NL8400052A

NL8400052A - Voeder-afgifte-inrichting.

Info

Publication number: NL8400052A
Application number: NL8400052A
Authority: NL
Original assignee: Harry Martinus Serup Jensen
Priority date: 1983-01-12
Filing date: 1984-01-06
Publication date: 1984-08-01
Also published as: DK9783D0; GB8400211D0; GB2132867A; DE3347358A1; DK9783A

Description

4**s*'' * . -i- VO 5341

Voeder-afgifte-inrlchting.

De uitvinding heeft betrekking op een voeder-afgifte-inrichting als omsehreven in de inleiding van conclusie 1, bijvoorbeeld, om te worden geplaatst in een varkensstal om te voorkomen, dat de varkens te 5 veel of te weinig gevoederd worden.

Bij bekende constructies is het niet ongebruikelijk dat het voeder in de silo stokt en een gebrek aan voedsel leidt tot onrust tussen de dieren- Het is ook mogelijk met de bekende inrichtingen te veel te voeren, hetgeen resulteert in een slechte voeding waardoor diarree 10 bij de dieren wordt veroorzaakt.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 3.504.654 is een andere voeder-inrichting bekend. Bij deze bekende constructie is het niet mogelijk een exacte hoeveelheid voeder per dosering af te leveren, aangezien de ronde plaat (13), welke de bodem in de pijp (12) vormt door een hand-15 greep (25) wordt bediend. Wanneer de handgreep enige mate wordt uitgetrokken, zou het voeder door de pijp heenlopen, hetgeen resulteert in een overdosering. Voor het stokken van de voedseltoevoer moet de plaat (13) weer terug in de gesloten stand worden getrokken en wel door het voeder heen, dat zich in de pijp (12) bevindt, waardoor het voer tussen 20 de pijp {12) en de plaat (13) kan worden vastgeklemd.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een voeder-af gif te-inrichting van het hierboven bedoelde type, welke op nauwkeurige wijze kan worden gesloten voor het afstellen van grote of kleine hoeveelheden voeder per dosering.

25 De voeder-afglfte-inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zicht doordat de dieren een kantelbak in werking kunnen stellen welke zich bevindt onder hét voedervat. Bij het in werking stellen van de kantelbak wordt een bepaalde hoeveelheid voeder boven de rand van de bodem van de bak getransporteerd en valt in een soort trog, welke overigens 30 niet is weergegeven. De kantelbak is onder het voedervat geplaatst, zodanig, dat het mogelijk is dat deze terugvalt in de beginstand, wanneer deze eenmaal in werking is gesteld. Aan de achterzijde van het voedervat bevindt zich een aanslag waartegen de kantelbak aanstoot, wanneer deze in werking is gestald, waardoor een soort mechanische 35 trilbeweging aanvangt welke voorkomt, dat voeder binnen het vat zal stokken.

• · · · --- — — rfS* 8400052 ' ri -2-

De uitvinding- wordt onder' verwijzing naar de tekening besproken. Daarin toont:

Fig. 1 een uitvoeringsvorm van een voeder-inrichting volgens de uitvinding in vooraanzicht.

5 Fig. 2 de voeder-afgifte-inrichting in zij-aanzicht.

Fig. 3 de voeder-afgifte-inrichting in dwarsdoorsnede.

De voeder-afgifte-inrichting 4 kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit roestvrij of gegalvaniseerd materiaal. De afgifte-inrichting heeft een voedervat 4 waarvan de achterplaat, en de zijplaten verti-10 caal staan. De voorplaat is hellend weergegeven. Onder het voedervat bevindt zich een draaibare kantelbak. 5 welke in het. weergegeven geval concaaf is uitgevoerd. Aan de achterkant van de kantelbak 5 is een stuk massief ijzer .(2) bevestigd. Wanneer de kantelbak 5 in werking wordt gesteld slaat het stuk ijzer 2 tegen de aanslag 3 welke zich be-15 vindt aan de achterplaat van ---het voedervat. Dit resulteert in een soort mechanische trilbeweging waardoor wordt verhinderd dat voeder in de voederbak gaat stokken.· Een instelschroef 6 bevindt zich aan een zijde van de voederbak voor het instellen van de juiste hoeveelheid voer.

20 De kantelbak 5 treedt in werking wanneer de dieren tegen de plaat 1 stoten waarbij de kantelbak wordt teruggedrukt en wanneer deze weer terugvalt in de beginstand zal een bepaalde hoeveelheid voeder worden afgeleverd en over de rand van de plaat 1 en de bodem van de kantelbak 5 heen bewegen en komt dan in een niet weergegeven soort trog.

25 De hoeveelheid voeder welke wordt afgeleverd door het in werking stellen van de kantelbak 5 hangt ook af van de afstand tussen de voorplaat 7 en de bodem van de kantelbak 5.Wanneer de afstand tussen de onderkant. van de voorplaat en de bodem van de kantelbak wordt verminderd of wordt vergroot, zal de afgifte-inrichting respectievelijk minder of 30 meer voeder af leveren bij het in werking stellen van de kantelbak 5.

8400052

Claims

1. Voeder-afgifte-inrichting welke bijvoorbeeld in een varkensstal kan worden geplaatst en van het type dat voorzien is van een draaibare kantelbak, welke geplaatst is onder een voedervat, met het kenmerk# dat de voederbak (5) welke een bepaalde hoeveelheid voeder af- 5 levert, in werking wordt gesteld wanneer de dieren een plaats (1) raken, welke zich bevindt aan de voorrand van de kantelbak (5).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het. kenmerk, dat een instel-schroef aanwezig is welke wordt gebruikt voor het instellen van de gewenste hoeveelheid voeder en welke geplaatst is aan een zijde van het 10 voedervat (4).

3. Inrichting volgens conclusies i - 2, met het kenmerk, dat een massief stuk ijzer(21 bevestigd is aan de achterrand van de kantelbak (5) en dat, wanneer de kantelbak (5) in werking wordt gesteld, aanslaat tegen een aanslag (3) welke zich bevindt aan de achterzijde van het 15 voedervat (4) waardoor een soort mechanische trilling zal ontstaan. -------' — -..... 8400052