens in het mondstuk van de bovenplaat te persen vanaf de onderzijde, waarop het boven-^ einde van het buisvormige gedeelte van de flens over het boveneinde van het mondstuk wordt gevouwen en de buitenomtrek van een veelhoekig horizontaal gedeelte van de flens in aandrukkend contact wordt gebracht met het binnenste omtreksoppervlak van een soortgelijk veelhoekig schortgedeelte van het mondstuk bij het ondereinde daarvan. Indien echter het gereed-^ maken van de flens of van de bovenplaat foutief is gebeurd of indien het horizontale gedeelte in het schortgedeelte enigszins verplaatst daarvan wordt aangebracht, treedt een speling op tussen de buitenomtrek van het horizontale gedeelte en het schortgedeelte. Indien verder de pakking een

grote hardheid bezit of wordt opgesloten in een te kleine ruimte duwt de PO

pakking de bovenplaat omhoog, waardoor een speling kan ontstaan tussen de buitenomtrek van het horizontale gedeelte en het schortgedeelte. Dientengevolge kan de inhoud van het vat door een dergelijke speling sijpelen en de pakking aantasten, waarbij, indien de pakking opzwelt, deze gedeeltelijk door de speling naar buiten kan treden, waardoor de afdichtwerking 2r> van de pakking achteruit zal gaan en kan resulteren in lekkage.

De huidige uitvinding, welke het bovengeschetste probleem heeft overwonnen, voorziet in een werkwijze voor het bevestigen vai een indrukflens voorzien van een buisvormig gedeelte en een horizontaal gedeelte aan een buisvormig mondstuk of de bovenplaat van een vat of dergelijke houder. De werkwijze wordt gekenmerkt door het aanbrengen van een pakking tussen het buisvormige gedeelte van de flens en een zich omhoog uitstrekkend ringvormig gedeelte op het horizontale gedeelte van de flens, waarbij de flens met de daarop aangebrachte pakking van onderaf wordt gedrongen in het buisvormige mondstuk, en daarop het boveneinde van het buisvormige

5C

gedeelte van de flens naar buiten wordt gebogen, teneinde het boveneinde te houden over het boveneinde van het mondstuk terwijl het ringvormige uitsteeksel in nauw contact wordt gebracht met het binnenoppervlak van een gekromd gedeelte van het mondstuk tussen het boveneinde en het onder- 3401440 ί * -2 - 23909/CV/ts einde daarvan teneinde de pakking op te sluiten in een ruimte begrensd door het ringvormige uitsteeksel, het gekromde gedeelte, het ondereinde van het buisvormige gedeelte en een deel van het horizontale gedeelte.

In overeenstemming met de werkwijze volgens de uitvinding wordt 5 het ringvormige uitsteeksel op de flens effectief in innig contact vastgehouden met het gekromde gedeelte van het buisvormige mondstuk, van de bovenplaat, althans nagenoeg de pakking geheel uit contact houdend met de inhoud van de houder om in aanzienlijke mate de waarschijnlijkheid dat de pakking door de inhoud zal worden aangetast, te elimineren. Verder is het Ί0 praktisch uitgesloten, dat de pakking, welke betrouwbaar is opgesloten in de ruimte, uit de ruimte kan uittreden, zelfs indien de pakking door contact met de inhoud zou opzwellen, zodat de pakking zijn juiste afdichtwer-king zal behouden, teneinde lekkage van de inhoud effectief uit te sluiten. Het hierboven geschetste probleem zal dus zijn overwonnen.

15 De uitvinding zal nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren, waarin enige uitvoeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 toont in vertikale doorsnede een deel van een uitvoerings-voorbeeld volgens de uitvinding, meer in het bijzonder de bovenplaat van een vat en een indrukflens voordat deze daaraan is bevestigd.

Fig. 2 toont een met fig. 1 overeenkomende doorsnede waarbij de flens door een pers aan de bovenplaat is bevestigd.

Fig. 3 toont in vertikale doorsnede een gedeelte van een verder uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding, meer in 25 het bijzonder de bovenplaat van een vat, een daaraan te bevestigen flens en een bovenste matrijs van de pers.

Fig. 4 toont een met fig. 3 overeenkomende doorsnede, waarbij de flens aan de bovenplaat is bevestigd met behulp van de pers.

Fig. 5 toont een met fig. 4 overeenkomende doorsnede over het samenstel van flens en bovenplaat na vrijmaken van de pers.

Fig. 6 toont een vertikale doorsnede over een deel van een verder uitvoeringsvoorbeeld, meer in het bijzonder de bovenplaat van een vat en een daaraan te bevestigen flens.

Fig. 7 toont de in fig. 6 weergegeven onderdelen, tijdens het be-vestigen van de flens aan de bovenplaat met behulp van een pers.

Fig. 8 toont een met fig. 7 overeenkomende doorsnede nadat de flens aan de bovenplaat is bevestigd.

Fig. 9 toont een vertikale doorsnede over een deel van een verder 8401440 I % -3- 23909 /CV/ts uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, meer in het bijzonder van de bovenplaat van een vat en een flens welke daaraan moet worden bevestigd.

Fig. 10 toont een met fig. 9 overeenkomende doorsnede tijdens het bevestigen van de flens aan de bovenplaat met behulp van de pers.

5 Fig. 11 toont een met fig. 10 overeenkomende doorsnede nadat de flens aan de bovenplaat is bevestigd.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zal eerst worden beschreven met verwijzing naar fig. 1 en 2.

Een indrukflens 2 voor een vat omvat een horizontaal gedeelte 3 met 10 een veelhoekige omtreksrand 3a· Een zich omhoog uitstrekkend ringvormig uitsteeksel ê is gevormd op het horizontale gedeelte 3 door persvervorming. De flens heeft een buisvormig gedeelte 4, dat is voorzien van inwendige schroefdraad 5. Een pakking 8 is aangebracht tussen het ringvormige uitsteeksel 6 en het buisvormige gedeelte 4. Bij voorkeur is de pakking 8 15 een uit siliconenrubber vervaardigde pakking, welk vloeibaar is voor aanbrenging en welke stolt tot een elastisch lichaam na aanbrenging. De pakking wordt gevormd door bekleding. De bekledingspakking heeft het voordeel, dat deze zeer gemakkelijk aan te brengen is, terwijl een wegvloeien van het vloeibare pakkingmateriaal wordt voorkomen, door de aanwezigheid van 2° het ringvormige uitsteeksel 6, gedurende de bekleding of bedekking met-het vloeibare pakkingmateriaal..

Een afdichtsamenstel, die indien aangebracht goed te-'vormen, is, kan eveneens doelmatig worden gebruikt voor het vervaardigen van de pakking 8. Ook bruikbaar als pakking 8 zijn gebruikelijke pakkingmaterialen, ver-25 vaardigd uit rubber, synthetisch hars of asbest en voorzien van een cirkelvormige of rechthoekige dwarsdoorsnede.

Anderzijds is de bovenplaat 1 uitgerust met een buisvormig mondstuk 10, dat is voorzien van een schortgedeelte 11 met een veelhoekige horizontale dwarsdoorsnede en uit een stuk vervaardigd met de bovenplaat 3° 1 op een bepaalde plaats, verder van een ringvormig trapsgewijs uitgevoerd gedeelte 12, dat zich horizontaal naar binnen toe uitstrekt vanaf de bovenrand van het schortgedeelte 11 en van een buisvormig, zich omhoog uitstrekkend gedeelte 13, dat via een gebogen gedeelte 14 aansluit op de binnenrand van het trapsgewijze gedeelte 12. Ib van een pakking 8 voorziene 35 flens 2 wordt vanaf de onderzijde in het buisvormige mondstuk 10 gedrongen. Zoals weergegeven in fig. 2 wordt bet samenstel van de bovenplaat 1 en de flens 2 geplaatst op een onderste matrijs 17 van een pers, en een bovenste matrijs 8, welke is voorzien van een omzetgroef 19, wordt dan omlaag ge- 8401440 « * -4 - 23909/CV/ts bracht om het boveneinde 4a van het buisvormige gedeelte 4 van de flens 2 met behulp van het groefvormig gedeelte 19 om te buigen en daarbij het boveneinde 4a om te vouwen over het boveneinde 13a van het zich'omhoog uitstrekkende gedeelte 13. Tegelijkertijd drukt een ringvormig persuit-5 steeksel 20 van de bovenste matrijs 18 het ringvormige trapsgewijze gedeelte 12 van boven· aan, teneinde het ringvormige uitsteeksel 6 in innig contact te brengen met het gekromde-gedeelte 14 en om daarbij de pakking 8 op te sluiten in een ruimte 15, begrensd door het ringvormig uitsteeksel 6, het gekromde gedeelte 14, het ondereinde van het buisvormige gedeel-10 te 4 en een deel van het horizontale gedeelte 3.

Bij dit uitvoeringsvoorbeeld is het gekromde gedeelte 14 van het mondstuk 10 vooraf uitgevoerd met een ringvormig uitgespaard gedeelte 16, dat zich uitstrekt in of een geheel vormt met het zich omhoog uitstrekkende gedeelte 13- Dienovereenkomstig wordt, indien de flens 2 in het mondstuk 10 van de bovenplaat 1 wordt gedrongen, het ringvormig uitger-spaarde gedeelte 16 aangebracht tussen het ringvormige uitsteeksel 6 en het buisvormige gedeelte 4 van de flens 2. Het ringvormige uitsteeksel 6 wordt daardoor bedekt met het omhoog puilende, gekromde gedeelte 14 vanaf de bovenzijde en in innig contact gehouden met het gekromde gedeelte 14 20 om op effectieve wijze een uitstekende lucht- of vloeistofdichtheid te waarborgen. Verder dient het ingedrukte gedeéite 16 voor het verminderen van het volume van de ruimte 15 met een overeenkomstige hoeveelheid en geeft het voordeel van de hoeveelheid pakkingmateriaal 8, die wordt benodigd, te verminderen.

25 Het ringvormige aandrukkende uitsteeksel 20 van de bovenste matrijs 18, kan in sommige gevallen worden weggelaten. In een dergelijk·1 geval wordt het ringvormig uitsteeksel 6 in innig contact gebracht met het gekromde gedeelte 14 door de klemkracht van de onderste en bovenste matrijzen 18, 17, welke wordt aangebracht voor het vouwen van het boven-einde 4a van het buisvormige flensgedeelte 4 over het boveneinde 13a van het zich omhoog uitstrekkende gedeelte van het mondstuk bij het omvouwen.

Fig. 3 tot 5 tonen een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.

In dit uitvoeringsvoorbeeld is het gekromde gedeelte 14 van het mondstuk 10 niet vooraf gevormd met het ringvormig uitgespaarde gedeelte ^ 16. Indien het boveneinde 4a van het buisvormige gedeelte 4 van de flens 2 wordt omgevouwen over het boveneinde 13a van het zich omhoog uitstrekkende gedeelte 13 van het mondstuk 10 voor het vastklemmen, wordt het gekromde gedeelte 14 van bovenaf aangedrukt en vervormd bij de buitenzijde 8401440 φ % -5 - 23909/CV/ts * van het ringvormige uitsteeksel 6 in de nabijheid daarvan door het ringvormige drukuitsteeksel 20 van de bovenste matrijs 18, waardoor het ringvormige uitsteeksel 6 in innig contact wordt gebracht met het inwendige oppervlak van het gekromde gedeelte 14. Dientengevolge is de ruimte 15 voor het e opnemen van de pakking 8 groter dan in het uitvoeringsvoorbeeld van fig.

2.

Het gebogen gedeelte P ( fig. 5) gevormd tussen het ringvormige trapsgewijze gedeelte 12 en het gekromde gedeelte 14 door de vervormings-druk van het ringvormige aandrukuitsteeksel 20 van de bovenste matrijs 18, 10 werkt altijd om terug te keren naar zijn oorspronkelijke gekromde stand, tengevolge van het terugveren van het materiaal van de bovenplaat, met als resultaat, dat aan tegenover elkaar gelegen zijden van het gebogen gedeelte P de buitenste ontreksrand van het ringvormige trapsgewijze gedeelte 12 stevig wordt gedrukt tegen de buitenste omtreksrand van het horizontale 15 gedeelte 3/ roet het inwendig oppervlak van het gekromde gedeelte 14 op overeenkomstige wijze aangedrukt tegen de bovenste buitenrand van het ringvormige uitsteeksel 6. Dit waarborgt verdere verbeterde lucht- of vloeistofdichtheid.

Volgens de twee voorgaande uitvoeringsvoorbeelden, is het ringvor- 20 mige uitsteeksel 6 gevormd op het horizontale gedeelte 3 van de flens 2 door persbehandeling, en een ringvormige groef, overeenkomend met het ringvormige uitsteeksel 6 is daarbij gevormd in de achterzijde van het horizontale gedeelte 3- Het ringvormige uitsteeksel 6 kan echter worden gevormd zonder de ringvormige groef, door het horizontale gedeelte 3 vanaf 25 de bovenzijde te persen. Het ringvormige uitsteeksel 6 kan worden gevormd op de bovenzijde van het horizontale gedeelte 3 door snijden van het materiaal in plaats van de toevlucht te nemen tot persbehandeling.

Fig. 6 tot 8 tonen een verder uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.

30

Volgens dit uitvoeringsvoorbeeld, is de flens 2 vervaardigd door het verwerken van een cirkelvormig werkstuk uit een plaat met een verhoudingsgewijs kleine dikte, bijvoorbeeld van 1,4 tot 1,8 mm, waarbij het buisvormige gedeelte 4 door trekken wordt gevormd met een wanddikte van 1,2 tot 1,6 mm en het ringvormige gedeelte 6 op het horizontale gedeelte 35 wordt gevormd, waarna het buisvormige gedeelte 4 van inwendige schroefdraad 5 wordt voorzien door rollen. Ha eventueel elektrolytisch bedekken van de flens 2 wordt de pakking 8 aangebracht tussen het ringvormige uitsteeksel 6 en het ondereinde van het buisvormige gedeelte 4. De zo uit 8401440 * '% * * -6- 23909/CV/ts plaatvormig materiaal door persbehandêling vervaardigde flens is gemakkelijk, goedkoop en daardoor doelmatig te vervaardigen . Het van inwendige schroefdraad 5 voorziene gedeelte, dat door rollen is gevormd, heeft een glad oppervlak en dientengevolge wordt de elektrolytische bekleding of een 5 bedekking daarop effectief vastgehouden.

Indien het buisvormige gedeelte 4, dat door trekken is gevormd, de bovengenoemde wanddikte heeft, is een voldoende sterkte aanwezig, indien de flens 2 wordt bevestigd aan het buisvormige mondstuk 10 van de bovenplaat 1. Aangezien de hoek tussen het buisvormige gedeelte 4 en het hori-10 zontale gedeèlte 3 dienst doet als een steunpunt indien het boveneinde 4a van het buisvormige gedeelte 4 van de flens 2 over het boveneinde van het mondstuk 10 wordt gevouwen en geklemd, zijn de gedeelten 3 en 4 bij voorkeur haaks op elkaar om te voorkomen, dat het buisvormige gedeelte 4 tijdens dit opklemmen en omvouwen knikt.

De bovenste in dit uitvoeringsvoorbeeld te gebruiken matrijs 18, is inwendig voorzien van een hol cilindrisch geleidingsorgaan 21, dat is voorzien van een bodem om knikken van de flens te voorkomen en die omhoog en omlaag beweegbaar is en naar beneden wordt gedrongen door een veer 22. Indien de bovenste matrijs 18 naar beneden beweegt onn de flens 2 aan 20 het buisvormige mondstuk 10 van de bovenplaat 1 te bevestigen, beweegt het geleidingsorgaan 21 eerst vooruit in de flens 2, zoals afgebeeld in fig. 7. Indien de bovenste matrijs 18 verder naar beneden beweegt, komt het geleidingsorgaan 21 in contact met de onderste matrijs 17, waarop de veer 22 wordt samengedrukt en zodoende mogelijk wordt gemaakt, dat de pc bovenste matrijs 18 verder omlaag beweegt. Dientengevolge wordt het boveneinde 4a van het buisvormige gedeelte 4 van de flens naar buiten gebogen en over het boveneinde 13a van het mondstuk 10 gevouwen langs het binnen-oppervlak van de bovenste matrijs 18, dat de omkraalgroef 19 begrenst, zoals afgebeeld in fig. 8. Omdat de binnenste ruggen van het van inwendige schroefdraad voorziene deel 5 van de flens 2 zijn opgesteld langs de om-trekswand 23 van het geleidingsorgaan 21 op dit tijdstip, zal het buisvormige gedeelte 4 van de flens 2 niet uitknikken.

Fig. 9 tot 11 tonen een uitvoeringsvoorbeeld waarin het gekromde gedeelte 14 van het mondstuk 10 niet is uitgerust met het voorgevormde 3r> ringvormig uitgespaande gedeelte 16.

Indien de flens 2 moet worden bevestigd aan het buisvormige mondstuk 10 van de bovenplaat 1 in overeenstemming met het uitvoeringsvoorbeeld perst en vervormt het ringvormige persuitsteeksel 20 van de bovenste 8401440 -7 - 23909/CV/ts ♦ % matrijs 18 het gekromde gedeelte 1¾ van het mondstuk 10 bij de buitenzijde van het ringvormige uitsteeksel 6 in de nabijheid daarvan zoals in het geval van het uitvoeringsvoorbeeld afgebeeld in fig. 3 tot 5. Het geleidings-orgaan 21, dat op dit tijdstip vooruit beweegt in de flens 2, voorkomt dat 5 het buisvormige gedeelte 4 van de^ flens uitknikt.

Voor gemakkelijk omkralen is het gewenst, dat het bovenste einde 4a van het buisvormige gedeelte 4 een weinig zal zijn gebogen naar een gekromde vorm indien de inwendige schroefdraad 5 bijvoorbeeld door rollen wordt gevormd.

^ De werkwijke voor het bevestigen van indrukflenzen volgens de uit/- vinding,welke bruikbaar is voor vaten, is ook toepasbaar bij houders van ander dergelijke type, zoals kannen of dergelijke.

; 84 0 1 4 4 0

Claims

1. Werkwijze voor het bevestigen van een indrukflens aan een vat of dergelijke houder door het insteken van de flens in een buisvormig mondstuk 5 op de bovenplaat van de houder met een daartussen aangebrachte pakking, waarbij de indrukflens is voorzien van een buisvormig gedeelte met inwendige schroefdraad en een horizontaal gedeelte, dat zich vanaf het ondereinde van het buisvormige gedeelte naar buiten toe uitstrekt en is voorzien van een veelhoekige omtreksrand, waarbij het buisvormige mondstuk - 10 een schortgedeelte omvat, dat integraal is met de bovenplaat en veelhoekig in horizontale doorsnede, terwijl een ringvormig trapsgewijs gedeelte zich horizontaal naar binnen uitstrekt vanaf de bovenrand vai het schortgedeelte en een buisvormig zich omhoog uitstrekkend gedeelte integraal is gemaakt met de binnenrand van het trapsgewijze gedeelte via een gekromd 15 gedeelte, met het kenmerk, dat de pakking (8) wordt aangebracht tussen het ondereinde van het buisvormige gedeelte (4) en een zich omhoog uitstrekkend ringvormig uitsteeksel (6), dat is gevormd op het horizontale gedeelte (3) van de indrukflens (2), waarna de flens (2) welke is voorzien van de daarop geplaatste pakking (8) in het buisvormige mondstuk 20 (10) van de bovenplaat (1) van onderen af wordt ingedrongen en het boveneinde (4a) van het buisvormige gedeelte (4) van de flens (2) naar buiten wordt gebogen om het boveneinde (4a) te vouwen over" het boveneinde (13a) van het zich omhoog uitstrekkende gedeelte (13)> terwijl daarbij het ringvormige uitsteeksel (6) in innig contact wordt gebracht met het binnenopper-25 vlak van het gekromde gedeelte (14) teneinde de pakking (8) op te sluiten in een ruimte (15) begrensd door het ringvormige uitsteeksel (6), het gekromde gedeelte (14), het ondereinde van het buisvormige gedeelte (4) en een deel van het horizontale gedeelte (3).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gekromde 30 gedeelte (14) van het mondstuk (10) voorgevormd is met een ringvormig uitgespaard gedeelte (16) integraal met het'zich omhoog uitstrekkende gedeelte (13)» terwijl bij het in het mondstuk (3) van de bovenplaat (1) dringen van de flens het ringvormige uitsteeksel (6) in innig contact wordt gebracht met het binnenoppervlak van het gekromde gedeelte (14), 35 terwijl het ringvormige uitgespaarde gedeelte (16) is geplaatst tussen het ringvormige uitsteeksel (6) en het buisvormige gedeelte (4).

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het boveneinde (4a) van het buisvormige gedeelte (4) van de flens (2) over het 8401440 -9 - 23909/CV/ts <· * boveneinde (13a) van het zich omhoog uitstrekkende gedeelte (13) van het mondstuk (10) wordt gevouwen en het gekromde gedeelte (14) van het mondstuk (10) van bovenaf wordt aangedrukt en gevormd op de buitenzijde van het ringvormige gedeelte (6) in de nabijheid daarvan door een ringvormig pers-5 uitsteeksel (20) van een bovenste matrijs (18) van een pers, waarbij het ringvormige uitsteeksel (6) in innig contact wordt gebracht met het binnenoppervlak van het gekromde gedeelte (14).

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de pakking (8) een orgaan is gekozen uit de groep bestaande uit bekle-dingspakking, afdichtsamenstelling en ringvormige pakking vervaardigd uit rubber, synthetisch hars of asbest en voorzien van een cirkelvormige of rechthoekige dwarsdoorsnede. 8401440