NL8400137A - Gesloten rolmoer. - Google Patents

Description

* " .......... P & C ' . .

' W 5248-3 Ned.dB/LdB

Korte aanduiding: Gesloten rolmoer.

De uitvinding betreft een gesloten rolmoer voor het omzetten van een draaibeweging in een translatiebeweging, voor het bereiken 5 van grotere voortschuifkrachten en stabilisering van de relatieve stand tussen de as en rollichamen, met onder een hoek ten opzichte van elkaar staande ringvormige rollichamen, waarbij een aantal van dergelijke, in een gemeenschappelijk huis gelegerde, rolringen met hun binnenvlak in kracht overbrengende ingrijping staan met het buitenvlak van een as.

10 Er zijn rolmoeren bekend (vergelijk Duits octrooischrift 2709006), die meestal bestaan uit drie of vier rolringen, welke met hun binnenloopvlak afrollen over gladde ronde assen. Zij staan schuin ten opzichte van de ashartlijn en daarmee in wrijvingsverbinding. De aanrakingsvlakken tussen de as en de rolringen en hun schuine stand zijn 15 zodanig gekozen dat de rolbanen van de rolringen over de as gelijksoortige schroeflijnen beschrijven. De rolringen zijn ondergebracht in een tweedelig huis dat is voorzien van passende uitsparingen voor het opnemen van de rolringen en de elastische organen, welke dienen voor het doen ontstaan van de drukken (wrijving). Deze rolmoeren hebben een grote nauwkeurig-20 heid, maar zijn voor veel toepassingsgevallen te duur en te speciaal.

Zo is het bijvoorbeeld met deze constructie niet mogelijk de schroefaan-drijving van linkse op rechtse spoed of op een andere waarde van deze spoed te wijzigen. Een nadeel is ook de tweedeligheid van het huis die steeds een wederkerige aanpassing van de maten en een verbinding door 25 bouten vraagt.

Uitgaande van deze stand van de techniek beoogt de uitvinding deze bekende wijze van aandrijving met rolmoeren zodanig te vereenvoudigen dat de .noodzakelijke constructie-elementen, al naar de gewenste uitvoering van de aandrijving, op eenvoudige wijze monteerbaar zijn zonder 30 dat daarvoor gecompliceerde huisdelen met schroef- en drukelementen nodig zijn.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat een buisvormig huis, waarin volgens het bouwdoosprincipe afwisselend rolringen en af-standsstukken zijn geplaatst,voor het vormen van de gewenste uitvoerings-35 wijze van een rolmoer,en door een as worden gecentreerd.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de gesloten rolmoer volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een langsdoorsnede door een rolmoer met drie rol-" 40 ringen, waarbij de drie rolringen met rechtse spoed zijn geplaatst.

8400137 r » t __ * ^ - 2 -

Fig. 2 is een bovenaanzicht van fig. 1.

Fi'gl 3 is een dwarsdoorsnede volgens fig. 1.

Fig. 4 is een bovenaanzicht op een dergelijke rolmoer met drie ringen voor linkse spoed.

5 Fig. 5 toont in tegenstelling tot fig. 1, 2 en 4 een rolmoer met vier rolringen, eveneens opgesteld voor rechtse spoed.

Fig. 6 is een vlakke drukveerconstructie, in hoofdzaak voor rolmoeren met vier rolringen.

Fig. 7 toont de drukveer in combinatie met de rolring.

10 De constructie van rolmoeren wordt in eerste instantie door twee prakijk-eisen bepaald. Zuiver uiterlijk is het enerzijds de bouwvorm die moet worden aangepast aan de eigenschappen van de machine of het apparaat (plaats van de rolringen), terwijl het anderzijds de voor het te verwezenlijke bewegingsverloop noodzakelijke spoed is, die onafhankelijk 15 van de uitwendige bouwvorm zeer verschillend kan zijn.

Door de scheiding van de constructieve ophouw naar plaats en helling (spoed) van de rolringen is de variatiemogelijkheid bijzonder groot.

Het is niet nodig de beide buitenste rolringen 1 over de 20 gehele omtrek in het huis 2 vast te zetten. De oplegging in de twee punten 3 en 4 is voldoende om de stand van de rolring dwars op de as 5,in het huis te borgen. Deze beide punten liggen in dit voorbeeld op twee rechte vlakken 6 en 7, die koorden vormen van de overigens cirkelvormige dwarsdoorsnede van het huisprofiel en zijn zodanig gekozen dat 25 de punten 3 en 4 zo ver uit elkaar liggen, dat een stabiele stand van de rolringen 1 wordt bereikt. Aan de zijde van deze punten raakt de as 5 ook het binnenloopvlak van de rolringen 1 in de afrolpunten 8, 9 waardoor de as zijn stabiele stand ten opzichte van het huis bereikt.

Bij de middelste rolring (fig. 1) , die in het punt 11 met de as 30 in aanraking is, dat over 180° is verschoven ten opzichte van de punten 8 en 9, heeft het huis 2 een zodanige uitdraaiing 12 dat de ring door de drukschroef 13 tegen de as kan worden gedrukt zonder het huis op een ander punt aan te raken. De helling van de rolringen dwars op de as 5 met de spoedhoek +/- ft (fig. 2 en 4) wordt vastgelegd door af-35 standsringen 14 welke hetzij volgens fig.2.voor rechtse^of volgens fig. 4 voor linkse spoed kunnen worden geplaatst. Uit de tekening blijkt ook dat het zelfde aantal afstandsringen 14 niet alleen voor de beide spoedtypen maar ook voor rolmoeren met vier rlringen 1 en 10 (fig. 2 en 5) bruikbaar zijn, waarbij de wighoek overeenkomt met de spoedhoek /? .

40 Deze afstandsringen, die de rolringen 1 en 10 begrenzen, zijn wigvormig 8 4 C 0 1 3 7 - 3 -

. , I

uitgevoerd. Voor het wijzigen van de spoed behoeven dus slechts de wigvormige afstandsringen 14 te worden verwisseld. Er kunnen daarmee op eenvoudige wijze ook kleine spoedwaarden, bijvoorbeeld van fracties van een graad, worden verwezenlijkt, hetgeen bij normale, door de vorm 5 gesloten schroefdraden slechts moeilijk bereikbaar is. Deze afstand moet echter zodanig zijn dat de ring zijn eenmaal in het huis ingestelde stand behoudt. In het onderhavige geval zijn als voorbeeld in het huis groeven 15 aangebracht, waarin bijbehorende nokken 16 van de afstandsringen 14 grijpen. Deze wigvormige afstandsringen kunnen ook zodanig 10 worden uitgevoerd dat zij de assen wel afdichtend omgeven, maar deze niet of slechts weinig afremmen. Deze werking kan worden ondersteund door de keuze van geschikte materialen voor de afstandsringen en door de vormgeving daarvan, in het bijzonder wanneer nog smeermiddelen als voorraad voor de smering in verdiepingen in de afstandsringen moeten worden aan-15 gebracht.

In de hierboven gegeven beschrijving is het onderdeel 13 als schroef genoemd voor het doen ontstaan van de druk die nodig is voor de wrijving tussen de rolringen 1, 10 en de as 5. Tussen deze schroef en de buitenring van de middelste rolring 10 zijn elastische organen 17 aan-20 gebracht, welke dienen als drukbuffer en het mogelijk maken de kracht op verschillende grootte in te stellen, bijvoorbeeld schotelveren, rubber veren of dergelijke elementen. Zij kunnen, zoals volgens fig. 1, slechts op de rolring 10 drukken (rolmoer met drie rolringen) of volgens fig. 5 op de beide middelste rolringen 10 (ringmoer met vier rolringen). Een 25 andere oplossing toont fig. 6. Door de beide schroeven 18, 19 kan de vlakke veer 20 zodanig worden ingesteld dat deze ongeveer in de punten 21, 22 de beide middelste rolringen 10 aanraakt. Doordat de beide punten 21, 22 buiten de lijn 23 - 24 liggen, wordt de druk desondanks gelijkmatig op de beide rolringen 10 overgebracht, zelfs wanneer bij construc-30 tie-onnauwkeurigheden of slijtage de drukpunten 21 en 22 verschillende hoogte zouden hebben. Deze trapeziumvormige veer 20 kan zodanig worden uitgevoerd dat hij de rolringen op een zo groot mogelijk vlak aanraakt, teneinde de druk gelijkmatig over te brengen, eventueel onder tussen-plaatsing van drukverdelende organen. Wanneer nodig kunnen natuurlijk 35 ook meer dan een trapeziumveer 20 worden gebruikt.

Teneinde de rolringen en de afstandsringen bij elkaar te houden zijn in de huiseinden groeven 25 ingestoken voor het opnemen van verende ringen 26. Voor bijzondere doeleinden zijn ook langere rolmoeren nodig. Voor dit doel wordt slechts een langer stuk van het huisprofiel 40 2 gebruikt en worden tussen de wigvormige afstandsringen 14 buisvormige 8*03137 * .......——- ' ' ' ^ - 4 -

P

afstandsstukken geplaatst.

Zijn rolmoeren met grotere, bijvoorbeeld dubbelè grensverschui-vingskracht nodig, dan kunnen in een overeenkomstig langer huis 2 nog vier rolringen 1, 10 met de bijbehorende zes afstandsringen 14 worden 3 ondergebracht, waarbij er op moet worden gelet, dat de drukverdeling statisch juist is en alle rolringen 1, 10 zo mogelijk even sterk worden belast.

De huisvorm kan ook anders worden uitgevoerd, bijvoorbeeld aan de buitenzijde rond met of zonder uitsteeksels. De hier weergegeven vorm 10 heeft het voordeel dat aan de kopeinden in de hoeken van de vierhoek van fig. 3 bijvoorbeeld bevestigingsgaten 27 kunnen worden ondergebracht en niet alleen op de vierkant-vlakken.

t 15 ---------- 8 4 0 0 13 7

Claims (8)

1. Gesloten rolmoer voor het omzetten van een draaibeweging in een translatiebeweging, voor het bereiken van grotere voortschuif-krachten en voor stabilisering van de relatieve stand tussen de as en de rollichamen, met onder een hoek ten opzichte van elkaar staande 5 ringvormige rollichamen, waarbij een aantal van dergelijke in een gemeenschappelijk huis gelegerde rolringen met hun binnenvlak in krachtoverbrengende ingrijping met het buitenvlak van een as staan, gekenmerkt door een buisvormig huis (2), waarin volgens het bouwdoosprincipe afwisselend rolringen (1, 10) en afstandsstukken (14) voor de 10 vorming vein de gewenste uitvoeringswijze van een rolmoer zijn geplaatst en door een as (5) worden gecentreerd.

2. Gesloten rolmoer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buisvormige huis (2) is voorzien van oplegvlakken (6, 7) , waarop de niet onder druk staande rolringen (1) steunen (fig. 1).

3. Gesloten rolmoer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afstandsstukken (14) telkens twee platte vlakken hebben, die de > j spoedhoek \ \ tussen zich insluiten.

4. Gesloten rolmoer volgens een der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat telkens tussen twee rolringen (1) elk afstandsstuk (14) 20 uit twee gelijke delen is gevormd.

5. Gesloten rolmoer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de rolmoer aan de einden van het buisvormige huis (2) telkens slechts door een deel van een afstandsstuk (14) is gesteund.

6. Gesloten rolmoer volgens een der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat voor het doen ontstaan van de noodzakelijke voort-schuifkracht voor de rolmoer een drukschroef(13)is aangebracht, welke werkt op een drukverdelend elastisch tussenorgaan (17).

7. Gesloten rolmoer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat als alternatief ten opzichte van de drukschroef (13) 30 volgens fig. 1 een trapeziumvormige platte veer (20) volgens fig. 6 en 7 is aangebracht.

8. Gesloten rolmoer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de volgens het bouwdoosprincipe samengestelde rolmoer aan de einden van het buisvormige huis (2) telkens door in groeven (25) 35 geplaatste verende ringen (26) spelingsvrij is geborgd en wordt vastgehouden. . βίOS 13 7 . _____ - «