NL8304281A

NL8304281A - Eindverdeelkast met lsa-plus-aansluitmethode.

Info

Publication number: NL8304281A
Application number: NL8304281A
Authority: NL
Original assignee: Krone Gmbh
Priority date: 1983-02-23
Filing date: 1983-12-13
Publication date: 1984-09-17
Also published as: DK60984D0; NO834356L; DE3348151C2; IN159666B; DE3306263C2; JPS59175573A; PT77682B; DK164012C; PT77682A; KR920005491B1; BR8305772A; NO162099C; DK6491A; DK163551B; DK164012B; EP0125343A2; GR81724B; NO162099B; ATE46801T1; ES276769U

Description

» ^ » I

> I

Eindverdeelkast met LSA-PLUS-aansluitmethode I

De uitvinding heeft betrekking op <=?en eindverdeelkast met een polytrope luchtspleet (=LSA-PLUS-)aansluitmethode, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van soldeer, schroeven en het onnodig is om af te isoleren, voor het aansluiten van 5 in- en uitgaande telefoonkabels, die voor de naar het binnenste van een onderdeel van het huis in- en uitgaande kabels I

een LSA-PLUS-aansluitklem mej: een erop aanbrengbaar huis voor I

een overspanningsgeleider, een contact voor afschermen, een contact voor aardverbinding en een trekontlasting heeft.

10 Door aanmeldster werd een aansluitmethode, waarbij I

solderen, schroeven en afisoleren niet nodig zijn, voor het aansluiten van geïsoleerde geleiderdraden aan klemcontacten I

ontwikkeld, die ondertussen onder de aanduiding LSA-PLUS- I

aansluitmethode een groot toepassingsgebied heeft gekregen. j

15 Deze LSA-PLUS-methode, waarbij PLUS staat voor I

joolytrope luchtspleet, wordt ook als onderwerp van uitvinding I

voor het aansluiten van inkomende en uitgaande kabels 125—

(x2240)-TE toegepast. I

Uit DE-PS 28 16 724 is reeds een verbindings- en I

20 verdelingsdoos voor telefoonkabels met een LSA-aansluitklem I

bekend. I

Hierbij is een LSA-aansluitklem, die van contacten j voorzien is waarbij het onnodig is om te solderen, te schroe- j

ven en af te isoleren, in de verdeeldoos aangebracht. I

25 Voorts zijn in het onderste deel van het huis rib ben gevormd, waarin de spanveren voor de trekontlasting van de kabels grijpen.

Voor het vastleggen en de aarding van de kabelaf-scherming resp. de aardingsdraden van de kabel zijn klemin-30 richtingen aangebracht.

De bezwaren tegen de bekende wijze van aanbrengen bestaan daaruit, dat de LSA-aansluitklem geen huis voor een overspanningsgeleider, die van verwisselbare en gebruikelijk in de handel zijnde overspanningsveiligheden is voorzien, kan 35 opnemen, dat de trekontlasting volgens DE-PS 28 16 724 direkt op het huis werkt en slechts voor een bepaalde kabeldiameter 8304281 - . - 2 - geschikt is en dat het vastleggen en de aarding van de kabel-afscherming kostbaar zijn, omdat een schroefverbinding nood-! zakelijk is.

Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag, de 5 vermelde nadelen te vermijden, hetgeen betekent, dat bij een eindverdeelkast van de eerdergenoemde soort het opnemen van een huis van een overspanningsgeleider, een verbeterde trek-ontlasting ook voor verschillende kabeldiameters en een eenvoudiger vastleggen, van de kabelafscherming en -aarding 10 mogelijk is.

t

Deze opgave wordt overeenkomstig de uitvinding zodanig opgelost, doordat in het huis van de eindverdeelkast, die door een in de geopende en gesloten toestand door in vooruitsteeksels invoegbaar schuifdeksel afsluitbaar is, een 15 opzetbare LSA-PLUS-aansluitklem, die aan de uiteinden van een rail van aangebrachte LSA-PLUS-contacten is voorzien, waarbij tussen de in- en uitgaande telefoonkabels met de erbij behorende LSA-PLUS-contacten een naar boven open kamer voor het opnemen van een huis voor een overspanningsgeleider is aan-20 gebracht, een aan de voorzijde van de LSA-PLUS-aansluitklem aangebrachte kleminrichting voor het aansluiten van de aarde-draad, waarbij het onnodig is om te solderen, of te schroeven, een zelfdrageid contact voor afscherming, die als een U-vormi-ge metalen beugel met contacttanden en met een in de metalen 25 beugel inklembare beugelveer is uitgerust, en een zelfdragende trekontlasting, die uit een in het huis invoegbare klem-veer bestaat, zijn aangebracht.

Het is doelmatig, dat de LSA-PLUS-aansluitklem met behulp van steunen, die in openingen klikken, op een achter-30 wand van het huis opzetbaar is.

Het is doelmatig, dat bij het midden van de rail een contacttong is aangebracht, die in het huis voor de overspanningsgeleider door een opening voor het elektrisch doorverbinden met een contact voor een overspanningsgeleider is 35 gestoken. _ _____

Het is doelmatig, dat de kleminrichting uit een beugelvormige klemveer, een een open hol hebbend opnamedeel en een opening, waardoor de aardedraad wordt gelegd, bestaat.

Het is doelmatig, dat de metalen beugel een ver-40 lengstuk, dat tot in de beugelvormige veer steekt, heeft.

8304281 - 3 -

Het is doelmatig,, dat de klemveer een opening met klemtanden vertoont.

Het is doelmatig, dat de klemmende veer met een uiteinde in een vasthoudinrichting en met het andere uiteinde in een kamer van het huis wordt vastgehouden.

Het is doelmatig, dat de veertong afgebogen lippen heeft.

Het is doelmatig, dat de schuifdeksel in samenwer- I

king met een bovendeel van het huis een labyrintvormige af-'10 dichting vormt.

Het is doelmatig, dat boringen van mast- of wand-bevestigingen buiten een schakelruimte zijn aangebracht.

Het is doelmatig, clat een aan de kamer gevormde I

kamerwand een verkeerd aanzetten van een stuk (niet-weerge- I

15 geven) montage-gereedschap verhindert. I

Met de eindverdeelkast overeenkomstig de uitvinding I

worden de volgende voordelen bereikt: I

1. De diepte van het huis is ondanks het erop aan- I

gebrachte huis voor een overspanningsgeleider verbazingwek- I

20 kend klein. I

2. Door het vormen van een kamer is de inbouwposi- I

tie van het LSA-PLÜS-huis voor de overspanningsgeleider vast- I

gelegd; deze kan niet verkeerd aangebracht worden. I

3. Het contact voor het afschermen van de telefoon- I

25 kabels is zelfdragend. Er ontstaan bij het vervaardigen van I

de contacten geen krachten, die door delen van de huiswand I

moeten worden overgenomen.

4. De trekontlasting is zelfdragen en zo gevormd, I

dat ook verschillende kabeldiameters veilig vastgehouden 3 0 worden.

5. De aansluiting van de aardedraad heeft plaats j zonder solderen en schroeven.

6. De afdichting van de schakelruimte tegen spattend water kan door middel van een labyrintvormige afdichting 35 plaatshebben.

7. De schroeven voor de mast-, resp. wandbevesti-ging behoeven niet te worden afgedicht, daar deze buiten de schakelruimte kunnen liggen.

De uitvinding wordt aan de hand van het in de te-40kening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.

Daarbij toont: fig. 1 het vooraanzicht van de eindverdeelkast met er afgenomen schuifdeksel; 8304281 fig. 2 het zijaanzicht van de eindverdeelkast in - 4 - doorsnede; fig. 3 de LSA-PLUS-aansluitklem met erop aangebracht huis voor de overspanningsgeleider; 5 fig. 4 de kleinrichting voor de aardedraad in door snede en fig. 4a het bovenaanzicht van fig. 4.

Zoals in fig. 1 wordt getoond, worden de in- en uitgaande telefoonkabels 21,22 geleidt naar een LSA-PLUS-aan-10 sluitklem 6 en aan de LSA-PLUS-contacten 7a,7b zonder dat ft solderen en schroeven en afisoleren nodig is, aangesloten.

Zoals ook te zien is in figuur 3, werd hiertoe ook een rail 7 in de LSA-PLUS-aansluitklem 6 gezet.

Deze rail 7 heeft aan de uiteinden de LSA-PLUS-con-15 tacten 7a,7b en in het midden de contacttong 7c. Deze contact-tong 7c wordt door de opening 9b in een huis voor een overspanningsgeleider 9 gestoken, waarbij een elektrische verbinding met dit contact van de overspanningsgeleider 9a tot stand is gekomen. Het contact van de overspanningsgeleider 9a 20 dient voor het opnemen van de zekeringen van de overspannings-geleider (niet-weergegeven).

De LSA-PLUS-contacten 7a,7b zijn zo ver uit elkaar getrokken, dat het huis van de overspanningsgeleider 9 in een kamer 8 ertussen gezet kan worden, hetgeen een geringe bouw-25 hoogte bewerkstelligd.

Door het vormen van deze naar boven open kamer 8 is de positie van het huis van de overspanningsgeleider 9 vastgelegd; er kan niet verkeerd gestoken worden.

Bovendien verhindert de kamerwand 8a een verkeerd 30 aansluiten van een stuk (niet-weergegeven) montage-gereed-schap voor de LSA-PLUS-aansluitingen.

Zoals in het bijzonder in fig. 3 is te zien, is de LSA-PLUS-aansluitklem 6 met behulp van steunen 14, die in de openingen 14a klikken, opzetbaar op de achterwand 5 van het 35 huis 1.

Aan de voorzijde 6a van de LSA-PLUS-aansluitklem 6 is, zoals in fig. 1 is te zien, een kleminrichting 15 voor het aansluiten van een aardedraad 16 aangebracht.

In fig. 4 en 4a wordt deze kleminrichting 15 op 40 grotere schaal getoond.

83 0 4 2 8 1 - 5 -

De aardedraad 16 wordt door de opening 17 er van boven ingelegd en met behulp van een (niet-weergegeven) klink tussen een beugelvormige klemveer 15a en een opnamedeel 15b, dat een uitholling 15c heeft, gedrukt. Voor het eruitnemen 5 van de aardedraad 16 wordt door het draaien van de klink, die door de opening 17 wordt binnengeleid, de veer 15a ontgrendeld, en de aardedraad 16 kan er in axiale richting eruit getrokken worden.

In fig. 2 wordt de eindverdeelkast in zijaanzicht 10 getoond. Het huis 1 van de eindverdeelkast is door middel van i j een in geopende en gesloten toestand' door in naar voren ]

springende uitsteeksels 2,3 invoegbare schuifdeksel 4 afsluit- I

baar. Het schuifdeksel 4 kan na het overwinnen van de vast- j houdtong ook er afgenomen worden. j

15 In gesloten toestand vormt het schuifdeksel 4 in I

samenwerking met het bovenste deel van het huis 1a een labyrintvormige afdichting 18. Hierdoor wordt de schakelruimte 20 I

tegen spattend water afgedicht. Zoals in fig. 2 verder is te I

zien, is in het onderste deel van het huis 1 een zelfdragend I

20 contact voor afscherming aangebracht. |

Hierbij wordt een deel van een (niet-weergegeven) I

mantellaag, hetgeen betekent van een van aluminiumlaag voor- I

ziene kunststofmantel van een kabel, door de opening 10b ge- I

stoken.

25 Een metalen beugel 10, die contacttanden 11 heeft, I

bezit een aanzetdeel 10a. Op dit aanzetdeel is een beugel- j

vormige veer 12 gestoken, die dus in positie wordt gehouden. I

De beugelvormige veer 12 klemt de (niet-weergegeveri !

lagenmantel tegen de tanden 11 van het contact en verschaft I

30 dus het elektrische contact. j

Bij een trekken aan de kabel 21a, 21b dringen de I

tanden van het contact 11 in de mantel, maken er contact mee en verhinderen het eruit glippen.

Door de ü-vormige uitvoeringsvorm van het afscher-35 mingscontact ontstaan er bij het ertegenaan liggen van de kabel met de mantellagen geen krachten, die door de wanddelen van het huis 1 moeten worden overgenomen.

Voorts is een zelfdragende trekontlasting te zien, die uit een klemveer 13 bestaat, die met het ene uiteinde 40 in een vasthoudinrichting 13e en met het andere uiteinde in 8304281 - 6 - een kamer 17a van het huis 1 wordt vast gehouden.

De klemveer 13 bezit eveneens een opening 13c met klemtanden 13b'.

Aan het andere uiteinde van de klemveer 13 is een 5 veertong 13a afgebogen.

Door de veertong 13a wordt een dunne resp. dikke kabel 21a,21b tegen de klemtanden 13b van de opening 13c gedrukt .

Bij een trekbelasting van de kabel wordt de onder 10 een hoek met de langsas van.de dunne resp. dikke kabel 21a, » 21b staande verende tong 13a in de dunne resp. dikke kabel 21a,21b getrokken en verhoogt dus de druk op de klemtanden 13b.

Bij dunne kabels 21a werkt het middelste deel van 15 de veertong 13a.

Bij dikkere kabels 21b zijn de nog een keer aangebogen lippen 13d van de veertong in aangrijping, opdat de noodzakelijke hoek ten opzichte van de kabelas ook bij sterke invering van de tong behouden blijft.

20 Voor het ontgrendelen bezit de veertong 13a een boring (niet-weergegeven). Door het indrukken van het ont-grendelingsdeel van het LSA-PLUS-werktuig kunnen de tongen naar achteren gedruk en de dunne resp. dikke kabel 21a,21b eruit getrokken worden.

25 Voorts wordt in de fig. 1 en 2 getoond, dat de boringen van de mast- of wandbevestiging 19 buiten de schakelruimte 20 zijn aangebracht en de (niet-weergegeven) schroeven derhalve niet afgedicht worden.

Door het aanbrengen van een afdichtingsstop 23 30 worden de ingaande kabels 21a,21b afgedicht en wordt gelijktijdig het verwijderen van de klemveren 13 verhinderd.

8304281

Claims

1. Eindverdeelkast met polytrope luchtspleet- (=LSA- PLUS-)aansluitmethode, waarbij solderen, schroeven en afiso-leren niet nodig is, voor het aansluiten van ingaande en uitgaande telefoonkabels, die voor de in het binnenste van een 5 onderdeel van het huis in- en uitgaande kabels een LSA-PLUS-aansluitklem met een opzetbaar huis voor een overspanningsge-leider, een contact voor afscherming, een contact voor aardt verbinding en een trekontlasting heeft, methetken-m e r k, dat het huis (1) van de eindverdeelkast, die met 10 behulp van een in geopende en gesloten toestand door in uitsteeksels (2,3) invoegbaar schuifdeksel (4) afsluitbaar is, een opvangbare LSA-PLUS-aansluitklem (6), die aan de uiteinden van een rail (7) van aangebrachte LSA-PLUS-contacten (7a, i 7b) is voorzien, waarbij tussen de aan de in- en uitgaande 15 telefoonkabels (21,22) toebehorende LSA-PLUS-contacten (7a,7b) een naar boven open kamer (8) voor het opnemen van een huis I voor een overspanningsgeleider (9)is voorzien, een aan de I voorzijde (6a) van de LSA-PLUS-aansluitklem (6) aangebrachte j kleminrichting (15) voor het soldeer- en schroefvrij aanslui- j 20 ten van een aardedraad (16), een zelfdragerd contact voor af- J scherming, die als U-vormige metalen beugel (10) met contact- I tanden (11) en met een in de metalen beugel (10) inklembare | beugelveer (12) is uitgerust, en een zelfdragende trekont-lasting, die uit een in het huis (1) invoegbare, met een veer-25 tong (13a) uitgevoerde klemveer (13) bestaat, aangebracht zijn 125-(x2240)-TE.

2. Eindverdeelkast volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de LSA-PLUS-aansluitklem (6) met behulp van oplegnokken (14), die in openingen (14a) als een klink van 30 een deur gaan, op een achterwand (5) van het huis (1) plaatsbaar is.

3. Eindverdeelkast volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat bij het midden van de rail (7) een contact-tong (7c) is aangebracht, die in het huis van de overspannings- 35 geleider (9) door een opening (9b) voor het elektrisch verbinden met een contact van een overspanningsgeleider (9a) is gestoken. 8 3 0 4 2 8 1 - 8 - *

4. Eindverdeelkast volgens conclusie 1, m e t het : * kenmerk, dat de kleminrichting (15) uit een beugel vormige klemveer (15a), een een uitholling' (15c) omvattend opnamedeel (15b) en een opening (17), waardoor de aardedraad 5 (16) wordt gelegd, bestaat.

5. Eindverdeelkast volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de metalen beugel (10) een aanzetdeel (10c) die tot in de beugelveer (12) reikt, omvat.

6. Eindverdeelkast volgens conclusie 1, m e t het 10kenmerk, dat de klemveer (13) een opening (13c) met t klemtanden (13b) bezit.

7. Eindverdeelkast volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de klemveer (13) met het ene uiteinde in een invoeginrichting (13e) en met het andere uiteinde in een 15 kamer. (17a) van het huis (1) wordt vastgehouden.

8. Eindverdeelkast volgens conclusie 7, m e t het k*e n m e r k, dat de veertong (13a) opgebogen lippen (13d) bezit.

9. Eindverdeelkast volgens conclusie 1, m e t het 20 kenmerk, dat de schuifdeksel (4) in samenwerking met een bovendeel van het huis (1a) een labyrintvormige afdichting (18) vormt.

10. Eindverdeelkast volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat mast- of wandbevestigingsboringen (19) 25 buiten een schakelruimte (20) zijn aangebracht.

11. Eindverdeelkast volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat een aan de kamer (8) gevormde kamerwand (8a) een verkeerd aanzetten van een (niet-weergegeven) stuk montage-gereedschap verhindert. 8304281