NL8400999A - Registratie-inrichting. - Google Patents

Description

è

Registratie-inrichting.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op registratiestelsels voor het registreren van een tijd-multiplexvideosignaal en meer in het bijzonder op een regi-stratiestelsel dat een tijdmultiplexvideosignaal registreert op 5 een registratiemedium door het vormen van sporen met een een heid welke een geheel aantal malen één veld bedraagt en waar één of twee soorten van met een tijdbasis samengedrukte kleuren-verschilsignalen die afwisselend uitgezonden worden in regel-volgorde gedurende iedere een horizontale af'testperiode, een 10 horizontaal synchronisatiesignaal en een op tijdbasis samenge- * drukt helderheidssignaal of een niet op tijdbasis samengesteld helderheidssignaal overeenkomendmet één horizontale aftast-periode een tijdmultiplexverdeling ondergaan binnen één horizontale aftastperiode in het tijdmultiplexvideosignaal.

15 Het azimuthregistratie en weergavestelsel voor het registreren van een videosignaal is bekend. Volgens dit stelsel wordt het videosignaal in frequentie gemoduleerd en een in frequentie gemoduleerd videosignaal wordt geregistreerd op een magnetisch registratiemedium zoals bijvoorbeeld door 20 sporen te vormen op het registratiemedium. Om het gebruiksren- dement van het registratiemedium te verbeteren worden wederzijds aangrenzende sporen op conventionele wijze geregistreerd door koppen die spleten hebben met wederzijds verschillende azimuth-hoeken, met een smalle beveiligingsband tussen de aangrenzende 25 sporen of zonder een beveiligingsband tussen de aangrenzende sporen. Om echter de ruis tengevolge van overspreken van het aangrenzende spoor bij dit azimuthregistratie en weergavestelsel in grote mate te verminderen moet de registratieband zo gekozen zijn dat het in frequentie gemoduleerde videosignaal 30 een hoog frequentiegebied inneemt waarin het azimuthverlies- effect groot is. Verder is het essentieel om de veldkorrelatie te gébruiken door het in frequentiegemoduleerde videosignaal zo te registreren dat plaatsen waar een horizontaal synchronisatie- 8400999 f f - 2 - signaal geregistreerd wordt op de wederzijds aangrenzende sporen op één lijn liggen in de breedterichting van het spoor.

Deze gerichtheid van de plaatsen waar het horizontale synchro-nisatiesignaal geregistreerd wordt wordt soms een H-gerichtheid 5 genoemd.

De reden voor het bovenstaande is als volgt. Deze is dat de ruis welke optreedt in het gedemoduleerde signaal wanneer ruis gemengd wordt in het in frequentie gemoduleerde videosignaal de zogenaamde driehoeksruis is. Het effect van het 10 onderdrukken van deze ruis in het gedemoduleerde signaal is dus groot want de ruis heeft een frequentie die dichtbij de draag-golffrequentie ligt en het effect van het onderdrukken van deze ruis wordt relatief kleiner wanneer de frequentie van de ruis verder weg ligt van de draaggolffrequentie.

15 Anderzijds is er praktisch geen azimuthver1les effect van het signaal in het laagfrequente gebied. Als gevolg Wordt de in frequentie gemoduleerde component die gemoduleerd is door het horizontale synchronisatiesignaal en bestaat binnen het relatief lage frequentiegebied van het in frequentie gemo-20 duleerde videosignaal weergegeven van het aangrenzende spoor als een overspreking. De in frequentie gemoduleerde component welke weergegeven wordt van het aangrenzende spoor als het overspreken kan in het frequentiegemoduleerde videosignaal gemengd worden dat weergegeven wordt van het gewenste spoor. Wanneer het over-25 spreken uit het aangrenzende spoor gemengd is in het weergege ven frequentiegemoduleerde videosignaal heeft de in frequentiegemoduleerde component, welke gemoduleerd wordt door het video-gedeelte en bestaat in het relatief hoge frequentiegebied, een frequentie nabij de draaggolffrequentie en de ruis tengevolge 30 van het overspreken kan onderdrukt worden volgens een principe van de hiervoor beschreven driehoeksruis. De in frequentie gemoduleerde component welke gemoduleerd is door het horizontale synchronisatiesignaal heeft echter een frequentie welke gescheiden is van de draaggolffrequentie en de ruis tengevolge 35 van het overspreken in dit geval kan in grote mate niet onder- 8400999 m < - 3 - drukt worden.

Bij het afspelen van een registratiemedium dat geregistreerd is met een sporenpatroon waarin zich geen H-gerichtheid bevindt bestaat er geen korrelatie tussen het in 5 frequentie gemoduleerde videosignaal dat weergegeven wordt van af het gewenste spoor en de overspreekcomponent welke geleverd wordt door het aangrenzende spoor en de draaggolffrequentie van het weergegeven in frequentie gemoduleerde videosignaal en de draaggolffrequentie van de overspreekcomponent liggen in 10 het algemeen niet dicht bij elkaar. In enkele gevallen worden de draaggolffrequentie van het weergegeven in frequentie gemoduleerde videosignaal en de draaggolffrequentie van de overspreekcomponent gescheiden door een maximum frequentieafwijking. Daardoor wordt het onmogelijk om het niveau van de ruis te 15 onderdrukken die een gevolg is van het overspreken dat optreedt in het gedemoduleerde videosignaal.

In een geval waarbij de registratie zo uitgevoerd wordt dat er een H-gerichtheid is, dat wil zeggen zo dat de plaatsen waar het horizontale synchronisatiesignaal 20 geregistreerd is op de aangrenzende sporen in de spoorbreedte- richting gericht zijn wordt informatie die buitengewoon gelijksoortig is en wederzijds gescheiden door één veld gericht in de wederzijds aangrenzende sporen. In dat geval komen de frequentie van het in frequentie gemoduleerde videosignaal dat weer-25 gegeven wordt van het gewenste spoor en de frequentie van de overspreekcomponent die weergegeven wordt vanaf het aangrenzende spoor buitengewoon dicht bij elkaar te liggen tengevolge van de veldkorrelatie. Zodoende wordt een zwevingscomponent van het verschil tussen de bovengenoemde twee frequenties praktisch nul 30 en is het mogelijk om praktisch de ruis tengevolge van het over spreken te elimineren. In het bijzonder omdat de in frequentie gemoduleerde componenten die gemoduleerd zijn door het horizontale synchronisatiesignaal geregistreerd zijn op ieder spoor met dezelfde frequenties kan de ruis tengevolge van de in fre-35 quentie gemoduleerde component welke gemoduleerd wordt door het 8400999 .-4- ί r horizontale synchronisatiesignaal en weergegeven wordt door het aangrenzende spoor geelimineerd worden.

Om dus de ruis tengevolge van het overspreken van het aangrenzende spoor in het azimuthregistratie 5 en weergavestelsel te elimineren moet de registratie ideaal uitgevoerd worden zodat er een H-gerichtheid is in het geregistreerde spoorpatroon. Een registratie en weergaveinrichting (een videobandrecorder , of eenvoudig een VTR genoemd) welke ontworpen is om de registratie uit te voeren tijdens een normale 10 mode zodat, er H-gerichtheid is in het geregistreerde sporenpa troon op de magnetische band, kan echter de registratie niet uitvoeren zodat er H-gerichtheid is in het geregistreerde sporen-. patroon op de magnetische band gedurende een langdurige registratie bijvoorbeeld van de VTR. Bij deze langdurige regi-15 stratie blijven de diameter van een trommel en het aantal gere gistreerde velden op één spoor hetzelfde als in het geval bij de normale registratie maar de bewegingssnelheid van de magnetische band wordt langzamer gemaakt dan de bandsnelheid op het ogenblik van de normale registratie en koppen die een smallere 20 spoorbreedte hebben dan de spoor breedte van de koppen gébruikt op het ogenblik van de normale registratie worden gebruikt om een registratie uit te voeren met een langere duur dan de registratie op het ogenblik van de normale registratie door gebruik te maken van dezelfde lengte 25 aan magnetische band.

Bij het afspelen van de bovengenoemde magnetische band met het spoorpatroon waarbij er geen H-gerichtheid is wordt het weergegeven beeld onbevredigend vanwege de zwe-vingsinterferentie veroorzaakt door het overspreken van het 30 aangrenzende spoor, zoals hiervoor beschreven.

Daarom werd conventioneel een werkwijze die genoemd werd een FM-draaggolf interliniering (interleave)j gebruikt om zichtbaar de zwevingsinterferentie te reduceren die veroorzaakt werd door het overspreken van het aangrenzende spoor. Volgens deze 35 FM-draaggolf interlinieringswerkwijze wordt gezorgd dat de 8400999 Μ * - 5 - FM-draaggolffrequentie tussen de wederzijds aangrenzende sporen verschillen met een oneven veelvoud van 1/2 horizontale aftast-frequentie. Daar er een regelkorrelatie (korrelatie gedurende iedere horizontale aftastperiode) in het videosignaal is reduceert 5 de: FM-draaggolf interlinieringswerkwijze zichtbaar de zwevings- interferentie door de eigenschap te gebruiken dat de fase van de zweving tengevolge van het overspreken omgekeerd wordt gedurende iedere horizontale aftastperiode (1H) wanneer de FM-draaggolf frequentie van het FM-videosignaal, dat weergegeven wordt 10 door het gewenste spoor en de FM-draaggolffrequentie van de over- spreekcomponent van het aangrenzende spoor genoodzaakt worden om te verschillen met een oneven veelvoud van 1/2 horizontale af-tastfrequentie.

Tegenwoordig is het, tengevolge van de snelle 15 ontwikkeling bij de techniek van halfgeleiders, de precisiever- vaardiging, het vervaardigen van miniatuurdelen en dergelijke mogelijk geworden om sterk de beeldkwaliteit te verbeteren van het weergegeven beeld dat verkregen wordt in de registratie en weergave-inrichting en om de totale afmeting en het gewicht van 20 de registratie en weergave-inrichting te verminderen. Het afnemen van de afmeting van de bandcassette en de vermindering van de diameter van de trommel hebben een grote invloed op de vermindering van de totale afmeting en het gewicht van de registratie en weergave-inrichting en de bewegingssnelheid van de band moet 25 verlaagd worden om een gewenste registratietijd te behouden bij een compacte bandcassette. Om een weergegeven beeld te verkrijgen met een hoge beeldkwaliteit in de registratie en weergave-inrichting die&owel in de totale afmeting als in het gewicht verminderd is zijn verschillende registratie en weergavestel-30 seis voorgesteld. Er werd bijvoorbeeld bij een registratie en weergave-inrichting voorgesteld die ontworpen wasdom twee soorten kleurverschilsignalen die verkregen werden door frequentie-demodulatie van het draaggolfkleursignaal,te onderwerpen aan een tijdbasiscompressie en ook om het helderheidssignaal te onder-35 werpen aan een tijdbasiscompressie. Volgens deze voorgestelde 8400999 ί1 ? - 6 - registratie exi weergave-inrichting werden de met tijdbasis gecomprimeerde signalen in tijd verdeeld gemultiplexed waarbij de in tijd verdeelde, gemultiplexte signaalvideo frequentiegemodu-leerd wordt en geregistreerd op het registratiemedium. Op het 5 ogenblik van de weergave wordt een signaalverwerking tegenge steld aan de signaalverwerking, uitgevoerd op het ogenblik van de registratie uitgevoerd om een weergegeven samengesteld kleuren-videosignaal te verkrijgen dat in overeenstemming is met het oorspronkelijke standaardstelsel. Een voorbeeld van een derge-10 lijke registratie- en weergave-inrichting is aangegeven in de

Nederlandse ter visie gelegde octrooiaanvragen 70.17427 en 77.07328.

Deze voorgestelde registratie- en weergave-inrichting neemt het verschil in de banden van het helderheids-15 signaal en de kleurverschilsignalen in aanmerking en neemt maat regelen zo dat de kleurverschilsignalen met de smallere band overgedragen kunnen worden binnen de horizontale onderdrukkings-periode. Een van de kleurverschilsignalen die overgedragen worden binnen één horizontale aftastperiode (1H), wordt met an-20 dere woorden onderworpen aan een tijdbasiscompressie in bij bena- ering 20 % van 1H. Aanvullend wordt voor het effectief gebruiken van de band het helderheidssignaal onderworpen aan een tijdbasiscompressie in bij benadering 80 % van 1H om een band in te nemen welke in hetzelfde gebied ligt als de band van het vol-25 gens een tijdbasis gecomprimeerde kleurverschilsignaal en over gedragen. Verder worden de twee kleurverschilsignalen in een tijdverdeling gemultiplexed als een regelvolgsignaal waarin de twee kleurverschilsignalen afwisselend overgedragen worden gedurende iedere 1H met het volgens tijdbasis gecomprimeerde hel-'30 derheidssignaal. Dit tijdmultiplexvideosignaal wordt toegevoerd aan een frequentiemodulator waarbij een uitgangssignaal van de frequentiemodulator geregistreerd wordt op het registratiemedium. Op het ogenblik van de weergave wordt een signaalverwerking tegengesteld aan de signaalverwerking die uitgevoerd wordt op 35 het ogenblik van de registratie uitgevoerd om een weergegeven 8400999 - 7 - * * samengesteld kleurenvideosignaal te verkrijgen. Het registratie-en weergavestelsel dat gebruikt wordt in deze voorgestelde registratie- en weergaveinrichting zal hierna een tijdplex-stelsel genoemd worden.

5 Volgens het tijdplexstelsel dat het tijd- multiplexvideosignaal overdraagt bestaat er geen duur waarin het helderheidssignaal en het kleurverschilsignaal gelijktijdig overgedragen worden. In het geval van een kleurenvideosignaal in het OTSC stelsel en het kleurvideosignaal in het PAL-stelsel 10 kan een wederzijds interferentie en moire optreden tussen het helderheidssignaal en de kleurverschilsignalen omdat het helderheidssignaal en het draaggolfkleurensignaal bandmultiplex zijn en overgedragen worden. Een dergelijke wederzijdse interferentie en moire zal echter niet optreden volgens het tijdplex-15 stelsel. Aanvullend hebben het in tijdbasis gecomprimeerde hel derheidssignaal en het in tijdbasis gecomprimeerde kleurverschilsignaal toegepast bij het tijdplex-stelsel beiden een vermogensverdeling waarbij het vermogen groot is in het laagfrequente gebied en klein is in het hoogfrequente gebied. Het gecomprimeer-20 de tijdbasishelderheidssignaal en het gecomprimeerde tijdbasis- kleurverschilsignaal nemen met andere woorden een signaalformaat aan dat geschikt is voor frequentiemodulatie. Het is dus mogelijk een grote modulatieindex te verkrijgen en de signaal-ruisver-houding kan sterk verbeterd worden. Het is bovendien mogelijk 25 om doeltreffend de transmissieband te gebruiken.

Het tijdmultiplexvideosignaal dat verkregen wordt bij het tijdplex-stelsel bevat echter het volglijnkleuren-verschilsignaal en heeft dus geen lijnenkorrelatie. Om deze reden, was er, zelfs wanneer de FM-draaggolf interlinieringswerk-30 wijze zoals hiervoor beschreven om te zorgen dat de FM-draag- golffrequenties in de wederzijds aangrenzende sporen met een oneven veelvoud van de 1/2 horizontale aftastfrequentie verschillen rechtstreeks toegepast wordt op dit geval een probleem doordat het onmogelijk was om visueel de zwevingsinterferentie 35 tengevolge van het overspreken vanaf het aangrenzende spoor te 8 4 0 0 S 9 9 ί ? - 8 - verminderen.

Het is dus een algemeen doel van de uitvinding een nieuw en bruikbaar registratiestelsel te leveren om een tijdmultiplexvideosignaal te registreren waarin de tot nu 5 toe beschreven problemen geelimineerd zijn.

Een ander en meer specifiek doel van de uitvinding is het leveren van een registratiestelsel dat een in frequentie gemoduleerd tijdmultiplexvideosignaal registreert op een registratiemedium door het vormen van sporen met een 10 eenheid die een geheel veelvoud is van één veld, waarbij één van twee soorten gecomprimeerde tijdbasiskleurenverschilsigna-len die afwisselend overgedragen worden in lijnvolgorde gedurende iedere horizontale aftastingsperiode, een horizontaal syn-chronisatiesignaal en een gecomprimeerd tijdbasishelderheids-15 signaal of een gecomprimeerd niet-tijdbasishelderheidssignaal overeenkomend met één horizontale aftastperiode een tijdmulti-plexbewerking hebben ondergaan binnen één horizontale aftastperiode in het tijdmultiplexvideosignaal. Het registratiestelsel volgens de uitvinding voert de registratie zo uit dat draaggolf-20 frequenties van de frequentie gemoduleerde tijdmultiplexvideo- signalen die geregistreerd zijn op wederzijds aangrenzende sporen op het registratiemedium wederzijds verschillen met een oneven veelvoud van 1/4 horizontale aftastfrequenties.

Volgens het registratiestelsel van de uit-25 vinding is het mogelijk om de fase om te keren van een gedemodu- leerde signaalcomponent van een FM-tijdmultiplexvideosignaal dat weergegeven wordt door het aangrenzende spoor en gemengd is in het tijdmultiplexvideosignaal dat weergegeven wordt door een gewenst spoor gedurende iedere twee horizontale aftastperioden. 30 Volgens het stelsel van de uitvinding is het dus mogelijk om visueel de zwevingsinterferentie tengevolge van het overspreken te verminderen zowel voor het geval van het helderheidssignaal als voor het geval van het kleurenverschilsignaal.

De uitvinding zal aan de hand van de 35 tekening worden toegelicht.

8400999 * » - 9 -

Figuur IA is een blokschema dat een deel toont van een uitvoering van een registratiestelsel voor het registreren van een tijdmultiplexvideosignaal volgens de uitvinding- 5 Figuur 1B is een blokschema dat een eerste uitvoering toont van een resterend deel van een essentieel deel in het blokstelsel uit figuur IA tezamen met een weergavestelsel.

Figuur 2(A) tot en met 2(F) tonen signaai-golfvormen voor het verklaren van de werking van het blokstel-10 sel aangegeven in figuur IA.

Figuur 3(A) en 3(B) tonen respectievelijk een voorbeeld van de golfvorm van een ingangskleurenvideosignaal na het blokstelsel getoond in figuur IA en een voorbeeld van de golfvorm van een uitgangsvideosignaal van het blokstelsel getoond 15 in figuur IA.

Figuur 4 is een perspectivisch aanzicht dat een toestand toont waarin een ronddraaiende trommel en dergelijke in contact is met een magnetische band.

Figuur 5 toont een voorbeeld van een sporen-20 patroon dat gevormd wordt door het registratiestelsel volgens de uitvinding.

Figuur 6 is een blokschema dat een tweede uitvoering toont van het resterende deel van het essentiele deel in het blokschema uit figuur IA tezamen met een weergave-25 stelsel.

Figuur 7 is een schakelschema dat een uitvoering toont van een niet-lineaire versterkingsketen uit het blokstelsel getoond in figuur 6.

Figuur 8 toont een voorbeeld van een fre-30 quentiekarakteristiek van de schakeling getoond in figuur 7.

In figuur IA wordt een kleurenvideosignaal naar het SEC&M-stelsel zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 2A aangelegd aan een ingangsklem 11. Dit kleurenvideosignaal wordt toegevoerd aan een laagdoorlaatfilter 12 waarin een helderheids-35 signaal gescheiden is en wordt ook toegevoerd aan een decodeer- 8400999 ♦ i - 10 - inrichting 13 waarin een draaggolfkleurensignaal gescheiden wordt en dan gederaoduleerd in een volglijnkleurenverschilsignaal.

In het volglijnkleurenverschilsignaal is er een vooruit bepaald verschil tussen een gelijkstroomniveau 5 bl van een achromatisch kleurendeel (niet gemoduleerd draag- golfdeel) met een breedte van 4,9^us en gelegen in een achter-stoep binnen één horizontale aftastperiode (1H) waarin een kleurenverschilsignaal (B-Y) overgedragen wordt en een gelijkstroomniveau b2 van een achromatisch kleurendeel (niet gemodu-10 leerde draaggolfdeel) met een breedte van 4,9^uS en gelegen in een achterstoep binnen 1H waarin een kleurenverschilsignaal (R-Y) overgedragen wordt, zoals getoond in figuur 2(B). Dit komt doordat een kleurensubdraaggolffrequentie van het draaggolfkleurensignaal 4,25 MHz is in de transmissielijn van het kleuren-15 verschilsignaal (B-Y) en een kleurensubdraaggolffrequentie van het draaggolfkleurensignaal in de transmissielijn van het kleurenverschilsignaal (R-Y) niet 4,25 MHz is en 4,406 MHz is.

Het volglijnkleurenverschilsignaal is onderworpen aan een ge-lijkstroomniveauverschuiving zodat het gelijkstroomniveau van 20 het achromatische kleurendeel van één kleurenverschilsignaal samenvalt met het gelijkstroomniveau van het achromatische kleurendeel van het andere kleurenverschilsignaal voor het toegevoerd wordt aan een analoog-digitale (AD) omzetter 15 via een. laagdoorlaatfilter 14. Een uitgangssignaal van de AD-omzetter 15 25 wordt toegevoerd aan een geheugenschakeling 16.

Anderzijds wordt het helderheidssignaal gescheiden van het ingaande kleurenvideosignaal van het SECAM-stelsel in het laagdoorlaatfilter 12. Dit helderheidssignaal wordt toegevoerd aan een horizontale synchronisatiesignaal-30 scheidingsschakeling 17 waarin een horizontaal synchronisatie- signaal afgescheiden wordt. Het afgescheiden horizontale syn-chronisatiesignaal uit de horizontale synchronisatiesignaal-scheidingsketen 17 wordt toegevoerd aan een inrichting 18 voor het opwekken van een regelpuls tezamen met een puls welke ver-35 kregen wordt uit een deel van de decodeerinrichting 13. Het 8400999 > * - li - helderheidssignaal uit het laagdoorlaatfliter. werd ook toegevoerd aan een AD-omzetter 19 waarin het helder-heidssignaal onderworpen wordt aan een analoog-digitale omzetting. Een uitgangssignaal van de AD-omzetter 19 wordt toegevoerd aan de geheu-5 genschakelingen 20 en 21. De geheugenschakelingen 16, 20 en 21 bestaan ieder uit een RAM-geheugen en een adresteller. De inrichting 18 voor het opwekken van een regelpuls wekt verschillende regelpulsen op en levert de regelpulsen aan de AD-omzetters 15 en 19, de sehakelketens 22, 25 en 27 en de digitaal-analoge 10 (DA) omzetschakelingen 23 en 24. Aanvullend wekt de regelpulsop- wekinrichting 18 een inschrijfklokpuls op en een uitleesklokpuls met een vooruit bepaalde tijdregeling en met een vooruit bepaalde herhalingsfrequentie en levert deze inschrijf- en uitleesklok-pulsen aan de geheugenschakelingen 16, 20 en 21.

15 De regelpulsopwekinrichting 18 levert met andere woorden een schrijfinklokpuls van bijvoorbeeld 8 MHz aan één van de geheugenschakelingen 20 en 21 om in één van de geheugenschakelingen 20 en 21 een helderheidssignaal in te schrijven dat overeenkomt met de duur van 1H en overgedragen wordt binnen 20 een videoduur van 52^us. Op hetzelfde ogenblik levert de regel pulsopwekinrichting 18 een uitleesklokpuls van 10 MHz bijvoorbeeld aan de andere van de geheugenschakeling 20 en 21 onmiddel-lijk nadat de transmissie van een gecomprimeerd tijdbasis kleurenverschilsignaal overeenkomend met 1H (52^us) voltooid is 25 om uit de andere van de geheugenschakelingen 20 en 21 een opge slagen helderheidssignaal uit te lezen dat overeenkomt met 1H en 1H ervoor overgedragen werd. De uitleesklokpuls wordt toegevoerd aan de andere van de geheugenschakelingen 20 en 21 voor een duur welke uit de duur van 1H een serietransmissieperiode 30 uitsluit waarin het horizontale synchronisatiesignaal en het gecomprimeerde tijdbasiskleurenverschilsignaal overgedragen worden. De uitleesbewerking en de inschrijfbewerking worden met betrekking tot de geheugenschakelingen 20 en 21 afwisselend iedere 1H uitgevoerd. Aanvullend wordt de schakelketen 22, welke 35 gekoppeld is met de uitgangszijden van de geheugenschakelingen 8400999 - 12 -è 20 en 21, omgeschakeld als gevolg van een regelpuls van de regelpulsopwekinrichting 18 om selectief een uitgangssignaal van de geheugenschakeling 20 of 21 door te laten dat de uitlees-bewerking uitvoert. Als gevolg wordt een helderheidssignaal dat 5 met tijdbasis gecomprimeerd is tot 4/5 intermitterend verkregen uit de schakeling 22 zonder uitvallen van informatie. Dit gecomprimeerde tijdbasishelderheidssignaal uit de schakeling 22 wordt onderworpen aan een digitaal-analoge omzetting in de DA-omzetschakeling 23 en wordt omgezet in een signaal dat aangege-10 ven is in figuur 2(E).

Anderzijds wordt het volglijnkleurenverschil-signaal onderworpen aan een analoog-digitale omzetting in de AD-omzetter 15 voordat het toegevoerd wordt aan de geheugenschakeling 16. Het volglijnkleurenverschilsignaal dat overgedragen 15 wordt in een videoduur van 52^,us binnen 1H (= 64^,us) , wordt in het geheugen 16 geschreven als gevolg van een inschrijfklokpuls van 2 MHz, bijvoorbeeld welke inschrijfklokpuls ontvangen wordt van de regelpulsopwekinrichting 18. Na een vooruit bepaalde < duur (bijvoorbeeld l,6^,us) van de tijd waarin deze inschrijfbe-20 werking voltooid is wordt een kleurverschilsignaal dat op tijd basis gecomprimeerd is tot 1/5 uit de geheugenschakeling 16 gelezen als gevolg van bijvoorbeeld een uitleesklokpuls van 10 MHz, welke uitleesklokpuls ontvangen wordt van de regelpulsopwekinrichting 18. In dat geval duurt één aflezing 10,4^us.

25 Het gecomprimeerde tijdbasis volglijn kleurenverschilsignaal uit de geheugenschakeling 16 wordt onderworpen aan een digitaal-analoog-omzetting in de DA-omzetketen 24 en dan toegevoerd aan een klem 25a van de schakelketen 25.

het

Een gelijkstroomniveau van/achromatische kleurendeel in het volg-30 lijnkleurenverschilsignaal dat bemonsterd en vastgehouden is in de regelpulsopwekinrichting 18 wordt aangelegd aan de klem 25b van de schakelketen 25. Het schakelen van de schakelketen 25 wordt geregeld door een uitgangspuls van de regelpulsopwekinrichting 18 zodat de schakelketen 25 omgeschakeld wordt en ver-35 bonden met de klem 25a onmiddellijk nadat de duur waarin het ge- 8400999 * * -13- lijkstroomniveau (kleurenrèferentieniveau) aangelegd aan de klem 25b eindigt. De schakelketen 25 levert dus selectief een. signaal getoond in figuur 2(C) waarin het gecomprimeerde tijdbasis-volglijhkleurenverschiluitgangssignaal van de DA-omzetketen 24 5 een tijdmultiplexbewerking ondergaat onmiddellijk na het kleuren- referentieniveau en dit selectief geleverde signaal toevoert aan de schakelketen 27 via een laagdoorlaatfilter 26. De DA-omzetketens 22 en 24 bevatten ieder een vergrendelingspoort en een daarmee gekoppelde DA-omzetter.

10 De schakelketen 27 wordt voorzien van het gecomprimeerde tijdbasishelderheidssignaal getoond in figuur 2 (E), via een laagdoorlaatfilter 2S door de DA-omzetketen 23.

Verder wordt de schakelketen 27 ook voorzien van een multiplex-signaal dat een horizontaal synchronisatiesignaal bevat met een 15 breedte van bij benadering 4^us, zoals getoond in figuur 2(D) en een discriminatiestootsignaal getoond in figuur 2(F) met een frequentie van bijvoorbeeld 1,6 MHz. Dit multiplexsignaal wordt opgewekt in de regelpulsopwekinrichting 18 uit het horizontale synchronisatiesignaal en het discriminatiestootsignaal die opge-20 wekt worden in de regelpulsopwekinrichting 18. Het discrimina tiestootsignaal wordt gebruikt om de kleurenverschilsignalen (B-Y) en (R-Y) te discrimineren. In een geval waarbij een ge-lijkstroomniveauverschil tussen de achromatische kleurendelen in de kleurverschilsignalen (R-Y) en (B-Y) geelimineerd wordt door 25 het verschuiven van het gelijkstroomniveau van het achromati sche kleurendeel in één van de kleurenverschilsignalen om samen te vallen met het gelijkstroomniveau van het achromatische kleurendeel in het andere kleurenverschilsignaal en de registratie en weergave uitgevoerd worden in deze toestand waarbij het 30 gelijkstroomversch.il geelimineerd is moet een discriminatie uit gevoerd worden om te bepalen dat een kleurenverschilsignaal dat verkregen wordt één van de twee kleurenverschilsignalen is om het oorspronkelijke draaggolfkleursignaal te verkrijgen door gebruik te maken van een enkele frequentiemodulator in het weer-35 gavestelsel. Het gelijkstroomniveauversch.il tussen de achromatische 8400998 - 14 - kleurendelen in de twee kleurenverschilsignalen moet met andere woorden hersteld worden voordat het oorspronkelijke draaggolf-chrominantiesignaal verkregen kan worden door de frequentiemodu-lator in het weergavestelsel. In het geval waarbij de registra-5 tie en de weergave uitgevoerd worden waarbij het bovengenoemde gelijkstroomniveauverschil gehandhaafd wordt zal dus het dis-criminatiestootsignaal niet nodig zijn daar de discriminatie-informatie dat de discriminatie inschakelt tussen de twee kleu-renverschilsignalen overgedragen wordt als het gelijkstroomniveau-10 verschil.

Het schakelen van de schakelketen 27 wordt geregeld door een puls van de regelpulsopwekinrichting 18. De schakelketen 27 levert dus een tijdmultiplexsignaal waarin het horizontale synchronisatiesignaal op het multiplexsignaal van 15 de regelpulsopwekinrichting 18, het uitgangssignaal van het laagdoorlaatfilter 26 en het uitgangssignaal van het laagdoor-laatfilter 28 een tijdmultiplexbewerking hebben ondergaan in volgorde binnen, een duur van 1H. In een duur van een zekere 1H is het uitgangssignaal van de schakelketen 27 met andere woorden 20 een tijdmultiplexsignaal dat het horizontale synchronisatiesig naal bevat van de regelpulsopwekinrichting 18, het uitgangssignaal van het laagdoorlaatfilter 26 en het uitgangssignaal van het laagdoorlaatfilter 28. Het horizontale synchronisatiesignaal en het discriminatiestootsignaal opgewekt in de regelpulsopwek-25 inrichting 18 worden gemultiplexed in het multiplexsignaal van de regelpulsopwekinrichting 18.

Wanneer een SECAM-stelsel kleurenvideosignaal in de vorm van een kleurenstaafsignaal getoond in figuur 3 (A) aangelegd wordt aan de ingangsklem 11, wordt een tijdmultiplex-30 videosignaal getoond in figuur 3(B) geleverd door de schakel keten 27. Zoals getoond in figuur 3(B) wordt een discriminatiestootsignaal S gemultiplexed met een horizontaal synchronisatiesignaal H2 gedurende iedere 1H (= 64yUs). In het tijdmultiplex-videosignaal getoond in figuur 3(B) worden de horizontale syn-35 chronisatiesignalen Hl en H2,. de kleurenreferentieniveaus Ll en 8400999 * % - 15 - L2 (het gelijkstroomniveau van het achromatische kleurendeel van de respectievelijke kleurensignalen), de gecomprimeerde tijdbasiskleurenverschilsignalen (R-Y) en (B-Y) , en een ge- v >-* comprimeerd tijdbasishelderheidssignaal Y^,, en het gecomprimeer-5 de tijdbasishelderheidssignaal Yin lijnvolgorde overgedra gen. Dit tijdmultiplexvideosignaal getoond in figuur 3(B) wordt heengelaten door een pre-emphasisketen 29, een afsnijketen 30 van het witte piekniveau, een vastklemketen 31 en wordt geleverd via een klem 32. Het signaal dat verkregen wordt via de klem 10 32 wordt geleverd aan een automatische versterkingsregelings- keten 33 (AGC) getoond in figuur 1B waarbij het niveau van het signaal geregeld wordt tot een vooruit bepaald niveau in de AGC-keten 33.

Het tijdmultiplexvideosignaal dat verkregen 15 wordt uit de AGC-keten 33 wordt toegevoerd aan een frequentie- modulator 34 en aan een registratieketen 35. De frequentiemodu-lator 34 moduleert een draaggolf in frequentie welke een draag-golffrequentie y^ heeft op het ogenblik wanneer er geen ingang is naar de frequentiemodulator 34 en geen frequentiemodulatie 20 uitgevoerd wordt door het tijdmultiplexvideosignaal van de AGC- keten 33, zodat de draaggolf afwijkt tussen een vooruit bepaalde eerste frequentie en een vooruit bepaalde tweede frequentie.

De draaggolf neemt de vooruit bepaalde eerste frequentie aan wanneer de draaggolf in frequentie gemoduleerd wordt door het 25 synchronisatiepuntniveau van het tijdmultiplexvideosignaal en de vooruit bepaalde tweede frequentie aanneemt wanneer de draaggolf in frequentie gemoduleerd wordt door het witte piekniveau van het tijdmultiplexvideosignaal. Een FM-tijdmultiplexvideosignaal verkregen van de frequentiemodulator 34 wordt toegevoerd 30 aan een frequentie-omzetter 36 waarin een frequentie-omzetting uitgevoerd wordt zo dat een frequentiecomponent (f + f ) verkregen kan worden waarbij de frequentie f een eerste lokale oscillatiefrequentie is van een signaal van een lokale oscilla— torketen 37. Een uitgangssignaal van de frequentie-omzetter 36 35 wordt toegevoerd aan een frequentieomzetter 38 waarin een fre- 8400999 - 16 - quentieomzetting uitgevoerd wordt zo dat een frequentiecomponent Γ (f + f „) - f „ / verkregen kan worden waarbij de frequen-— c oi oz- tie f . een tweede lokale oscillatiefrequentie is van een sig-o2 naai van een lokale oscillatorketen 39.

5 De eerste lokale oscillatiefrequentie f .

ol en de tweede lokale oscillatie in frequentie f^ worden zo gekozen dat een frequentieverschil (f_^ - f ) een oneven veelvoud is van 1/4 van een horizontale aftastfrequentie f„ van het

H

tijdmultiplexingangsvideosignaal. In het voorbeeld getoond in 10 figuur 3(B) is de horizontale aftastfrequentie f gelijk aan

H

15,625 kHz. De draaggolffrequentie van het FM-tijdmultiplex-videosignaal verkregen uit de frequentieomzetter 38 verschilt dus van de draaggolffrequentie van het FM-tijdmultiplexvideosignaal verkregen uit de frequentieomzetter 34 met het frequentiever-15 schil (fQ^ - fQ2^ wat een oneven veelvoud is van 1/4 van de horizontale aftastfrequentie f . Het FM-tijdmultiplexvideouit- fi gangssignaal van de frequentieomzetter 38 wordt toegevoerd aan , een registratieketen 40. In het geval waarbij de twee draag- „ golffrequenties, die wederzijds verschillen met het oneven veel-20 voud van 1/4 van de horizontale aftastfrequentie f dicht bij elkaar liggen en de frequentieomzetting alleen uitgevoerd wordt in een frequentieomzetter aangebracht in een enkele trap is het moeilijk om het FM-tijdmultiplexvideosignaal te scheiden en fil- . teren van een gewenste draaggolffrequentie in een filterketen 25 omdat de frequentie van het FM-tijdmultiplexvideoingangssignaal en de lokale oscillatiefrequentie dicht bij elkaar liggen. Om deze reden zijn de frequentieomzetters 36 en 38 twee trappen gekoppeld. In principe echter is het mogelijk om de lokale oscillatiefrequentie (Fq^ - f ) toe te voeren aan een enkele fre-30 quentieomzetter en het FM-tijdmultiplexvideosignaal van de gewenste draaggolffrequentie te verkrijgen.

Een eerste FM-tijdmultiplexvideosignaal met de draaggolffrequentie f dat verkregen is van de registratieketen 35 nadat het onderworpen is aan een signaalverwerking zoals 35 .een versterking, wordt toegevoerd aan een magnetische kop 41a.

♦ 8400999 - 17 -

Een tweede FM-tijdmultiplexvideosignaal met de draaggolffrequentie welke van de draaggolffrequentie f verschilt met een oneven veelvoud van 1/4 van de horizontale aftastfrequentie f . welke verkregen is van deregistratieketen 40, wordt toege-5 voerd aan de magnetische kop 42a.

Zoals aangegeven in figuur 4 zijn de magnetische koppen 41a en 42a bevestigd op een roterend vlak van een bovenste ronddraaiende trommel 56 met een hoekafstand van 180°.

De magnetische koppen 41a en 42a hebben spleten met wederzijds 10 verschillende azimuthhoeken. Een magnetische band 60a wordt voort geleid door geleidingspennen 57 en 58 zoals aangegeven in figuur 4 en is scheef gewikkeld om de boven ronddraaiende trommel 56 en een stilstaande benedentrommel 59 over een hoekgebied van bij benadering 180° langs een bandgeleidingsband welke 15 schuin gevormd is op de stilstaande benedentrommel 59. De band 60a wordt bewogen in een toestand waarbij hij ingeknepen is tussen een bandaandrijfas en een knijprol die niet aangegeven zijn in figuur 4. In figuur. 4 wordt de ronddraaiende boventrommel 56 tegen de klokrichting in rondgedraaid.

20 Door de magnetische koppen 41a en 42a ge toond in figuur 4 van het bekende roterende tweekoppige VTR-stelsel zijn videosporen t^ tot en met t^ en t^ tot en met ^Bll ^evorm^ °P 3e band 60a zoals getoond in figuur 5. Deze videosporen t^ tot en met t^ ^ en t^ tot en met tg^ hebben 25 een spoorbreedte TW en zijn gevormd met een spoorsteek TP zonder een beveiligingsband (of zo dat de beveiligingsband buitengewoon smal is). Het FM-tijdmultiplexvideosignaal dat overeenkomt met één veld wordt geregistreerd op één videospoor. In werkelijkheid is er een geringe overlapping van het registratiegedeelte 30 op het spoor en het FM-tijdmultiplexvideosignaal dat overeenkomt met iets meer dan één veld wordt geregistreerd op één spoor.

Zelfs in dit geval echter worden videoinformaties die wederzijds gescheiden zijn door een interval van één veld geregistreerd op wederzijds aangrenzende plaatsen op de wederzijds aan-35 grenzende sporen. De videosporen t t&?, t^, .—, fcAll op 8400999 * λ - 18 - de band 60a worden gevormd door de magnetische kop 41a en de videosporen t , t 2, t^, t ^ op de band 60a worden gevormd door de magnetische kop 42a. Dus- wordt tussen twee . aangrenzende videosporen op de band 60a het eerste FM-tijdmul- 5 tiplexvideosignaal geregistreerd door de magnetische kop 41a op één van de twee aangrenzende videosporen en wordt het tweede. FM-tijdmultiplexvideosignaal door de magnetische kop 42a geregistreerd op het andere van de twee aangrenzende videosporen. Zodoende verschillen de FM-draaggolffrequenties in de twee aan-10 grenzende sporen wederzijds met een oneven -veelvoud van 1/4 van de horizontale aftastfrequentie f^.

In figuur 5 wordt de band 60a bewogen in de richting van de pijl A. Zoals bekend wordt een audiospoor t^ gevormd door een audiokop en wordt een regelspoor gevormd · 15 door een regelkop tezamen met de hiervoor beschreven videospo ren. De magnetische koppen 41a en 42a tasten af in de richting van de pijl B.

Nu zal een beschrijving gegeven worden met betrekking tot de werking van een weergavestelsel dat het tijd-20 multiplexvideosignaal weergeeft dat geregistreerd is op de hiervoor beschreven wijze.

In figuur 1B wordt een signaal geregistreerd op een magnetische band 60b met hetzelfde registratiestelsel dat de magnetische band 60a registreerde. Het eerste FM-tijd-25 multiplexvideosignaal dat weergegeven wordt door de band 60b door een magnetische kop 41b die een spleet heeft met dezelfde azimuthhoek als de spleet van de magnetische kop 41a wordt versterkt tot een vooruit bepaald niveau in een weergaveversterker 43 en wordt dan toegevoerd aan een schakelketen 44. Anderzijds 30 wordt het tweede FM-tijdmultiplexvideosignaal dat weergegeven

Wordt door de band 60b door een magnetische kop 42b welke een spleet heeft met dezelfde azimuthhoek als de spleet van de magne-- tische kop 42a, toegevoerd aan een frequentieomzetter 46 via een weergaveversterker 45. De frequentieomzetter 46 voert een 35 frequentieomzetting uit zo dat de frequentiecomponent welke een 8400999 * * - 19 - som is van de draaggolffrequentie / {f+ ^1* “ fo2-^ van het tweede FM-tijdmultiplexvideosignaal en de tweede lokale oscillatiefrequentie f ^ van de lokale oscillatorketen 49 verkregen kan worden. Als gevolg heeft het weergegeven FM-5 tij dmu.ltiplexvideosignaal dat verkregen wordt uit de frequentie omzetter 46 een draaggolffrequentie (f__ + f ). Een frequentieomzetter 47 voert een verdere frequentieomzetting^uit zodat de frequentiecomponent welke een som is van de draaggolffrequentie (f + fQ^) van het weergegeven FM-tijdmultiplexvideosignaal 10 van de frequentieomzetter 46 en de eerste lokale oscillatie- frequentie f van de lokale oscillatorketen 37, verkregen kan worden. Het weergegeven tijdmultiplexvideosignaal van de frequentieomzetter 47 heeft dus de draaggolffrequentie f .

De schakelketen 44 voert een omschakeling 15 uit om afwisselend het weergegeven tijdmultiplexvideosignaal door te laten dat de draaggolffrequentie f heeft en verkregen wordt uit de weergaveversterker 43 en het weergegeven tijdmultiplexvideosignaal dat de draaggolffrequentie f heeft en verkregen wordt uit de frequentieomzetter 47, gedurende de aftastduur van 20 steeds één spoor en een continu weergegeven tijdraultiplexvideo- signaal levert. Dit continu geleverde tijdmultiplexvideosignaal uit de schakelketen 44 wordt toegevoerd aan een frequentiedemo-dulatieketen 48 waarin een frequentiedemodulatie uitgevoerd wordt om het weergegeven tijdmultiplexvideosignaal· te verkrijgen 25 aangegeven in figuur 3(B). Om de frequentiecomponent (f^ - f ) te elimineren die een oneven veelvoud is van 1/4 van de horizontale aftastfrequentie f , wordt het weergegeven tijdmultiplex- £1 videosignaal uit de frequentiedemodulatieketen 48 doorgelaten door een laagdoorlaatfilter 49 en een hoogdoorlaatfilter 50 om 30 de band te verdelen in een laagfrequentgebïed en een hoogfrequent- gebied. Het hoogfrequente signaal van het hoogdoorlaatfilter 50 dat de frequentiecomponent (f^ - fbevat wordt toegevoerd aan een optelketen 52 via een 2S vertragingsketèn 51. Het hoogfrequente signaal van het hoogdoorlaatfilter 50 wordt ook recht-35 streeks toegevoerd aan de optelketen 52. De 2H vertragingsketen 8 4 0 0 9 9 ^ - 20 - 51 en de optelketen 52 vormen een kamvormig filter. Omdat de fasen van de frequentiecomponenten welke oneven veelvouden zijn van 1/4 van de horizontale aftastfrequentie f en binnen het

H

hoogfrequente signaal van het hoogdoorlaatfilter 50 liggen met 5 180° verschillen voor iedere 2H is het mogelijk om uit een uit gang van de optelketen 52 een hoogfrequent signaal te krijgen dat ontdaan is van de frequentiecomponent (f' - f „) wat een ol 02 oneven veelvoud is van 1/4 van de horizontale aftastfrequentie fr 10 Het hoogfrequente signaal dat ontdaan is van de frequentiecomponent (f_^ - f ) en verkregen uit de optelketen 42 en een laag-frequente component uit het laagdoor-laatfilter 49 worden toegevoerd aan eên samenstellingsketen 53. De samenstellingsketen 53 levert een weergegeven tijdmultiplex-15 videosignaal dat ontdaan is van de ongewenste frequentiecompo nent (f - fQ2)/ en waarbij dit weergegeven tijdmultiplexvideo-signaal geleverd wordt aan een uitgangsklem 55 via een video- signaaluitgangsketen 54. Het weergegeven tijdmultiplexvideo-► * signaal dat geleverd wordt door de uitgangsklem 55 wordt gele-20 verd aan een tijdbasisexpansieketen (niet getoond) waarin de tijdbasis uitgezet en teruggevoerd wordt naar de oorspronkelijke tijdbasis en het weergegeven tijdmultiplexvideosignaal omgezet wordt in een weergegeven helderheidssignaal en een weergegeven volglijnkleurenverschilsignaal. Het weergegeven volglijnkleuren-25 verschilsignaal wordt verder gecodeerd in een draaggolfkleursig- naal van een gewenst standaardstelsel· en wordt dan gemultiplexed met het weergegeven helderheidssignaal om een weergegeven stan-daardstelselkleurenvideosignaal te verkrijgen zoals het kleuren-videosignaal getoond in figuur 3(A),. Dit standaardstelselkleu-30 renvideosignaal wordt geleverd aan een besturingsweergaveinrich- ting (niet getoond) en weergegeven als een weergegeven kleurenbeeld.

Ofschoon de overspreekcomponent van het aangrenzende spoor gereduceerd is door het azimuthverlieseffect 35 blijft de overspreekcomponent nog steeds in het weergegeven FM- 9400999 - 21 - tijdmultiplexsignaal van de schakelketen 44. Zoals hiervoor beschreven zijn de twee soorten kleurenverschilsignalen in tijdbasis gecomprimeerd en in lijnvolgorde overgedragen in het tijdmultiplexvideosignaal en om deze reden is er geen lijn-* 5 korrelatie (korrelatie gedurende iedere 1H), en de korrelatie bestaat voor iedere 2H. De periode voor de korrelatie is dus

niet 1/f maar is 2/f . Anderzijds is, zoals hiervoor beschre-Η H

ven, het verschil tussen de FM-draaggolffrequenties in twee aangrenzende sporen een oneven veelvoud van f /4. Dit betekent IQ dat de fase van de overspreekcomponent omgekeerd wordt geduren de iedere twee lijnen en de zwevingsinterferentie (ruis), tengevolge van het overspreken visueel geredü ;-ceerd kan worden.

Het effect van het visueel reduceren van de zwevingsinterferentie tengevolge van het overspreken is natuurlijk lager voor het 15 helderheidssignaalgedeelte in het weergegeven tijdmultiplex videosignaal maar het effect van het visueel verminderen van de zwevingsinterferentie tengevolge van het overspreken is ook groot voor de kleurenverschilsignalen (R-Y) en (B-Y) in het weergegeven tijdmultiplexvideosignaal omdat de zwevingsinterferen-20 tie tengevolge van het overspreken een tweelijnverschuivingsver- band heeft voor de kleurenverschilsignalen (R-Y) en (B-Y).

Hierna zal een beschrijving gegeven worden met betrekking tot een tweede uitvoering van een registratie-stelsel volgens de uitvinding met verwijzing naar figuur 6 en 25 7.

In figuur 6 zijn die delen die dezelfde zijn als welke overeenkomen met de delen in figuur 1B met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven en hun beschrijving zal weggelaten worden. In figuur 6 wordt het tijdmultiplexsignaal van de 30 AGC-keten 33 toegevoerd aan een keten 61 voor het opwekken van een differentiaalspanning. Anderzijds wekt, gebaseerd op een puls welke in fase is met de roterende fase van de magnetische koppen 41a en 42a en aangelegd wordt aan een ingangsklem 62 een schakelpulsopwekketen 63 een rechthoekige golf op welke een 35 periode heeft van twee sporen aftastperioden. Deze rechthoekige 8400999 - 22 - golf die opgewekt wordt door de schakelpulsopwekketen 63 wordt toegevoerd aan de differentiaalspanningopwekketen 61 als een schakelpuls. Het tijdmultiplexvideoingangssignaal wordt dus opgeteld bij een vooruit bepaalde spanning gedurende iedere spoor-5 aftastperiode en wordt geleverd aan een frequentieraodulator 64 door de differentiaalspanningopwekketen 61. Het synchronisatie-puntniveau van het tijdmultiplexvideosignaal van de differen-tiaalspanningopwekketen 61 wordt bijvoorbeeld afwisselend omhoog en omlaag geschoven (vergroot en verkleind) door de bovenge-10 noemde vooruit bepaalde spanning gedurende iedere spooraftest periode (bijvoorbeeld één veld). Zodoende verschilt tussen twee aangrenzende velden het synchronisatieeindniveau met de vooruit bepaalde spanning. De vooruit bepaalde spanning wordt zo gekozen dat de FM-draaggolffrequentie overeenkomend met het synchronisa-15 tieeindniveau binnen het FM-tijdmultiplexvideouitgangssignaal van de frequentieraodulator 64 verschilt met een oneven veelvoud van 1/4 van de horizontale aftastfrequentie fH tussen twee aangrenzende velden.

Zo worden het eerste FM-tijdmultiplexvideo-20 signaal met de FM-draaggolffrequentie f , en het tweede FM-

O

tijdmultiplexvideosignaal met de FM-draaggolffrequentie die van de draaggolffrequentie f verschilt met een oneven veelvoud van f /4, afwisselend verkregen uit de frequentieraodulator 64 met een periode van één spooraftastperiode (met een periode van 25 één veld in dit geval). Het FM-tijdmultiplexvideouitgangssignaal van de frequentiemodulator 64 wordt toegevoerd aan de registra-tieketens 35 en 40. Daarom wordt de registratie uitgevoerd zo dat de FM-draaggolffrequentie van de FM-tijdmultiplexvideosigna-len, die geregistreerd zijn op twee aangrenzende sporen op de 30 band 60a wederzijds verschillen met een oneven veelvoud van f^/4.

Vervolgens zal een beschrijving gegeven worden met betrekking tot de werking van het weergavestelsel. In figuur 6 wordt het weergegeven tijdmultiplexvideosignaal van de r frequentiedemodulator 48 toegevoerd aan een eompensa-fcieketen 65 1 8400999 van het spanningsverschil omdat het synchronisatie-eindniveau * ·- - 23 - van het weergegeven tijdmultiplexvideosignaal dan de frequentie— demodulator 48 afwisselend omhoog en omlaag schuift met de vooruit bepaalde spanning gedurende telkens één veld. Het spanningsverschil wordt in de spanningsverschilcompensatieketen 65 ge-5 elimineerd als gevolg van een schakelpuls (rechthoekige golf) welke opgewekt wordt door de schakelpulsopwekketen 63 en een periode heeft van twee velden. Als gevolg wordt een weergegeven tijdmultiplexvideosignaal waarin het synchronisatie-eindniveau gefixeerd is op een specifieke spanning verkregen uit de spannings-10 verschilcompensatieketen 65 toegevoerd aan het laagdoorlaatfil- ter 49 en het hoogdoorlaatfilter 50. Het uitgangssignaal van het hoogdoorlaatfilter 50 wordt toegevoerd aan een niet lineaire versterkingsketen 66.

De niet lineaire versterkingsketen 66 heeft 15 een constructie zoals aangegeven bijvoorbeeld in figuur 7. In figuur 7 is een ingangsklem 70 gekoppeld met een basis van een NPN-transistor Ql, via een condensator Cl. Een verbindingspunt 4tussen een collector van de transistor Ql en een collector-weerstand Rl is gekoppeld met een kathode van een diode Dl en 20 met een anode van een diode D2 via een keten die een condensator C2 en een weerstand R2 bevat. Een anode van de diode Dl en een kathode van de diode D2 zijn gemeenschappelijk gekoppeld met één vaste klem van een variabele weerstand VR. Een schuifinrich-ting van de variabele weerstand VR is gekoppeld met een basis 25 van een NPN-transistor U2 via een condensator C3. Een verbin dingspunt tussen een collector van de transistor 02 en een col-lectorweerstand R3 is gekoppeld met een uitgangsklem 71 via een condensator C4.

De weerstanden R4 en R5 zijn basisinstel-30 weerstanden voor de transistor Ql en de weerstanden R7 en R8 zijn basisinstelweerstanden voor de transistor Q2. De weerstanden R6 en R9 zijn emitterweerstanden voor de respectievelijke transistors Ql en 02.

In de niet lineaire versterkingsketen 66 met 35 de hierboven beschreven constructie wordt het uitgangssignaal 1400999 » % - 24 - van het hoogdoorlaatfilter 50 dat aangelegd is aan de ingangs-klem 70 toegevoerd aan de transistor Ql via de condensator Cl.

Een versterkt signaal wordt verkregen van de collector van de transistor Ql en wordt toegevoerd· aan de kathode van de diode 5 Dl en aan de anode van de diode D2 via de keten die de conden sator C2 en de weerstand R2 bevat. Een keten welke bestaat uit de parallel gekoppelde diodes Dl en D2 heeft een hoge weerstand wanneer het ingangssignaalniveau klein is en een lage weerstand wanneer het ingangssignaal groot is. Dus wordt een signaal dat 10 met zijn demping veranderd is volgens het ingangssignaalniveau aan de schuifinrichting van de variabele weerstand VR verkregen.

De niet gewenste frequentiecomponent welke een oneven veelvoud van f /4 is en gemengd wordt in het weer- n gegeven tijdmultiplexvideosignaal als overspreken van het aan- 15 grenzende spoor, neemt aanzienlijk toe evenredig met de spoor- fout van de magnetische koppen 41b en 42b met betrekking tot het gewenste videospoor. In het geval waarbij de maximum spoorfout 10 % bedraagt bijvoorbeeld ligt de niet gewenste frequentie-» componenten beneden - 20 dB.

20 Daarom is het mogelijk de hierboven genoem de niet gewenste frequentiecomponent te elimineren door de karakteristiek van de niet lineaire versterkingsketen 66 zo in te stellen dat de demping van een signaal beneden - 20 dB toeneemt en de demping van een signaal boven - 20 dB afneemt.

25 De constanten van de ketenelementen in de niet lineaire versterkingsketen 66 uit figuur 7 zijn bijvoorbeeld als volgt in het geval waarbij er een voedingsspanningsbron is van V van + 9 volt. cc

CONDENSATOREN

30 Cx = C3 = C4 = 47yUF; C2 = 220 pF;

WEERSTANDEN

R^ = Rg = 1 kil r2 = 1,5 kü ; Rg =2,2 kil; R4 = R? = 39 kil·; Rg = Rg = 10 kü ; Rg = 470 Ohm; en VR = 4,7 k ü .

35 Wanneer dus de amplitude van het ingangs- 8400999 * » - 25 - signaal aangelegd aan de ingangsklem 70 een maximum niveau aanneemt (er wordt aangenomen dat het maximum niveau 0 dB is) toont de niet lineaire versterkingsketen 62 een frequentieka-rakteristiek welke aangegeven wordt met een kromme I in figuur 5 8 en stelt de versterking bij 2 MHz in op de eenheid. Wanneer aanvullend de amplitude van het ingangssignaal aangelegd aan de ingangsklem 70 de niveaus aanneemt van - 10 dB, -20 dB en - 30 dB toont de niet lineaire versterkingsketen 66 frequentie-karakteristieken die respectievelijk aangegeven zijn door de 10 krommen II, III en IV in figuur 8 en stelt de versterking in op een kleinere waarde wanneer het ingangssignaalniveau kleiner wordt.

Wanneer de ongewenste frequentiecomponent gemultiplexed wordt met het signaal van boven - 20 dB is het 15 onmogelijk om deze ongewenste frequentiecomponent volledig te elimineren. Het bestaan van een derge-ijke ongewenste frequentiecomponent zal echter niet een probleem introduceren vanuit visueel gezichtspunt. Het hoogfrequente signaal, dat verkregen wordt van de collector van de transistor Q2 in de niet lineaire 20 versterkingsketen 66 uit figuur 7 wordt toegevoerd aan de samen- stellingsketen 53 uit figuur 6 via de condensator C4 en de uit-gangsklem 71. Het hoogfrequente signaal van de collector van de transistor Q2 is daarom samengesteld in de samenstellingsketen 53 met het laagfrequente signaal van het laagdoorlaatfilter 49.

25 Volgens deze tweede uitvoering van de uit vinding is het ook mogelijk om visueel de zwevingsinterferentie tengevolge van het overspreken van het aangrenzende spoor te reduceren welk overspreken mengt in het weergegeven tijdmulti-plexvideosignaal zoals in het geval van de hiervoor beschre-30 ven eerste uitvoering.

De uitvinding is niet beperkt tot de uitvoering die tot nu toe beschreven zijn. Zo kan bijvoorbeeld het helderheidssignaal binnen het tijdmultiplexvideoingangs-signaal een gecomprimeerd niet-tijdbasishelderheidssignaal zijn 35 dat niet volgens een tijdbasis gecomprimeerd is door de tijd- 8400999

» V

- 26 - basiscompressieverhouding van de kleurenverschilsignalen op een grote waarde in te stellen (dat wil zeggen door de tijdba-siscompressiesnelheid in te stellen op een kleine waarde). Het kleurenverschilsignaal kan nu volgens een tijdbasis gecomprimeerd 5 zijn binnen bij benadering 20 % van de videoduur van 1H en het niet volgens een tijdbasis gecomprimeerde helderheidssignaal kan overgedragen worden in de resterende videoduur. In beide gevallen zal het weergegeven beeld dat verkregen wordt niet verlaagd zijn maar wel bevredigend. Verder kunnen de elementen of 10 signalen die de oscillatiefrequenties bepalen van de frequentie- modulatoren 34 en 64 omgeschakeld worden gedurende iedere spoor-aftastperiode van het tijdmultiplexvideoingangssignaal om afwisselend twee soorten draaggolffrequenties te verkrijgen die wederzijds verschillen met een oneven veelvoud van f /4 gedu-

H

15 rende iedere spooraftastperiode. In dit geval zal het niet nodig zijn om de frequentieomzetter 36 en 38, de lokale oscillator-keten 37 en 39 en de differentiaalspanningsopwekketen 61 aan te brengen. Bovendien kan, ofschoon niet direkt verband houdend met de uitvinding, de niet lineaire versterkingsketen 66 gebruikt 20 worden in plaats van het kamvormige filter dat bestaat uit de 2H vertragingsketen 51 en de optelketen 53 en waarbij daarentegen het kamvormige filter gebruikt kan worden in plaats van de niet lineaire versterkerketen 66.

Aanvullend kan de uitvinding natuurlijk 25 toegepast worden in het geval waarbij de registratie uitgevoerd wordt door een NTSC-kleurenvideosignaal of een PAL-kleurenvideo-signaal om te zetten in een tijdmultiplexvideosignaal dat gebaseerd is op het tijdplexstelsel.

@4») 0 9 9 g

Claims (7)

1. Registratiestelsel voor het registreren van een tij dmultiplexvideosignaal waarbij het registratiestelsel een registratieorgaan bevat voor het registreren van een sig-5 naai in een spoor op een registratiemedium voor iedere een heid welke een geheel veelvoud is van één veld, met het kenmerk, dat er organen (11 - 31) aangebracht zijn voor het leveren van een tijdmultiplexvideosignaal waarin één van twee soorten gecomprimeerde tijdbasiskleurenverschilsignalen die afwisselend 10 in lijnvolgorde overgedragen worden gedurende telkens één hori zontale aftastperiode, een horizontaalsynchronisatiesignaal en een gecomprimeerd tijdbasishelderheidssignaal overeenkomend met één horizontale aftastperiode of een gecomprimeerd niet tijdbasishelderheidssignaal waaruit één deel van een helderheidsinfor-15 matie geelimineerd is respectievelijk een tijdmultiplexbehande- ling ondergaan hebben binnen één horizontale aftastperiode, en frequentiemodulatieschakelorganen (34, 36 - 39, 61, 63, 64) voor het leveren van een in frequentiegemoduleerd signaal door frequentiemodulatie van een draaggolf door het tijdraultiplex-20 videosignaal waarbij de draaggolf een draaggolffrequentie heeft welke afwisselend één van twee frequenties aanneemt welke verschillen met een oneven veelvoud van 1/4 van de horizontale aftastfrequentie voor iedere eenheid welke een geheel veelvoud van één veld en waarbij het registratieorgaan (35, 40, 41a, 42a, 25 60a) het in frequentiegemoduleerde signaal van de frequentie- modulatieschakeling op één spoor op een registratiemedium registreert voor iedere eenheid welke een geheel veelvoud van één veH is en waarbij het in frequentie gemoduleerde signaal zo geregistreerd wordt dat de draaggolffrequenties van de in frequen-30 tie gemoduleerde signalen geregistreerd op twee aangrenzende sporen wederzijds verschillen met een oneven veelvoud van 1/4 van de horizontale aftastfrequentie.

2. Registratiestelsel volgens conclusie. 1, met het kenmerk, dat de frequentiemodulatieketen een frequentie-35 modulator (34) bevat om de draaggolf in frequentie te moduleren 8400999 - 28 - r g- % met het tijdmultiplexvideosignaal en om een eerste in frequentie gemoduleerd signaal te verkrijgen en een frequentieomzetscha-kelorgaan (36 - 39) om het eerste frequentiegemoduleerde signaal in frequentie om te zetten met een frequentie welke een oneven 5 veelvoud is van 1/4 van de horizontale aftastfrequentie en om een tweede frequentiegemoduleerd signaal te verkrijgen waarbij het registratieorgaan eerste en tweede koppen (41a, 42a) bevat voor het afwisselend aftasten over het registratiemedium voor iedere eenheid welke een geheel veelvoud is van één veld en waar-10 bij de eerste kop (41a) voorzien wordt van het eerste frequentie gemoduleerde signaal en het eerste in frequentiegemoduleerde signaal registreert op het registratiemedium en waarbij de tweede kop (42a) voorzien wordt van het tweede frequentiegemoduleerde signaal en het tweede in frequentiegemoduleerde signaal regi-15 streert op het registratiemedium.

3. Registratiestelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de frequentieomzetschakeling een eerste frequentieomzetschakeling (36, 37) bevat voor het verkrijgen van een frequentiecomponent welke een som of een verschil is tussen 20 het eerste in frequentiegemoduleerde signaal en een eerste lokale oscillatiefrequentie en een tweede frequentieomzetschakeling (38, 39) voor het verkrijgen van het verschil of een som van een tweede lokale oscillatiefrequentie welke verschilt van de eerste lokale oscillatiefrequentie met een oneven veelvoud van 1/4 van 25 de horizontale aftastfrequentie en een uitgangssignaalfrequentie van de eerste frequentieomzetschakeling.

4. Registratiestelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de frequentiemodulatieschakeling gelijk-stroomniveauverschuivingsorganen (61, 63) bevat die voorzien 30 worden van het tijdmultiplexvideosignaal om een gelijkstroomniveau van het tijdmultiplexvideosignaal omhoog en omlaag te verschuiven met een vooruit bepaalde spanning voor telkens iedere eenheid welke een geheel veelvoud is van één veld en een frequentie-modulator (64) om een draaggolf in frequentie te moduleren met 35 het tijdmultiplexvideosignaal van het gelijkstroomverschuivings- 8 4 0 0 9 9 g - 29 - * -if orgaan en waarbij de frequentiemodulator een frequentiemodulatie uitvoert zo dat een in frequentiegemoduleerd signaal met een frequentie welke een oneven veelvoud is van 1/4 van een horizontale aftastfrequentie verkregen wordt wanneer de draaggolf in 5 frequentiegemoduleerd is door de vooruit bepaalde gelijkspan ning.

5. Registratiestelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tijdmultiplexvideosignaalproduktie-orgaan middelen (11, 12) bevat om een helderheidssignaal te ver-10 krijgen, middelen (11, 13) voor het verkrijgen van een volglijn- kleurenverschilsignaal, een eerste tijdbasiscompressieorgaan (18 - 23) voorzien van het helderheidssignaal om volgens een tijdbasis het helderheidssignaal te comprimeren om het volgens een tijdbasis gecomprimeerde helderheidssignaal te verkrijgen, 15 een keten (17, 18) voor het leveren van het horizontale synchro nisaties ignaal, een tweede tijdbasiscompressieorgaan (15, 16, 18, 24, 25) voorzien van het volglijnkleurenverschisignaal om volgens een tijdbasis het volglijnkleurenverschilsignaal te comprimeren met een tijdbasiscompressiesnelheid waarmee een van de 20 gecomprimeerde tijdbasiskleurenverschilsignalen overgedragen wordt in eenkleur welke verkregen wordt door van één horizontale aftastperiode een som af te trekken van overdrachtduren waarin een signaaldeel van het volgens een tijdbasis gecomprimeerde helderheidssignaal overeenkomend met één horizontale aftast-25 periode en het horizontale synchronisatiesignaal overgedragen worden en een schakelketen (18, 27 - 31) voor het leveren van uitgangssignalen van de eerste en tweede tijdbasiscompressieorganen en het horizontale synchronisatiesignaal door deze signalen een tijdmultiplexbewerking te laten ondergaan. 30

6. Registratiestelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het eerste tijdbasiscompressieorgaan een eerste analoge-digitale omzetter (19) bevat voorzien van het helderheidssignaal voor het omzetten van het helderheidssignaal in een digitaal signaal, eerste en tweede geheugenschakelingen 35 (20, 21) die respectievelijk voorzien worden van het digitale 8400999 * » 3 - 30 - o * uitgangssignaal van de eerste analoog-digitale omzetter, om afwisselend een inschrijfbewerking en een uitleesbewerking uit te voeren gedurende iedere horizontale aftastperiode om het digitale uitgangssignaal in te schrijven van de' eerste analoge-5 digitale omzetter en om het ingeschreven digitale signaal uit te lezen, een schakelorgaan (28, 22) om te zorgen dat het ingeschreven digitale signaal afwisselend uitgelezen wordt uit de eerste en tweede geheugenschakelingen gedurende telkens één horizontale aftastperiode, gebaseerd op een eerste klokuitlees-10 puls die een frequentie heeft welke groter is dan die van een eerste klokinschrijfpuls en een eerste digitaal-analoge omzet-keten (23) om het uitleessignaal van de eerste en tweede geheugenschakelingen om te zetten in een analoog signaal om het volgens een tijdbasis gecomprimeerde helderheidssignaal te leveren 15 en waarbij het tweede tijdbasiscompressieorgaan een tweede ana loog-digitale omzetter (15) bevat voorzien van het volglijn-kleurenverschilsignaal, om het volglijnkleurenverschilsignaal om te zetten in een analoog signaal, een derde geheugenketen (16) voorzien van het digitale uitgangssignaal van de tweede ana-20 loog-digitale omzetter, om het digitale uitgangssignaal van de tweede analoog-digitale omzetter in te schrijven in een video-binnen duur /. . één horizontale aftastperiode en om het geschreven digitale signaal uit te lezen in een resterende duur binnen dezelfde horizontale aftastperiode, een schakeling (22) om te 25 zorgen dat de derde geheugenketen een inschrijfbewerking uitvoert gebaseerd op een tweede klokinschrijfpuls en om daarna te zorgen dat de derde geheugenschakeling een uitleesbewerking uitvoert gebaseerd op een tweede klokuitleespuls met een frequentie die groter is dan die van de tweede klokinschrijfpuls en een tweede 30 digitaal-analoge omzetketen (24) om het uitleessignaal uit de derde geheugenschakeling om te zetten in een analoog signaal om afwisselend de twee soorten volgens een tijdbasis gecomprimeerde kleurenverschilsignalen te leveren gedurende telkens één horizontale aftastperiode. 35

7. Registratiestelsel volgens conclusie 5, 8400999 > -.31 - * met het kenmerk, dat de keten voor het leveren van het horizontale synchronisatiesignaal een ketengedeelte bevat voor het leveren van een discriminatiesignaal dat gebruikt wordt om over-brengduren van twee soorten van op een tijdbasis gecomprimeer-5 de kleurenverschilsignalen over te dragen gedurende telkens twee horizontale aftastperioden en om een multiplexsignaal te leveren waarin een discriminatiesignaal gemultiplexed wordt met het horizontale synchronisatiesignaal. > 8400999