NL8401304A

NL8401304A - Platenspeler met een aandrukorgaan voor het aandrukken van een op de draaitafel gelegen plaat.

Info

Publication number: NL8401304A
Application number: NL8401304A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1984-04-20
Filing date: 1984-04-20
Publication date: 1985-11-18
Also published as: DE3566933D1; CA1228031A; EP0159100B1; EP0159100A1; JPH0477983B2; US4649532A; JPS60234259A

Description

\

X

PHN 11021 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Platenspeler met een aandrukorgaan voor het aandrukken van een op de draaitafel gelegen plaat.

De uitvinding heeft betrekking op een platenspeler met een draaitafel en een aandrukorgaan voor het aandrukken van een op de draaitafel gelegen plaat, welke draaitafel aan de bovenzijde een coaxiaal ten opzichte van de draaitafelas gelegen doorn draagt, 5 waarover het centrale gat van de plaat geschoven ligt, welk aandrukorgaan veermiddelen omvat, welke althans ten dele in tenminste één in de doorn aanwezige uitsparing opgesloten liggen, onder veerkracht ten opzichte van de draaitafelas in radiale buitenwaartse richting beweegbaar zijn, tot buiten de omtrek van de doorn uitsteken en de plaat tegen de draaitafel gedrukt houden.

Een platenspeler van genoemde soort is bekend uit het Franse octrooischrift 2.078.456. Bij een dergelijke platenspeler is het aandrukorgaan althans grotendeels in de boven de draaitafel gelegen ^ doorn opgencmen, waardoor voor het op de draaitafel aandrukken van de plaat geen separate plaataandrukker van boven de draaitafel in neerwaartse richting bewogen hoeft te worden en de bouwhoogte van de platenspeler boven de draaitafel beperkt kan blijven. Bij de bekende platenspeler worden de veermiddelen gevormd door elastisch afgesteunde kogels, waarvan een drietal aan de omtrek van de doorn aanwezig is. Hierdoor wordt de plaat op slechts een beperkt aantal plaatsen tegen de draaitafel gedrukt. Bovendien is niet altijd zeker dat de drie kogels elk voortdurend een even grote druk op de plaat uitoefenen. Hierdoor kan de druk, welke het aandrukorgaan van de 2J. bekende platenspeler op de plaat uitoefent, onregelmatig verdeeld zijn, waardoor tijdens bedrijf de plaat niet in de juiste stand gelegen is ten opzichte van de draaitafel en/of slip tussen de plaat en de draaitafel optreedt.

De uitvinding beoogt een platenspeler van genoemde soort te jq voorzien van een aandrukorgaan, dat met een groot aantal aandrukpunten tegen de plaat drukt en waarbij de druk over de aandrukpunten uniform verdeeld is.

Volgens de uitvinding worden de veermiddelen door een 84 0 1 3 0 4 PHN 11021 2 althans nagenoeg torusvormige drukveer gevormd en is de uitsparing voor het opnemen van de drukveer als een aan de omtrek van de doorn openliggende/ ringvormige sleuf uitgevoerd.

Op deze wijze wordt een aandrukorgaan verkregen dat in staat is op 5 goede en gelijkmatig verdeelde wijze op een groot aantal aandrukpunten, bepaald door de windingen van de veer, tegen de plaat te drukken teneinde deze tijdens bedrijf goed gepositioneerd op de draaitafel te houden. Het op de draaitafel leggen van een plaat kan ongehinderd plaats vinden doordat de windingen van de drukveer in radiale ^ richtingen naar binnen gedrukt kunnen worden. Vanwege de geringe bouwhoogte boven de draaitafel is het aandrukorgaan is met voordeel toepasbaar bij platenspelers, waar een plaat door inschuiven boven de draaitafel wordt gebracht en vervolgens neergelaten wordt op de draaitafel. Een voorbeeld hiervan is een platenspeler bestemd voor het ^ afspelen van optische uitleesbare audioplaten van het type "compact-disc", opgesteld achter het dashbord van een auto.

Een voorkeursvorm van een platenspeler volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de doorn een afdekkap omvat, welke op afstand boven de draaitafel gelegen is, en aan de onderzijde verbonden is met 20 een cylindrische bus, die zich vanaf de afdekkap tot een bovenwand van de draaitafel uitstrekt, waarbij de ringvormige sleuf door wanddelen van de afdekkap, van de bus en van de bovenwand van de draaitafel begrensd wordt. Aldus wordt een eenvoudig samen te stellen combinatie van draaitafel en doorn verkregen, waarin de drukveer op effectieve 25 wijze opgenomen kan worden. Binnen de ringvormige sleuf kunnen de windingen tijdens het over de doorn bewegen van de plaat effectief in radiale binnenwaartse richting bewegen en na het passeren van de plaat in buitenwaartse richting terugbewegen.

In verband met het voorgaande wordt nog een voorkeursvorm 30 van een platenspeler volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de afdekkap een in hoofdzaak konisch verlopend cmtreksdeel bezit, dat aan de naar de draaitafel gerichte zijde een opsluiting voor de windingen van de drukveer vormt. Het in hoofdzaak konisch verlopend cmtreksdeel van de afdekkap kan een centreerfunctie vervullen tijdens het opleggen 35 van de plaat op de doorn, terwijl gelijktijdig het cmtreksdeel vóórkant dat de veer windingen in radiale buitenwaartse richting uit de sleuf zouden kunnen bewegen· 8401304 PHN 11021 3

Een verdere voorkeursvorm van een platenspeler volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat binnen de schroefvormig verlopende windingen van de drukveer een ring gelegen is, welke twee door een spleet gescheiden einden bezit. De ring binnen de windingen van de 5 drukveer houdt de maximum-diameter van de drukveer in de sleuf beperkt. Door de toepassing van de ring verkrijgt men bij een afdoende opsluiting van de drukveer in de sleuf een grote vrijheid bij de vormgeving van het profiel van het omtreksdeel van de afdekkap en de mogelijkheid om de veerwindingen relatief vrij ver in radiale richting ^ buitenwaarts te laten bewegen. Door deze vrijheid in profielkeuze en bewegingsvrijheid van de veerwindingen liggen de veerwindingen bij de diverse plaatdiktes op een optimale plaats aan tegen de binnenzijde van het ontreksdeel en oefenen aldus steeds een ongeveer constante aandrukkracht op de plaat uit. De tussen de einden van de ring gelegen ^ spleet biedt de mogelijkheid om de windingen van de drukveer over de ring te kunnen schuiven. Bij voorkeur wordt de ring uit een voldoende sterk materiaal gekozen cm te verhinderen dat deze door de drukveer verder opengedrukt wordt.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van 20 een tweetal in de tekening opgenomen uitvoeringsvoorbeelden van een platenspeler volgens de uitvinding, tot welke uitvoeringsvoorbeelden de uitvinding evenwel niet beperkt is. Hierbij tonen:

Fig. 1 een explosieaanzicht op de draaitafel, het aandrukorgaan en de doorn van de platenspeler; 25

Fig. 2 op vergrote schaal een radiale doorsnede door de draaitafel, het aandrukorgaan en de doorn van de platenspeler volgens fig. 1, waarbij een plaat door het aandrukorgaan tegen de draaitafel wordt gedrukt;

Fig. 3 op vergrote schaal een radiale doorsnede van een deel 30 van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een platenspeler volgens de uitvinding waarbij het aandrukorgaan weergegeven is in een eerste en een tweede stand bij een optredende minimale respectievelijk maximale plaatdikte.

De in de figuren ten dele weergegeven platenspeler omvat een 35 draaitafel 1, welke roteerbaar is om een draaitafelas 1a. De draaitafelas 1a vormt de rotatieas van een met de draaitafel 1 één geheel vormende naaf 2, welke geklemd ligt op een aspen 3. De 8401304 PHN 11021 4 draaitafel 1 omvat nabij de ontrek een oplegrand 4, welke met een materiaal met hoge wrijving bedekt kan zijn. Een plaat 5, welke in de weergegeven uitvoeringsvorm van het zogenaamde compact-disc type is en optisch uitleesbare audioinformatie draagt, omvat een centraal gat, ® waarvan de gatrand 5a gelegen is on een middendeel 6 van de draaitafel, dat hiertoe van een enigszins verhoogde opstaande rand 6a voorzien is. Op de bovenwand van het middendeel 6 rust het onderste einde van een cylindrisch bus 7, die over de naaf 2 geschoven ligt en ten opzichte van de naaf op niet weergegeven wijze vastgeklemd is. Vanaf het 10 middendeel 6 strekt de bus 7 zich uit tot aan een afdekkap 8, waarmee de bus 7 een geïntegreerde eenheid vormt. De afdekkap 8 omvat een vlakke bovenplaat 9 en een omtreksdeel 10, dat gerekend vanaf de draaitafel 1 in bovenwaartse richting konisch toeloopt. Hierbij vormt de afdekkap 8 tesamen met de opstaande rand 6a een doorn, waarover de 15 plaat 5 geschoven ligt. De buitenwand 10b van het konisch verlopende omtreksdeel 10 levert een centrering op tijdens het opleggen van de plaat 5, waardoor de plaat met de gatrand 5a goed voorgecentreerd op de draaitafel 1 geplaatst kan worden.

De omtrekswand 7a van de bus 7, de opstaande rand 6a, het 20 bovenvlak 6b van het middendeel 6, de onderwand 9a van de bovenplaat 9 en de binnenwand 10a van het cmtreksdeel 10 begrenzen een ringvormige sleuf 11 in de doorn, waarin een torusvormige uitgevoerde drukveer 12 opgenomen is. De windingen 12a van de drukveer 12 verlopen schroeflij nvormig. Het konisch verloop van de binnenzijde van de opstaande 25 rand 6a en van de binnenwand 10a dient ervoor te voorkomen dat de veerwindingen 12a uit de sleuf 11 kunnen schieten.

Eventueel kan in een alternatieve uitvoeringsvorm binnen de windingen een ring 13 gelegen zijn, (zie fig. 3), waarvan zoals weergegeven in fig. 1 de einden door een spleet 14 gescheiden liggen.

30

Door de aanwezigheid van de spleet 14 kunnen de windingen 12a over de ring 13 geschoven worden, hetgeen een gemakkelijke montage van de drukveer op de ring mogelijk maakt. Hierbij wordt de spleet 14 door een aantal windingen 12a overbrugd, zodat de drukveer in gemonteerde staat met de windingen regelmatig verdeeld over de omtrek van de naaf 2 35 opgesteld ligt.

Nadat een plaat door de buitenwand 10a gecentreerd is, wordt de plaat over de windingen 12a geschoven. Hierbij kunnen de windingen 8401304 PHN 11021 5 tegen de veerkracht in ten opzichte van de draaitafelas 1a in radiale binnenwaartse richting bewegen, waarna na het passeren van de plaat de windingen opnieuw in buitenwaartse richting bewegen en kracht op de gatrand 5a van de plaat 5 kunnen uitoefenen. Tijdens het roteren van de draaitafel wordt door de wrijving tussen de plaat 5 en de oplegrand 4 de plaat met de draaitafel meegenomen en geroteerd.

Bij de hiervoor genoemde plaat van het type Ccmpact-Disc is in de praktijk een zekere plaatdikte-tolerantie aanwezig. Ondanks deze ^ tolerantie moet bij de diverse plaatdiktes de door de windingen 12a van de veer 12 uitgeoefende aandrukkracht bij voorkeur ongeveer constant zijn. Hiervoor is het van belang dat de binnenwand 10a niet te veel belemmering oplevert tijdens het in buitenwaartse radiale richting bewegen van de windingen. Op een wijze als weergegeven in de tweede ^ uitvoeringsvorm volgens fig. 3 kan bij een plaat met een minimale dikte de veer 12 door naar buiten te bewegen met de wikkelingen 12a toch de gewenste aandrukkracht uitoefenen. Deze situatie is in fig. 3 met doorgetrokken lijnen weergegeven. Het middelpunt van een veerwikkeling 12a ligt op het punt, aangeduid met het cijfer 15. De veerkracht van de 2Q veerwikkeling 12a is aangeduid met de krachtvector 16, welke vector zowsl in richting (namelijk radiaal ten opzichte van de as 1a en loodrecht hierop gericht) als ook in grootte (door de veereigenschappen van de veer 12) bepaald is. De richting van de reaktiekracht van de wikkeling 12a op het cmtreksdeel 10 wordt bepaald 20 door de lijn tussen het middelpunt 15 en het raakpunt 17 op het deel 10. Zo wordt de kracht van de wikkeling 12a op de gatrand 5a door de lijn tussen het punt 15 en het raakpunt 18 in richting bepaald. Uit het krachtendiagram in fig. 3 is nu te zien, hoe deze lijnen de krachtenvectoren 19 en 20 opleveren. Het eindpunt van de vector 20 gg bepaalt aldus de vector 21 evenwijdig aan de as 1a, welke de aandrukkracht van de wikkeling 12a op de plaat uitbeeldt.

Door onderbroken lijnen is in fig. 3 de situatie weergegeven bij een maximaal optredende dikte van een plaat. Hierbij zou het gevaar aanwezig kunnen zijn dat door de beweging van de veer windingen 12a in gg binnenwaartse richting de aandrukkracht (vector 21) een sterk afwijkende grootte krijgt. Dit kan voorkomen worden door een juiste keuze van het profiel van het omtreksdeel 10, in het bij zonder van de binnenwand 10a. Door de grotere dikte van de plaat ligt nu het 8401304 PHN 11021 6 middelpunt 15a zowel meer binnenwaarts, als ook enigszins hoger ten opzichte van de draaitafel 1. De vector 16a is als de hiervoor beschreven krachtvector 16 eenduidig bepaald. Een verschil wordt door het raakpunt 17a gevormd; de ligging van dit punt ten opzichte van de 5 as 1a is afhankelijk van het profiel van het cmtreksdeel 10. Een gunstige ligging van het raakpunt 17a wordt verkregen door de binnenwand 10a een concave vorm te geven, waarbij van belang is dat het raakpunt zoveel mogelijk in radiaal binnenwaartse richting verplaatst is. Aldus leveren het raakpunt 18a, de vectoren 19a en 20a de nu 10 optredende aandrukkracht, uitgebeeld door de vector 21a, op. Aldus kan de aandrukkracht op een plaat zowel bij een minimum als een maximum dikte binnen redelijke grenzen konstant gehouden worden.

De in fig. 3 weergegeven krachtdiagrammen illustreren dat de aandrukkracht bij min. en max. plaatdikte met niet meer dan maximaal 15 ca. 20% varieert. Aldus is een goede werking van het aandrukorgaan bij de diverse plaatdiktes verzekerd.

Met het aandrukorgaan volgens de uitvinding, gevormd door de drukveer 12 wordt bereikt dat de plaat op een zeer groot aantal aandrukpunten, bepaald door de windingen 12a, goed gelijkmatig wordt 20 aangedrukt en op de oplegrand 4 wordt gedrukt. Hierbij is het voordeel dat bij een minimum aan onderdelen een geringe bouwhoogte boven de draaitafel 1 optreedt. Daardoor leent deze constructie zich in het bijzonder voor platenspelers welke in een kleine behuizing gelegen zijn, zoals bij een platenspeler bestemd voor inbouw in automobielen.

25 30 1 8401304

Claims

1. Platenspeler met een draaitafel en een aandrukorgaan voor het aandrukken van een op de draaitafel gelegen plaat, welke draaitafel 5 aan de bovenzijde een coaxiaal ten opzichte van de draaitafelas gelegen doorn draagt, waarover het centrale gat van de plaat geschoven ligt, walk aandrukorgaan veermiddelen omvat, welke althans ten dele in tenminste één in de doorn aanwezige uitsparing opgesloten liggen, onder 10 veerkracht ten opzichte van de draaitafelas in radiale buitenwaartse richting beweegbaar zijn, tot buiten de omtrek van de doorn uitsteken en de plaat tegen de draaitafel gedrukt houden, met het kenmerk dat de veermiddelen door windingen van een althans nagenoeg torusvormige drukveer gevormd worden en de uitsparing voor het opnemen van de ^ drukveer als een aan de omtrek van de doorn open liggende, ringvormige sleuf uitgevoerd is.

2. Platenspeler volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de doorn een afdekkap omvat, welke op afstand boven de draaitafel gelegen is, en aan de onderzijde verbonden is met een cylindrische bus, die 20 zich vanaf de afdekkap tot een bovenwand van de draaitafel uitstrekt, waarbij de ringvormige sleuf door wanddelen van de afdekkap, van de bus en van de bovenwand van de draaitafel begrensd wordt.

3. Platenspeler volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de afdekkap een in hoofdzaak konisch verlopend cmtreksdeel bezit, dat aan 25 de naar de draaitafel gerichte zijde een opsluiting voor de windingen van de drukveer vormt.

4. Platenspeler volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat binnen de schroefvormig verlopende windingen van de drukveer een ring gelegen is, welke twee door een spleet gescheiden einden bezit. 1 8401304