NL8400901A - Soil cultivating rotary harrow - has three point PTO with connected trailing rollers mechanism - Google Patents

Soil cultivating rotary harrow - has three point PTO with connected trailing rollers mechanism Download PDF

Info

Publication number
NL8400901A
NL8400901A NL8400901A NL8400901A NL8400901A NL 8400901 A NL8400901 A NL 8400901A NL 8400901 A NL8400901 A NL 8400901A NL 8400901 A NL8400901 A NL 8400901A NL 8400901 A NL8400901 A NL 8400901A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
machine according
soil cultivation
cultivation machine
roller
support
Prior art date
Application number
NL8400901A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8400901A priority Critical patent/NL8400901A/en
Priority to GB08502739A priority patent/GB2153642B/en
Priority to DE19853504654 priority patent/DE3504654A1/en
Priority to DE3546628A priority patent/DE3546628C2/de
Priority to DE3546479A priority patent/DE3546479C2/de
Priority to IT19489/85A priority patent/IT1183341B/en
Priority to FR858502061A priority patent/FR2559339B1/en
Publication of NL8400901A publication Critical patent/NL8400901A/en
Priority to FR909000974A priority patent/FR2640111B1/en
Priority to FR9000975A priority patent/FR2640112A1/en
Priority to FR909013777A priority patent/FR2652704B1/en
Priority to NL9200243A priority patent/NL190917C/en
Priority to FR9313706A priority patent/FR2697128B1/en
Priority to NL9500021A priority patent/NL9500021A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/02Combined machines with two or more soil-working tools of different kind
    • A01B49/022Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven
    • A01B49/025Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven about a substantially vertical axis
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/06Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft
    • A01B33/065Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft comprising a plurality of rotors carried by an elongate, substantially closed transmission casing, transversely connectable to a tractor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Abstract

The tractor drawn harrow has a frame attachment, supporting a box type beam transverse to the travel direction. Height adjustable trailing rollers are connected via linkage rods to the box beam. Support beams horizontally fitted transverse to the travel direction, are of the square or rectangular box beam type and have to guard panels attached, preventing e.g. ingress of stones into the soil working tines mechanism. Two parallelogram linkage rods are fitted to the box beams, pointing rearwards. Attached to the box beam frame are two vertical spindles which support the soil working tines mechanism.

Description

’ ft ί3 C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.3 C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.

"Grondbewerkingsmachine"Soil cultivation machine

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsraachine voorzien van een aantal, bewerkingsorganen, die in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende kokerbalk zijn ondersteund en om opwaarts ge-5 richte assen roteerbaar zijn en de kokerbalk is aangebracht aan een draaggestel dat is voorzien van een driepuntsbevesti-ging voor aankoppeling aan de driepunt dief inrichting van een trekker.The invention relates to a soil tillage implement provided with a number of working members which are supported in a box beam extending transversely of the direction of movement of the machine and which are rotatable about upwardly directed axes and the box beam is mounted on a support frame is equipped with a three-point mounting for coupling to the three-point thief device of a tractor.

Bij bekende machines van deze soort, die veelal 10 een grote werkbreedte hebben, heeft men allerlei voorzieningen getroffen teneinde een voldoende stijfheid van de dragende gesteldelen te verkrijgen. Een en ander heeft tot nu toe steeds geleid tot constructies die verhoudingsgewijs veel aan materiaal vragen waardoor zij niet alleen duur doch ook 15 ingewikkeld zijn.In known machines of this kind, which often have a large working width, all kinds of provisions have been made in order to obtain a sufficient stiffness of the supporting frame parts. All this has hitherto always led to constructions that demand a relatively large amount of material, so that they are not only expensive but also complicated.

De uitvinding beoogt nu met een minimum aan materiaal bij machines van bovengenoemde soort een doelmatige en betrouwbare ondersteuning te verkrijgen.It is now an object of the invention to obtain an efficient and reliable support with machines of the above type with a minimum of material.

Volgens de uitvinding wordt - dit bereikt doordat 20 het draaggestel een enkele gestelbalk heeft, waarvan de einden in de voortbewegingsrichting van de machine gezien binnen de einden van de kokerbalk zijn gelegen.According to the invention this is achieved in that the carrying frame has a single frame beam, the ends of which, viewed in the direction of advancement of the machine, lie within the ends of the box beam.

Met behulp van dit voorstel kan op simpele wijze met een minimum aan materiaal een draaggestel worden gecre-25 eerd dat bij aanwezigheid van een relatief lange kokerbalkdie men bijvoorbeeld door een hogere uitvoering een grotere stijfheid kan geven, op doelmatige wijze kan worden toege past voor aankoppeling van de machine aan een trekker.With the aid of this proposal, a support frame can be created in a simple manner with a minimum of material, which can be efficiently used for coupling in the presence of a relatively long box beam which, for example, can be given a greater stiffness by means of a higher design. from the machine to a tractor.

Een verder facet van de uitvinding betreft een 30 vóór de bewerkingsorganen ter hoogte van hun dragers aangebracht afscherm element dat met behulp van een hefboom in meerdere standen in hoogterichting kan worden versteld.A further aspect of the invention relates to a screening element arranged in front of the processing members at the level of their carriers, which height adjustment can be adjusted in several positions by means of a lever.

Met behulp van .deze constructie kan men met de hand de stand van het element zodanig aanpassen dat dit element zijn func-35 tie. o.a. bestaande uit een afscherming en een samenwerking ✓“X met de bewerkingsorganen ter verkruimeling van de te bewerken K 840 0 9 0 1With the aid of this construction it is possible to manually adjust the position of the element such that this element performs its function. consisting, among other things, of a shield and a cooperation ✓ “X with the processing members for crumbling the K 840 0 9 0 1 to be processed

VV

« 9 l - 2 - aarde, maximaal kan uitvoeren.«9 l - 2 - earth, can perform maximum.

Aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een machine volgens de uitvinding zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment of a machine according to the invention, shown in the drawing.

5 Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkings- machine volgens de uitvinding weer, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.Figure 1 is a top view of a soil cultivating machine according to the invention, in particular for the preparation of a seed bed.

Figuur 2 geeft op grótere schaal een aanzicht weer volgens de pijl II in fig. 1.Figure 2 shows a larger scale view according to the arrow II in figure 1.

10 Figuur 3 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn III - III in fig. 1, terwijlFigure 3 is an enlarged view taken along the line III-III in Figure 1, while

Figuur 4 op grotere schaal een aanzicht weergeeft volgens de lijn IV - IV in fig. 1.Figure 4 is a larger-scale view taken on the line IV - IV in Figure 1.

• Figuur 5 geeft op grotere schaal een aanzicht weer 15 volgens de pijl V in fig. 2, terwijlFigure 5 shows a larger scale view according to the arrow V in figure 2, while

Figuur 5 een aanzicht weergeeft volgens de pijl VI in fig. 2.Figure 5 represents a view according to the arrow VI in Figure 2.

Figuur 7 geeft een tweede uitvoeringsvoorbeeld weer van een geleiding voor het door middel van een hefboom 20 in hoogterichting verstellen van een vóór de dragers van· de bewerkingsorganen aangebracht afscherm element, in de vorm van een. prof iel balk.Figure 7 shows a second exemplary embodiment of a guide for adjusting in height the height of a screening element arranged in front of the carriers of the processing members by means of a lever 20, in the form of a. profile beam.

De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de berei-25 ding van een zaaibed. De machine heeft een met een trekker te'koppelen draaggestel dat een gestelbalk 1 omvat, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekt • en althans nagenoeg horizontaal is gelegen. Zoals uit fig.The device shown in the figures relates to a soil cultivation machine, in particular for the preparation of a seed bed. The machine has a support frame that can be coupled to a tractor and comprises a frame beam 1 which extends transversely to the direction of travel A of the machine and is located at least substantially horizontally. As shown in fig.

3 blijkt is de gestelbalk 1 hol met een hoekige, bijvoorkeur 30 rechthoekige dwarsdoorsnede, een en ander zodanig dat de langste rechthoekszijden althans nagenoeg verticaal zijn gelegen. Aan de einden is de gestelbalk 1 voorzien van zich in opwaartse richting uitstrekkende plaatvormige steunen 2 waarvan de breedste zijde althans nagenoeg evenwijdig is 35 gelegen aan een verticaal vlak in de voortbewegingsrichting van de machine.'3, the frame beam 1 is hollow with an angular, preferably rectangular cross-section, all this in such a way that the longest rectangular sides are at least substantially vertical. At the ends, the frame beam 1 is provided with upwardly extending plate-shaped supports 2, the widest side of which is at least substantially parallel to a vertical plane in the direction of travel of the machine.

Zoals uit fig. 3 blijkt, zijn de steunen 2 aan de voorzijde en aan de bovenzijde van'de gestelbalk 1 bevestigd, waarbij zij enigszins een S-vorm hebben met aan de boven- V 84 0 0 9 0 t ' * ^ - 3 - zijde een zich althans nagenoeg in verticale richting uitstrekkend gedeelte 3, dat in zijaanzicht gezien praktisch in zijn geheel achter de gestelbalk 1 is gelegen. Het gedeelte 3 vormt de voorzijde van een hierna nader te bespreken • 5 parallellogramconstructie 4 met behulp waarvan een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende kokerbalk 5 in twee op afstand van elkaar gelegen punten is ondersteund, welke punten zich praktisch op een kwart van de lengte van de respectieve einden van de kokerbalk bevinden. In de voort-10 bewegingsrichting gezien is de enkele gestelbalk 1 met zijn einden binnen de einden van de kokerbalk gelegen.As can be seen from Fig. 3, the supports 2 are fastened at the front and at the top of the frame beam 1, being somewhat S-shaped with the top being at the top. - side a portion 3 extending at least substantially in vertical direction, which is seen practically in its entirety behind the frame beam 1 in side view. The section 3 forms the front side of a parallelogram construction 4 to be discussed hereinafter, with the aid of which a box beam 5 extending transversely of the direction of travel A is supported in two spaced apart points, which points are practically a quarter of the length from the respective ends of the box girder. Viewed in the direction of travel, the single frame beam 1 is located with its ends within the ends of the box beam.

De kokerbalk heeft een trapeziumvormige dwarsdoorsnede met een door middel van bouten aangebrachte plaatvormige bovenzijde.The box beam has a trapezoidal cross-section with a plate-shaped top that is bolted.

De hoogte is althans nagenoeg gelijk aan de breedte van de 15 onderzijde waardoor een grote stijfheid wordt verkregen.The height is at least substantially equal to the width of the bottom side, whereby a great rigidity is obtained.

In de kokerbalk 5 zijn op gelijke afstand van bijvoorkeur + 25 cm van elkaar de opwaarts, bijvoorkeur verticaal gerichte assen 5 van bewerkingsorganen 7 gelegerd. Elk van de bewerkingsorganen 7 omvat een onder de kokerbalk, op het 20 uit deze balk stekende ondereinde van een as 2 aangebrachte drager 8, die door middel van een naaf en een moer op de as is aangebracht en vanaf de naaf schuin naar beneden en naar buiten uitstrekkende delen heeft, die aan de einden zijn voorzien van een houder voor het bevestigingsdeel van 25 een zich naar beneden uitstrekkend bewerkingselement 9 in de vorm van een tand.In the box beam 5 the upward, preferably vertically oriented axes 5 of working members 7 are mounted at an equal distance from preferably + 25 cm from each other. Each of the working members 7 comprises a carrier 8 arranged under the box beam, on the lower end of a shaft 2 protruding from this beam, which is mounted on the shaft by means of a hub and a nut and is inclined downwards from the hub and has outwardly extending parts, which are provided at the ends with a holder for the fastening part of a downwardly extending machining element 9 in the form of a tooth.

Tussen een van de einden van de kokerbalk 5 af gerekend derde en vierde bewerkingsorgaan 7, is op de bovenzijde van de balk een in hoofdzaak driehoekige plaat 10 aan-30 gebracht, die zich althans nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan een verticaal vlak in de voortbewegingsrichting A van de machine. De plaat 10 maakt deel uit van een parallellogram 4 en heeft de vorm van een gelijkbenige driehoek, waarvan de basis zich over de gehele breedte van de kokerbalk 35 5 uitstrekt en.door middel van steunvoeten 11 en 12 en de bouten die eveneens dienen voor de bevestiging van de bovenplaat aan de voor- resp. achterzijde van de kokerbalk, is O vastgezet. Hierbij heeft de steunvoet 11 aan de voorzijde een groter dragend opoervlak dan de steunvoet 12 aan de \ 8400901 $ β - 4 - achterzijde. Elke plaat 10 is nabij de onder- en bovenzijde voorzien van door middel van bouten 13 verzwenkbaar aangebrachte, tot een parallellogram 4 behorende,, armen 14 en 15, een en ander zodanig dat de door de langshartlijnen van 5 de bouten 13 gevormde zwenkassen voor de armen 14 en 15 in een vlak zijn gelegen door de draaiingsassen van de bewer-kingsorganen 7. Door middel van bouten 13 zijn de voorzijden van de armen 14 en 15 aan de onder- resp. bovenzijde van het gedeelte 3 van een steun 2 aangebracht. Tussen de armen 10 14 en 15 van elk parallellogram 4 is juist boven het midden van de driehoekige steun 10 aan de voorzijde een aanslag 16 aangebracht, een en ander zodanig dat hierdoor een neerwaartse beweging van. de armen 14 en 15 en daarmee van de kokerbalk 5 wordt begrensd. De onderste arm 15,die zwaarder 15 is uitgevoerd dan de arm 14, is voorzien van een gat, waardoor een pen 17 kan worden gestoken, die eveneens kan worden gestoken door een gat in de plaat 10, een en ander zodanig dat hierdoor indien gewenst de kokerbalk 5 met de parallellogrammen 4 ten opzichte van de gestelbalk 1 kan worden ver-20 grendeld.Between the ends of the box beam 5 and a third and fourth processing member 7, a substantially triangular plate 10 is provided on the top of the beam, which extends at least substantially parallel to a vertical plane in the direction of travel A of the machine. The plate 10 is part of a parallelogram 4 and has the shape of an isosceles triangle, the base of which extends over the entire width of the box beam 5 and by means of support feet 11 and 12 and the bolts which also serve for the attachment of the top plate to the front or back. back of the box girder, O is secured. The support foot 11 on the front has a larger load-bearing surface than the support foot 12 on the rear side. Each plate 10 is provided near the bottom and top side with arms 14 and 15 pivotably arranged by means of bolts 13, belonging to a parallelogram 4, all this in such a way that the pivot axes formed by the longitudinal axes of the bolts 13 for the arms 14 and 15 are in one plane by the axes of rotation of the working members 7. By means of bolts 13, the front sides of the arms 14 and 15 are at the bottom and resp. top of section 3 of a support 2. Between the arms 10, 14 and 15 of each parallelogram 4, a stop 16 is arranged just above the center of the triangular support 10, such that this causes a downward movement of. the arms 14 and 15 and thus of the box beam 5 are bounded. The lower arm 15, which is made heavier than the arm 14, is provided with a hole through which a pin 17 can be inserted, which can also be inserted through a hole in the plate 10, in such a way that if desired the box beam 5 with the parallelograms 4 can be locked with respect to the frame beam 1.

Aan de einden is de kokerbalk 5 ter versteviging voorzien van rechthoekige afdekplaten 18 (fig. 2), die zich althans nagenoeg evenwijdig aan een verticaal vlak in de voortbewegingsrichting A uitstrekken. De einden van de koker-25 balk 5 zijn verder voorzien van verzwenkbare platen 19, die zijn aangebracht aan armen 20, welke een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkend, door middel van steunen op de bovenzijde van de kokerbalk 5 gelegerd deel omvatten.At the ends, the box girder 5 is provided for reinforcement with rectangular cover plates 18 (fig. 2), which extend at least substantially parallel to a vertical plane in the direction of travel A. The ends of the box beam 5 are further provided with pivotable plates 19 mounted on arms 20, which comprise a part alloyed in the direction of advancement A by means of supports on the top of box beam 5.

De platen 19 nemen tijdens normaal bedrijf een stand in zoals 30 in fig. 1 is weergegeven, waarbij zij met de buitenste bewer-kingsorganen 7 kunnen samenwerken voor een verkruimeling en verdeling van de aarde daar ter plaatse.The plates 19 assume a position as shown in FIG. 1 during normal operation, in which they can cooperate with the outer working members 7 for crumbling and distribution of the soil there.

Tussen een van de einden af gerekend tweede en derde bewerkingsorgaan 7 is de kokerbalk 5 aan de voorzijde 35 voorzien van twee op afstand van elkaar gelegen, zich naar boven uitstrekkende stripvormige steunen 21 (fig. 4). De bovenzijden van de steunen 21 zijn aan de voorzijde door middel van een verbindingsstrip 22 met elkaar verbonden en ^ verlopen vanaf de voorzijde naar achteren enigszins schuin.Between a second and third processing member 7 counted from the ends, the box beam 5 at the front 35 is provided with two spaced upwardly extending strip-shaped supports 21 (fig. 4). The top sides of the supports 21 are connected at the front by means of a connecting strip 22 and run slightly obliquely from the front to the rear.

\ 840090! * £ 2 - 5 -\ 840090! * £ 2 - 5 -

Tussen de steunen is in de bovenste helft door middel van een bout 23 een hefboom 24 verzwenkbaar aangebracht, die zich naar achteren uitstrekr en over een geringe afstand tot voor de steunen reikt. Door middel van de bout 23 en 5 een afstandsbus is een kortere arm 25 aangebracht, die zich slechts naar voren uitstrekt en samen met de hefboom 24 een vóór de steunen 21 gelegen vorkachtig deel vormt tussen de benen waarvan door middel van een pen 26, die zich althans nagenoeg dwars op de voortbewegingsrichting A en evenwijdig 10 aan de bout 23 uitstrekt, een rechte naar beneden gerichte draagarm 27 verzwenkbaar is aangebracht.A lever 24 is pivotally mounted between the supports in the upper half by means of a bolt 23, which extends backwards and extends a short distance in front of the supports. A shorter arm 25 is provided by means of bolts 23 and 5, a shorter arm 25, which extends only forwardly and together with the lever 24 forms a fork-like part located in front of the supports 21 between the legs, of which by means of a pin 26, which extending at least substantially transverse to the direction of travel A and parallel to the bolt 23, a straight downwardly directed support arm 27 is pivotally arranged.

Nabij het midden van de kokerbalk 5 is eveneens een paar steunen 21 aanwezig, die een door middel van eën pen 26 verzwenkbaar aangebrachte draagarm 27 steunen. Hierbij 15 is echter geen hefboom 24 aanwezig.Near the center of the box beam 5 there is also a pair of supports 21, which support a support arm 27 pivotally mounted by means of a pin 26. In this case, however, no lever 24 is present.

Aan de ondereinden van de draagarmen 27 is een afsehermelement in de vorm van een profielbalk 28 aangebracht, dat zich over de gehele lengte van de kokerbalk 5 uitstrekt en zoals uit fig. 4 blijkt, ter hoogte van en vóór de dragers 20 8 van de bewerkingsorganen 7 en de bevestigingen van de bewer-kingselementen 9 is gelegen. De profielbalk 28 wordt in hoofdzaak gevormd door een hoekijzer, waarvan één been langer is dan het andere en waarbij de beide benen via een vlak deel dat zich althans nagenoeg in verticale richting uitstrekt 25 met elkaar zijn verbonden. Het korte been strekt zich schuin naar boven en naar achteren uit, terwijl het onderste been zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekt. De beide benen van de profielbalk 28 zijn verder aan de achterzijde met elkaar verbonden door een plaat 29, die zich althans 30 nagenoeg evenwijdig aan het verbindingsdeel tussen de benen uitstrekt. Cp deze wijze is een afsehermelement verkregen, dat een grote stijfheid heeft. Achter elke draagarm 27 is het bovenste been van de profielbalk 28 voorzien van een beugelvormig deel 30, dat een zich althans nagenoeg in verticale rich-35 ting uitstrekkend gedeelte 30A en een gedeelte omvat, dat naar veren is gebogen en aan de draagarm is bevestigd. Het zich in opwaartse richting uitstrekkend gedeelte van de beugel 30, die een aanslag vormt, rust tegen een aan de voorzijde van de koker-O balk 5 aangebrachte beugel 31, die aan de bovenzijde van de koker- \balk is bevestigd en een zich recht naar beneden uitstrekkend gedeelte 32 heeft, 8400901 - 6 - * ? * dat nabij de onderzijde van de kokerbalk althans nagenoeg haaks is omgezet- en tegen de voorzijde van de kokerbalk rust. Het gedeelte 32 vormt een geleiding, waarlangs het gedeelte 30A van de beugel 30 kan glijden, indien de draagarm 27 met 5 behulp van de hefboom 24 naar boven resp. naar beneden wordt bewogen. De buitenste draagarmen 27 en daarmede de profiel-i - balk 28, kunnen met behulp van de hefbomen 24 in twee standen worden gebracht, waarin de hefboom door middel van een pen 33 en overeenkomstige openingen 34 in de steunen 21 kan worden 10 vergrendeld. Bij het bewegen van de profielbalk 28 in de onderste stand die in fig. 4 is weergegeven, komen de hefboom 24 en de arm 25 tegen een aan de binnenzijde van de steunen 21 aangebrachte aanslag 35 te rusten, waardoor een vergrendeling door middel van de pen 33 gemakkelijk kan plaats-15 vinden. De verbindingsstrip 22 aan de bovenzijde van de steunen 21 vormt bij het naar boven bewegen van de hefboom 24 en de arm 25 een aanslag. Op enige afstand boven het midden is elke draagarm 27 voorzien van een gat waarin het vooreinde van een trekveer 36 is gehaakt, welke trekveer met zijn ach-20 tereinde is gehaakt in een oog 37, dat ten opzichte van een aan de achterzijde van de kokerbalk 5 aangebrachte steun 38 en een paar moeren 39 in meerdere standen kan worden gebracht en vastgezet, een en ander zodanig dat hierdoor de spanning van de trekveer en daarmede de kracht waarmee het 25 gedeelte 30A tegen het gedeelte 32 wordt getrokken, kan worden ingesteld.At the lower ends of the supporting arms 27 a separating element in the form of a profile beam 28 is arranged, which extends over the entire length of the box beam 5 and, as appears from fig. 4, at and in front of the carriers 20 of the working members 7 and the mountings of the operation elements 9 are located. The profile beam 28 is mainly formed by an angle iron, one leg of which is longer than the other and wherein the two legs are connected to each other via a flat part which extends at least substantially in vertical direction. The short leg extends obliquely up and back, while the bottom leg extends obliquely down and back. The two legs of the profile beam 28 are further connected to each other at the rear by a plate 29, which extends at least substantially parallel to the connecting part between the legs. In this manner, a peel-off element is obtained which has a high rigidity. Behind each support arm 27, the upper leg of the profile beam 28 is provided with a bracket-shaped part 30, which comprises a part 30A extending at least substantially in vertical direction and a part which is bent towards springs and is attached to the support arm. The upwardly extending portion of the bracket 30, which forms a stop, rests against a bracket 31 mounted on the front of the tube-O beam 5, which is fastened to the top of the tube-beam and has a straight downwardly extending portion 32 has, 8400901-6 - *? * that near the underside of the box girder is at least at right angles and rests against the front of the box girder. The portion 32 forms a guide along which the portion 30A of the bracket 30 can slide, if the carrying arm 27 is raised or raised by means of the lever 24, respectively. is moved down. The outer supporting arms 27, and thus the profile beam 28, can be brought into two positions by means of the levers 24, in which the lever can be locked in the supports 21 by means of a pin 33 and corresponding openings 34. When the profile beam 28 is moved into the lowest position shown in fig. 4, the lever 24 and the arm 25 come to rest against a stop 35 arranged on the inside of the supports 21, whereby a locking by means of the pin 33 can easily take place-15. The connecting strip 22 on the top of the supports 21 forms a stop when the lever 24 and the arm 25 are moved upwards. At some distance above the center, each support arm 27 is provided with a hole in which the front end of a tension spring 36 is hooked, which tension spring is hooked with its rear end in an eye 37, which is relative to one at the rear of the box beam Support 38 provided and a pair of nuts 39 can be brought into several positions and fixed, such that the tension of the tension spring and thereby the force with which the part 30A is pulled against the part 32 can be adjusted thereby.

Met behulp van de hefboom, kan men met de hand op snelle wijze de stand van de profielbalk 28 aanpassen aan de gewenste omstandigheden, waarbij de profielbalk zijn 30 functie, te weten het opvangen en naar beneden geleiden van harde voorwerpen, in de door de bewerkingsorganen tot onder de profielbalk losgemaakte grond en de samenwerking met de bewerkingsorganen voor een verkruimeling en verdeling van de aarde, die aan de achterzijde van de profielbalk in hoofd-. 35 zaak door middel van de plaat plaatsvindt, maximaal kan uitoefenen..With the aid of the lever, the position of the profile beam 28 can be quickly adjusted manually to the desired conditions, the profile beam having its function, namely collecting and guiding down hard objects, in the working by the working members soil loosened below the profile beam and the cooperation with the soil crumbling and distribution tools, which are located at the rear of the profile beam in main. 35 case takes place through the plate, can exercise to the maximum ..

_Indien harde voorwerpen tussen de dragers van de bewerkingsorganen 7 en de achterzijde van de profielbalk \ dreigen klem te raken,' kan deze tegen de werking van de veer 36 8 4 ö ö 0 0 1If hard objects between the carriers of the working members 7 and the rear side of the profile beam threaten to get stuck, it can withstand the action of the spring 36 8 4 0 0 1

*· V* · V

- 7 - naar voren uitwijken. De veerspanning geeft tussen de beugels 30 en 31 een zodanige wrijving dat een gemakkelijke verstelling van de profielbalk mogelijk is, hetgeen - gezien de grote lengte van de balk - van belang is. In 5 plaats van ae in fig. 4 weergegeven constructie, kan men voor de geleiding bij de verstelling van de profielbalk ook gebruik maken van een rol 40, die nabij de bovenzijde aan de voorzijde van de kokerbalk 5 door middel van een steun 41 en een as 42 is aangebracht.Voer samenwerking met de rol 10 40 is de draagarm 27 aan de achterzijde voorzien van een opwaarts verlopende strip 43. De strip 43 reikt met een haaks omgebogen deel aan de bovenzijde tussen de steunen 21. Hierbij vormt dit deel een aanslag, die tevens tussen de steunen 21 wordt geleid bij een opwaarts bewegen van de profielbalk 15 28.- 7 - swerve forward. The spring tension between the brackets 30 and 31 creates such friction that an easy adjustment of the profile beam is possible, which is important in view of the great length of the beam. Instead of the construction shown in fig. 4, a roller 40 can also be used for guiding in the adjustment of the profile beam, which roller is positioned near the top at the front of the box beam 5 by means of a support 41 and a shaft 42 has been arranged. In cooperation with the roller 10 40, the support arm 27 is provided at the rear with an upwardly extending strip 43. The strip 43 extends with a perpendicularly bent part at the top between the supports 21. This part forms a stop which is also guided between the supports 21 when the profile beam 15 28 moves upwards.

Op enige afstand van de einden is de gestelbalk 1 voorzien van zich naar voren en enigszins naar boven uitstrekkende plaatvormige steunen 44, die zich evenwijdig uitstrekken aan de plaatvormige steunen 2 voor de parallellogram-20 constructies 4. Tussen de steunen 2 en 44 is door middel van een horizontale pen 45, die zich dwars cd de voortbewe— gingsrichting A uitstrekt en een afstandsbus 46, een zich naar achteren uitstrekkende arm 47 vrij verzwenkbaar aangebracht. Enigszins uit het midden van de gestelbalk 1 zijn 25 aan de in de voortbewegingsrichting A gezien rechter zijde, twee op afstand van elkaar gelegen steunen 44 aan de bovenen voorzijde van de gestelbalk aangebracht. Tussen de steunen 44 is door middel van een pen 45 vrij verzwenkbaar een derde zich naar achteren uitstrekkende arm 47 aange’oracht. De respectie-30 ve pennen 45 zijn zodanig aangebracht dat delangshartlijnen die de zwenkassen voor de armen 47 vormen, in eikaars verlengde zijn gelegen (fig. 1).At some distance from the ends, the frame beam 1 is provided with forward and slightly upwardly extending plate-shaped supports 44, which extend parallel to the plate-shaped supports 2 for the parallelogram-20 constructions 4. Between the supports 2 and 44, by means of of a horizontal pin 45 extending transversely of the direction of travel A and a spacer sleeve 46, a rearwardly extending arm 47 is arranged pivotally. Somewhat out of the center of the frame beam 1, two spaced apart supports 44 are arranged on the top and front side of the frame beam on the right side as seen in the direction of travel A. A third arm 47 extending backwards is freely rotatable between the supports 44 by means of a pin 45. The respective pins 45 are arranged such that the longitudinal axes forming the pivot axes for the arms 47 are in line with each other (Fig. 1).

Zoals uit de fig. 2 en 3 blijkt, verloopt elke arm 47 vanaf zijn vooreinde enigszins schuin naar boven om 35 ter hoogte van de achterzijde van de gestelbalk over-te gaan in een althans nagenoeg horizontaal deel, dat in breedte toeneemt en aan de achterzijde overgaat in een schuin naar beneden en naar achteren gericht deel. Hierdoor wordt voldoen-u de ruimte gecreëerd voor een naar boven bewegen van de koker- \ 8 4 0 0 9 0 1 _\____ « 4 - 8 - balk 5.As can be seen from FIGS. 2 and 3, each arm 47 extends slightly obliquely upward from its front end to transition into an at least substantially horizontal portion at the rear of the frame beam, which increases in width and at the rear merges into an obliquely downward and rearward facing part. This creates sufficient space for an upward movement of the sleeve beam. \ 8 4 0 0 9 0 1 _ \ ____ «4 - 8 - beam 5.

Elk van de armen 47 is met zijn schuin naar beneden en naar achteren verlopende gedeelte door middel van vier bouten 48 bevestigd aan een plaat 49. De platen 49, die zich 5 in opwaarts richting en althans nagenoeg evenwijdig aan een verticaal vlak in de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekken, zijn bevestigd aan twee bove'n elkaar gelegen balken 50 en 51, die zich over de gehele lengte van de koker-balk 5 en dwars op devoortbewegingsrichting A van de machine 10 uitstrekken. De'onderste balk 51 is althans nagenoeg horizontaal gelegen, terwijl de bovenste balk 50 nabij het midden is voorzien van een knik (fig. 5) van waaruit de balk schuin naar beneden en naar buiten verloopt, een en ander zodanig dat de afstand tussen de met elkaar door middel van een op-15 staande plaat 52 verbonden einden van de balken kleiner is dan de afstand tussen de balken nabij het midden. De balken zijn .tussen de einden door middel van op afstand van elkaar gelegen steunplaten 53 met elkaar verbonden. Het geheel van de armen 47 en de balken 50 en 51 vormt een draaggestel voor twee 20 aan elkaar grenzende, in eikaars verlengde gelegen rollen 54, die zijn uitgevoerd als pakkerrollen.Each of the arms 47 is secured to its plate 49 by its obliquely downwardly and backwardly extending portion by means of four bolts 48. The plates 49 extending upwardly and at least substantially parallel to a vertical plane in the direction of travel A from the machine are attached to two superimposed beams 50 and 51 extending the entire length of the box beam 5 and transverse to the direction of travel A of the machine 10. The bottom bar 51 is at least substantially horizontal, while the top bar 50 is provided near the center with a bend (fig. 5) from which the bar extends obliquely downwards and outwards, such that the distance between the ends of the beams connected to each other by means of an upright plate 52 is smaller than the distance between the beams near the center. The beams are interconnected between the ends by spaced support plates 53. The assembly of the arms 47 and the beams 50 and 51 forms a support frame for two adjacent, mutually elongated rollers 54, which are designed as packer rollers.

Nabij het midden is aan de balken 50 en 51 een schuin naar beneden en naar voren gerichte steun 55 aangebracht, die tot onder de onderste balk 51 reikt (fig. 5) 25 en aan het ondereinde is voorzien van een tunnelvormig pro-fielstuk 56, dat zodanig is opgesteld dat de opstaande wanden van het tunnelvormig profielstuk 56 naar beneden zijn gericht. De opstaande wanden van het tunnelvormig profielstuk 56 vormen elk een legering voor een as 57. Elk van de opstaande 30 wanden van het profielstuk 56 is daartoe voorzien van een boring waarin een as 57 met speling is aangebracht, zodat het effect van een kogelscnarnier wordt verkregen. Elke as 57 is aangebracht aan het einde van een cylindrisch deel 58 van een rol 54. Het andere einde van het cylindrisch deel 35 58 omvat in een legerhuis 59 ondergebrahcte legers voor een as 60, die is bevestigd aan de buitenzijde van een naar beneden en naar voren gerichte steun 61, die door middel van bouten 62 is aangebracht aan de steunen 52. Het cylindrisch deel 58 van elke rol 54 is voorzien van in groepen aange-Near the center, an obliquely downward and forwardly directed support 55 is arranged on the beams 50 and 51, which extends below the bottom beam 51 (fig. 5) and at the bottom end is provided with a tunnel-shaped profile piece 56, which is arranged such that the upright walls of the tunnel-shaped profile piece 56 face downwards. The upright walls of the tunnel-shaped profile piece 56 each form an alloy for a shaft 57. For this purpose, each of the upright walls of the profile piece 56 is provided with a bore in which a shaft 57 is provided with clearance, so that the effect of a ball joint is obtained . Each shaft 57 is disposed at the end of a cylindrical portion 58 of a roller 54. The other end of the cylindrical portion 35 58 includes in a bearing housing 59 bearing bearings for a shaft 60 mounted on the outside of a down and forward-facing support 61, which is secured to the supports 52 by bolts 62. The cylindrical portion 58 of each roller 54 is provided in groups

\ 8 4 0 0 9 0 T\ 8 4 0 0 9 0 T

Λ 4 - 9 - brachts plaatvormige tanden 63, die op gelijke afstand van elkaar zijn gelegen.- 4 - 9 - brought plate-shaped teeth 63, which are equidistant from each other.

Tussen de groepen tanden 63 zijn aan de achterzijde afstrijkers 64 gelegen, die nabij de onderzijde tegen het 5 cylindervormig deel 58 rusten (fig. 2). De afschrapers 64 bevinden zich aan het ondereinde van schuin naar boven en naar achteren verlopende dragers 65. Telkens vier naast elkaar gelegen dragers 65 zijn aangebracht aan een plaatvormige steun 66, die door middel van klembeugels 67 is aangebracht 10 aan de onderste balk 51.Scrapers 64 are located on the rear side between the groups of teeth 63, which rests near the underside against the cylindrical part 58 (fig. 2). The scrapers 64 are located at the lower end of inclined upwardly and rearwardly extending carriers 65. Each of four adjacent carriers 65 are mounted on a plate-shaped support 66, which is mounted on the lower beam 51 by means of clamping brackets 67.

Door middel van afstandsbussen 68 en de bouten 46 voorde bevestiging van de nabij het midden gelegen arm 47 is een steunplaat 69 aangebracht, die aan de voorzijde een scharnierpen 70 draagt voor het ondereinde van een hy- 15 draulische verstelcylinder 71. De bovenzijde van de verstel- cylinder is voorzien van een ondersteuning 72 voor een sehroef-spindel 73. De ondersteuning 72 is door middel van een pen 74 verzwenkbaar aangebracht aan een steun 75 op* een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstre'kkende horizon-20 tale balk 76 van een bok 77, op de gestelbalk 1. De bok 77 is voorzien van een driepuntsbevestiging voor aankoppeling aan de driepuntshefinrichting van een trekker. De verstelcylinder 71 kan op niet nader weergegeven wijze met het hydraulische circuit van de trekker worden verbonden.By means of spacers 68 and the bolts 46 for the attachment of the arm 47 located near the center, a support plate 69 is provided, which at the front carries a hinge pin 70 for the bottom end of a hydraulic adjustment cylinder 71. The top of the adjustment the cylinder is provided with a support 72 for a screw spindle 73. The support 72 is pivotally mounted by means of a pin 74 on a support 75 on a horizontal beam 76 extending transversely of the direction of travel A. a trestle 77, on the frame beam 1. The trestle 77 is fitted with a three-point attachment for coupling to the three-point linkage of a tractor. The adjusting cylinder 71 can be connected to the hydraulic circuit of the tractor in a manner not shown in more detail.

25 Met behulp van de schroefspindel 73 kan een aan de bovenzijde binnen de verstelcylinder gelegen aanslag worden versteld, een en ander zodanig dat een eenmaal ingestelde bedrijfsstand van de beide naast elkaar gelegen rollen 54 en daarmede een eenmaal ingestelde werkdiepte voor de 30 bewerkingsorganen 7 kan worden gehandhaafd. De einden van de zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende, althans nagenoeg horizontaal gelegen balk 76 van de bok 77, zijn door middel van zien naar beneden uitstrekkende platen 78, die zich althans nagenoeg evenwijdig aan een verticaal 35 vlak in de voortbewegingsrichting A uitstrekken, met de bovenzijde van de gestelbalk 1 verbonden. De platen 78 zijn aan de van elkaar afgekeerde zijden voorzien van dwarssteunen 79, die op de gestelbalk 1 zijn bevestigd. De onderzijde J van elke plaat 78 vormt aan de voorzijde van de gestelbalk 1 \ 8 4 0 0 9 0 1 ι s *· - 10 - tezamen met een plaat 80 een onderste aankoppelpunt van een driepuntsbevestiging.With the screw spindle 73, a stop located at the top inside the adjusting cylinder can be adjusted, such that a once adjusted operating position of the two adjacent rollers 54 and thus a once set working depth for the working members 7 can be adjusted. enforced. The ends of the at least substantially horizontally extending beam 76 of the trestle 77 extending transversely of the direction of travel A are by means of see-extending plates 78 extending at least substantially parallel to a vertical plane in the direction of travel A, connected to the top of the frame beam 1. The plates 78 are provided on the sides facing away from each other with cross supports 79, which are mounted on the frame beam 1. The underside J of each plate 78 forms, at the front of the frame beam 1, together with a plate 80, a lower coupling point of a three-point mounting.

Nabij het midden is de balk 76 voorzien van op afstand van elkaar gelegen , naar voren gerichte lippen 81, 5 die een bovenste aankoppelpunt van de driepuntsbevestiging vormen.Near the center, the beam 76 is provided with spaced forward facing lips 81, 5 which form an upper coupling point of the three-point attachment.

De steunplaat 69 voor de hydraulische verstelcy-linder 71 is aan één zijde voorzien van een vorkachtig deel 82 (fig. 5) waartussen door middel van een pen 83 met speling 10 één einde is aangebracht van een stabilisator 84, die zich in de voortbewegingsrichting A gezien, naar rechts uitstrekt en met zijn andere einde door middel van een pen 85 met speling is aangebracht aan een steun 86 aan de achterzijde van de kokerbalk 5. De lengte van de stabilisator is instelbaar. 15 Eenin lengte instelbare stabilisator 87 waarvan.de grootste lengte ongeveer een derde van ce lengte van de stabilisator 84 bedraagt, is door middel van een steun 88, die zich nabij de onderzijde van de bok 77 bevindt met speling op de voorzijde van de kokerbalk 5 aangebracht en strekt zich inde' 20 voortbewegingsrichting A gezien van hi.er af naar links uit. Het andere einde van de stabilisator 87 is door middel van steunen 89 met speling aangebracht nabij een einde aan de achterzijde van de gestelbalk 1.The support plate 69 for the hydraulic adjusting cylinder 71 is provided on one side with a fork-like part 82 (fig. 5) between which, by means of a pin 83 with clearance 10, one stabilizer 84, which is in the direction of travel A, is arranged. seen, extends to the right and with its other end is loosely attached to a support 86 at the rear of the box beam 5 by means of a pin 85. The length of the stabilizer is adjustable. A length-adjustable stabilizer 87, the largest length of which is approximately one third of the length of the stabilizer 84, is by means of a support 88, which is located near the bottom of the trestle 77 with clearance on the front of the box beam 5 and extends in the direction of travel A as seen from here to the left. The other end of the stabilizer 87 is provided with clearance by means of supports 89 near one end at the rear of the frame beam 1.

Binnen de kokerbalk 5 is elke as 2 van een bewer-25 kingsorgaan 7 voorzien van een tandwiel 90 met rechte ver-tanding, een en ander zodanig dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden is de as van een bewerkingsorgaan 7 naar boven verlengd en staat via 30 een reduktieoverbrenging in aandrijvende verbinding met een opwaarts gerichte as, die reikt tot in een tandwielkast 91 waarbinnen deze as via een conische tandwieloverbrenging en een aan de achterzijde gelegen toerenvariator 92 in aandrijvende verbinding staat met een zich in de voortbewe-35 gingsrichting A uitstrekkende as 93, die zowel aan de voor-als aan de achterzijde buiten de tandwielkast 91 uitsteekt.Within the box beam 5, each shaft 2 of a working member 7 is provided with a gear 90 with a straight toothing, such that the gears on the shafts of adjacent working members are in driving connection with each other. Near the center, the shaft of a working member 7 is extended upwards and via a reduction gear is in driving connection with an upwardly directed shaft, which extends into a gearbox 91 within which this shaft is driven by a bevel gear and a speed variator 92 located at the rear. is in driving communication with a shaft 93 extending in the direction of travel A, which protrudes beyond the gearbox 91 at both the front and rear.

De voorzijde van de as 93 kan door middel van een tussenas 094 met de aftakas van een trekker worden verbonden, terwijl het achterste-deel van de as kan dienst'doen voor de aandrij- \ 8400001 -living van eventueel met de machine te koppelen verdere werktuigen, zoals poot- of zaaimachines.The front of the axle 93 can be connected to the power take-off shaft of a tractor by means of an intermediate shaft 094, while the rear part of the axle can serve for the driving of any further coupling to the machine. implements, such as planters or seeders.

De bovenzijden van de platen 78 van de bok 77 zijn elk voorzien van een arm 95, die door middel van een pen 5 95, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt, verzwenkbaar is aangebracht en naar achteren is gericht.The top sides of the plates 78 of the trestle 77 are each provided with an arm 95, which is pivotally mounted and directed backwards by means of a pin 95 extending transversely to the direction of travel A.

- Hierbij zijn de pennen 96 in eikaars verlengde gelegen. De armen 95 vormen een bovenste armenpaar.- The pins 96 are in line with each other. The arms 95 form an upper pair of arms.

Op enige afstand van de gestelbalk 1 zijn de platen 10 78 aan de achterzijde elk voorzien van .een arm 97, die zich naar achteren uitstrekt en door middel van een pen 98 verzwenkbaar is aangebracht. Ook hierbij zijn de pennen 98 die zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekken in eikaars verlengde gelegen. De armen 97 vormen 15 een onderste armenpaar. Elk paar armen 95 resp. 97 is door middel van een dwarsbalk 99 resp. 100 met elkaar verbonden. Hierbij bevindt de dwarsbalk 99 voor het bovenste paar armen 95 zich op enige afstand vóór de achtereinden, terwijl de dwarsbalk 100 bij het onderste paar armen 97 zich ter hoogte 20 van de einden bevindt. Laatstgenoemde dwarsbalk heeft in tegenstelling tot de eerstgenoemde dwarsbalk, die een ronde dwarsdoorsnede heeft, een hoekige, bijvoorkeur vierkante dwarsdoorsnede. De einden van het onderste paar armen 97 hebben een naar binnen gericht schuin verloop en zijn hier 25 ter hoogte van de dwarsbalk 100 voorzien van zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekkende delen 101. Aan de einden van het bovenste paar armen 95 en aan de schuin naar beneden en naar «achteren gerichte delen 101 van de armen 97 is door middel van pennen 102 resp. bouten 103 scharnier-30 baar een aankoppelstuk 104 aangebracht, dat wordt gevormd door een rechthoekige beugel. Het aankoppelstuk '104 omvat een balk 105, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitsrrekt en althans nagenoeg horizontaal is gelegen. De balk heeft een hoekige, bijvoorkeur vierkante dwarsdoorsnede 35 en is aan de einden voorzien van zich naar beneden uitstrekkende balken 105, die eenzelfde dwarsdoorsnede hebben en aan hun ondereinden scharnierend zijn aangebracht aan de delen 101 van het onderste paar armen 97.At some distance from the frame beam 1, the plates 78 at the rear are each provided with an arm 97, which extends backwards and is pivotally mounted by means of a pin 98. Here too, the pins 98 extending transversely to the direction of travel A of the machine are in line with each other. The arms 97 form a bottom pair of arms. Each pair of arms 95 resp. 97 is by means of a cross beam 99 resp. 100 linked together. Here, the crossbar 99 for the top pair of arms 95 is spaced in front of the rear ends, while the crossbar 100 at the bottom pair of arms 97 is at the height of the ends. The latter crossbar, in contrast to the former crossbar, which has a round cross section, has an angular, preferably square cross section. The ends of the lower pair of arms 97 have an inwardly directed oblique course and here are provided at the level of the cross beam 100 with parts 101 extending obliquely downwards and backwards. At the ends of the upper pair of arms 95 and on the parts 101 of the arms 97 obliquely downwards and backwards are secured by means of pins 102 and 10 respectively. bolts 103 are hinged to a coupling piece 104, which is formed by a rectangular bracket. The coupling piece '104 comprises a beam 105 which extends transversely to the direction of travel A and is at least substantially horizontal. The beam has an angular, preferably square, cross-section 35 and is provided at its ends with downwardly extending beams 105, which have the same cross-section and are hinged at their lower ends to the parts 101 of the lower pair of arms 97.

3 Voor de verzwenkbare bevestiging door middel van I 8400301 - 12 - de pennen 102 zijn aan beide einden van de dwarsbalk 105 zich naar voren uitstrekkende lippen 107 aangebracht, die de gehele balk omgeven. Aan de ondereinden van de balken 106 zijn haakvormige aankoppelpunten 108 aangebracht, die 5 de onderste aankoppelpunten van een driepuntsbevestigirig vormen! Nabij het midden is de dwarsbalk 105 van het aankop-pelstuk 104 voorzien van zich naar voren uitstrekkende lippen 109, die op afstand van elkaar zijn aangebracht en nabij de voorzijde zijn voorzien van een boring, v/elke het bovenste aankoppelpunt van 10 een driepuntsbevestigirig vormt. Hierdoor wordt een korte aankoppeling mogelijk. De tussen het bovenste verzwenkbare armenpaar aan-gebrachte dwarsbalk 99 is nabij elk van de armen 95 voorzien van een zich naar voren uitstrekkende lip 110. Tussen de lip 110 en een arm 95 sdoor middel van een pen 111 in een sleuf-15 gat 112 een einde van een hydraulische verstelcylinder 113 aangebracht. De verstelcylinder 113 is met zijn andere einde door middel van een bout 114 verzwenkbaar aangebracht tussen de armenparen aan de achterzijde van de platen 78 van de bok 77, ter hoogte van de balk 7&. Op elk van de pennen 96 20 met behulp waarvan het bovenste paar armen 95 met de platen 78 verzwenkbaar is verbonden, is aan de buitenzijde een verzwenkbare grendel 115 aangebracht. Elke grendel 115 is aan de achterzijde voorzien van een vangbek die kan samenwerken met een pen 116, die zich aan de buitenzijde van elke onder-25 ste arm 97 bevindt en juist achter het midden van deze armen is aangebracht.3 For pivotal mounting by means of pins 84, forwardly extending lips 107 are provided at both ends of the cross beam 105 and surround the entire beam. Hook-shaped coupling points 108 are provided at the lower ends of the beams 106, forming the lower coupling points of a three-point fastening! Near the center, the cross beam 105 of the coupling piece 104 is provided with forwardly extending lips 109, which are spaced apart and provided with a bore near the front, each of the top coupling point of 10 forming a three-point mounting . This makes a short connection possible. The cross beam 99 arranged between the top pivotable pair of arms is provided with a forwardly extending lip 110 near each of the arms 95. Between the lip 110 and an arm 95 by means of a pin 111 in a slot-hole 112 end of a hydraulic adjustment cylinder 113. The adjusting cylinder 113 is pivotally mounted at the other end by a bolt 114 between the pairs of arms at the rear of the plates 78 of the trestle 77, at the level of the beam 7 &. A pivotable latch 115 is provided on each of the pins 96 by means of which the top pair of arms 95 are pivotally connected to the plates 78. Each latch 115 is provided at the rear with a catch jaw which can cooperate with a pin 116 located on the outside of each lower arm 97 and located just behind the center of these arms.

Aan de voorzijde is elke grendel 115 voorzien van een uitsparing 117, waarin met speling een op de platen 78 aangebrachte aanslag 118 is gelegen. Elk van de grendels 30 115 is verder door middel van een verbindingsorgaan 119 van af een trekker bedienbaar.At the front, each latch 115 is provided with a recess 117, in which a stop 118 arranged on the plates 78 is located with clearance. Each of the latches 115 is further operable by a connector 119 from a tractor.

De in het voorgaande beschreven· machine betreft, zoals reeds vermeld, een grondbewerkingsmachine die in het bijzonder bestemd is voor de bereiding van een zaaibed. Hier-35 toe kan de machine door middel van het de gestelbalk 1 en daarop aangebrachte 'bok 77 omvattende draaggestel met de driepunts-hefinrichting van een trekker worden gekoppeld.The machine described above concerns, as already mentioned, a soil cultivating machine which is particularly intended for the preparation of a seed bed. To this end, the machine can be coupled to the three-point lifting device of a tractor by means of the supporting frame comprising the frame beam 1 and trestle 77 mounted thereon.

O Nadat met behulp van de als pakkerrollen uitgevoerde \ 8 4 0 0 90 1 \ ___ > Λ' - 13 - rollen 54 een bepaalde werkdiepte van de bewerkingsorganen 7 is ingesteld, kan het geheel worden voortbewogen in een richting volgens pijl A, waarbij de bewerkingsorganen 7 vanaf de aftakas van de trekker via de in het voorgaande beschreven 5 overbrenging zodanig aandrijfbaar zijn, dat naast elkaar gelegen bewerkingsorganen in tegengestelde zin roteren en waarbij zij met hun bewerkingselementen ten minste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken.O After a certain working depth of the working members 7 has been set using the rollers 54 designed as packer rollers, the whole can be moved in a direction according to arrow A, wherein the working members 7 can be driven from the power take-off shaft of the tractor via the transmission described above, so that adjacent working members rotate in opposite directions and with their working elements they cultivate at least adjacent strips of soil.

Door middel van de hefbomen 24 kan na het uitnemen 10 van de grendelpen 33 de stand van het aan de voorzijde van de kokerbalk 5 gelegen afschermelement gevormd door de profiel-balk 28 zodanig worden ingesteld dat dit maximaal zijn functie kan verrichten. De specifieke geleiding waarvoor een tweede uitvoeringsvoorbeeld in fig. 7 is weergegeven, vergemakkelijkt 15 hierbij de beoogde verstelling van de profielbalk. Alhoewel niet weergegeven kan een hefboom 24 ook zodanig zijn aangebracht, dat deze zich naar voren uitstrekt.After the locking pin 33 has been removed, the position of the shielding element located at the front of the box beam 5, formed by the profile beam 28, can be adjusted by means of the levers 24 so that it can perform its function to the maximum. The specific guidance for which a second exemplary embodiment is shown in Fig. 7 hereby facilitates the intended adjustment of the profile beam. Although not shown, a lever 24 may also be arranged to extend forward.

De in het voorgaande beschreven uitvoering van de machine is speciaal gedacht voor grote werkbreedten van ten 20 minste 3 meter, waarbij door het draaggestel, dat de rechthoekige gestelbalk 1 omvat, die aanmerkelijk korter dan de kokerbalk 5 en bijvoorkeur ongeveer de helft van deze bedraagt, met een minimum aan materiaal en gewicht op doelmatige wijze een ondersteuning voor de extra verstijfde kokerbalk wordt 25 verkregen. Tijdens het bedrijf kan de kokerbalk 5 zich door middel van de parallellogramconstructies 4 in hoogterichting bewegen ten opzichte van het-draaggestel dat door middel van de twee naast elkaar gelegen, in eikaars verlengde opgestelde pakkerrollen 54 wordt understeund. De rollen 54, die worden 30 gedragen door een draagconstructie welke de armen 47 en de boven elkaar gelegen balken 50 en 51 omvat, bieden een effectieve ondersteuning van het draaggestel waarbij men een doelmatige krachtenverdeling kan verkrijgen en de met speling aanwezige legering van de naar elkaar toegekeerde einden van de 35 rollen tijdens het bedrijf een grote soepelheid verleent.The embodiment of the machine described above has been specially conceived for large working widths of at least 3 meters, whereby due to the supporting frame, which comprises the rectangular frame beam 1, which is considerably shorter than the box beam 5 and preferably about half of these, support for the extra stiffened box girder is efficiently obtained with a minimum of material and weight. During operation, the box girder 5 can move in height direction by means of the parallelogram constructions 4 relative to the support frame which is supported by means of the two adjacent packer rollers 54 arranged side by side. The rollers 54, which are carried by a supporting structure comprising the arms 47 and the superimposed beams 50 and 51, provide an effective support of the supporting frame, whereby an efficient distribution of forces can be obtained and the alloy of the bearing present to one another Turned ends of the 35 rollers provide great flexibility during operation.

Vuor de werkdiepte-instelling van de bewerkingsorganen kan de stand van de rollen met de verstelcylinder worden gewijzigd, waarbij met behulp van de verstelbare aanslag deze stand als beschreven kan worden gehadhaafd. Tevens zorgt de | 8400901 .-14- J * aanslag voor een ontlasting van de hefcylinder.Before the working depth setting of the working members, the position of the rollers can be changed with the adjusting cylinder, this position being maintained as described with the aid of the adjustable stop. The | 8400901.-14- J * stop for relieving the lift cylinder.

De in het voorgaande beschreven machine kan ook worden ondersteund door middel van een enkele rol 54A, die zich ! over de gehele werkbreedte van de machine uitstrekt en door 5 middel van de in het vóórgaandsomschreven draagconstructie gevormd door de armen 47 en de balken 50 en 51, is ondersteund. Bij toepassing van de enkele rol 54A, die aan de ^mtrek kan zi'jn voorzien van staven 54B, kan het gebeuren - indien de door middel van de aankoppelbok 104 aangebrachte, met de ma-10 chine te combineren inrichting bijvoorb.een aardappelpootmachi-ne ,een aanzienlijk gewicht heeft - dat de rol tijdens het bedrijf zodanig wordt belast dat zij in het midden waar zij niet is ondersteund naar boven gaat uitwijken. Dit kan een vervorming van de rol tot gevolg hebben, hetgeen vanzelfspre-15 kend ongewenst is. Teneinde een te ver naar boven uitwijken, dat wil zeggen een zodanig uitwijken dat vervorming optreedt, te voorkomen heeft men nabij het midden aan de balken 50 en 51 van de draagconstructie door middel van een bevestigings-plaat 120 en klembeugels 121 een aanslag 122 aangebracht (fig. · 20 8 en 9). De aanslag 122 omvat een zich althans nagenoeg in de voortbewegingsrichting A uitstrekkend, opwaarts gericht plaatdeel 123 dat een uitsparing omvat, die volgens een cirkelboog verloopt bijvoorkeur over een hoek van + 180°. De begrenzing van de uitsparing is voorzien van een stripvormig deel 25 124, een en ander zodanig dat het deel 124 volgens de omtrek van de rol 54A is gebogen, waarbij het stripvormige deel, dat de eigenlijke aanslag vormt, zich in de nabijheid van de baan beschreven door de staven 54B bevindt en althans nagenoeg concentrisch ten opzichte van de rotatieas van de rol verloopt, 30 waarbij de breedste zijde althans nagenoeg evenwijdig aan de rotatieas is gelegen. Indien nu tijdens het bedri-jf door een zware belasting de rol 54A nabij het midden de neiging heeft naar boven uit te wijken, dan wordt dit uitwijken of effectieve wijze voorkomen doordat de omtrek van de rol, dat wil zeggen 35 de staven 54B door het stripvormig deel 124,worden tegengehouden, waardoor,zonder dat de werking van de rol ongunstig wordt beïnvloed, een vervorming wordt voorkomen.The machine described above can also be supported by a single roll 54A located extends over the entire working width of the machine and is supported by means of the support structure described in the above described, formed by the arms 47 and the beams 50 and 51. When using the single roller 54A, which can be provided with rods 54B on the circumference, it can happen - if the device arranged by means of the coupling trestle 104, which can be combined with the machine, for instance a potato planter. ne, has a significant weight - that the roll is loaded during operation so that it will deflect upwards in the center where it is not supported. This can result in a deformation of the roller, which is of course undesirable. In order to prevent too far upward deflection, that is to say, a deflection such that deformation occurs, a stop 122 is provided near the center of the beams 50 and 51 of the supporting construction by means of a mounting plate 120 and clamping brackets 121 ( fig. 8 and 9). The stop 122 comprises an upwardly directed plate part 123 extending at least substantially in the direction of travel A and comprising a recess which runs in a circular arc, preferably at an angle of + 180 °. The boundary of the recess is provided with a strip-shaped part 25 124, such that the part 124 is bent according to the circumference of the roller 54A, the strip-shaped part forming the actual stop being in the vicinity of the track described by the bars 54B and is at least substantially concentric with respect to the axis of rotation of the roller, the widest side being at least substantially parallel to the axis of rotation. If, during operation, the roller 54A near the center tends to deflect upwards during a heavy load, then this deflection is effectively prevented by the circumference of the roller, that is, the bars 54B passing through the strip-shaped portion 124 are retained, thereby preventing distortion without adversely affecting the operation of the roller.

Alhoewel bij het in de figuren 8 en 9 weergegeven iuitvoeringsvoorbeeld de rol aan zijn omtrek is voorzien van 8400901 - 15 - zich in de langsrichting uitstrekkende staven 54B, kan de enkele rol ook zijn uitgevoerd als de in het voorgaande beschreven pakkerwalsen 54·, waarbij het stripvormig deel 124 - daar dit relatief smal is - tussen de kransen tanden 63 is gelegen 5 en met het cylindrisch deel 58 kan samenwerken.Although in the exemplary embodiment shown in Figs. 8 and 9, the roller is provided with circumferential bars 54B at its periphery, longitudinally extending rods 54B, the single roller may also be configured as the packer rollers 54 described above, strip-shaped part 124 - since this is relatively narrow - is located between the crowns of teeth 63 and can cooperate with the cylindrical part 58.

De aanwezigheid van de lange stabilisator 84 aan de achterzijde en de kortere stabilisator 86 aan de voorzijde voorkomt dat tijdens het bedrijf de kokerbalk in een zodanige beweging geraakt, dat hierdoor de werking van de bewerkings-10 organen 7 nadelig wordt beïnvloed. Doordat de lengte van de respectieve stabilisatoren instelbaar is, kan men de bewegingsmogelijkheid voor de kokerbalk naar wens vergroten of verkleinen. Zoals reeds vermeld kan deze geheel worden opgeheven door middel van de pen 17 bijvoorbeeld tijdens het trans-15 port. De aan de achterzijde van de bok 77 door middel van de verzwenkbare armenparen aangebrachte driepuntsbevestiging, maakt een effectieve aankoppeling van een met de machine te combineren werktuig, zoals een zaai- of pootmachine, mogelijk. Hierbij wordt een voldoende bewegingsvrijheid gecreëerd, daar 20 de rollen vóór de door de gestelbalkèn 50 en 51 gevormde draagconstructie zijn gelegen en de onderste armen 97 zijn voorzien van de schuin naar beneden en naar achteren gerichte delen 101.The presence of the long stabilizer 84 at the rear and the shorter stabilizer 86 at the front prevents the box girder from moving in such a way during operation that it adversely affects the operation of the working members 7. Because the length of the respective stabilizers is adjustable, the possibility of movement of the box beam can be increased or decreased as desired. As already mentioned, it can be lifted completely by means of the pin 17, for example during transport. The three-point mounting on the rear of the trestle 77 by means of the pivotable arm pairs enables effective coupling of an implement to be combined with the machine, such as a sowing or planting machine. Sufficient freedom of movement is hereby created, since the rollers are located in front of the supporting construction formed by the frame beams 50 and 51 and the lower arms 97 are provided with the parts 101 inclined downwards and backwards.

Met behulp van de hydraulische verstelcylinders 113, 25 waarvan het achtereinde door middel van de scharnierpen 111 in de sleuf 112 beweegbaar is, kan vanaf de trekker op soepele wijze een heffen van de armen met het aan de achterzijde aangebrachte aankoppelstuk 104 worden verkregen. Hierbij komt de pen 116 aan de buitenzijde van de armen 97 binnen de vang-30 bek van de grendels 115, waardoor het geheel wordt vergrendeld in een stand waarbij de met de driepuntsbevestiging verbonden inrichting zich praktisch boven de machine bevindt en het geheel bij het heffen en tijdens het transport, de hefinrichting van de trekker niet op ongunstige wijze belast. Indien men 35 de met het aankoppelstuk 104 verbonden inrichting opnieuw in de werkstand wil brengen, kan men vanuit de trekkercabine met behulp van de bedieningsorganen 119 de vergrendeling opheffen ) waarna het geheel in zijn werkstand terugzakt. De voor de ver grendeling geschikte stand van de grendels 115 wordt met behulpUsing the hydraulic adjustment cylinders 113, 25, the rear end of which can be moved into the slot 112 by means of the hinge pin 111, a smooth lifting of the arms can be obtained from the tractor with the coupling piece 104 arranged at the rear. The pin 116 on the outside of the arms 97 hereby enters the catch jaw of the latches 115, whereby the whole is locked in a position where the device connected to the three-point attachment is practically above the machine and the whole during lifting and during transport, the tractor's lifting gear is not unfavorably loaded. If it is desired to return the device connected to the coupling piece 104 to the working position, the lock can be released from the tractor cabin with the aid of the operating members 119, after which the whole drops back into its working position. The position of the latches 115 suitable for locking is adjusted by means of

I 8 4 0 0 9 0 TI 8 4 0 0 9 0 T

/ - - 16 - . van de in de uitsparing 117 aan de voorzijde van de grendels gelegen aanslagen 118 gehandhaafd./ - - 16 -. of the stops 118 located in the recess 117 at the front of the latches.

Teneinde te bewerkstelligen dat de pen 116 gemakkelijk uit de uitsparing van de grendel 115 vrijkomt, kan 5 het bedieningsorgaan. 119 althans voor een deel elastisch zijn uitgevoerd of' door middel van elastisch materiaal, bijvoorbeeld een schroefveer 119A (fig. 8) of een uit elastisch materiaal als rubber bestaand deel met de grendel zijn verbonden. De grendel kan dan door middel van de aanwezige elas-10 ticiteit in het bedieningsorgaan 119 bij een korte bekrachtiging van een cylinder 113 zodanig verzwenken, dat de pen 116 hierdoor als het ware uit de uitsparing in de grendel wordt geschud.In order to ensure that the pin 116 is easily released from the recess of the latch 115, the actuator can. 119 are at least partly elastic or are connected to the latch by means of elastic material, for example a coil spring 119A (fig. 8) or a part consisting of elastic material such as rubber. The bolt can then pivot by means of the elasticity present in the operating member 119 with a short actuation of a cylinder 113, such that the pin 116 is shaken as it were out of the recess in the bolt.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, 15 doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

-Conclusies- 84 0 0 901-Conclusions- 84 0 0 901

Claims (32)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een aantal bewerkingsorganen, die in een zich dwars op de voortbewe-gingsrichting van de machine uitstrekkende kokerbalk zijn ondersteund en om opwaarts gerichte assen roteerbaar zijn 5 en de kokerbalk is aangebracht aan een draaggestel dat is voorzien van een driepuntsbevestiging voor aankoppeling aan de driepuntshefinrichting van een trekker, met het kenmerk, dat het draaggestel een enkele gestelbalk heeft waarvan de einden in de voortbewegingsrichting van de machine gezien 10 binnen de einden van het kokervormig gesteldeel zijn gelegen.1. Soil cultivation machine provided with a number of cultivating members, which are supported in a box beam extending transversely of the direction of travel of the machine and are rotatable about upwardly directed axes 5 and the box beam is mounted on a support frame provided with a three-point coupling for coupling to the three-point hitch of a tractor, characterized in that the support frame has a single frame beam, the ends of which, viewed in the direction of advancement of the machine, lie within the ends of the tubular frame part. 2. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gestelbalk een lengte heeft die + de helft bedraagt van de kokerbalk.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the frame beam has a length that is + half of the box beam. 3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 15 2, met het kenmerk, dat achter de bewerkingsorganen ten min ste één rol is aangebracht die door middel van zich over het kokervormig gesteldeel uitstrekkende armen verzwenkbaar met de enkele gestelbalk is verbonden.3. Soil cultivation machine according to claim 1 or 15, characterized in that at least one roller is arranged behind the cultivating members, which is pivotably connected to the single frame beam by means of arms extending over the tubular frame part. 4. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 3, met 20 het kenmerk, dat de rol door middel van nabij de einden van de gestelbalk verzwenkbaar aangebrachte armen en een nabij het midden verzwenkbaar aangebrachte arm met de gestelbalk is gekoppeld.4. Soil furrowing machine according to claim 3, characterized in that the roller is coupled to the frame beam by means of arms pivotally arranged near the ends of the frame beam and an arm pivotally arranged near the center. 5. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 3 of 25 4, met het kenmerk, dat twee naast elkaar gelegen rollen aanwezig zijn, welke rollen aan elkaar grenzen.Soil cultivation machine according to claim 3 or 4, characterized in that two adjacent rollers are present, which rollers adjoin each other. 6. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de twee rollen ter hoogte van de middelste arm vrij draaibaar zijn ondersteund.Soil cultivation machine according to claim 4 or 5, characterized in that the two rollers are supported rotatably at the height of the middle arm. 7. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ondersteuning een steun omvat, die is voorzien van openingen waarin aan de rollen aangebrachte assen met speling zijn gelegerd.Soil cultivation machine according to claim 6, characterized in that the support comprises a support, which is provided with openings in which shafts arranged on the rollers are supported with play. 8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 7, met 35 het kenmerk, dat de steun wordt gevormd door een profielstuk dat een tunnelvormige uitvoering heeft, waarbij de wanden naar beneden zijn gericht en zijn voorzien van openingen \ 8400301 0^ - 18 - -* voor de legering van de assen.8. Soil cultivation machine according to claim 7, characterized in that the support is formed by a profile piece which has a tunnel-shaped design, wherein the walls are directed downwards and are provided with openings for the alloy. of the axles. 9. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat een enkele rol is aangebracht die zich over althans nagenoeg de werkbreedte van de machine uit- 5 strekt en nabij de einden is ondersteund, waarbij nabij het midden een aanslag aanwezig is, die met de bovenzijde van de rol kan samenwerken.9. Soil cultivation machine according to any one of claims 1-4, characterized in that a single roller is provided which extends over at least virtually the working width of the machine and is supported near the ends, wherein a stop is present near the center , which can cooperate with the top of the roll. 10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de aanslag aan een draagconstructie voor de 10 rol is bevestigd.10. Soil cultivation machine according to claim 9, characterized in that the stop is attached to a support structure for the roller. 11. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de aanslag aan zijn naar de rol gekeerde zijde een boogvormig verloop heeft.Soil cultivation machine according to claim 9 or 10, characterized in that the stop has an arc-shaped profile on its side facing the roller. 12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11, met 15 het kenmerk, dat het boogvormig verloop althans nagenoeg concentrisch is met de draaiingsas van de rol.12. Soil cultivation machine according to claim 11, characterized in that the arc-shaped course is at least substantially concentric with the axis of rotation of the roller. 13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat het boogvormig verloop zich over een hoek van ten minste 180° uitstrekt.Soil cultivation machine according to claim 11 or 12, characterized in that the arc-shaped course extends over an angle of at least 180 °. 14. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 9 - 13, met het kenmerk, dat de aanslag aan zijn naar de rol gekeerde zijde is voorzien van een stripvormig deel, waarvan de breedste zijde zich althans nagenoeg evenwijdig aan de rota-tieas van de rol uitstrekt.Soil cultivation machine according to one of Claims 9 to 13, characterized in that the stop on its side facing the roller is provided with a strip-shaped part, the widest side of which extends at least substantially parallel to the axis of rotation of the roller. 15. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 5 - 14, met het kenmerk, dat voor het instellen van de stand van de rollen resp. de rol een verstelcylinder aanwezig is welke verstelcylinder een verstelbare aanslag omvat voor de begrenzing van de baan van de zuiger.Soil cultivation machine according to one of Claims 5 to 14, characterized in that, for adjusting the position of the rollers resp. the roller has an adjusting cylinder, which adjusting cylinder comprises an adjustable stop for limiting the path of the piston. 16. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kokerbalk in hoogterich-ting beweegbaar ten opzichte van de gestelbalk is aangebracht door middel van ondersteuningen, die nabij de einden van de - gestelbalk zijn aangebracht.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the box beam is arranged movable in height direction relative to the frame beam by means of supports which are arranged near the ends of the frame beam. 17. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 3 - 16, met het kenmerk, dat tussen de kokerbalk en de door de gestelbalk en een rol gecreëerde understeuning zich in de ƒ**\ langsrichting van de kokerbalk uitstrekkende stabilisatoren zijn aangebracht. \ 8400901 - 19 -Soil cultivation machine according to any one of claims 3 to 16, characterized in that stabilizers extending in the longitudinal direction of the box beam are arranged between the box beam and the support created by the frame beam and a roller. \ 8400901 - 19 - 18- Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de respectieve stabilisatoren aan weerszijden van het midden van de kokerbalk zijn gelegen, waarbij een stabilisator tussen de voorzijde van de kokerbalk en de gestel-5 balk en de andere stabilisator tussen een draaggestel voor een rol en de achterzijde van de kokerbalk is aangebracht.Soil cultivation machine according to claim 17, characterized in that the respective stabilizers are located on either side of the center of the box girder, a stabilizer between the front of the box girder and the frame beam and the other stabilizer between a support frame for a roller and the back of the box girder is fitted. 19. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de einden van de stabilisatoren alzijdig beweegbaar zijn aangebracht en de lengte van de stabili- 10 satoren instelbaar is.19. Soil cultivation machine according to claim 17 or 18, characterized in that the ends of the stabilizers are movable on all sides and the length of the stabilizers is adjustable. 20. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de stabilisator aan de voorzijde een geringere lengte heeft dan de stabilisator aan de achterzijde.Soil cultivation machine according to claim 18 or 19, characterized in that the front stabilizer has a shorter length than the rear stabilizer. 21. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat vóór en ter hoogte van de dragers voor de bewerkingselementen van de bewerkingsorganen een zich dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekkend af-schermelement is aangebracht, dat met behulp van een hefboom in hoogterichting verstelbaar is.21. Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that a shielding element extending transversely of the direction of travel is arranged in front of and at the level of the carriers for the working elements of the working members, which is adjustable in height by means of a lever is. 22. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gesteldeel waaraan een aantal bewerkingsorganen in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rij zijn aangebracht, welke bewerkingsorganen om opwaarts gerichte assen aandrijfbaar zijn en zijn voorzien van ten minste een aan 25 een drager aangebracht bewerkingselement, waarbij ter hoogte van en vóór de dragers een langgestrekt afschermelement is aangebracht, met het kenmerk, dat het afschermelement door middel van een hefboom in hoogterichting verstelbaar is.22. Soil cultivation machine provided with a frame part to which a number of cultivating members are arranged in a row extending transversely of the direction of advancement of the machine, which cultivating members are drivable about upwardly directed axes and are provided with at least one cultivating element arranged on a support. An elongated shielding element is arranged at a height of and in front of the carriers, characterized in that the shielding element is adjustable in height by means of a lever. 23. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 21 of 30 22, met het kenmerk, dat de hefboom om een as verzwenkbaar is, die zich boven een de bewerkingsorganen dragende balk be- · vindt en in ten minste twee standen brengbaar en vastzetbaar is.Soil cultivation machine according to claim 21 or 22, characterized in that the lever is pivotable about an axis, which is located above a beam supporting the cultivating members and can be brought and secured in at least two positions. 24. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het afschermelement is aangebracht aan op- 35 waarts gerichte draagarmen, aie vóór de zwenkas van de hefboom scharnierend met de hefboom zijn verbonden.24. Soil cultivation machine according to claim 23, characterized in that the screening element is arranged on upwardly directed supporting arms, which are hingedly connected to the lever in front of the pivot axis of the lever. 25. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 21 - 24, met het kenmerk, dat het afschermelement is voorzien . van een aanslag die met een geleiding aan de voorzijde van 8 4 0 0 9 0 1 if ** - 20 - een de bewerkingsorganèn dragende balk kan samenwerken.Soil cultivation machine according to one of Claims 21 to 24, characterized in that the screening element is provided. of a stop that can work together with a guide at the front of 8 4 0 0 9 0 1 if ** - 20 - a beam carrying the working elements. 26. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de aanslag onder veerwerking tegen de geleiding wordt gedrukt.Soil cultivation machine according to claim 25, characterized in that the stop is pressed against the guide under spring action. 27. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleiding is uitgevoerd als een rol.Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the guide is designed as a roller. 28. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gestelbalk is voorzien 10 van aankoppelmiddelen voor aankoppeling van een met de machine te combineren werktuig, welke aankoppelmiddelen zich naar achteren uitstrekkende armen omvatten, die tot achter de rol reiken.28. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the frame beam is provided with coupling means for coupling a implement to be combined with the machine, which coupling means comprise rear-extending arms which extend behind the roller. 29. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 28, met 15 het kenmerk, dat de aankoppelmiddelen een aankoppelstuk omvatten, welk aankoppelstuk is voorzien van een driepuntsbevesti-ging en door middel van boven elkaar gelegen paren armen aan de achterzijde van ^en op de gestelbalk aanwezige bok is aangebracht.29. Soil tillage implement according to claim 28, characterized in that the coupling means comprise a coupling piece, which coupling piece is provided with a three-point mounting and is mounted on the frame beam on top of each other by means of pairs of arms located one above the other. . 30. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat voor elke arm van het bovenste paar armen een hydraulische verstelcylinder aanwezig is.Soil cultivation machine according to claim 22, characterized in that a hydraulic adjustment cylinder is provided for each arm of the upper pair of arms. 31. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 29 of 30, met het kenmerk, dat de boven elkaar gelegen armen van de resp. 25 paren een scharnierende vierhoek vormen.31. Soil cultivation machine according to claim 29 or 30, characterized in that the arms of the resp. 25 pairs form a hinged quadrilateral. 32. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. -o-o-o-o-o- O 8400901 VA \\32. Soil cultivation machine as described above and shown in the figures. -o-o-o-o-o- O 8400901 VA \\
NL8400901A 1984-02-13 1984-03-22 Soil cultivating rotary harrow - has three point PTO with connected trailing rollers mechanism NL8400901A (en)

Priority Applications (13)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8400901A NL8400901A (en) 1984-02-13 1984-03-22 Soil cultivating rotary harrow - has three point PTO with connected trailing rollers mechanism
GB08502739A GB2153642B (en) 1984-02-13 1985-02-04 Soil cultivating implements
DE19853504654 DE3504654A1 (en) 1984-02-13 1985-02-12 GROUND MACHINING MACHINE, IN PARTICULAR Harrow
DE3546628A DE3546628C2 (en) 1984-02-13 1985-02-12
DE3546479A DE3546479C2 (en) 1984-02-13 1985-02-12
IT19489/85A IT1183341B (en) 1984-02-13 1985-02-13 GROUND CULTIVATION TOOL WITH SUPPORTING FRAME COSTS TUITO FROM A SINGLE BEAM
FR858502061A FR2559339B1 (en) 1984-02-13 1985-02-13 ROTATIVE HARROW
FR909000974A FR2640111B1 (en) 1984-02-13 1990-01-29 ROTATIVE HARROW
FR9000975A FR2640112A1 (en) 1984-02-13 1990-01-29 ROTATIVE HARROW
FR909013777A FR2652704B1 (en) 1984-02-13 1990-11-07 ROTATIVE HARROW.
NL9200243A NL190917C (en) 1984-02-13 1992-02-11 Soil cultivation machine.
FR9313706A FR2697128B1 (en) 1984-02-13 1993-11-17 ROTATIVE HARROW.
NL9500021A NL9500021A (en) 1984-03-22 1995-01-05 Ground-working machine

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8400454 1984-02-13
NL8400454 1984-02-13
NL8400901 1984-03-22
NL8400901A NL8400901A (en) 1984-02-13 1984-03-22 Soil cultivating rotary harrow - has three point PTO with connected trailing rollers mechanism

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8400901A true NL8400901A (en) 1985-09-02

Family

ID=26645929

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8400901A NL8400901A (en) 1984-02-13 1984-03-22 Soil cultivating rotary harrow - has three point PTO with connected trailing rollers mechanism

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8400901A (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500396A (en) GROUND TILLING DEVICE.
NL8401507A (en) SOIL TILLER, IN PARTICULAR FOR THE PREPARATION OF A SEEDBED.
NL9200243A (en) Ground-working machine.
NL8800800A (en) COMBINATION OF A TRACTOR WITH AT LEAST A TILLAGE SEED UNIT.
NL8101017A (en) SOIL TILLER.
NL193084C (en) Soil cultivation machine.
NL8400901A (en) Soil cultivating rotary harrow - has three point PTO with connected trailing rollers mechanism
EP0850553B1 (en) A soil supporting member
NL8500187A (en) SOIL TILLER.
NL7907081A (en) SOIL TILLER.
NL8204655A (en) SOIL TILLER.
NL8301236A (en) SOIL TILLER.
NL8403460A (en) SOIL TILLER.
NL1001579C2 (en) Rotary harrow.
NL9101361A (en) Auxiliary roller for rotary harrow - is raised and lowered by auxiliary piston and cylinder to disengage tines from soil
NL8203047A (en) SOIL TILLER.
NL192364C (en) Combination of a tractor and a combination of a power harrow and a seed drill.
NL8403369A (en) SOIL TILLER.
NL9500021A (en) Ground-working machine
EP0666015B1 (en) An agricultural machine
NL8700952A (en) SOIL TILLER.
NL192594C (en) Combination of a tillage machine and a further machine to be coupled to it.
NL193395C (en) Soil cultivation machine.
NL8006776A (en) SOIL TILLER.
NL8701582A (en) SOIL TILLER.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed