NL8304159A - Fluidumafgifte-inrichting. - Google Patents

Fluidumafgifte-inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8304159A
NL8304159A NL8304159A NL8304159A NL8304159A NL 8304159 A NL8304159 A NL 8304159A NL 8304159 A NL8304159 A NL 8304159A NL 8304159 A NL8304159 A NL 8304159A NL 8304159 A NL8304159 A NL 8304159A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fluid
dispensing
cylinder
bore
dispenser
Prior art date
Application number
NL8304159A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rutter Christopher C
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rutter Christopher C filed Critical Rutter Christopher C
Publication of NL8304159A publication Critical patent/NL8304159A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67BAPPLYING CLOSURE MEMBERS TO BOTTLES JARS, OR SIMILAR CONTAINERS; OPENING CLOSED CONTAINERS
    • B67B7/00Hand- or power-operated devices for opening closed containers
    • B67B7/24Hole-piercing devices
    • B67B7/26Hole-piercing devices combined with spouts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D3/00Apparatus or devices for controlling flow of liquids under gravity from storage containers for dispensing purposes
    • B67D3/04Liquid-dispensing taps or cocks adapted to seal and open tapping holes of casks, e.g. for beer
    • B67D3/047Liquid-dispensing taps or cocks adapted to seal and open tapping holes of casks, e.g. for beer with a closing element having a rotational movement

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Devices For Dispensing Beverages (AREA)
  • Packages (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
  • Devices For Opening Bottles Or Cans (AREA)

Description

-1- 23585/CV/tl
Korte Aanduiding: Fluidumafgifte-inrichting.
De uitvinding heeft betrekking op groot volume bezittende fl^uidum-houders en in het bijzonder op afgifte-inrichtingen ,welke ook afgesloten 5 met kunststof vervaardigde fluidum bevattende zakken,die worden ondersteund in stijve, kisten of dozen,opensnijden.
Volumineuze houders van dit type zijn in het bijzonder waardevol voor het transporteren,opslaan en afgeven van fluida's ,welke ,indien blootgesteld aan een oxiderende atmosfeer,vervuild kunnen geraken of 10 op andere wijze in kwaliteit kunnen achteruitgaan.
In het algemeen wordt bij een dergelijke volumineuze houder gebruik gemaakt van een afgifte-inrichting voorzien van een althans een flens bezittend lichaam,dat is bevestigd aan het buitenoppervlak van een uit flexibel kunststof materiaal vervaardigde zak ,welke niet op nadelige 15 wijze het fluidum zal beïnvloeden of het lekken van uitwendige gassen zal toestaan. De zak is gevuld,afgedicht en geplaatst in een buitenhouder uit golfkarton of dergelijke.Indien gereed voor gebruik wordt een afgifte-kraan of buis voorzien van een snijrand ingestoken in het althans een flens omvattende lichaam om de uit kunststof vervaardigde zak open te 20 snijden en een afgifte-inrichting voor het fluidum te verkrijgen zoals beschreven in Amerikaans octrooi 4.355.737.Indien het fluidum uit de houder wordt afgegeven krimpt de flexibele kunststofzak dienovereenkomstig in volume zonder lucht toe te laten.Indien dan ook de houder wordt gebruikt voor het opslaan en afgeven van voor zuurstof gevoelige fluida's zoals 25 wijn kan een gedeeltelijk gevulde houder gedurende langere tijdsperioden worden opgeslagen zonder gevaar van oxidatie en zuur worden.
Alle uit kunststof vervaardigde fluidum opnemende zakken moeten voor het vullen open zijn en om de zak aan een vulmondstuk te koppelen is het gebruikelijke praktijk een verhoudingsgewijs stijve uit kunststof 30 bestaande pakkingbus aan de zak te lassen tijdens het fabricage proces.
De zak zelf wordt in het algemeen gevormd uit twee rechthoekige kunststof-banen die langs alle vier randen aan elkaar worden gelast. Voorafgaand aan het lassen wordt een cirkelvormig gat in een van de banen gesneden en wordt een flens van de pakkingbus gelast aan het binnenoppervlak van de zak 35 zodanig dat do cilindrische pakkingbus zich door het gat naar het buitenoppervlak uitstrekt. Na het vullen wordt de pakkingbus afgedicht.Indien een 8304159 __i τ -2- 23585/CV/tl ί ^ Λ de zak doorborende afgifte-inrichting wordt toegepast zoals die beschreven in het bovengenoemde Amerikaanse octrooi 4.355-737 wordt de vulpakkingbus in het algemeen afgedicht door de tegenoverliggende baan van de kunststof-zak door warmte te lassen aan de inwendige opening van de pakkingbus.
5 De huidige uitvinding heeft betrekking op het vullen van de zak door de pakkingbus en het daarop afdichten van de pakkingbus met een afsluiting, welke een doorboorbaar membraan heeft. Het membraan kan dan worden doorboord door een kraan of buis om het afgeven mogelijk te maken.
Kortweg werkt het hier beschreven fluidunr afgevend afsluitorgaan met 10 een kunststofpakkingbus overeenkomend met die in het algemeen toegepast bij de vervaardiging van vulmachines. Een afdichtcilinder wordt ingestoken in de boring van de pakkingbus nadat de zak is gevuld om een waarborg te geven tegen fluidumlekkage uit de zak of de mogelijke intrede van vervuilende gassen. Het inwendige van de afdichtcilinder is afgedicht met een in-15 tegraal hellend kunststofmembraan gevormd over de inwendige boring.Het membraan is verhoudingsgewijs dik om een waarborg te geven tegen fluïdum en gaslekkage,maar heeft een dunnere breekbare omtrek, die gemakkelijk kan worden doorsneden door draaiing van een fluidunr afgevende kraan,welke past in de boring van de afdichtcilinder en welke een met een scherpe snijpunt 20 uitstekend gedeelte heeft.De aanvankelijke draaiing van de afgiftekraan zal dus het hellend verlopende afdichtmembraan in de boring van de afdichtcilinder openen en zal radiale gaten in de afgifte-kraan en de afdichtcilinder met elkaar in lijn brengen om de afgifte van het fluidum mogelijk te maken.Een belangrijk kenmerk van de uitvinding is dat het diafragma niet 25 geheel wordt doorsneden en niet kan binnentreden in de afgifte-kraan om de radiale afgifte-gaten te verstoppen.
Een tweede uitvoeringsvoorbeeld maakt gebruik van een soortgelijke afdichtcilinder met een hellend verlopend afdichtmembraan in de boring , maar in plaats van een van een klep voorziene afgifte-kraan wordt gebruik 30 gemaakt van een geen klep bezittend buisvormig orgaan met een schuin verlopende snijrand bij zijn birreneinde en een buisaansluitstuk aan het buiteneinde voor het geleiden van fluidum uit de zak naar een op afstand gelegen afgifte-plaats. Een derde uitvoeringsvoorbeeld maakt het gebruik mogelijk van een gewijzigde van een klep voorziene afgifte-kraan,welke in werking 35 kan worden gesteld met behulp van een tweede verwijderbaar van een klep voorzien af gifte-orgaan, zodat een geheel of gedeeltelijk gevulde fluidum- 8304150 -3- 23585/CV/tl ......
zak kan worden losgekoppeld van de op afstand gelegen afgifte-plaats zonder het verlies van fluidum of een per ongeluk toelaten van uitwendige gassen aan het inwendige van de zak of het op afstand gelegen, afgifte-orgaan.
5 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont in perspectief een deel van een fluidumafgifte-inrich-ting aangebracht op een doos,welke de fluidum bevattende zak bevat.
10 Fig. 2 toont een doorsnede over de vul en afgiftepakkingbus.
Fig. 3 toont een doorsnede over de afdichtcilinder met daarin gelegen hellend verlopend afdichtmembraan.
Fig. 4 toont een doorsnede over de afgiftekraan.
Fig. 5 toont een doorsnede over een samengebouwde fluidumafgifte-15 inrichting welke is verdraaid naar een stand voor het afgeven van fluidum.
Fig. 6 toont in doorsnede een aanzicht van een verder uitvoerings-voorbeeld van een afdichtcilinder met hellend verlopend afdichtmembraan welke is aangebracht in de vul en afgiftepakkingbus van fig.2.
Fig. 7 tQont een doorsnede over een buisvormig orgaan met een voor 20 het doorsnijden van het membraan geschikt binneneinde en een voor het aansluiten van een buis geschikt buiteneinde.
Fig. 8 toont een doorsnede over de pakkingbus en de afdichtcilinder van fig.6 met een doorboringselement op zijn plaats in de boring van de afdichtcilinder.
25 Fig. 9 toont een doorsnede over een verder uitvoeringsvoorbeeld waarbij een van een klep voorziene afgifte-inrichting is weergegeven,welke kan worden verwijderd uit de afdichtcilinder van fig.4 zonder verlies van fluidum indien de fluidumzak nog geheel of gedeeltelijk gevuld is.
Fig. 10 toont een zijaanzicht op fig.8, gezien volgens de lijn 30 10-10 in fig.8.
Fig. 11 toont een doorsnede over fig.8,gezien volgens de lijn 11- 11 in fig.8.
Fig. 12 toont een doorsnede over fig.9,gezien volgens de lijn 12 - 12 in fig.9.
35 Fig. 13Λ- 13D zijn doorsneden gezien volgens de lijn 13- 13 in fig.
9 waarbij de werking van de verwijderbare afgifte -inrichtirg volgens fig.9 ........
83 0 4 1 ó 3 i * -4- 23585/CV/tl is weergegeven»
Fig. 1 toont in perspectief een fluidumafgifte-inrichting 20 welke in zijn werkzame stand is aangebracht in een doos 22,welke een flexibele uit kunststof vervaardigde zak 24,die een af te geven fluidum bevat,op-5 neemt. Tijdens opslag en transport is de afgifte-inrichting binnen de doos opgeslagen en,indien gereed voor gebruik,verwijderd door een opening ,welke normaal is gesloten door een flap 26 in de doos. De afgifte-inrichting wordt dan met de opening in de doos verbonden door het gekromde einde 28 van de flap 26 naar beneden te bewegen tussen ringvormige flenzen 30 en 10 32 op het buitenoppervlak van de afgifte-inrichting. Een vlakke horizontale tong 34,welke evenwijdig verloopt met de hartlijn van de afgifte-inrichting en is gevormd op het onderste gedeelte van een ringvormige flens 36 past op een corresponderend vlak oppervlak uitgesneden in de bodem van de doosopening om daardoor draaiing van de afgifte-inrichting 15 tijdens zijn gebruik te voorkomen. Zoals hieronder nog zal worden beschreven kan ,na vergrendeling van de afgifte-inrichting 20 in zijn stand op de opening in de doos, de handgreep 38 van de afgifte-inrichting over een halve draai worden verdraaid om een membraan,dat de inhoud van de fluidum-zak afsluit ten opzichte van de afgifte-kraan 40,gedeeltelijk open te 20 snijden,terwijl gelijktijdig de fluidumklep in de kraan wordt geopend om het fluidum af te geven. Een verdere halve draai van de handgreep 38 naar zijn oorspronkelijke stand zal de fluidumkl^ in de afgifte-inrichting 20 weer sluiten.Opgemerkt wordt,dat het membraan gedeeltelijk bevestigd zal blijven aan zijn oorspronkelijk ondersteuningsorgaan en dientengevolge 25 niet in de kraan kan binnentreden en in conflikt kan komen met de klep-werkingen.
Fig. 2 , 3 en 4 zijn doorsneden van de drie onderdelen,welke de fluidumafgifte-inrichting 20 volgens fig.1 vormen. Fig. 2 toont de details van een vul en afgifte-pakkingbus 42 ,welke een buisvormige uit kunststof 30 bestaande cilinder 44 omvat met een verhoudingsgewijs brede ringvormige binnenflens 30,welke bij voorkeur is gelast aan het binnenoppervlak van de het fluidum bevattende zak 24.De buisvormige cilinder 44 strekt zich uit door een cirkelvormig gat ,dat is gevormd in de zak 24 tijdens zijn samenbouw, en zoals hierboven vermeld,is deze cilinder van een gebruikelijk ont-35 werp zoals toegepast door de fabricanten van vulmachines.
ST Γ- 1 -1 7 ft v) *T i v 'i' ' Ü * ... « -5- 23585/CV/tl
Zoals weergegeven in fig.2 strekt een ringvormige flens 32 zich uit om het buitenoppervlak van de pakkingbus 42,waarbij deze flens 32 op afstand is gelegen van de flens 30 over een afstand,welke althans in hoofdzaak overeenkomt met de dikte van het materiaal van de doos 22. Op afstand 5 van de ringvormige flens 32 en bij het van de flens 30 afgekeerde einde van de buisvormige pakkingbus 42 bevindt zich een derde flens 46.
De buisvormige inwendige boring van pakkingbus 42 kan zijn voorzien van een drietal of meer ringvormige groeven 48,welke zijn aangepast om te passen op corresponderende ringvormige ringen 50 op het 10 inwendige oppervlak van de afdichtcilinder 52,welke is weergegeven in fig.3, ten einde een stevige afdichting te vormen tussen de twee organen om lekkage van het zich in de zak bevindende fluïdum of het intreden van uitwenige gassen in de zak te voorkomen.
Fig. 3 toont een doorsnede over de afdichtcilinder ijif^ufdien inge-15 stoken in de boring van de pakkingbus 42 volgens fig.2, de opening in de fluidum bevattende zak 24 afsluit. Het uitwendige oppervlak van de afdichtcilinder 52 bevat drie of meer ringvormige ringen 50,zoals hierboven vermeld ,en in aanvulling een schuin verlopende grendelring 54 welke,zoals afgebeeld in fig.5 ,een vergrendeling geeft over de rand 20 gevormd tussen flens 30 en de boring van de pakkingbus 42 om verwijdering van de afdichtcilinder 52 te voorkomen indien deze eenmaal in de pakkingbus 42 is ingestoken. Zoals afgebeeld in fig.3 eindigt het uitwendige einde van de afdichtcilinder 52 bij de flens 36 waarvan het inwendige einde is verbonden met het buitenoppervlak van een afgiftecilinder 56.Het zal 25 worden opgemerkt,dat de flens 36 slechts half cirkelvormig is,zoals weergegeven in fig.1,waarbij de onderste helft van de flens 36 zich rechtstreeks naar benedenüitstrekt om aan te sluiten op de horizontale tong 34,welke ,zoals weergegeven in fig.1 en 5,past op het vlakke oppervlak bij de onderzijde van de opening in de doos ten einde draaiing van 30 de afgifte-inrichting te voorkomen.
De afgifte-cilinder 56 strekt zich uit in de boring van de afdichtcilinder 52 tot een punt nagenoeg overeenkomend met het binneneinde van de afdichtcilinder. Het binneneinde van de afgifte-cilinder is afgesneden onder een hoek van ongeveer 45° en is bedekt met een afdichtend 35 membraan 58 van een ondoordringbaar kunststof materiaal,dat een dikte heeft * 3 3 i’ 4 15 9 « 4 % -6- 23585/CV/tl van ongeveer 0,75 mm (0,03"),maar welke in dikte is verminderd tot ongeveer 0,25 mm (0,01 ") bij zijn omtreksaansluiting of snijding met het einde van de afgifte-cilinder 56 voor het verkrijgen van een breekbare rand 60,welke gemakkelijk kan worden gebroken of doorgesneden door 5 een scherpe snijrand. Het schuin verlopende membraan 58 vomt daarbij een zeer effectieve afdichting om te voorkomen dat fluidum uit de zak 24 beweegt in de afgifte-cilinder 56.
Het buiteninde van de afgifte-cilinder 56 tegenover het schuin verlopende membraan 58 is uitgerust met een inwendige ringvormige groef 62.
10 Een afgifte-gat 65 is gesneden door de onderwand van de afgifte-cilinder 56. De ringvormige groef is ontworpen om te passen in een ringvormige ring 72 in de buitenwand van de afgifte-kraan weergegeven in fig. 4 en het afgifte-gat 65 in de afgifte-cilinder werkt tesamen met een soortgelijk afgifte-gat 70 door de wand van de afgifte-kraan van fig. 4 voor 15 het vormen van een regelklep met behulp waarvan de fluidumstroming te regelen is.
Fig. 4 toont in doorsnede de afgifte-kraan 64,welke een buisvormige cilinder 68 omvat die aan zijn buiteneinde is afgedicht en op dit buiteneinde een handgreep 38 voor de afgifte-inrichting ondersteunt.Een 20j afgifte-gat 7.0 is,in de weergegeven stand,in de bovenwand van de buisvormige cilinder 68 uitgesneden,zodanig,dat dit gat 70 kan samenwerken met het gat 65 in de cilinder 56 indien de afgiftekraan 66 een halve omwenteling wordt gedraaid. De afgifte-kraan wordt in de boring van de afgifte-cilinder 56 volgens fig.3 ingestoken en daarbij komt de ringvormige 25 ring 72 nabij het buiteneinde van de buisvormige cilinder 68 in ingrij-ping met de ringvormige groef in de afgifte-cilinder 56.Zoals weergegeven heeft . de bovenzijde van de buisvormige cilinder 68 een verlengstuk 73,welke een scherpe snijrand 74 aan zijn vrije uiteinde bezit.Indien de afgifte-kraan 66 wordt ingestoken in de boring van de afgifte-cilinder 30 weergegeven in fig.3 komt de snijrand van het verlengstuk 73 niet direct in contact met het schuin verlopende membraan bij het binneneinde van de afgifte-cilinder.Draaiing van de afgifte-kraan 66 in de cilinder 56 zal echter veroorzaken dat de rand 74 door de breekbare rand 60 van het diafragma snijdt om daarbij de doortocht in de fluidum bevattende zak te 35 openen. Indien de afgifte-kraan een volledige halve omwenteling is gedraaid , zodanig dat het gat 70 in de kraan in lijn is komen te liggen met het gat 65 zal fluidum uit de zak door de beide afgifte-gaten 65 en 70 bewegen.Het eenvoudig draaien van de handgreep 38, zodanig dat de genoemde
8 3 ü 4 1 5 S
< > -7- 23585/CV/tl v C ' ' afgifte-gaten niet langer in lijn -zullen zijn gelegen zal de stroming van het fluidum onderbreken.
Fig.5 toont een doorsnede van de samengebouwde afgifte-inrichting met de pakkingbus 42,afgifte-cilinder 56 aangebracht op de afdichtcilinder 5 52 en de afgifte-kraan 66 opgesteld binnen de boring van de afgifte-cilinder 56. Fig.5 toont het afvoergat 65 in lijn gelegen met het gat 70 in de afgifte-kraan 66 of een halve omwenteling van de kraan 66 weergegeven in fig.4. De draaiing van de afgifte-kraan 66 veroorzaakt dat de snijrand 74 op het verlengstuk 73 snijdt door de breekbare rand van het 10 schuin verlopende membraan 58 waardoor het membraan wordt weggedrongen van het einde van de afgifte-inrichting,zoals is weergegeven. De bevestiging van het hellend verlopende membraan 58 aan het uiterste binneneinde van de afgifte-cilinder 56 blijft in tact,zodat het materiaal van het membraan, dat verhoudingsgewijs dik is,niet uiteen zal vallen in stukken,die 15 kunnen binnentreden in de boring van de afgifte-kraan 66 en het afvoergat daarin blokkeren.
Fig. 6 toont een doorsnede over een pakkingbus 76,die is aangebracht in de opening van een doos 78 en die is voorzien van een flens ,die is gelast aan het inwendige omtreksoppervlak van de fluidum bevattende zak 80.
20 De pakkingbus 76 is gelijk aan de pakkingbus 42 weergegeven in fig.2 en ondersteunt in zijn boring een afdichtcilinder 82,welke is voorzien van een cilindrisch buitenoppervlak overeenkomend met de afdichtcilinder 52 van fig.3,met een ringvormige grendelring 84 en ringvormige ringen welke in ingrijping komen met ringvormige groeven in de boring van de pakkingbus 25 76. De afdichtcilinder 82 omvat ook een half ringvormige ring 86 waarvan het ondereinde de horizontale tong 88 ondersteumt,welke de horizontale sleuf in de doos 78 grijpt om draaiing van de afdichtcilinder tijdens bedrijf te voorkomen.
Evenals bij de afdichtcilinder volgens fig.3 ondersteunt de afdicht-30 cilinder 82 volgens fig.6 een afgifte-clinder 90 binnen zijn boring. Afgifte-cilinder 90 is coaxiaal met de afdichtcilinder 82 en wordt ondersteund door een ringvormig wandgedeelte 92 bij het binneneinde van de afdichtcilinder en verbonden met de ringvormige grendelring 84. Orthogonaal opgesteld binnen de boring van de cilinder 90 en nabij het binneneinde van 35 de cilinder is een stijf membraan 94 voorzien van een breekbare omtreks-rand overeenkomend met het membraan 58 van fig.3. Een ringvormige groef v v -j v i j $ ____d « * -8- 23585/CV/tl 96 is gevormd in de boring van de cilinder 90 nabij het einde tegenover het het diafragma 94 ondersteunende einde voor het vormen van een grendel en vochtafdichting met het afgifte-orgaan volgens fig.7.
Fig. 7 toont een doorsnede van een afgifte-orgaan voorzien van een 5 buisvormig deel 98 met een aansluitstuk 100 voor een flexibele slang of buis aan zijn buiteneinde en een schuin verlopende scherp gemaakte snij-rand 102 bij zijn birreneinde. Een bladvormige handgreep 104 is radiaal verbonden met het buisvormige orgaan 98 en een ringvormige veerkrachtige ring 106 op het buisvormige orgaan 98 ligt aan tegen de binnenzijde van 10 de handgreep 104. Een ringvormige ring 108 in de omtrek van het buisvormige orgaan 98 is opgesteld om in ingrijping te komen met de ringvormige groef 96 in de cilinder 90 van fig.6 indien het buisvormige orgaan 98 wordt ingestoken in de boring van de afgifte-cilinder. Incien de ring 108 de groef 96 grijpt zal een rechthoekige sleuf 110 in de handgreep 15 104 in ingrijping komen met de ringvormige ring 112 op het buitenoppervlak van de afdichtcilinder 82 om een per ongeluk verwijderen van het buisvormige orgaan 98 uit de boring van de afgifte-cilinder 90 te voorkomen.
De werking van het in fig.6 en 7 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld komt overeen met die van fig.5. Het buisvormige orgaan 98 wordt inge-20 stoken in de boring van de afgifte-cilinder 90 tot het punt waar de ring 108 op het buisvormige orgaan in ingrijping komt met de ringvormige groef 96 in de cilinder en waar de sleuf 110 in de handgreep 104 in ingrijping komt met de ringvormige ring 112. De veerkrachtige ring 106 om het buisvormige orgaan 98 ligt aan tegen het buiteneinde van de cilinder 90 om te 25 werken als een fluidum afdichting in aanvulling op die verkregen door de ring 108 en de groef 96. Draaiing van de handgreep 104 en buisvormig orgaan 98 zal veroorzaken dat de schuin verlopende snijrand 102 de breekbare omtrek van het schuin verlopende diafragma 94 volgens fig.6 zal scheuren om daardoor het fluidum toe te staan om uit de zak 80 te stromen 30 door de boring van het buisvormige orgaan 98 en buisvormig verbindingsstuk 100 tot een gewenste op afstand gelegen plaats. Indien het fluidum in de zak 80 is uitgeput kan het buisvormige orgaan worden teruggetrokken uit de boring van de afgifte-cilinder 90 om te kunnen worden ingestoken in de afgifte-cilinder van een nieuwe fluidum bevattende zak.
35 Fig. 8 tot 13 tonen de details en de werking van een verder uitvoe- ringsvoorbeeld van een fluidumafgifte-inrichtirg voorzien van een schuin 8304159 <r ' -9- 23585/CV/tl verlopend diafragma met breekbare omtrek in de boring van een afgifte-cilinder binnen een afdichtcilinder die is aangebracht in een gebruikelijke pakkingbus,zoals die beschreven aan de hand fig.2.Het voordeel van dit uitvoeringsvoorbeeld is dat het een dubbel klepsysteem omvat, 5 welke de verwijdering van de afgifte-eenheid van de afgifte-cilinder toestaat zonder verlies van fluidum uit een volle of gedeeltelijk gevulde zak nadat het schuin verlopende diafragma is doorgesneden en ook zonder verlies van product binnen de afgifte-eenheid.Zoals hieronder zal worden beschreven kan de handgreep van de afgifte-inrichting worden gedraaid om 10 de afgifte-inrichting op de afdichtcilinder te vergrendelen. De eerste halve omwenteling van de handgreep snijdt het schuin verlopende diafragma in de boring van de afgifte-cilinder open en opent de eerste klep in de cilinder. Een verdere kwart draai opent de tweede klep in de afgifte-eenheid om het toe te staan dat het fluidum uit de zak naar de afgifte-15 uitlaat stroomt. Omkering van de draaiing van de handgreep sluit de eerste klep binnen de afdichtcilinder en de tweede klep in de afgifte-inrichting, zodat de afgifte-inrichting kan worden verwijderd van de afdichtcilinder zonder verlies van fluidum uit hetzij de fluidumzak of de afgifte-inrich- « ting.
20 Fig. 8 is een doorsnede over een gebruikelijke vul en afgifte pakking bus 114 waarin een afdichtcilinder 116 is aangebracht ,welke overeenkomt met die weergegeven in fig.6. De afgifte-cilinder 118 in de boring van de afdichtcilinder 116 ondersteunt het hellend opgestelde membraan 120,dat een afdichting vormt voor de inhoud van de niet nader weergeven fluidum 25 bevattende zak. Nabij het diafragma 120 is een buisvormig orgaan 122 dat een normaal verticaal diametrale sleuf 124 heeft op de althans nagenoeg vlakke, buitenzijde en welke is afgedicht van de boring van het orgaan 122. Het einde van het orgaan 122 tegenover de sleuf 124 verloopt onder een schuine hoek overeenkomend met die van het schuin verlopende diafragma 30 120 en is daarbij voorzien van een snijrand 126,die zodanig is opgesteld, dat draaiing van het buisvormige orgaan 122 zal snijden om de omtrek van het hellend verlopende diafragma 120 om de afsluiting van de fluidumzak te openen. Het buisvormige orgaan 122 is tegen langsbeweging vergrendeld en is ook afgedicht door de langsring en groef 128 nabij de buitenrand van de 35 afgifte-cilinder 118 en buisvormig orgaan 188.Hevenals met de ringvormige ring 122 van fig.6 omvat de afdichtcilinder 116 van fig.8 een ringvormige 1 ring 130 op het uitwendige oppervlak van de afdichtcilinder 115 en de 3 τ 0 L 1 " 0 V N. V 1 i tj « * -10- 23585/CV/tl half ringvormige ring 132 waarvan de onderrand eindigt in de horizontale tong 134,welke wordt ingestoken in de doos om draaiing te voorkomen.
Het zal worden opgemerkt,dat de boring van de afdichtcilinder 166,aanzienlijk groter is dan de uitwendige diameter van de afgifte-kom 136, 5 welke is aangepast voor het opnemen van het buisvormige lichaam van de afgifte-eenheid weergegeven in fig.9.
De in fig.9 weergegeven afgifte-eenheid omvat een buisvormig lichaam 138,dat een uitwendige diameter heeft overeenkomend met de inwendige diameter van de afdichtcilinder 116.Een buisvormige huls 140 is draai-10 baar in de boring van het buisvormige lichaam 138 en aan zijn binneneinde afgesloten,terwijl de huls een normaal verticaal bladorgaan 142 ondersteunt ,dat is aangepast om in ingrijping te komen met de diametrale sleuf 124 in het buisvormige orgaan 120 weergegeven in fig.8. Het gesloten binneneinde van de huls 140 eindigt in een flens 144 welke,zoals 15 later zal worden beschreven,verticale oren zijn,die samenwerken met oren in het cirkelvormige lichaam 138 om de huls 140 te verdraaien op de wijze zoals hieronder meer gedetailleerd zal worden beschreven aan de hand van de fig.13A- 13D. Onafhankelijk draaibaar binnen het buiteneinde van het buisvormige lichaam 138 is een komvormig-aanpasstuk 146,dat wordt tegen-20 gehouden in het buisvormige2door passende ringvormige groeven en ringen 148 en welke tegen lekkage is afgedicht door een O-ring 150. Een Of meer buisvormige slangaansluitstukken 152 zijn verbonden met het ondereinde van het aanpasstuk 146 en ondersteunen een horizontale tong 154,welke is opgesteld om in contact te komen met het onderoppervlak van 25 de tong 134 in de in fig.8 weergegeven afdichtcilinder. Het buisvormige lichaam 138 weergegeven in fig.9 is dus ontworpen om te worden ingestoken in de cirkévormige kom 136 in de afdichtcilinder 116 weergegeven in fig.8. Indien zo opgesteld zal het bladvormige orgaan 142 in ingrijping zijn in de diametrale sleuf 124 en zal een lip 156 in het onderste binnenoppervlak 30 van de handgreep of bedieningsorgaan 158 in ingrijping zijn met de ringvormige ring 130 op de afdichtcilinder 116.Opgemerkt wordt,dat het eind-sanzicht weergegeven in fig.10, welke is genomen volgens de lijnen 10-10 in fig.8,een kleine inkeping of opening 116 door de ringvormige ring 130 welke ongeveer 45° onder het horizontale vlak is gelegen»toont. Verder blijkt 35 uit fig.9,dat het bedieningsorgaan 158 is weergegeven in een verticale stand ,uitsluitend voor het tonen van de wijze van bevestiging aan het 8304159 * J» -11- 23585/CV/tl uitwendige van het buisvormige lichaam 138 en zijn verhouding tot de ringvormige ring 130 van fig.8. De juiste opstelling van het bedienings-orgaan 158 is echter weergegeven in de fig.13A- 13D.
«
Fig.11 toont een doorsnede gezien volgens de lijn 11-11 in fig.8 en 5 geeft de details van een eerste van de dubbele kleppen weer. Zoals afgeheeld in fig.8 bevat het buisvormige orgaan 122 een radiale opening 162, welke ook is weergegeven in fig.11. De afgifte-cilinder 118 bevat ook een radiale opening 164,welke diametraal tegenover en coaxiaal met de opening 162 is opgesteld. Indien de openingen 162 en 164 dus niet 10 in lijn zijn gelegen zoals afgebeeld in fig.11 wordt voorkomen,dat fluidum,dat de boring van het buisvormige orgaan 122 uit de fluidum bevattende zak kan binnentreden,de cirkelvormige kom 136 binnentreedt,tot het tijdstip dat er in lijn ligging is tussen de openingen 162 en 164. Geschikte draaiing van het buisvormige orgaan 122 in de afgifte-cilinder 15 118 stelt de eerste klep in werking ,welke de verwijdering van het af- gifte-orgaan volgens fig.9 toestaat terwijl fluidum binnen de fluidum bevattende zak blijft.
De tweede klep is opgenomen in de in fig.9 weergegeven afgifte-inrichting en omvat een opening 166 door de wand van de huls 140,welke 20 kan worden uitgelijnd door draaiing van de huls om samen te vallen met een sleuf 168 in de lengterichting gevormd in de binnenwand van het buisvormige lichaam 138 zoals met stippellijnen in fig.9 weergegeven.
Fig.12 toont een doorsnede over fig.9 gezien volgens de lijn 12-12 en geeft in lijn ligging van de opening 166 met de sleuf 168 weer. indien 25 op de juiste wijze in lijn gebracht beweegthet fluidum uit de het fluidum bevattende zak door de boring van het buisvormige orgaan 122,door de openingen 162 en 164 van fig.11 en vervolgens door de opening 166 van fig.12 en in de sleuf 168 ,welke in open verbinding is met een kamer 170 in het in fig.9 afgebeelde aanpasstuk 146.Fluidum kan dan stromen door het slang-30 aansluitstuk 152 voor op afstand afgeven van het fluidum. Indien gewenst kunnen twee of meer slangaansluitstukken,zoals het slangaansluitstuk 152, zijn verbonden met de kamer 170 voor het op meerdere punten afgeven van fluidum of om te werken als een verdeelstuk ten einde een aantal fluidum bevattende zakken en daarbij behorende afgifte-inrichtingen te koppelen 35 met een gemeenschappelijke afvoerbuis.De meervoudige fluidumhouder verdeelstukopstelling is in het bijzonder bruikbaar indien ieder van de 3304152 ~ .
« * -12- 23585/CV/tl afgifte-inrichtingen,zoals de in fig.9 weergegeven afgifte-inrichting, een klep bevat,welke verwijdering van het samenstel van de daarbij behorende fluïdum bevattende zak mogelijk maakt zonder verlies va,n fluïdum,terwijl het toch mogelijk blijft dat fluïdum uit andere bronnen 5 door de kamer 170 naar een afvoerbuis stroomt.
Fig.13A -13D tonen de vier belangrijkste standen van het buisvormige lichaam 138 ten opzichte van de huls 140 gedurende de stappen van het snijden van het schuin verlopende diafragma 120 weergegeven in fig.8 en de draaiing van de verschillende buisvormige organen voor het verkrijgen 10 van de dubbele klepwerking. Fig.13A,gezien volgens de lijnen 13- 13 in fig.9 toont de afgifte-inrichting op zijn plaats in de cirkelvormige kom 136 weergegeven in fig.8. De lip 56 op de handgreep of het bedienings-orgaan 158 strekt zich uit door de opening 160 (fig.10),zodat de lip in ingrijping is met de ringvormige ring 130 om de omtrek van de afdicht-15 cilinder 116 (fig.8).Het bedieningsorgaan 158 is onder een hoek van ongeveer 45° onder een horizontaal' vlak en het verticaal in lijn gebrachte bladorgaan 152 bij het binneneinde van de huls 140 (fig.9) is in ingrijping met de verticale sleuf 124 in het buisvormige orgaan 122.De sleuf 124 is in de .fig.13A-13D weergegeven als een stippellijn om de juiste 20 mate van draaiing van het buisvormige orgaan 122 (fig.8) voor het verkrijgen van een juiste klepwerking weer te geven. Aanvankelijk is de klep verkregen door de radiale openingen 162 en 164 (fig.11) gesloten en is de fluidumgleuf 168 in de binnenwand van het buisvormige lichaam 138 niet in lijn met de opening 166 door de huls 140. Beide kleppen zijn 25 dus gesloten terwijl de afgifte-inrichting volgens fig.9 is ingestoken in de cirkelvormige kom 136 van de afdichtcilinder 116 (fig.8).Zoals in fig.13A is weergegeven is de flens 144 bij het buitenste gesloten einde van de huls 140 (fig.9) in feite gevormd door een paar diametraal tegenover elkaar gelegen oren 172 en 174,die zijn aangepast om samen te werken 30 met oren 176 en 178 ,die zijn gevormd in het buisvormige lichaam 138.
Het gehele buisvormige lichaam 138 is draaibaar met behulp van het bedieningsorgaan 158 en de oren 174 en 176 werken samen om de huls 140 in het lichaam te verdraaien.
In fig.13B is het bedieningsorgaan 158 gedraaid naar een stand ongeveer 35 45° boven do horizontaal,zodat do oren 176 cn 178 resp. in contact zijn met de hulsoren 174 en 172.Er is geen draaiing van de huls 140 geweest 8304159 -13- 23585/CV/tl maar de sleuf 168 in het buisvormige lichaam 138 is in lijn gebracht met de radiale opening 166 in de hulswand om daardoor een van de twee kleppen in het systeem te openen naar de stand afgebeeld in fig.12.
Fig. 13 c toont een verdere kwartGraaiing van het buisvormige lichaam 5 138.De oren 176 en 178 hebben nu een kwart draaiing van de huls 140 bewerkstelligd en ,zoals weergegeven met de stippellijn ,is de diametrale sleuf 124 in het einde van het buisvormige orgaan 122 een kwart omwenteling gedraaid,zodat de snijrand 126 een deel van de omtrek van het membraan 120 zal doorsnijden. De door de openinfn162 en 164 gevormde klep is 10 nu geopend.
Fig.T3D toont de eindstaand. Het buisvormige lichaam 138 is een derde kwart omwenteling gedraaid en zijn oren 176 en 178 hebben de huls 140 over een tweede kwart omwenteling gedraaid. Zoals weergegeven met de stippellijn is nu de sleuf 124 in het buisvormige orgaan 122 gedraaid en 15 heeft de snijrand 124 een volledige helft van het diafragma 120 losgesneden.
De door de sleuf 168 en de opening 166 gevormde klep blijft open en de openingen 162 en 164 zijn in lijn gebracht om fluidum toe te laten door de boring van het buisvormige orgaan 124,door de opening 164 en de opening 166 in het afgifte-orgaan en in de sleuf 168 naar de stand als weer-20 gegeven in fig.12.Het fluidum is nu vrij om uit de fluidumzak te stromen en uit de sleuf 168 in de kamer 170 en door de geschikte slangaansluiting 152.
Om de dubbele kleppen van de afgifte-inrichtirg te sluiten is het slechts noodzakelijk de draaiing van het bedieningsorgaan 158 om te keren.De eer-25 ste kwart omwenteling brengt de sleuf 168 uit lijn met de opening 166 in de huls 140 waardoor de klep binnen de afgifte-inrichting zelf is gesloten.
De tweede kwart omwenteling naar de stand weergegeven in fig.13B bewerkstelligt dat het oor 172 op het buisvormige lichaam 138 in contact komt met het oor 174 op de huls 140 en een verdere kwart omwenteling naar de stand weer-30 gegeven in fig.13A draait de diametrale sleuf 124 naar de stand weergegeven in fig.13C om daarbij de binnenklep voorzien van de openingen 162 en 164 te sluiten. Het afgifte-samenstel weergegeven in fig.9 kan nu worden teruggetrokken uit de afdichtcilinder 116 {fig.8) zonder verlies van fluidum uit hetzij de afgifte-inrichting of uit de het fluidum bevattende zak. Het 35 zal worden opgemerkt ,dat het schuin verlopende membraan 120 (fig.8) is doorgesneden en fluidum in de boring van het buisvormige orgaan 122 kan 830^159 -14- 23585/CV/tl stromen ,maar dat het wordt voorkomen,dat het fluidum stroomt door de klep gevormd door de in fig.11 weergegeven openingen 162 en 164.
Verder wordt opgemerkt ,dat alle hier beschreven en afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden gebruikmaken van een gebruikelijke standaardpak-5 kingbus. De aan de fluidum bevattende zak gelaste pakkingbus bevat bij zijn boring een afdichtcilinder met een schuin verlopend membraan,dat om een gedeelte van zijn omtrek wordt doorgesneden door de draaiing van een snijorgaan binnen de boring van de afdichtcilinder. In het eerste uitvoe-ringsvoorbeeld kan een gebruikelijke afgifte-kraan met een schuin verlo-10 pend snijorgaan aan zijn binneneinde in de cilinder binnen de afdichtcilinder worden ingestoken zodat draaiing van de handgreep van de kraan het hellend verlopende membraan zal doorsnijden en een geschikte klep zal geven voor het afgeven van fluidum.
In het tweede uitvoeringsvoorbeeld is een buis ,welke aan een einde 15 is voorzien van een slangaansluiting en aan het binneneinde van een schuin verlopende snijrand,ingestoken in de afgifte-cilinder van de afdichtcilinder, zodat draaiing van het buisvormige orgaan de omtrek.van het schuin verlopende membraan zal doorsnijden ten einde stroming van fluidum door de buis en in een op afstand gelegen afgifte-leiding toe te 20 staan.
Het derde uitvoeringsvoorbeeld maakt gebruik van een soortgelijke afdichtcilinder met een afgifte-cilinder welke de schuin verlopende membraan afdichting bevat en ook een buisvormig orgaan ondersteunt voorzien van een binnenste snijrand en een buitenste einde voorzien van een huls, 25 welke te draaien is met behulp van een geschikte handgreep ten einde de omtrek van het schuin verlopende membraan door te snijden. In dit uitvoeringsvoorbeeld voorziet het draaien van het buisvormige snijorgaan in een eerste kleporgaan binnen de afdichtcilinder en ook in een tweede klep-orgaan in de afgifte-eenheid ,zodat de afgifte-eenheid zonder verlies van 30 enig fluidum kan worden verwijderd.
8 3 0 4 1 5 S
35

Claims (14)

1. Fluïdum afgifte-inrichting voor een flexibele fluidum bevattende zak voor de massa-opslag en afgifte van een fluïdum,waarbij de fluidum afgifte-inrichting is voorzien van : een cilindrische pakkingbus met een aan het oppervlak van de 5 het fluidum bevattende zak bevestigde flens,waarbij de boring van de pakkingbus in open verbinding is met het inwendige van de zak; een in de boring van de pakkingbus ingestoken afdichtcilinder welke in zijn boring is voorzien van een membraan,dat is opgesteld onder een schuine hoek en de boring van de afdichtcilinder afdicht; 10 een draaibaar afgifte-orgaan dat in de boring van de afdichtcilinder en coaxiaal daarmede is opgesteld,waarbij het afdichtorgaan is voorzien van een binnenste onder een hoek verlopend einde in overeenstemming met de schuine hoek van het membraan en een snijrand vormend nabij het mem- . braan ; en 15 middelen voor het draaien van het afgifte-orgaan binnen de afdicht cilinder waardoor een gedeelte van de omtrek van het membraan wordt doorgesneden door de snijrand ten einde het fluidum door het afgifte-orgaan af te kunnen geven.
2. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de boring 20 van de cilindrische pakkingbus en het uitwendige oppervlak van de afdichtcilinder zijn voorzien van op elkaar passende ringvormige groeven en ringen voor het verkrijgen van een lekkage voorkomende afdichting tussen de pakkingsbus en de cilinder.
3. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de 25 afdichtcilinder is voorzien van een integrale afgifte-cilinder coaxiaal met en binnen de boring van de afdichtcilinder,terwijl het schuin aangebrachte membraan een gedeelte is van de afgifte-cilinder en het draaibare afgifte-orgaan in de boring van de afgifte-cilinder is aangebracht.
4. Afgifte-inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het 30 kenmerk,dat de cilindrische pakkingbus is voorzien van een tweede ringvormige flens evenwijdig en op een afstand van de eindflens althans nagenoeg overeenkomend met de dikte van het materiaal van een houder ,welke de flexibele fluidum bevattende zak ondersteunt waarbij de pakkingbus kan worden ingestoken in een sleuf door de wand van de houder.
5. Afgifte-inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de afdichtcilinder een ringvormige omtreksring omvat welke een 9 3 " 4 1 5 3 -16- 23585/CV/tl vlakke horizontale tong ondersteunt,die ligt onder het uitwendige oppervlak van de cilindrische pakkingsbus en die in te steken is in een passende gleuf in de wand van de houder ten einde axiale draaiing van de pakkingbus en de afdichtcilinder te voorkomen.
6. Afgifte-inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat het draaibare afgifte-orgaan een buisvormige afgjfte-kraan is voorzien van een radiale opening, welke in lijn te brengen is met een corresponderende radiale opening in de wand van de afgifte-cilinder voor het afgeven van fluïdum door de in lijn met elkaar gelegen gaten bij draaiing van de kraan. 10
7. Afgifte-inrichting volgens conclusie 6,met het kenmerk,dat de boring van de afgifte-kraan is gesloten bij het einde gelegen tegenover de schuin onder een hoek verlopende snijrand,waarbij het gesloten einde een handgreep steunt voor het draaien van de afgifte-tap binnen de boring van de afgifte-cilinder.
8. Afgifte-inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het draaibare afgifte-orgaan een buisvormig orgaan is voorzien van een flexibel buisaankoppelstuk aan het einde tegenover zijn schuin onder een hoek verlopende snijrand,terwijl het buisvormige orgaan is voorzien van een handgreep tussen het buisaansluitstuk en de snij-20 rand voor het draaien van het orgaan en de snijrand.
9. Fluidum afgifte-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat het draaibare afgifte-orgaan binnen de boring van de afgifte-cilinder is gelegen en het einde van het afgifte-orgaan liggend tegenover zijn schuin verlopende snijrand is gesloten en in het buiten-25 einde daarvan is voorzien van een diametraal verlopende sleuf,terwijl de boring van het afgifte-orgaan is voorzien van een radiaal gat door de wand welk gat in lijn te brengen is met een tweede radiaal gat door de wand van de afgifte-cilinder voor het vormen van een eerste fluidumklep tussen de boring van het afgifte-orgaan en een holte gevormd tussen de 30 buitenwand van de afgifte-cilinder en de coaxiale binnenwand van de afdichtcilinder.
10. Afgifte-inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de afgifte.-inrichting verder is voorzien van een fluidumaf-gifte-eenheid met oen buisvormig lichaam en een buisvormige huls in de 35 boring van tet buisvormige lichaam draaibaar is en coaxiaal ten opzichte daarvan is opgesteld,terwijl een fliidumkamer met althans een fluidumuit- 8304159 -Τ7- 23585/CV/tl χ ν laatpoort in open verbinding is met een leiding gevormd in de binnenwand van het buisvormige lichaam,waarbij het eerste einde van het buisvormige lichaam en de buisvormige huls in te steken zijn in de holte tussen de afgifte-cilinder en de afdichtcilinder en de draaibare buis-5 vormige huls gesloten is aan zijn binneneinde en een bladvormige orgaan ondersteunt bestemd voor ingrijping in de diametraal verlopende sleuf in het gesloten einde van het draaibare afgifte-orgaan ,terwijl de draaibare buisvormige huls verder is voorzien van een radiaal gat,dat in lijn te brengen is met de buisvormige lichaamsleiding en in lijn te brengen 10 is met het radiale gat in de afgifte-cilinder voor het vormen van een tweede fluidumklep bij draaiing van de draaibare buisvormige huls,en de fluidumafgifte-eenheid is voorzien van een met', het buisvormige lichaam gekoppeld bedieningsorgaan voor het draaien van het buisvormige lichaam.
11. Afgifte-inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het 15 kenmerk,dat de fluidumkamer buisvormigLÜn coaxiaal met het buisvormige lichaam en de buisvormige huls en is gelegen nabij het tweede einde van het lichaam en de huls ,terwijl de uitgangspoort van de kamer een vlakke horizontale draaiing tegengaande tong ondersteunt,welke tong bij gebruik ligt onder de vlakke tong op de afdichtcilinder ,die zich onder het uit-20 wendige oppervlak van de pakkingbus uitstrekt.
12. Afgifte-inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het einde van het buisvormige lichaam nabij de fluidumkamer althans een radiale flens ondersteun t,welke bij draaiing van het lichaam door het bedieningsorgaan saraenwerkt met althans een radiale flens op het 25 einde van de buisvormige huls om de huls, het bladvormige orgaan op de huls en het'-dr aaibare afgifte-orgaan te draaien ten einde te snijden om de omtrek van het fluidumafdichtmembraan en om de eerste en de tweede fluidumkleppen te openen en te sluiten.
13. Fluidum bevattende flexibele zak voor de opslag en de afgifte van 30 fluidum; een althans nagenoeg stijf huis voor het ondersteunen van de zak; en een fluidumafgifte-klep die in werking te stellen is door draaiing van een kleporgaan om een draaiingsas althans nagenoeg loodrecht op een wand van het huis,waarbij de klep door een opening in de wand is gekoppeld met en in verbinding staat met het fluidum,gekenmerkt door een 35 tong,welke althans nagenoeg evenwijdig aan de draaiingsas van de klep verloopt en inwendig wordt ondersteund door een niet draaibaar huisdeel § 3 O 4 15 9 -18- 23585/CV/tl van de afgifte-klep door een passende opening in de huiswand van het huis voor de zak ten einde draaiing van het niet draaibare klephuisdeel te voorkomen. een '
14. Zak volgens conclusie 13,met het kenmerk,dat de tong / althans m 5 hoofdzaak vlak horizontaal orgaan is,dat wordt ondersteund onder het niet draaibare klephuisdeel en in te steken is in een corresponderende sleuf in een wand van het de zak omgevende huis. 10 8304159
NL8304159A 1982-12-06 1983-12-03 Fluidumafgifte-inrichting. NL8304159A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US44749382A 1982-12-06 1982-12-06
US44749382 1982-12-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8304159A true NL8304159A (nl) 1984-07-02

Family

ID=23776602

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8304159A NL8304159A (nl) 1982-12-06 1983-12-03 Fluidumafgifte-inrichting.

Country Status (9)

Country Link
JP (1) JPS59134191A (nl)
AU (1) AU1906083A (nl)
BE (1) BE898377A (nl)
CA (1) CA1206923A (nl)
GB (1) GB2134087B (nl)
IE (1) IE54865B1 (nl)
LU (1) LU85118A1 (nl)
NL (1) NL8304159A (nl)
ZA (1) ZA838016B (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1987003557A1 (en) * 1985-12-06 1987-06-18 Cromwell Semple Beggs Improvements in storage and dispensing means for liquids
NL9401399A (nl) * 1994-08-30 1996-04-01 Sara Lee De Nv Samenstel voor het verschaffen van een doorgang voor vloeistof tussen een eerste deel en een tweede deel.
DE19827015B4 (de) * 1998-06-17 2004-08-19 Helmut Sichert Zapfvorrichtung
US6382593B1 (en) * 2000-03-06 2002-05-07 Colder Products Company Fluid coupling
US6378730B1 (en) 2000-10-27 2002-04-30 Nestec S.A. Quick-locking device for effecting hygienic transfer of flowable material from a container by piercing
SE526703C2 (sv) * 2003-07-31 2005-10-25 Jan Gunnar Lapins Anordning för att snabbt och enkelt kunna genomföra erforderlig sanering
GB0524789D0 (en) 2005-12-05 2006-01-11 Myerscough Martin Container
NL2001533C2 (nl) * 2008-04-28 2009-10-30 Helvoet Rubber & Plastic Techn Tuitkoppelstuk met axiaal verplaatsbaar doorsteekelement.
JP5309308B2 (ja) * 2009-03-23 2013-10-09 日本クロージャー株式会社 注出具
CN103158933B (zh) * 2013-03-27 2015-04-29 上海鸿研物流技术有限公司 法兰与阀门的连接机构及采用其的内胆袋和容器
CN109398909B (zh) * 2017-08-18 2024-09-17 宁波乐惠国际工程装备股份有限公司 一种取酒口

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS576347U (nl) * 1980-06-11 1982-01-13
DE3124373A1 (de) * 1980-06-24 1982-07-15 A.C.I. Operations Pty. Ltd., Melbourne, Victoria Hahnanordnung fuer einen behaelter
US4325496A (en) * 1980-08-22 1982-04-20 Diemoulders Proprietary Limited Filling-dispensing closure for a bag-like container
US4355737A (en) * 1981-01-16 1982-10-26 Pongrass Robert G Fluid dispenser

Also Published As

Publication number Publication date
IE832852L (en) 1984-06-06
AU1906083A (en) 1984-06-14
GB8328350D0 (en) 1983-11-23
BE898377A (fr) 1984-06-05
LU85118A1 (fr) 1984-04-02
ZA838016B (en) 1984-12-24
GB2134087A (en) 1984-08-08
JPS59134191A (ja) 1984-08-01
CA1206923A (en) 1986-07-02
IE54865B1 (en) 1990-02-28
GB2134087B (en) 1986-07-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4475670A (en) Fluid dispenser
US4440316A (en) Combined piercer and valve for flexible bag
US4798605A (en) Device for connecting and draining a pouch
US4137930A (en) Single operation normally closed coupling valve
KR101015747B1 (ko) 필름 물질로 밀폐되는 복합 패키징이나 또는 용기 주둥이또는 병주둥이를 위한 자체개방형 마개
US4493438A (en) Fluid dispenser
NL8304159A (nl) Fluidumafgifte-inrichting.
EP1089915B1 (en) A valve assembly for liner bags of containers having a liner puncture/piercing means
JPH05317386A (ja) 液体容器
JPH04267746A (ja) 少なくとも2種類の製品を相互に隔離した状態に保ち、 これ等の製品を使用時に混合する、隔離混合装置
NO162456B (no) Sm. klappbar beholder med en tut og med en inne i beh. anbragt og til tuten te vedf remstilling av en sammenklappbar beh. med en tut og med en inne i beh. anbragt og til tuten knyttet innsats.
EP0026055B1 (en) Filling-dispensing neck and closure member combination for a bag-like container
EP0046754A1 (en) COMBINED PLUG VALVE UNIT FOR FLEXIBLE BAGS.
US6321948B1 (en) Tap and valve assembly
US12049347B2 (en) Piercing cap and piercer
WO2010100435A1 (en) Connector assembly for supplying fluid
US8695851B2 (en) External fitment with anti-flow blocking feature for aseptic package and method of use
US20030037835A1 (en) Multiple access container and methods for the transfer of fluent materials
US3240392A (en) Tapping pipes having piercing means for tapping beverage containers
CA2153696A1 (en) Bottle valve assembly with security seal
US4489859A (en) Closure for a packaging container
US4137955A (en) Tamperproof shipping valve
GB2156949A (en) Combined piercer and valve for flexible bag
US11459154B2 (en) System for preventing blockage of evacuation of flexible packaging
US5000349A (en) Aseptic package tap

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed