NL8400956A

NL8400956A - Niet-geweven afneemdoek.

Info

Publication number: NL8400956A
Application number: NL8400956A
Authority: NL
Original assignee: Kimberly Clark Co
Priority date: 1983-03-28
Filing date: 1984-03-27
Publication date: 1984-10-16
Also published as: DE3411515C2; NL190618B; GB2137243B; ZA841990B; CA1217626A; FR2543584B1; PH20961A; NL190618C; KR910006410B1; MX158162A; GB2137243A; BE899261A; FR2543584A1; AU556593B2; LU85261A1; AU2599584A; DE3411515A1; US4426417A; KR840007914A; GB8407856D0

Description

£ *

Niet-geweven afneemdoek.

De uitvinding heeft betrekking op materialen voor het vervaardigen van niet-geweven afneemdoeken die in het bijzonder geschikt zijn voor industriële toepassingen. Industriële afneemdoeken zijn tegenwoordig hetzij opnieuw bruik-5 baar doek, in de vorm van vervaardigde afneemdoeken of lappen, of niet-gewoven stofmateriaal dat bedoeld is voor wegwerpbare of beperkte gebruikstoepassingen. Het niet-geweven materiaalseg-ment van deze markt is gegroeid tengevolge van de doelmatigheid van deze produkten, alsmede de mogelijkheid om de afneemdoeken 10 op bepaalde toepassingen af te stemmen. Bijvoorbeeld zijn niet- geweven afneemdoeken verkrijgbaar met absorberende eigenschappen die in het bijzonder geschikt zijn voor het af nemen van olie, voor het afnemen van serviezen, en voor het af nemen van geavanceerde elektronische onderdelen. Dergelijke niet-geweven 15 afneemdoekmaterialen kunnen worden vervaardigd met een aantal bekende werkwijzen, inbegrepen het nat vormen, het met lucht vormen, en het extruderen van thermoplastische vezels. De onderhavige uitvinding houdt verband met verbeteringen van niet-geweven afneemdoeken die zijn gevormd door gebruik te maken 20 van een smeltblaaswerkwijze voor het leveren van microvezels en daarmee verkregen afneemdoeken die bruikbaar zijn en diverse toepassingen hebben, in het bijzonder indien het schoon afnemen van groot belang zijn.

Smeltgeblazen niet-geweven microvezel afneem-25 doekmaterialen zijn bekend en zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.328.279, 4.298.649 en 4.307.143. Het voorbereiden van thermoplastische microvezelvliezen is ook bekend en beschreven in bijvoorbeeld Industrial and Engineering Chemistry jaargang 48, no. 8 (1956) pagina's 1342 - 1346, 30 alsmede in de Amerikaanse octrooischriften 3.978.185, 3.795.571 en 3.811.957. Deze werkwijzen omvatten in hoofdzaak het vormen van een thermoplastische polymeersmelt van lage viskositeit en het extruderen van filamenten in convergerende luchtstromen die 8400956 - 2.- ΐ » de filamenten strekken tot fijne diameters tot een gemiddelde van ongeveer 10 microns en die worden verzameld teneinde een niet-geweven vlies te vormen. Het toevoegen van pulp aan de luchtstroom om pulpvezels in het smeltblaasvezelvlies op te nemen , 5 is ook bekend en bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.100.324. Het opnemen van thermoplastische sta-pelvezels in smeltblaasvliezen is verder bekend en beschreven in de Britse octrooiaanvrage 2.031.039A en in de Amerikaanse octrooischriften 2.988.469 en 3.016.599.

10 Terwijl afneemdoeken die volgens de boven genoemde publikaties zijn vervaardigd in enkele gevallen een goed resultaat bereikten voor een aantal afneemdoéktoepassingen, blijft het gewenst om een niet-geweven afneemdoek te vervaardigen die zeer goede schoonmaakeigenschappen heeft, dat wil 15 zeggen de mogelijkheid om vlug af te nemen terwijl weinig of geen strepen of residu achterblijven. Verder hebben de toegevoegde pulpmaterialen de neiging om Week en pluizig te zijn en zijn daarom ongeschikt voor vele afneemploektoepassingen. Bovendien is het gewenst om de afneemdoeken te vervaardigen tegen een prijs 20 die aanvaardbaar is voor wegwerpbaarheid en sterkte-eigenschap- pen heeft voor zware afneemdoektoepassingen. De afneemdoeken van de onderhavige uitvinding bereiken in belangrijke mate deze gewenste eigenschappen en verbeteren verder het rendement van het vervaardigen van niet-geweven wegwerpbare afneemdoeken.

25 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op verbeterde niet-geweven afneemdoeken met thermoplastische microvezels met een gemiddelde diameter in het gebied van ongeveer 10 micron. Verder heeft de uitvinding betrekking op verbeterde afneemdoeken die niet alleen uitstekende reinigings-30 eigenschappen hebben voor waterhoudende vloeistoffen alsmede olies met lage en hoge viskositeit, doch ook goede sterkteen fysische eigenschappen·, zoals sterkte, die allen zijn bereikt bij verdere besparingen gedurende het vervaardigen van de afneemdoeken. De afneemdoeken van de uitvinding bestaan uit een 35 matrix van microvezels, bij voorkeur smeltgeblazen thermoplas- 8400956 * i - 3 - tische vezels die intensief zijn verdeeld door een stapelvezel-mengsel van synthetische vezels en katoenvezels. De mix of het mengsel is aanwezig in een hoeveelheid tot 90 gew, % gebaseerd op het totale matrixgewicht, en het mengsel bevat tot 90 % 5 synthetische vezels gebaseerd op het totale gewicht van het meng sel. De voorkeur genietende uitvoeringsvormen bevatten micro-vezels die zijn gevormd uit polypropyleen en een mengsel van vezels met katoen en polyesterstapel. Bij een verder de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm hebben de stapelvezels een denier 10 in het gebied tot ongeveer 6. Afneemdoeken volgens de uitvinding hebben zeer goede reinigingseigenschappen zoals bepaald door een veegresidutest, alsmede uitstekend absorberend vermogen voor zowel olie als water zoals aangetoond door capillaire zuig-testen en testen voor het absorberend vermogen van olie van 15 zowel lage als hoge viskositeit. In vergelijking met conventio nele afneemdoeken hebben afneemdoeken volgens de uitvinding een unieke combinatie van vermogen, fysische eigenschappen en rendement van vervaardiging.

De uitvinding zal hieronder nader worden 20 toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een installatie voor het vervaardigen van een afneem-doek volgens de uitvinding alsmede een afneemdoek zelf zijn weergegeven. De tekening toont: figuur 1 een schema van een werkwijze die 25 kan worden gebruikt voor het voorbereiden van de vliezen volgens de onderhavige uitvinding, figuur 2 in perspectief op grotere schaal en gedeeltelijk in dwarsdoorsnede een ongehecht vezeldoekvlies dat volgens de uitvinding is vervaardigd, 30 figuur 3 een grafiek voor het vergelijken van de capillaire zuigresultaten die zijn verkregen bij afneemdoeken met een verscheidenheid van stapelvezelsamenstellingen; en figuur 4 een grafiek van de capaciteit van 35 het absorberend vermogen voor olie voor olies van verschillende 8400956 - 4 - ¥ 8 viskositeit in vergelijking tot mengsels van stapelvezels van verschillende verhoudingen.

Terwijl de uitvinding zal worden beschreven in samenhang met de voorkeur verdieneende uitvoeringsvormen, 5 zal worden begrepen dat dit niet is gedaan om de uitvinding tot die uitvoeringsvormen te beperken. In tegendeel is het de bedoeling om alle alternatieven, wijzigingen en equivalenten te beschermen die zijn gelegen binnen het kader van de uitvinding zoals vermeld in de conclusies.

10 De uitvinding zal worden beschreven onder verwijzing naar bepaalde proefnemingen die zijn uitgevoerd op het materiaal volgens de uitvinding, alsmede op conventionele afneem-doeken. Deze proefnemingen werden als volgt uitgevoerd: trekresultaten werden in hoofdzaak verkre-15 gen volgens ASTMD-1117-74. Monsters van vier bij zes inch werden voorbereid waarbij telkens vijf stuks de lengte hadden in de machinerichting of de dwarsrichting. Een Instron-machine werd gebruikt met een klauwvlak van 1 inch vierkant en de andere 1 bij 2 inch of groter met een langere dimensie loodrecht op de 20 richting van belasting. Bij een kruiskopsnelheid van 12 inch per minuut werd de gehele schaalbelasting opgetekend en vermenigvuldigd met de volgende factoren: aflezingen (ponden): 2, 5, 10, 20, 50; factoren (respectievelijk): 0,0048, 0,012, 0,024, 0,048, 0,120. De resultaten werden opgetekend in energie (inches/ 25 ponden).

Capillaire zuigdrukresültaten werden in hoofdzaak verkregen zoals beschreven in "Capillary Sorbtion Equilibria in Fiber Masses" van Burgeni en Kapur in "Textile Research Journal" van mei 1967, pagina's 356 - 366. Een filter-30 trechter was verwijderbaar bevestigd aan een gekalibreerde vertikale stijl. De trechter was verwijderbaar en verbonden met een capillaire glasbuis van ongeveer 8 inch die in een vertikale stand werd gehouden. Een platte bodem van een Buchner-vorm van 150 mm geplaatst in een pyrex-filterschijf van glazen medium 35 met een maximum poriediameter in het gebied van 10 tot 15 microns 8400956 ♦ ·5 - 5 - ondersteunde het gewogen monster binnen de trechter. De trechter werd gevuld met Blandol witte mineraalolie met een specifiek gewicht in het gebied van 0,845 tot 0,860 en 60°F uit Whitco Chemical, Soimebom Division, en het monster werd gewogen en 5 geplaatst op de 0,5 psi druk van de druk. Na een uur gedurende de miniscus constant was gehouden op een bepaalde hoogte, beginnende bij 35 tot 45 cm, werd het monster verwijderd, gewogen, en de grammen per gram geabsorbeerd uitgerekend. Het gewicht werd ingesteld en de werkwijze herhaald met een nieuw monster 10 totdat een hoogte van 1 cm was bereikt. Resultaten zijn uitgezet in figuur 3. Over het algemeen tonen de resultaten die zijn verkregen onder 20 cm olie, dat olie binnen lege plaatsen in het vlies aanwezig is, en resultaten die zijn verkregen boven 20 cm olie, zijn kenmerkend als vertegenwoordigende olie dat binnen 15 de vezels zelf is geabsorbeerd, hetgeen een belangrijke factor is bij afneemdoekvasthouding.

Bulk werd bepaald gebruikmakende van een

Ames-bulktester Model 3223 uitgerust met een indicator voor * lang gebied mét 0 tot 100 eenheden met 0,001 inch onder verde-20 ling over een gehele weg van 3 inch. Een J50B (Wisconsin

Bearing Company) universele koppeling werd bevestigd aan de bodem van de vertikale gewichtsbevestigingsstang en aan de top van een plaat van 5 bij 5 inch met een totaal gewicht van 0,4 lb ± 0,001 lb„ Tien monsters van 4 bij 4 inch zonder vouwen of 25 plooien werden opgestapeld met de machinerichting gericht in dezelfde richting. De plaat werd gecentreerd over de stapel en zachtjes ontlast. Na 10 tot 20 seconden werd de bulk afgelezen op 0,001 inch en het gemiddelde van vijf beproevingen werd vastgelegd.

30 Waterabsorptiecapacitéit werd bepaald vol gens Federal Specification UU-T-00595 (GSA-FSS) secties 4.4.4 en 4.4.5 gebruikmakende van monsters van 4 bij 4 inch.

De water of olieabsorptiehoeveelheid wordt als volgt bepaald: een monster van 4 bij 4 inch werd dichtbij 35 het oppervlak gehouden van een gedistilleerd water of oiiebad 8400955 f______________ r » - δ - op tenminste 4 inch diep gehouden op 30°C ± 1°C, het monster werd plat op het wateroppervlak gevallen en de tijd (tot de meest nabije 0,1 seconde) gemeten tot dat het monster volledig was nat geworden. De beproeving werd vijf keer herhaald en de 5 resultaten werden gemiddeld.

Waterresidu werd als volgt bepaald. 2 ml water wordt geplaatst op het te beproeven oppervlak, hetzij roestvrij staal of niet bevochtigbaar formica dat rust op een van boven belaste balans en een oppervlak heeft van 4 bij 6 inch; 10 een monster van 4 bij 6 inch werd bevestigd aan een niet-absor- berend plat oppervlak boven het te beproeven oppervlak, en het testoppervlak omhoog bewogen teneinde in aanraking te komen met het monster met een druk van 3 g/cm2 gedurende 5 seconden. Het / residu werd opgetekend als de hoeveelheid milligrammen water die 15 op het testoppervlak achterblijven als een gemiddelde van acht beproevingen.

Reinigingsoplossingresidu werd op dezelfde wijze bepaald gebruikmakende van een oplossing van water en 1 gew.% Ivory nonionische vloeistof voor het reinigen van afwas. 20 Olieresidu werd op dezelfde wijze bepaald gebruikmakende van Blandol-olie.

De smeltplaatvezelcomponent van de matrix van de onderhavige uitvinding kan zijn gevormd uit een willekeurige thermoplastische samenstelling die in microvezels kan 25 worden geextrudeerd. Voorbeelden omvatten polyolefinen, zoals polypropyleen en polyethyleen, polyesters zoals polyethyleen-tereftalaat, polyamiden zoals nylon, alsmede copolymeren en mengsels van deze en andere thermoplastische polymeren. De voorkeur verdienend onder deze uit oogpunt van rendement alsmede 30 verbeterde afneemeigenschappen, is polypropyleen. De synthetische stapelvezelcomponent kan ook worden gekozen uit deze thermoplastische materialen, waarbij polyester de voorkeur geniet. De katoencomponent omvat katoenvezels van stapellengte. Zoals hier gebruikt, betekent "stapellengte" een gemiddelde vezel-35 lengte van 3/8 inch, in hoofdzaak in het gebied van ongeveer een 8400955 S 3 - 7 - kwart tot ί inch, en een denier van ongeveer 1 tot lè- Voor het rendement wordt het stapelvezeimengsel van synthetische en katoenvezels bij voorkeur verkregen als bulkafvalvezel die verkrijgbaar is met in hoofdzaak 10 tot 90 % katoenvezels en 5 90 tot 10 % polyestervezels. Deze samenstellingen kunnen, hetgeen wordt erkend, ook kleinere hoeveelheden van andere vezels en toevoegingen bevatten, die geen nadelige invloed hoeven te hebben op de vervaardigde afneemdoeken.

Een werkwijze voor het vervaardigen van het 10 afneemdoekmateriaal volgens de uitvinding kan gebruikmaken van een inrichting zoals beschreven in Amerikaans octrooischrift 4.100.324 en in het bijzonder in figuur 1 daarvan is weergegeven. Volgens figuur 1 hiervan wordt een toevoer 10 van polymeer overgebracht van een (niet weergegeven) extruder naar een matrijs 15 16. Luchttoevoermiddelen 12 en 14 staan in verbinding via kana len 18 en 20 met de matrijstop 22 waardoor polymeervormende vezels 24 worden geextrudeerd. Een opnemer 26 ontvangt bulkafval-vezels 28 en scheidt hem tot afzonderlijke vezels 30 die aan kanaal 32 worden toegevoerd die in verbinding staat met lucht-20 kanaal 34 en met de matrijstop 22. Deze vezels worden gemengd met smeltblaasvezels 24 en opgenomen in matrix 35 die wordt samengedrukt op vormtrommel 36 en via toevoerrol 38 wordt gericht voor het hechten tussen een patroonrol 40 en een aambeeldrol 42, waarna het materiaal kan worden gesneden tot afzonderlijke 25 doeken of worden opgerold en opgeslagen voor latere omzetting.

Het zal worden begrepen, dat in de plaats van het toevoeren van het polyester en de katoenvezels als een mengsel, de vezels afzonderlijk kunnen worden toegevoerd om te mengen met smeltplaats-vezels 24 aan de uitgang van matrijstop 22.

30 Het bijzondere hechtpatroon wordt bij voor keur gekozen om aantrekkelijke op textiel gelijkende trekeigen-schappen te geven terwijl sterkte en duurzaamheid voor het beoogde gebruik worden geleverd. Over het algemeen zal het indrukken plaatsvinden op een druk in het gebied tussen ongeveer 130 35 pli tot ongeveer 500 pli, bij voorkeur tenminste 150 pli voor 8400956 - 8 - ï * een hechtgebied van 14 %. Voor een ander hechtgebied kan de de voorkeur verdienende druk worden bereikt door het vermenigvuldigen met de verhouding van procent gebieden voor het handhaven van een constante p.s.i op een afzonderlijk hechtpunt.

5 De temperatuur zal over het algemeen zijn in het gebied tussen 180 en 325 °F en bij voorkeur ongeveer 260°F, waarbij de smelt-blaasvezels bijvoorbeeld polypropyleen en de synthetische vezels polyester zijn. Het hechtpatroon zal bij voorkeur leiden tot afzonderlijke indrukkingen over 5 tot 30 % van het materiaal-10 oppervlak met afzonderlijke hechtingen in het gebied tussen 20 en 200 hechtingen per inch2.

Indien snel vezelafschrikken gewenst is, kunnen de filamenten 24 bijvoorbeeld gedurende het vervaardigen worden behandeld met een sproeimondstuk 44. Het materiaal kan 15 worden behandeld voor bevochtigbaarheid met een oppervlakte- middel indien dat gewenst is. Talloze bruikbare oppervlakte-middelen zijn bekend en omvatten anionische en ionische samenstellingen zoals beschreven in Amerikaanse octrooischrift 4.307.143. Voor de meeste toepassingen die bevochtigbaarheid 20 vereisen, zal het oppervlaktemiddel worden toegevoegd met een hoeveelheid van ongeveer 0,15 tot 1 gew.% van de afneemdoek na het drogen.

Aan de hand van figuur 2 zal een uitvoeringsvorm van het afveegdoekmateriaal volgens de uitvinding wor-25 den beschreven. Voorafgaande aan het indrukken is met het oog op de duidelijkheid de afveegdoek 46 gevormd uit een in hoofdzaak uniform mengsel van microvezels 48 met katoenen stapelvezels 50 en polyesterstapelvezels 52. Terwijl het niet gewenst is om de uitvinding te beperken tot een of andere specifieke theorie, 30 wordt aangenomen dat het verbeterde gedrag wordt verkregen door de polyester en katoenen stapelvezels die de fijne microvezels scheiden en vrije ruimten leveren voor het absorberen van vloeistoffen. Verder wordt het wezen van de katoenvezels aangenomen een bijdrage te' leveren aan verbeterde dextuureigenschappen, 35 bevochtigbaarheid en reinigingseigenschappen. Afhankelijk van de 8400956 ♦ * - 9 - bijzondere eigenschappen die voor de afneemdoeken gewenst zijn, kan het percentage van katoenen stapelvezels in het mengsel met polyesterstapel variëren in het gebied tot ongeveer 90 gew.% waarbij het gebied tussen ongeveer 30 en 70 gew.% de voorkeur 5 heeft. Dit mengsel kan worden toegevoegd aan de microvezels in een hoeveelheid binnen het gebied tot 90 gew.% waarbij het gebied tussen 40 en 80 % de voorkeur heeft. Over het algemeen zal hoe groter de hoeveelheid van toegevoegd mengsel van synthetische en katoenen stapelvezels is, hoe beter de schoonmaak-10 capaciteiteigenschappen zullen worden.

Het totale basisgewicht zal ook variëren afhankelijk van de gewenste afneemdoektoepassingen doch zal gewoonlijk liggen in het gebied tussen 25 en 300 gram/m2 , en bij voorkeur in het gebied tussen 65 en 150 gr/m2.

15 Voorbeelden

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van specifieke voorbeelden.

Voorbeeld 1

Gebruikmakende van een inrichting die was 20 opgébouwd zoals weergegeven in figuur 1, met een opnemerinstel- ling van de speling tussen de toevoerrol en de neusstang van 0,003 inch, een afstand tussen de neusstang en de opnemer van 0,008 inch en een opnemersnelheid van 320 omw/min, polypropyleen op vatdruk van 200 tot 350 PSIG geextrudeerd bij een temperatuur 25 van ongeveer 640 tot 760 °F om microvezels te vormen met primaire lucht op ongeveer 630 tot 715°F bij een vezeiproduktiewaarde van 1,2 tot 2,3 PIH. Aan deze microvezels werd in de verdunnende luchtstroom ongeveer 50 gew.% toegevoegd van een mengsel polyester en katoenen stapelvezels (produktnummer Al122 Leigh 30 Textiles, nominaal een 50/50 gew.% mengsel) met een hoeveelheid van 1,2 tot 2,3 PIH. De verkregen matrix werd gehecht door warmte- en drukomstandigheden van 260°F en 20 psi in een patroon dat ongeveer 14 % van het oppervlaktegebied bedekte met ongeveer 140 hechtingen per inch2. Het materiaal had een basisge-35 wicht van 95,95 gram per yard2 en een bulk van 0,054 inch.

8400956 , * - 10 -

Het was zacht en aanpasbaar en had uitstekende trekeigenschappen.

Voorbeeld 2

Voorbeeld 1 werd herhaald behalve dat geel pigment (Ampaset 43351) werd toegevoegd met ongeveer 0,7 gew.%.

5 Het verkregen materiaal had een basisgewicht van 102,33 gram per yard2 en een bulk van 0,045 inch.

Voorbeeld 3

Ter vergelijking werd voorbeeld 1 herhaald behalve dat het mengsel van katoenen en stapelvezels was ver-10 vangen door een toevoer van pulpvezels. Het verkregen materiaal had een basisgewicht van 81,98 gram per yard2 en een bulk van 0,056 inch. Voorbeeld 3A is een soortgelijk monster van twee lagen van ongeveer 1,5 oz/yd2 van een mengsel van pulp en smeltblaaspolypropyleenvezels, waarbij één laag aan elke zijde 15 een ongeveer 0,4 oz/yd2 versterkende spingehechte polypropyleen- laag is.

Voorbeeld 4

Ook ter vergelijking werd voorbeeld 1 herhaald zonder de toevoeging van vezels teneinde een puur smelt-20 geblazen polypropyleenvlies te leveren. Dit materiaal had een basisgewicht van 89,41 gram per yard2 en een bulk van 0,032 inch.

Voorbeelden 5 tot 8

Voorbeeld 1 werd herhaald behalve dat een vezelmengsel (nominaal 50/50 gew.%) genoemd A141M werd toege-25 past en de verhouding van stapelmengsel tot blaasmicrovezels als volgt werd gevarieerd: 30/70, 40/60, 50/50 en 60/40.

Voorbeelden 9 tot 11 •Voorbeeld 1 werd herhaald behalve dat de denier van het polyester in de katoenen stapelvezelmengsel werd 30 gevarieerd van 15 tot 6 tot 3 denier.

De materialen van voorbeelden 1 tot 11 werden beproefd op weegeigenschappen en bepaalde fysische eigenschappen en deze zijn vermeld in onderstaande tabel I. Voor vergelijkende beproevingen werden deze ook gedaan op een afneem-35 ‘ doek die stapelvezels bevatte slechts toegevoegd aan smeltblaas- 8400956 - 11 -

A

♦ % microvezels (voorbeeld 12), standaard winkeldoeken (voorbeeld 13), terrycloth bardoeken (voorbeeld 14), papieren doeken (voorbeeld 15), spingeboden materiaal alleen (bijvoorbeeld 15), smeltblaasmateriaal alleen met zwaarder basisgewicht (voorbeeld 5 17), spingéboden/smeltgeblazen/spingebonden laminaat veegdoek- materiaal (voorbeeld 18) een laminaat van voorbeeld 3 tussen twee spingebonden lagen (voorbeeld 19), polyesterveegdoekmateriaal (voorbeeld 20) en gekaarde vliesdoêken (voorbeeld 21).

Figuur 3 demonstreert aan capillaire zuig-10 krommen dat de veegdoekmaterialen volgens de onderhavige uit vinding eigenschappen vertonen die onverwacht zijn rekening houdende met de krommen voor de afzonderlijke componenten die gescheiden zijn beproefd. De hoeveelheid geabsorbeerde olie is dus veel hoger voor de materialen van de onderhavige uitvinding, 15 behalve bij de laagste oliedrukken.

In figuur 4 blijkt, dat de oliecapaciteit toeneemt bij hogere waarden van stapelvezel en waarden van tenminste 500 % kunnen gemakkelijk worden bereikt. De beproefde materialen bevatten 60, 50 respectievelijk 40 gew.% stapelmengsel 20 gebaseerd op het gecombineerde gewicht en basisgewichten van 108,69, 116,44 en 89,71 g/m2. Zij werden beproefd met motorolie van 10, 30 en 80 W.

8400956 ' - 12 — ^ in r~ as <n trt ι-H r~ p - ®

ΙΟ «1 i—I 0> O

<n ' o O 33 P- « σι in μ η <ν ·η ·" ® ia in ts in ο c - I- Ο ιο o m m σι m σι Γ' ·· o ιο in nr m ο *" «Λ r-4 Ο ςθ m m <Ν Ο gg νβ *τ ^ m vj3 ΙΛ Π Ο Ο

ο CN

Ρ-) α ί-i co ui r«. <rs m in »· νβ

in in CM CN <N

m m ο ο ΙΛ 03 ¢0 \q cn O tp λ m m in m ^ m f-» m in ^ ^ o m mo p"* λ o m *5= rr ve g 1-^ Μ Ο Γ- \f) ^ CO cn r> h Oi ΙΊΠ ΙΛΛ OUlC\ *-* 4

^ -«g* m Λ r-« ·* fH C-- 03 ON ^ Η (Π T ^ CO

fl) TP CO f-l U*) -T^OOO

a * ° * r* Γ3 . m Ο ΓΗ h—I 1—1 G σν < *«» τ Gr-» mm cn co ^rr-oo ^ m m λ ^ m cn *-» «->» cn p- it vd m

<N

o m rs»-* e r*·* mGvö^r τ m cn m m cn cn m m r- λ I—· r«* r- ^ r-<N k jn «r o ONitCOCN cq g —· ^ ff\ Γ" Λ ^ C VJ3 P* P*

GO sem C\ Γ' O'*·* t CD m τρ ^PG

cn G«sO* t a\ Ό N»mi* ~ cn m m m m cn cn^i-» CN pv λ T o o r-4 r “ .·—s σι σι Qi μ σι ('•σι in m on m cs μ ^ n gen in ο 0--3- r* σ\ λ r- «ι ιο τ on mm wio in r en ο Γ' ι-ι ιο en ιο ί-ι ο γπ σ. f η η η ë ° ^ r-> Η G rp G Ή G> (β It) G G 03 r-> S G +3 G +3 Φ η 4-ΐ αι -Ρ 03 Μ 8 οι οι tn Ο ·— y-, 3 *η Μ ·η G \ ί3 C fl ·η Ή Ο) ιβ ·η τΐ rl σ> Q) Φ -.-I ·Ρ G Ρ +3 0 -W G Ρ 03 —' ^ — αι· «β -«O oini^o> «i Tii) ϋ> οι σι η σι -Η di»S©<iPG®0>i-)4J&S>-H+J0 0 8 — Ό

4J — Ο-Η'-?ΟΡ·Ρ+>801 p +3 g 03 H. w \ -H

0i o+j QPSoipaip οι Η ai ft . σ' <u ο ijip 4Jdft-a-ddpa)oo<uwwdooo- ϋ IÖG0 -^03^-^03+300^^+35 04-3^^ Ό I ii 8 ?

rP-Pol Φ— OO'-'d'WP Β'Ί H 0 -r3 SMU+S

01>Λ+3 03 +3 & SGG C G 0 G 03 COOl — O

aiaiio -Maiis-^o σι^Φοο Gen cnaiai > & ® tu σ« σ'-p -h £! 0 M OOro'OO CnGGOitn SOGG O'O'-W GO'MGtn ω tn d) Ό M P 0 GPOIGP 0GGGG -HG G GG GG(UGG-H^ -P^! 0 ft -P ft G -H 0-i G 0 H r1 iH r-l +3 Olr-1 r+ i—lip e)P H rl -4 Η H 03 01 i—1

OOGGGHGGP GO H GP-PG

> (Ώ g 0 g OU & flHH 13 pH H •flisf rH -ΗΊσΟ^η'^ Λ +3 Π Λ 8400956 * < Λ - 13 CS. ο fmi cnm cscn <j\ n r* p*- *-* m o ^

fS 9\ p· <r ** O ΙΠ \ö n* CS

tn cpv co ^ cs *-* 3 •S' *s* ^ ^ m cs hui wo*s,*-« i/1 n cn«

1-4 VÖ m cn CS

Λ CSS» CSCS 10Q1 Min ON O O \0 G\ c-jF-trn ^ n <a ri cs urts* m VO ft tfl s· ~ ff ea cm2 cs 2 cn o au -tn as in as σι o-* cs Z, η, ie r cs «o -* m o cs o v cn m Ό >\ vin nes v in cn ιο as <-i es m cs ®i es cs a

_ ei n· O

es a

CS

3 o ^10 ιβ nn o O «V ei es es 9 « o m ·» tn m Τ’ !T ® es*” > « enr- n- r- „ r. mes es ϋ f« f-l f-l — ^

O

H

O βι _ i-lm cs as cnx «« ho m r~ v en i' fl)rt en s> ca λ v ιο in Λ r~ o m v i-"-* 2

(0 i-M

v cs 3 oe oooo ess-oo c-im °\

if f* Λ w f\ ^ M

^ o en n jz n

In _ es m in en en en ei en o v o e~ O ^ c** o n v r* v r» en es v en o os p* es es« Ό m ie m r-o es o ^4 Ψ"* wm if ft ® f* O ‘ es cn o «-**·* mesmes lovmes tn _ v o p* »· cimcim >-* c** en o ·*) es men oscaosa: cn r- cs r· ei .-4 r~ ft —l « 'l ^ 2 f—I ^ t tn r-i ld H ld ·Η g 03 id o3 id tn -5- <§ +ι ιΰ -P Φ

4J UI -P UI P

.. tn cn Di r- r-* 2 'Π P Ί7 ö „ C β <0 -rn -H D ί-ι -H -e-j *7· a φ vt at -ι-t id 3·* -P *h id P en D> « (13 en o p o > «3 (dMO> M _S s •H #0“ (*>C(I)-H> fi-P S 0>·Η4->ρ Ti μ —1 o Φ 0 N S -P S w ----1 -P S tn h ^Dj Οι o -p oPptnparP'-'StnPtugi " ΟιίΓ^φϋ+ίΦΦΟΦΟΟωΟΐΡΟρορ. 3 3 1 ï 5I & i3 S v 8 ΐ h S 2 V " 8 3 a i φφ·φ Ü O S Ü® ? DD §§ O SD& §S > S1 I IS S1 S» « . -gas Sp-S Spoidid S* S* ® SS S S? ; -S| « s I s

O Οι-P OLridO ftld O HH Hrl rl rl C?P ÖH r-ί *H Η «—1 W

lis 3 8400956 - 14 -

Teneinde de'verbeterde olieabsorptiewaarden te demonstreren die volgens de onderhavige uitvinding kunnen worden bereikt, werden beproevingen uitgevoerd op materialen met variërende eigenschappen van mengsel en microvezelcompo-5 nenten en gebruikmakende van verschillende gewichten of viskosi- teiten van de olies. De resultaten zijn vermeld in de volgende tabel II en illustreren dat in alle behalve één geval de waarde beter was bij toenemende mengseltoevoeging en de verbetering was zelfs belangrijker bij de olies van hoger gewicht.

10 Tabel II - Olieabsorptiewaarde (sec.)

Motor Oil Grade (S&E)

Mengsel/smeltblaas 10 _20 _50 85 40/60 3,55 3,59 11,86 28,33 50/50 2,61 3,18 8,17 20,74 15 60/40 2,67 2,32 8,07 16,21

Zoals door de bovengenoemde voorbeelden wordt gedemonstreerd levert het afneemdoekmateriaal volgens de uitvinding een unieke combinatie van^uitstekende veegeigenschappen voor verschillende vloeistoffen inbegrepen olies van verschil- „ 20 lende viskositeiten met sterkte en uiterlijk die een bijdrage leveren aan een verbeterde afneemdoek bij belangrijke besparingen die het gevolg zijn van de mogelijkheid om opnieuw verwerkte vezels op te nemen die katoen en polyester bevatten.

Het is duidelijk, dat volgens de uitvinding een afneemdoekmateriaal 25 is geleverd dat geheel voldoet aan de oogmerken, bedoelingen en voordelen die hierboven zijn genoemd. Terwijl de uitvinding is beschreven aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen daarvan, mag het duidelijk zijn dat vele alternatieven, wijzigingen en variaties aan de deskundige duidelijk zullen zijn geworden uit 30 de voorgaande beschrijving. Het is dan ook de bedoeling om alle alternatieven, modificaties en wijzigingen te beschermen die vallen binnen het kader en de brede opzet van de toegevoegde conclusies.

8400956

Claims

1. Verbeterde niet-geweven afneemdoek met een matrix van vezels met een totaal basisgewicht in het gebied tussen ongeveer 25 en 300 gram per m2 , bevattende een vlies 5 van thermoplastische microvezels met een gemiddelde denier in het gebied tot ongeveer 10 micron en met door het gehele vlies verdeeld een mengsel van synthetische stapelvezels en katoen-vezels, welk mengsel aanwezig is in een waarde tot 90 gew.% gebaseerd op het totale matrix-gewicht en bevattende tot 90 % 10 synthetische stapelvezels gebaseerd op het totale gewicht van het mengsel.

2. Afneemdoek volgens conclusie 1, waarbij de thermoplastische microvezels uit polypropyleen bestaan.

3. Afneemdoek volgens conclusie 2, met het kenmerk/ dat de synthetische stapelvezels overwegend polyester zijn.

4. Afneemdoek volgens conclusie 1, dat met een patroon is gehecht over ongeveer 5 tot 30 % van zijn opper- 20 vlak met een hechtfrequentie tussen 20 en 200 hechtingen per inch2.

5. Afneemdoek volgens conclusie 1, die met een patroon is gehecht over 5 tot 30 % van zijn oppervlak met een lijnpatroon met een frequentie tussen 2 en 15 lijnen per inch.

6. Afneemdoek volgens conclusie 2, dat met een patroon is gehecht over tussen 5 tot 30 % van zijn oppervlak met een hechtfrequentie tussen 20 en 200 hechtingen per inch2.

7. Afneemdoek volgens conclusie 2, met een patroon gehecht over ongeveer 5 tot 30 % van zijn oppervlak met 30 een lijnpatroon met een frequentie van ongeveer 2 tot 15 lijnen per inch.

8. Afneemdoek volgens conclusie 1 behandeld met een oppervlakteaktief middel in het gebied tussen 0,15 en 1,0 gew.%.

9. Afneemdoek volgens conclusie 1, waarbij 8400956 r ^ . - 16 - J de denier van de synthetische stapelvezels ligt in het gebied tot ongeveer 6.

10. Niet-gèweven afneemdoek met een oliecapa-citeit van tenminste ongeveer 500 % en een totaal basisgewicht 5 in het gebied tüssen 25 en 300 gram per m2 omvattende een vezel- matrix met thermoplastische microvezels met een gemiddelde denier in het gebied tot 10 micron met geheel door de matrix verdeeld een mengsel van katoenvezels en polyesterstapelvezels die tot ongeveer 90 % polyesterstapelvezels bevatten en waarbij 10 het mengsel aanwezig is met een hoeveelheid tot ongeveer 90 gew.%, welke matrix met een patroon is gehecht over ongeveer 5 tot 30 % van zijn oppervlak en ongeveer 0,25 tot 1,0 % oppervlakteaktief middel bevat.

11. Afneemdoek volgens conclusie 10, 15 waarbij de microvezels polypropyleen zijn en waarbij het-gehechte patroon 20 tot 200 hechtingen per inch2 bevat. .1400956