NL8400426A

NL8400426A - Werkwijze voor het vervaardigen van isolerende, poreuze gevormde voorwerpen en gebouwen, die met dergelijke gevormde voorwerpen gebouwd zijn.

Info

Publication number: NL8400426A
Application number: NL8400426A
Authority: NL
Original assignee: Stichting Wereldwoningen
Priority date: 1984-02-09
Filing date: 1984-02-09
Publication date: 1985-09-02
Also published as: IL74273A0; BR8505162A; IE850315L; ES8608459A1; DK456685A; PT79944A; PT79944B; WO1985003503A1; AU3934885A; GR850347B; DK456685D0; NO853978L; IT8547661A1; US4698366A; IT8547661A0; ZA85909B; EP0172186A1; JPS61502329A; FI853837L; FI853837A0

Description

Ϋ -.* * - 1 -

Werkwijze voor het vervaardigen van isolerende, poreuze gevormde voorwerpen en gebouwen, die met dergelijke gevormde voorwerpen gebouwd zijn.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van isolerende, poreuze gevormde voorwerpen en gebouwen, die met dergelijke gevormde voorwerpen gebouwd zijn.Meer in het bijzonder heeft de uitvinding be-5 trekking op een werkwijze voor het vervaardigen van isolerende, poreuze gevormde voorwerpen zoals vlakke of van kanalen voorziene isolatieplaten, blokken of soortgelijke bouwelementen .

Uit de Nederlandse Octrooiaanvrage nr.7113658 is het 10 bekend poreuze gevormde voorwerpen te vervaardigen met gebruikmaking van geëxpandeerde kunststofbolletjes, meer in het bijzonder polystyreenbolletjes, met als bindmiddel tussen de kunststofbolletjes en de cement waarin deze korreltjes opgenomen moeten worden, een bitumenprodukt.De daarmee verkregen 15 gevormde voorwerpen hebben een lage drukvastheid waardoor deze ongeschikt zijn voor het zonder aanvullende maatregelen daaruit vervaardigen van muren, wandelementen en dergelijke konstrukties.Een dergelijk cellulair beton wordt ook wel schuimbeton genoemd.

20 Een verbetering van genoemde werkwijze wordt be schreven in Europees Octrooischrift nr.0031365, waarbij de bitumengeur wordt vermeden en de sterkte van het verkregen gevormde voorwerp wordt verhoogd, in het bijzonder de drukvastheid, door gebruik als bindmiddel van een mengsel van 25 een bitumineus produkt en waterglas, waarin het waterglas te: 75 gew.% van het mengsel kan uitmaken.De aldus verkregen produkten zijn hitte- en vochtbestendig en vertonen goede warmteisolerende eigenschappen.

De onderhavige uitvinding heeft nu ten doel een 30 verdere verbetering te verschaffen van deze bekende werkwijzen waardoor een produkt wordt verkregen dat niet alleen de voordelen van de reeds bekende produkten bezit, doch bovendien gemakkelijk spijkerbaar is en met de gebruikelijke hand-gereedschappen bewerkt kan worden, terwijl ook het gewicht w j 35 per volume-eenheid en als gevolg daarvan ook de drukvastheid, \ naar keuze kan worden ingesteld.

\ 8400425 #. "? < 'f ' - 2 -

De uitvinding verschaft daartoe een werkwijze voor het vervaardigen van isolerende, poreuze gevormde voorwerpen, zoals vlakke en van kanalen voorziene isolatieplaten, blokken en dergelijke bouwelementen, waarbij geëxpandeerde 5 kunststofschuimbólletjies worden gemengd met een bindmiddel, dat de hechting van het kunststofschuim aan ceftient tot stand kan brengen en dat een bitumineus produkt bevat, waarbij aan het einde van deze bewerking een hoeveelheid korrelig of poedervormig materiaal aan het mengsel wordt toegevoegd en mee-10 gemengd wordt tot de massa weer ' in hoofdzaak uit losse bolletjes bestaat, waarna aan het mengsel cement wordt toegevoegd en het geheel opnieuw, onder dosering van een hoeveelheid water, aan een tweede mengbewerking wordt onderworpen, en het aldus uiteindelijk verkregen mengsel tot de gewenste 15 voorwerpen wordt geperst, die daarna gedroogd worden, waarbij tussen de feerste en de tweede mengbewerking een eiwithoudend schuimmiddel aan de bolletjes wordt toegevoegd.

Desgewenst kunnen in de tweede trap ook toeslagstoffen, zoals bijvoorbeeld zand, aan het mengsel worden toege-20 voegd, terwijl men ook bij het tot de gewenste voorwerpen persen dat mengsel tevens kan trillen.

Op deze wijze worden voorwerpen verkregen met een drukvastheid die afhankelijk van de gebruikte hoeveelheden van de grondstoffen en de wijze van verwerking niet alleen 2 2 25 tenminste 20 kg/cm en bij voorkeur tenminste 40 kg/cm bedraagt, terwijl de voorwerpen tevens zeer brandveilig zijn. Bij geschikte keuze van de hoeveelheden van de grondstoffen wordt een drukvastheid verkregen, die voldoende is om de voorwerpen als dragende elementen te gebruiken in gebouwen, 30 bijvoorbeeld ook als vloerbestanddelen, hetgeen tot nu toe niet mogelijk was.Evenzeer is van groot voordeel, dat het volgens de uitvinding verkregen produkt niet alleen schroef-baar is, hetgeen voor de produkten volgens de bovengenoemde ! stand van de techniek ook het geval is, maar tevens spijker-35 baar is, een additionele eigenschap die bij klassieke betonblokken maar ook de reeds bekende typen schuimbeton niet aanwezig is.

Desgewenst kunnen voorwerpen, die verkregen zijn na een pers- en trilbewerking, in zelfdragende toestand te 40 drogen worden gelegd, zonder dat ze tijdens het drogen in.

840042$ <* 9 Μ* - 3 - mallen opgesloten behoeven te blijven,zoals eveneens bij de voorwerpen verkregen volgens de werkwijze van Europees Octrooischrift Nr.0031365 het geval is.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding kan de 5 pers- en trilbewerking worden uitgevoerd in een inrichting van het type "Hydramat" geleverd door "Hess Maschinenfabrik KG" voor het persen van gewone niet-poreuze betonblokken, waarbij de persdruk tijdens de werkwijze volgens de uitvinding aanzienlijk lager is dan de persdruk nodig voor het 10 persen van gewone betonblokken.

Het bindmiddel dat op de geëxpandeerde kunststof-bolletjes wordt gebracht kan gevormd zijn uit een bitumineus produkt of een mengsel van een bitumineus produkt met tot drie maal de hoeveelheid aan bitumineus produkt aan water-15 glas.

Bij voorkeur wordt de toeslagstof toegevoegd aan het einde van de eerste mengbewerking, bijvoorbeeld als zand, zodat deze toeslagstof in de plaats treedt van het deel van de totale hoeveelheid toe te voegen cement bij de 20 bekende werkwijze, en de totale hoeveelheid cement in één keer bij de tweede werkwijze wordt toegevoegd.

Bij het handhaven van het aan het einde van de eerste mengbewerking toevoegen van een deel van de totale hoeveelheid toe te voegen cement, kan bij de werkwijze vol-25 gens de uitvinding de toeslagstof worden toegevoegd bij het overbrengen van het mengsel van de eerste naar de tweede mengbewerking.

Het eiwithoudende schuimmiddel, zoals verkrijgbaar bij de firma SKW te Trostberg, geschiedt eveneens nadat 30 na de eerste mengbewerking weer afzonderlijke bolletjes ziin verkregen.De totale toevoeging aan eiwithoudend schuimmiddel kan van 0,4 tot 5 gew.% bedragen betrokken op het totale gewicht aan vaste bestanddelen van het mengsel in tweede instantie.Andere eiwitconcentraten dan het bovenvermelde 35 zijn eveneens bruikbaar .Aangezien het eiwitconcentraat:>bij voorkeur met het bij de tweede mengbewerking'toegevoegde water wordt toegevoegd in een verhouding van 1½ tot20 gew.% betrokken op de toegevoegde hoeveelheid water, is het ook mogelijk om verdundere oplossingen te gebruiken die dienover-40 eenkomstig in een grotere hoeveelheid ten opzichte van het 84ÖÖ426 c V - --4- water toegevoegd worden, maar het gebruik van concentraten verdient de voorkeur aangezien dan een veel geringer volume getransporteerd behoeft te worden.

Het eiwithóudende- schuimmiddel.wordt bijt voorkeur £ vermengd met water toegevoegd door middel van een doseerpomp of doseerspuit.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin schematisch een inrichting voor uitvoering van de werkwijze volgens de uit-10 vinding wordt weergegeven,

In een silo 1 worden op bekende wijze vervaardigde geëxpandeerde schuimstofbolletjes opgeslagen.Deze kunnen bijvoorbeeld bestaan uit polystyreen.Deze schuimstofbolletjes; hebben een diameter van drie tot vijf mm en een soortelijk 15 gewicht van ongeveer 10 tot 12 kg/m .Aan de onderkant van het konvergerende ondereinde 2 van de silo bevindt zich een smalle rechthoekige afvoeropening, waaronder in een culin-drisch, direkt op die afvoeropening aansluitend huis 3 een transportwormschroef aanwezig is, aangedreven door een elek-20 tromotor, die ofwel zelf, of waarvan een overbrengingsdrijf-werk in een ruim gebied snelheden vanaf stilstand geleide·*· lijk in toerental variabel is, om de transportwormschroef met een variabele, nauwkeurig instelbare snelheid aan te drijven.De transportwormschroef mondt uit in een zuigleiding 25 4 van een exhauster 5, met een schoepenrad, waarvan de schoepen afgeronde voorranden hebben, zodat de bolletjes de exhauster kunnen passeren zonder beschadigd te worden.De exhauster 5 blaast de bolletjes door een'leiding 6 naar een silo 7, voorzien van een geschikte luchtafvoer, bijvoorbeeld 30 in de bovenkant, afgedekt door een fijnmazige zeefplaat, zodat de van de exhauster afkomstige lucht gemakkelijk ontwijken kan.

Uit silo 7 vallen de bolletjes in een eerste meng-; molen 8, bij voorkeur bestaande uit een trog met twee hori- · ‘35 zontale evenwijdig naast elkaar lopende assen 9, die elk bezet zijn met radiaal uitstekende pennen 10, die telkens in omtreksrichting verplaatst ten opzichte van naburige pennen staan, zodat hun vrije einden een schroeflijnvormig verloop om de as vertonen.Mengmolen 8 is bijvoorbeeld 4 meter lang 40 en de onderlinge afstand van de pennen op elke as is bijvoor- 8400426

V

> - 5 - beeld 10 cm.De pennen van de twee assen overlappen elkaar, zodat telkens in het gebied tussen de assen een pen op de ene as langs een pen op de andere as schuift als de assen in tegengestelde richting draaien, zodanig, dat de pennen in het 5 gebied tussen de assen naar beneden bewegen.De uiteinden van de pennen bewegen over een groot deel van hun omloop zeer dicht langs de trogwand van mengmólen 8,De pennen beslaan ongeveer 3 schroefgangen om de as.Dergelijke mengmolens zijn in wezen bekend.De assen maken omstreeks 200 omwentelingen 10 per minuut.Op ongeveer 90 cm van de afgeefopening van silo 7 mondt desgewenst een toevoerinrichting 11 voor warme bitumen uit(bijvoorbeeld met een temperatuur van ongeveer 40°C), die een nauwkeurig gedoseerde en aan de door de transportschroef 3 geleverde hoeveelheid kunststofbolletjes aangepaste hoe-15 veelheid bitumen in mengmólen 8 brengt.De menging geschiedt nu over een deel van de weg in mengmólen 8, waarna bij 12, door middel van een cellenrad, vanuit een bunker 13, een hoeveelheid toeslagstof, bijvoorbeeld zand of cement of een mengsel van beide, in de mengmólen wordt gebracht.Kort voor 20 de< toevoe van de toeslag hechten de kunststofbolletjes sterk aan elkaar door de bitumen, waaraan desgewenst een hoeveelheid waterglas is toegevoegd, of waarmee waterglas gelijktijdig of kort daarvoor of daarna wordt toegevoegd, De temperatuur bedraagt dan ongeveer 40°C.Na toevoeging van de toeslag 25 en de menging wordt op korte afstand achter het begin van de toevoer van de toeslag weer een uit losse bolletjes bestaande droge massa verkregen.De bolletjes verblijven 2 tot 6 minuten in mengmólen 8, waarbij over omstreeks de eerste drie meter alleen bolletjes met bitumen en eventueel water- 39 ς,-.las aanwezig zijn en daarnaast zand, cement of een mengsel daarvan over omstreeks de laatste meter.

Pennen 10 op assen 9 transporteren zelf niet of nauwelijks in de axiale richting van de mengmólen 8.Het transport in axiale richting geschiedt derhalve in hoofdzaak door verdringing 35 door nieuw toegevoerd materiaal.De bitumen wordt met een zodanige viskositeit toegevoerd, dat deze voldoende vloeibaar is om enigszins terug te kunnen stromen naar het toevoereinde van de bolletjes, zodat de plaats van toevoer van de bitumen niet al te kritisch is.De toeslag kan niet te ver stroomop- 40 waarts bewegen en zo bij nog niet goed met bitumen omhulde 8400426 f <* - β - bolletjes komen, wegens de samenklontering van bolletjes en bitumen tot grotere delen, onmiddellijk stroomopwaarts van de toevoer van de toeslag.

Bij 14 wordt bij de uitlaat van mengmolen 8 vanuit 5 een bunker 15 cement toegevoerd op het begin van een trans-., portband 16.Bij 12 en bij 14 kunnen cellenraderen gebruikt worden.Band 16 voert de bolletjes met cement naar een tweede mengmolen 17, die eenzelfde konstruktie heeft als mengmolen 8, maar korter dan deze laatste kan zijn, bijvoorbeeld 3 me-10 ter lang en met 2½ schroefgang beslaande pennen.Daarin wordt op korte afstand van de invoer vanaf band 16 bij 18 water en · eiwithoudend schuimmiddel toegevoegd, bij voorkeur verdeeld over een aantal punten over de lengte van mengmolen 17, bijvoorbeeld over 1 meter lengte.Het water en het eiwithoudende 15 schuimmiddel kunnen afzonderlijk of tezamen door middel van een doseerinrichting(niet aangegeven)>, zoals bijvoorbeeld een doseerpomp, worden toegevoegd.

Het eindprodukt verlaat mengmolen 17 bij 19 waar het in mallen of een bekisting wordt gegoten of verpompt.

20 Daarna wordt in de mal of bekisting gedroogd, gewoonlijk ongeveer 12 tot 24 uur, afhankelijk van de heersende temperatuur .

Bij voorkeur worden geëxpandeerde polystyreenbolletjes met de bovenvermelde afmetingen en dichtheid gebruikt, 25 waarbij per 20 kg polystyreenschuimbolletjes ongeveer ongeveer 6 kg bitumen, of 5 kg bitumen met 10 kg waterglas, 50 kg zand, 50 kg cement, 45 kg water en 3 kg eiwitconcen-traat worden toegevoegd op de bovenbeschreven wijze.

In plaats van bij 12 kan de toeslagstof op trans-30 portband 16 worden toegevoegd, waarbij dan bij 12 een deel van de cement in mengmolen 8 wordt gebracht.

8400426

Claims

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eiwithoudende schuimmiddel gelijktijdig met het water wordt toegevoegd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het schuimmiddel wordt toegevoegd in een hoeveelheid van 0,4 tot 5 gew.% brtokken op het totale gewicht aan vaste bestanddelen.van het eindmengsel. i
4. Werkwijze volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat voor de schuimbolletjes polystyreen schuimbolletjes worden gebruikt met een diameter van 3 tot 5 mm en een soortelijk gewicht van 10 tot 12 kg/m^,
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat per 20 kg schuimbolletjes omstreeks 6 kg bitumen of 5 kg bitumen en 10 kg waterglas, verder 50 kg zand, 50 kg cement, 45 kg water en 3 kg eiwitconcentraat toegevoegd worden. ' 8 4 0 ö 4 2 ê