NL2001533C2 - Tuitkoppelstuk met axiaal verplaatsbaar doorsteekelement. - Google Patents

Tuitkoppelstuk met axiaal verplaatsbaar doorsteekelement. Download PDF

Info

Publication number
NL2001533C2
NL2001533C2 NL2001533A NL2001533A NL2001533C2 NL 2001533 C2 NL2001533 C2 NL 2001533C2 NL 2001533 A NL2001533 A NL 2001533A NL 2001533 A NL2001533 A NL 2001533A NL 2001533 C2 NL2001533 C2 NL 2001533C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spout
piercing element
coupling
nozzle
coupling piece
Prior art date
Application number
NL2001533A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter-Jan Van Der Molen
Original Assignee
Helvoet Rubber & Plastic Techn
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Helvoet Rubber & Plastic Techn filed Critical Helvoet Rubber & Plastic Techn
Priority to NL2001533A priority Critical patent/NL2001533C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2001533C2 publication Critical patent/NL2001533C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67BAPPLYING CLOSURE MEMBERS TO BOTTLES JARS, OR SIMILAR CONTAINERS; OPENING CLOSED CONTAINERS
    • B67B7/00Hand- or power-operated devices for opening closed containers
    • B67B7/24Hole-piercing devices
    • B67B7/26Hole-piercing devices combined with spouts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D77/00Packages formed by enclosing articles or materials in preformed containers, e.g. boxes, cartons, sacks or bags
    • B65D77/04Articles or materials enclosed in two or more containers disposed one within another
    • B65D77/06Liquids or semi-liquids or other materials or articles enclosed in flexible containers disposed within rigid containers
    • B65D77/062Flexible containers disposed within polygonal containers formed by folding a carton blank
    • B65D77/065Spouts, pouring necks or discharging tubes fixed to or integral with the flexible container
    • B65D77/067Spouts, pouring necks or discharging tubes fixed to or integral with the flexible container combined with a valve, a tap or a piercer

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)

Description

Korte aanduiding: Tuitkoppelstuk met axiaal verplaatsbaar doorsteekelement.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een tuitkoppelstuk voor het koppelen met een door folie afgesloten tuit aan een houder en het na koppeling verschaffen van een fluïdumverbinding met de houder. De houder kan een zak, een kartonnen pak, een plastic fles etc. zijn, waarbij de houder gevuld kan zijn met een fluïdum, bijvoorbeeld een vloeistof 5 of poeder. Het tuitkoppelstuk omvat een buisdeel met een doorlaat voor het na koppeling doorlaten van het fluïdum uit de houder. Het buisdeel is gekoppeld aan een doorsteekelement voor het doorsteken van de folie. Het doorsteekelement kan bijvoorbeeld voorzien zijn van een scherpe rand voor het doorsnijden van de folie. Het doorsteekelement kan ook gebruikt worden om de folie door te drukken. Daartoe kan de folie voorzien zijn van een 10 breeklijn, zodat de folie op een van te voren bepaalde wijze geopend wordt.
GB 2.321.054 toont een dergelijk tuitkoppelstuk dat is uitgevoerd als tapinrichting. De tapinrichting is opgebouwd uit een ontvangdeel dat integraal kan zijn of monteerbaar op de houder. Het ontvangdeel vormt de tuit aan de houder. Het ontvangdeel heeft een doorlaat waarbij schroefdraad is voorzien in de doorlaat voor het inschroeven van een tapdeel. Het 15 tapdeel is buisvormig en is voorzien van een flexibele flens. De buitenomtrek van de flexibele flens sluit na montage van het tapdeel in het ontvangdeel aan op een gladde binnenwand van een cilindervormige kamer in het ontvangdeel. Tijdens het inschroeven van de tapinrichting in het ontvangdeel zorgt de flexibele flens voor een afdichting tussen het tapdeel en het ontvangdeel. Wanneer het tapdeel vergenoeg in het ontvangdeel wordt 20 geschroefd zal de met een folie afgesloten tuit geopend worden. De schroefdraad van het ontvangdeel kan voorzien zijn van weerstandsmiddelen om te voorkomen dat de folie vroegtijdig doorstoken wordt.
Een probleem aan het bekende tuitkoppelstuk is dat het tuitkoppelstuk gevoelig is voor lekkage. Na montage van de tapinrichting dient voorkomen te worden dat er een 25 lekkage optreedt langs de flexibele flens. Echter na het aanbrengen van de tapinrichting is het nog steeds mogelijk om de tapinrichting te verdraaien. Hierdoor verschuift de flexibele flens in de cilindervormige kamer in axiale richting, waarbij als gevolg van vormafwijkingen of opstropen lekkage kan optreden.
Het probleem van lekkage is nog groter wanneer de tapinrichting zover wordt 30 teruggedraaid dat de flexibele flens zich buiten de cilindervormige kamer bevindt. In deze situatie is de afdichting van de tapinrichting geheel afwezig en kan ondanks het feit dat de tapinrichting nog steeds verbonden is met het ontvangdeel een aanzienlijke lekkage optreden.
-2-
Een verder probleem aan het terugdraaien van het tuitkoppelstuk als tapinrichting is dat het doorsteekelement zover teruggedraaid kan worden dat de folie die door het doorsteekelement weggedrukt was, weer terugveert en daarmee de doorlaat via de tuit belemmert. Het moge duidelijk zijn dat deze problemen een goed functioneren van het 5 tuitkoppelstuk belemmeren.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel ten minste een of meer van de bovengenoemde nadelen tenminste gedeeltelijk te ondervangen, dan wel om een bruikbaar alternatief te verschaffen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel, om een lekdicht tuitkoppelstuk te verschaffen dat bovendien eenvoudig is te monteren op een tuit en 10 kostengunstig te vervaardigen is.
Dit doel is bereikt met een tuitkoppelstuk, zoals gedefinieerd in conclusie 1.
Het tuitkoppelstuk volgens de uitvinding kan gekoppeld worden aan een door een folie afgesloten tuit aan een houder. Na koppeling kan het tuitkoppelstuk een fluïdum-verbinding verschaffen met de houder. Het tuitkoppelstuk omvat een buisdeel met een 15 doorlaat voor het na koppelen doorlaten van een fluïdum uit de houder en een met het buisdeel gekoppeld doorsteekelement voor het doorsteken van de folie.
Kenmerkend voor het tuitkoppelstuk volgens de uitvinding is dat het doorsteekelement na koppeling axiaal verplaatsbaar is ten opzichte van het buisdeel. Door het axiaal verplaatsen van het doorsteekelement kan het doorsteekelement tegen de folie aangedrukt 20 worden, waarbij de folie vervolgens bij verdere axiale verplaatsing van het doorsteekelement geopend kan worden. De folie kan met het doorsteekelement worden weggedrukt, doorgesneden, gescheurd of op andere wijze geopend worden.
Met voordeel is het openen van de folie in de tuit met behulp van het tuitkoppelstuk volgens de uitvinding beter te reguleren. Het doorsteken van de folie kan na het koppelen 25 van het tuitkoppelstuk plaatsvinden, waardoor het openen van de tuit in de functie gescheiden is van het aankoppelen van het tuitkoppelstuk aan de tuit. Het doorsteek element kan onafhankelijk van de koppeling van het tuitkoppelstuk aan de tuit in axiale richting verplaatst worden. De lekvrije afdichting van het tuitkoppelstuk is afhankelijk van een goede koppeling van het tuitkoppelstuk met de tuit. De koppeling waarborgt een goede 30 afdichting tussen het tuitkoppelstuk en de tuit. Het doorsteekelement kan axiaal verplaatst worden, terwijl de koppeling van het tuitkoppelstuk met de tuit in stand blijft. Aangezien het verplaatsen van het doorsteekelement onafhankelijk kan blijven van de koppeling van het tuitkoppelstuk hoeft het openen van de tuit aan de houder geen negatieve invloed te hebben op de lekkagevrije afdichting.
35 In een voorkeursuitvoeringsvorm is het buisdeel van het tuitkoppelstuk door middel van een klikverbinding koppelbaar met de tuit. Voor het verkrijgen van de klikverbinding omvat het buisdeel klikverbindingsmiddelen. Bij voorkeur zijn aan een kopse zijde van het -3- buisdeel aan de buitenomtrek klikvingers voorzien. De klikvingers van het buisdeel kunnen aangrijpen op de tuit. Bij voorkeur is de tuit voorzien van een klikverbindingskraag. Met voordeel verschaft de klikverbinding van het buisdeel met de tuit een betrouwbare robuuste koppeling. Met voordeel ligt de positie van het buisdeel ten opzichte van de tuit door de 5 klikverbinding eenduidig vast, zodat ook de afdichting eenduidig vast ligt. Hierdoor is de reproduceerbaarheid van de lekkage vrije koppeling sterk verbeterd en is de betrouwbaarheid van het tuitkoppelstuk groter. Alternatieve wijzen van koppeling, zoals lijmen en klemmen verschaffen in vergelijking met een klikverbinding een aanzienlijk minder betrouwbare afdichting.
10 Bij voorkeur zijn de klikvingers aangebracht op het buisdeel, zodat de tuit met een rondom gesloten kraag kan worden uitgevoerd. Een dergelijke uitvoering van de tuit is gewenst in het kader van standaardisatie en is bijvoorbeeld gunstig bij het uitschenken van fluïdum zonder tuitkoppelstuk. Bij voorkeur is de afdichting tussen het buisdeel en de tuit na koppeling verkregen door het aanliggen van een eerste afdichtwand aan het buisdeel tegen 15 een tuitafdichtwand. Bij voorkeur is de eerste afdichtwand gelegen binnen de buitenomtrek van het buisdeel. Bij voorkeur zijn de klikvingers aan het buisdeel gepositioneerd rondom de eerste afdichtwand. Met voordeel kan hierdoor de afdichtwand met een gelijkmatige aandrukkracht tegen de tuitafdichtwand op de tuit aangedrukt worden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het buisdeel een koppelring. Bij 20 voorkeur is de koppelring een klikring, waarbij de klikring een afzonderlijk onderdeel vormt van het tuitkoppelstuk. De klikring omvat klikvingers voor een koppeling aan de tuit. Met voordeel kan de klikring met een standaard geometrie uitgevoerd worden doordat de klikring een afzonderlijk onderdeel vormt van het tuitkoppelstuk en kan de rest van het tuitkoppelstuk een specifieke vormgeving hebben. Hierdoor is het tuitkoppelstuk modulair uit 25 te voeren in verschillende vormgevingen voor verschillende doeleinden. Het tuitkoppelstuk kan zo bijvoorbeeld eenvoudig zijn uitgevoerd als doseer- of tapinrichting.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de klikring voorzien van de eerste afdichtwand.
De eerste afdichtwand is gevormd in de klikring. Doordat de eerste afdichtwand integraal is met de klikring is met voordeel een betrouwbare afdichting verkregen. De eerste 30 afdichtwand is door de integratie in de klikring nauwkeurig gepositioneerd ten opzichte van de klikvinger en daarmee de positionering van de klikring ten opzichte van de tuit.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de klikring omvat de klikring een binnenring en een buitenring. Bij voorkeur is de binnenring voorzien van de eerste afdichtwand en heeft de binnenring verder een tweede afdichtwand voor een afdichtende koppeling van het buisdeel 35 aan de klikring.
In de bijzondere uitvoeringsvorm is de klikring voorzien van een cilindervormige kamer die gevormd wordt door de buitenring voor een klemverbinding met een buisdeel.
-4 -
Een uiteinde van het buisdeel kan in de cilindervormige kamer gestoken worden totdat deze aanligt tegen de tweede aandichtwand op de binnenring. Met voordeel is een betrouwbare afdichting verkregen met een eenvoudige constructie, waarbij de tuit via de binnenring afdichtend is aangesloten op het buisdeel.
5 In een bijzondere uitvoeringsvorm is het buisdeel voorzien van een schroefdraad voor een schroefdraadverbinding met een doorsteekelement. Met voordeel is het doorsteekelement axiaal verplaatsbaar ten opzichte van het buisdeel door het verdraaien van het buisdeel ten opzichte van de tuit. Door het verdraaien van het buisdeel en het tegenhouden van de rotatie van het doorsteekelement zal als gevolg van de schroefdraad-10 koppeling tussen het buisdeel en een doorsteekelement het doorsteekelement in axiale richting verplaatsen.
Bij voorkeur is de inwendige schroefdraad voorzien op de binnenring van de koppelring. In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is een inwendige schroefdraad voorzien op de binnenring met afdichtingswand van de klikring. Dit is 15 voordelig, omdat hiermee de functionaliteit van het koppelen en doorsteken geïntegreerd kan zijn in een onderdeel die volgens een bepaalde standaard geometrie kan zijn vormgegeven. De gestandaardiseerde koppelring kan vervolgens al naargelang het gewenste doeleinde met tal van verschillende vormgegeven buisdelen bevestigd worden. Met voordeel is een tuitkoppelstuk met een modulaire opbouw verkregen.
20 Bij voorkeur is het doorsteekelement voorzien van een doorlaat voor het doorlaten van fluïdum. Met voordeel is het doorsteekelement buisvormig uitgevoerd en is aan het mantelvlak een schroefdraad voorzien voor de schroefdraadverbinding met het buisdeel. In een bijzondere uitvoeringsvorm heeft de schroefdraad van het doorsteekelement een uitloop. De uitloop zorgt er voor dat het doorsteekelement na een zekere mate van 25 verdraaien van een buisdeel losloopt, doordat de corresponderende schroefdraden van het buisdeel en het doorsteekelement niet meer in elkaar grijpen. Met voordeel is hiermee op eenvoudige wijze bereikt dat een eenmaal met het doorsteekelement geopende folie geopend blijft, ondanks het mogelijk verder of terugdraaien van het buisdeel. Doordat de schroefdraden van het buisdeel en het doorsteekelement niet meer in elkaar grijpen zal het 30 verder of terugdraaien van het buisdeel niet of nauwelijks een axiale verplaatsing opleveren van het doorsteekelement. Dit is voordelig, omdat hiermee tegengegaan wordt dat de doorlaat van de tuit belemmerd wordt door een tenminste deels teruggetrokken doorsteekelement.
Het doorsteekelement volgens de uitvinding is voorzien van een eerste rotatie-35 borgorgaan voor een borging in rotatie van het doorsteekelement ten opzichte van de tuit. De tuit, waardoor heen het doorsteekelement gestoken dient te worden omvat een tweede rotatie- borgorgaan. Dit tweede rotatie-borgorgaan dient voor samenwerking met het eerste -5- rotatie-borgorgaan aan het doorsteekelement voor de borging in rotatie van het doorsteekelement ten opzichte van de tuit. Hiermee is bereikt dat het doorsteekelement zich axiaal verplaatst ten opzichte van het buisdeel, waarneer het buisdeel wordt verdraaid ten opzichte van de tuit.
5 Voorts heeft de uitvinding betrekking op een samenstel van een houder met tuit en tuitkoppelstuk, zoals gedefinieerd in conclusie 10. In een voorkeursuitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding omvat de tuit een uitwendige tuitdeel en een inwendig tuitdeel. Bij voorkeur is het inwendig tuitdeel losneembaar bevestigd aan het uitwendige tuitdeel. Dit is voordelig, omdat de vormgeving van de samengestelde tuit hiermee 10 eenvoudig is af te stemmen op het te koppelen tuitkoppelstuk.
In een bijzondere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft het inwendig tuitdeel een klikverbindingskraag. Hiermee is het inwendig tuitdeel geschikt voor een koppeling met een tuitkoppelstuk die voorzien is van klikverbindingsmiddelen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de tuit volgens de uitvinding omvat de 15 tuit een uitstekend tuit-oor. Het tuit-oor dient voor een borging in rotatie van de tuit ten opzichte van de houder, zodanig dat de tuit niet meedraait met het tuitkoppelstuk. Bij voorkeur is het tuit-oor voorzien van het inwendig tuitdeel, omdat hierdoor een vaak gestandaardiseerd uitwendig tuitdeel op eenvoudige wijze geschikt gemaakt kan worden voor specifieke toepassingen. Een tuit-oor is in het bijzonder geschikt voor het plaatsen van 20 een zak als houder van fluïdum in een doos. Het tuit-oor zorgt ervoor dat de zak in positie blijft binnen de doos. Bovendien gaat het tuit-oor, doordat het een verbinding vormt tussen de tuit en de doos tegen dat de tuit mee kan draaien met het tuitkoppelstuk.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een subsamenstel zoals gedefinieerd in conclusie 14 voor het samenstel van houder, tuit en tuitkoppelstuk, waarbij het 25 subsamenstel een doorsteekelement omvat met een inwendig tuitdeel. Het inwendig tuitdeel heeft een doorlaat van fluïdum. Het inwendig tuitdeel van het subsamenstel volgens de uitvinding is losbreekbaar verbonden met een doorsteekelement. Het doorsteekelement is bijvoorbeeld door spuitgieten losbreekbaar verbonden met het inwendig tuitdeel. Het subsamenstel volgens de uitvinding maakt een eenvoudige montage van het samenstel van 30 een houder met tuit en tuitkoppelstuk mogelijk. Doordat het doorsteekelement verbonden is met het inwendig tuitdeel kan het reeds uitgelijnd zijn voor montage. Het inwendig tuitdeel kan door bijvoorbeeld insteken aangebracht worden op een uitwendig tuitdeel, waarna vervolgens een buisdeel van een tuitkoppelstuk gekoppeld kan worden met het inwendig tuitdeel. Tijdens de koppeling zal het doorsteekelement opgenomen worden binnen het 35 buisdeel, waarbij tevens de verbinding tussen het doorsteekelement en het inwendig tuitdeel gebroken zal worden.
-6-
Het inwendig tuitdeel is voorzien van een buisdeel bevestigingsmiddel, bijvoorbeeld een klikverbindingskraag. In een bijzondere uitvoeringsvorm van het subsamenstel volgens de uitvinding is het doorsteekelement losbreekbaar verbonden met het tegenover het buisdeel bevestigingsmiddel liggende kopse uiteinde van het inwendig tuitdeel. Hierbij strekt 5 het doorsteekelement zich in hoofdzaak volledig uit in axiale richting buiten het inwendig tuitdeel. Bij deze uitvoeringsvorm van het subsamenstel dient het doorsteekelement bij de montage tenminste gedeeltelijk door het inwendig tuitdeel te passeren. Bij voorkeur is dan ook de buitencontour van het doorsteekelement kleiner dan de binnencontour van de doorlaat van het inwendig tuitdeel. Met voordeel is het subsamenstel volgens de uitvinding 10 eenvoudig te monteren door het doordrukken van het doorsteekelement door het inwendig tuitdeel.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een verpakking voorzien van een samenstelling volgens conclusie 10. Een dergelijke verpakking kan bijvoorbeeld een zogenaamde bag-in-box zijn, waarbij een zak geplaatst is binnen een doos.
15 Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het openen van een met folie gesloten tuit van een houder met een tuitkoppelstuk omvattende stappen van het aanbrengen van een inwendig tuitdeel in de tuit; het koppelen van een buisdeel aan de tuit; het verdraaien van het buisdeel van het tuitkoppelstuk ten opzichte van de tuit, zodanig dat een doorsteekelement zich axiaal verplaatst ten opzichte van het buisdeel. Met voordeel is 20 door deze wijze van het openen van een folie het risico op lekkages sterk gereduceerd.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt het doorsteekelement bij het monteren van het tuitkoppelstuk door een doorlaat van het inwendig tuitdeel gedrukt. Dit is voordelig, omdat dit doordrukken van dit element gecombineerd kan worden met een andere stap in de werkwijze, waarbij het buisdeel aan 25 de tuit wordt gekoppeld.
Verdere uitvoeringsvormen volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de overige onderconclusies.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van bijgevoegde tekeningen die een praktische uitvoering van de uitvinding geven, maar niet mogen worden beschouwd 30 in beperkende zin, waarin:
Figuur 1 een aanzicht in perspectief is van een tuitkoppelstuk volgens de uitvinding;
Figuur 2 een aanzicht in perspectief is van uiteengenomen tuitkoppelstuk volgens de uitvinding; 35 Figuur 3 een aanzicht in doorsnede is van een tuitkoppelstuk volgens de uitvinding;
Figuur 4 een aanzicht is in perspectief van een buisdeel van het tuitkoppelstuk zoals getoond in figuur 3; -7-
Figuur 5 een aanzicht in perspectief is van een doorsteekelement uit het tuitkoppel-stuk, zoals getoond in fig. 3 is;
Figuur 6 een aanzicht in perspectief is van een klikring van het tuitkoppelstuk, zoals getoond in figuur 3 is; 5 Figuur 7 een aanzicht in perspectief is van een inwendig tuitdeel van het tuitkoppel stuk, zoals getoond in fig. 3 is;
Figuur 8 een aanzicht in perspectief toont van een subsamenstel van een inwendig tuitdeel met een daaraan vastverbonden doorsteekelement is.
10 De onderdelen van de tuitkoppeling, tuit en houder zijn in de navolgende figuren aangeduid met overeenkomende verwijzingscijfers. In de figuren 1-3 is de houder, tuit en tuitkoppelstuk volgens de uitvinding in samenstelling getoond. Vervolgens is in de figuren 4-8 van de afzonderlijke onderdelen een aanzicht in perspectief getoond.
Figuur 1 toont een verpakking 10 met een tuit 20 die voorzien is van een 15 tuitkoppelstuk 30. De verpakking 10 is uitgevoerd als een bag-in-box, waarbij een zak is opgenomen in een doos. De zak is voorzien van de tuit 20, waarbij de tuit klemmend verbonden is met de doos, waardoor de zak aan de doos verbonden is. Het tuitkoppelstuk 30 is hier gekoppeld aan de tuit 20.
Figuur 2 toont de verpakking 10 met tuitkoppelstuk 30, waarbij het tuitkoppelstuk 20 uiteengenomen is in de afzonderlijke onderdelen. De verpakking 10 omvat een doos 11 en een zak 12. De zak 12 is door middel van een uitwendig tuitdeel 21 bevestigd aan de doos 11. In de doos 11 is een sleuf voorzien, waardoorheen de zak 12 gestoken kan worden en waarbij het uitwendig tuitdeel in een smal gedeelte van de gleuf vastgezet kan worden.
Het tuitkoppelstuk 30 is opgebouwd uit een ten minste vier coaxiaal gepositioneerde 25 onderdelen. Het tuitkoppelstuk 30 omvat een buisdeel 40 dat verbonden kan worden met een koppelring 60. De koppelring 60 is hier uitgevoerd als een klikring. De klikring 60 kan gekoppeld worden aan het inwendig tuitdeel 22. Verder omvat het tuitkoppelstuk 30 een doorsteekelement 50. Het doorsteekelement 50 is na montage van de onderdelen 40, 60, 22 opgenomen binnenin het tuitkoppelstuk 30.
30 Figuur 3 toont het tuitkoppelstuk 30 in een gemonteerde toestand. Het buisdeel 40 is door een klemmende passing verbonden met de klikring 60. De klikring 60 heeft klikvingers 61 die aangrijpen rondom een klikverbindingskraag 23 van het inwendig tuitdeel 22. Het inwendig tuitdeel 22 is door middel van een klemverbinding verbonden met het uitwendig tuitdeel 21. Het uitwendig tuitdeel 21 is aan een kopse zijde vlak uitgevoerd voor de 35 bevestiging van een folie. Met behulp van de folie kan het uitwendig tuitdeel lekdicht afgesloten worden. Binnenin het tuitkoppelstuk 30 is een doorsteekelement voorzien, waarmee de folie aan het uitwendig tuitdeel 21 geopend kan worden. Het doorsteekelement -8- 50 is in rotatie geborgde toestand opgenomen binnen het inwendig tuitdeel 22. Verder is het doorsteekelement 50 door een schroefdraadverbinding gekoppeld aan de klikring 60. Door de klikring 60 te verdraaien zal het doorsteekelement 50 zich in axiale richting verplaatsen. Het doorsteekelement 50 kan zich in axiale richting verplaatsen richting de folie aan het 5 uitwendig tuitdeel. Wanneer het buisdeel 40 met daaraan de klikring 60 ver genoeg verdraaid worden zal het doorsteekelement 50 zich door de folie aan het uitwendig tuitdeel heen drukken, waardoor de tuit geopend is.
Om na koppeling van het buisdeel 40 en de klikring 60 een lekvrije afdichting te verkrijgen is op twee posities binnen het tuitkoppelstuk 30 voorzien in een afdichting I en II. 10 De eerste afdichting I is verkregen ter hoogte van de klikverbindingskraag 23 en het inwendig tuitdeel 22. De klikring 60 sluit met een eerste afdichtwand aan op het binnen gelegen mantelvlak van de klikverbindingskraag 23 dat een tuitafdichtwand vormt. De eerste afdichtwand aan de binnenring is in axiale richting licht taps aflopend uitgevoerd om een inloopkant van de binnenring in de klikverbindingskraag 23 te verkrijgen.
15 Verder is de binnenring van de klikring 60 voorzien van een tweede afdichtwand, waarmee een afdichting tussen de klikring 60 en het buisdeel 40 is verkregen. Ter hoogte van de tweede afdichting II strekt het buisdeel 40 zich uit tot in een ringvormige kamer tussen de binnenring en een buitenwand van de klikring 60. Hierdoor sluit het buisdeel 40 nauw aan op de klikring 60, zodat een goede afdichting tussen de klikring 60 en het 20 buisdeel 40 is verkregen.
Figuur 4 toont een deels opengewerkt aanzicht in perspectief van het buisdeel 40 uit het tuitkoppelstuk volgens de uitvinding. In het aanzicht is een deel van het buisstuk niet getoond om het inwendige van het buisdeel 40 te tonen. Het buisdeel 40 is aan één uiteinde voorzien van een insteekdeel 41 met een insteekrand 43. Het insteekdeel 41 dient voor de 25 bevestiging aan een koppelring. De maatgeving van het insteekdeel 41 is zodanig dat een klemmende passing is verkregen met de koppelring. Verder is het buisdeel 40 voorzien van een aanslagflens 42, welke kan dienen als aanslag en een gladde overgang vormt van het buisdeel naar de koppelring.
Figuur 5 toont in een aanzicht in perspectief het doorsteekelement 50, waarbij een 30 deel van het doorsteekelement 50 is weggenomen om het inwendige van het doorsteekelement 50 te tonen. Het doorsteekelement 50 is voorzien van een doorlaat 51 voor het doorlaten van een fluïdum. De doorlaat 51 is uitgevoerd als een doorlopend gat. Om het doorlaatoppervlak voor fluïdum te vergroten is verder ten minste een extra doorlaatopening 52 voorzien, waarbij de doorlaatopening 52 is aangebracht in het buitenvlak van het 35 doorsteekelement 50.
Aan het buitenoppervlak is het doorsteekelement 50 voorzien van schroefdraad-windingen 53. Deze schroefdraadwindingen 53 zijn voorzien om het doorsteekelement 50 in -9- axiale richting te kunnen verplaatsen. Om te voorkomen dat het doorsteekelement 50 meedraait in de schroefverbinding is ten minste een rotatie-borgorgaan 54 voorzien. Het rotatie-bororgaan 54 is uitgevoerd als een spie die gepositioneerd kan worden in een sleuf van een complementair onderdeel. Het rotatie-borgorgaan 54 is voorzien van ten minste een 5 aanslagnok 55 om de axiale verplaatsing van het doorsteekelement 50 te beperken.
Hiermee kan voorkomen worden dat het doorsteekelement 50 te ver in- of uitgeschoven wordt.
Het doorsteekelement 50 omvat verder een doorsteekorgaan 56, waarmee een folie aan een tuit kan worden doorboord. Met behulp van het doorsteekorgaan 56 kan een gat in 10 de folie worden gestoken, waarna de folie verder wordt open gescheurd door het doordrukken van het doorsteekelement 50.
Aan de tegenover het doorsteekorgaan 56 liggende kopse uiteinde van het doorsteekelement 50 is ten minste een breeknok 57 voorzien. Zoals in fig. 8 getoond kan het doorsteekelement 50 voor montage van het tuitkoppelstuk aan de tuit door de breeknok 15 57 verbonden zijn aan het inwendig tuitdeel 22. Na montage van het tuitkoppelstuk zal ten minste een breeknok 57 in gebroken toestand (zoals getoond in fig. 5) resteren aan de kopse zijde van het doorsteekelement 50.
Figuur 6 toont in een aanzicht in perspectief de klikring van het tuitkoppelstuk, zoals getoond in doorsnede in fig. 3. Klikring 60 is deels opengewerkt en heeft een doorlaat voor 20 fluïdum. De klikring 60 is voorzien van een klikvinger 61, waarmee de klikring 60 op een tuit geklikt kan worden. Om de klikvinger 61 de nodige flexibiliteit te geven, is een inkeping 62 voorzien. Door de inkeping 62 kan de klikvinger 61 naar buiten veren. Verder omvat de klikring 60 een binnenring 63 die met behulp van ten minste een verbindingsbrug 64 is verbonden met een buitenring. De klikvinger 61 is gepositioneerd op de buitenring van de 25 klikring 60. De binnenring 63 is aan het buitenoppervlak voorzien van twee afdichtwanden 65.1,65.2. De eerste afdichtwand 65.1 vormt na montage een eerste afdichting I tussen de klikring 60 en de tuit van een houder. De tweede afdichtwand 65.2 vormt een tweede afdichting II tussen de klikring 60 en het buisdeel 40, zoals getoond in fig. 3. Aan de binnenzijde van de binnenring 63 is ten minste een schroefdraadwinding 66 voorzien voor een 30 koppeling met het doorsteekelement 50, zoals getoond in fig. 5. De inwendige schroefdraad 66 kan samenwerken met de uitwendige schroefdraad 53 van het doorsteekelement 50, waardoor het doorsteekelement 50 verplaatsbaar is over de hartlijn van de klikring 60.
De klikring 60 omvat een cilindervormige kamer 66 die gevormd is door de buitenring voor het insteken van een buisdeel 40. Na het insteken van het buisdeel 40 in de cilinder-35 vormige kamer 66 is de klikring 60 vast gemonteerd op het buisdeel 40. Het aanliggen van de tweede afdichtwand 65.2 tegen het distale uiteinde van het buisdeel 40 zorgt voor een in hoofdzaak lekvrije bevestiging van de klikring 60 op het buisdeel 40.
-10-
Figuur 7 toont in een aanzicht in perspectief een inwendig tuitdeel 22, waarbij een deel is opengewerkt. De vormgeving van het inwendig tuitdeel 22 is afgestemd op de vormgeving van het tuitkoppelstuk 30 volgens de uitvinding en op een doorgaans gestandaardiseerde vormgeving van een uitwendig tuitdeel. Het inwendig tuitdeel 22 is 5 buisvormig uitgevoerd, zodat het een doorlaat 23 heeft voor het passeren van een fluïdum uit een houder. Het inwendig tuitdeel 22 is voorzien van een insteekoppervlak 24 met een schuine kant, zodat het inwendig tuitdeel eenvoudig in een uitwendig tuitdeel 21 gestoken kan worden, zoals getoond in fig. 3. Het inwendig tuitdeel 22 kan vast verlijmd worden in het uitwendig uitdeel 21. In de doorlaat 23 is een tweede rotatie-borgorgaan voorzien voor de 10 samenwerking met een eerste rotatie-borgorgaan aan het doorsteekelement 50, zoals getoond in fig. 5. Hier is het tweede rotatie-borgorgaan 27 uitgevoerd als een sleuf. Het spievormige eerste rotatie-borgorgaan 54 kan glijden in het sleufvormige tweede rotatie-borgorgaan 27 van het inwendig tuitdeel 22. Hierdoor is het doorsteekelement 50 in axiale richting verplaatsbaar door het inwendige tuitdeel 23.
15 Figuur 7 toont verder een klikverbindingskraag 25 voor een klikverbinding van het tuitkoppelstuk 30 aan het inwendig tuitdeel 22. Verder omvat het inwendig tuitdeel 22 een flens 26, waaraan een tuit-oor 29 is voorzien. Het tuit-oor 29 dient ter voorkoming van rotatie van de tuit ten opzichte van de houder. Figuur 1 toont het tuit-oor 29 in een gemonteerde toestand. Het tuit-oor bevindt zich na montage binnen de wanden van de sleuf 20 13. Door het aanliggen van het tuitoor 29 tegen een zijwand van de sleuf 13 in de verpakking 10 voorkomt het tuit-oor 29 dat de tuit verdraait ten opzichte van de doos 11.
Figuur 8 toont in een aanzicht in perspectief een voordelige uitvoeringsvorm van een subsamenstel van het doorsteekelement 50 met het inwendig tuitdeel 22. Het doorsteekelement 50 is door middel van ten minste een breeknok 57 verbonden aan het inwendige 25 tuitdeel 22. Hier is het doorsteekelement 50 door middel van vier breeknokken 57 verbonden aan het inwendige tuitdeel 22. De subsamenstelling kan eenvoudig vervaardigd worden door middel van spuitgieten. Door het spuitgieten van de twee onderdelen van de subsamenstelling kan met voordeel het doorsteekelement 50 en het inwendig tuitdeel 22 tegelijkertijd vervaardigd worden. Doordat met één matrijs twee onderdelen vervaardigd 30 kunnen worden, kan bespaard worden op de kostprijs van de onderdelen.
Verder is de verbinding van het doorsteekelement 50 aan het inwendig tuitdeel 22 in de subsamenstelling volgens de uitvinding voordelig voor de montage van het tuitkoppelstuk 30 volgens de uitvinding aan een tuit aan een houder. Door de losbreekbare bevestiging van het doorsteekelement 50 aan het inwendig tuitdeel 22 is het doorsteekelement 50 met 35 voordeel reeds uitgelijnd ten opzichte van het inwendig tuitdeel 22. Hierdoor kunnen de complementaire rotatie-borgorganen aan het doorsteekelement 50 en het inwendig tuitdeel 22 bij montage zonder verdere uitlijning in elkaar glijden. Bij montage zal het doorsteek- -11 - element 50 zich door het inwendig tuitdeel 22 in axiale richting verplaatsen. Het buisdeel 40 met de klikring 60 kan als een tweede subsamenstelling draaiend gemonteerd worden over het doorsteekelement 50, waarbij uiteindelijk een klikverbinding is verkregen tussen het inwendig tuitdeel 22 en de klikring 60. Door vervolgens het buisdeel terug te draaien zal het 5 doorsteekelement axiaal verplaatsen in de richting van de folie van de tuit, zodat de tuit geopend kan worden.
Naast de getoonde uitvoeringsvorm van de tuitkoppeling volgens de uitvinding zijn vele varianten mogelijk zonder daarbij buiten de beschermingsomvang, zoals gedefinieerd in bijgevoegde conclusies te treden.
10 Zo kan in een alternatieve uitvoeringsvorm het buisdeel integraal zijn met of door middel van een lijm- of klikverbinding aan de klikring zijn bevestigd. In een variant kan het inwendig tuitdeel voorzien zijn van klikvingers en de klikring van een klikverbindingskraag.
Aldus is volgens de uitvinding een tuitkoppelstuk verschaft, waarbij het risico op lekkage sterk gereduceerd is. Met voordeel is het tuitkoppelstuk bovendien eenvoudig te 15 monteren en kostengunstig te vervaardigen.

Claims (20)

1. Tuïtkoppelstuk (30) voor het koppelen met een door folie afgesloten tuit (20) aan een houder (10) en het na koppeling verschaffen van een fluïdumverbinding met de houder omvattende: - een buisdeel (40) met een doorlaat voor het na koppeling doorlaten van een fluïdum uit 5 de houder; en - een met het buisdeel gekoppeld doorsteekelement (50) voor het doorsteken van de folie, met het kenmerk, dat het doorsteekelement (50) na koppeling axiaal verplaatsbaar is ten opzichte van het buisdeel (40). 10
2. Tuitkoppelstuk volgens conclusie 1, waarbij het buisdeel door middel van een klikverbinding koppelbaar is met de tuit.
3. Tuitkoppelstuk volgens conclusie 1 of 2, waarbij het buisdeel een eerste afdichtwand 15 (65.1) omvat welke na het koppelen aanligt tegen een tuitafdichtwand (2) voor een afdichtende koppeling (I) van het tuitkoppelstuk aan de tuit.
4. Tuitkoppelstuk volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het buisdeel een klikring met ten minste één klikvinger (61) omvat. 20
5. Tuitkoppelstuk volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste afdichtwand integraal is met de klikring (60).
6. Tuitkoppelstuk volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de klikring een 25 binnenring (63) omvat, waarbij de binnenring de eerste afdichtwand (65.1) omvat en verder een tweede afdichtwand (65.2) voor een afdichtende koppeling (II) van het buisdeel aan de klikring.
7. Tuitkoppelstuk volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het buisdeel 30 voorzien is van een schroefdraad (67) voor een schroefdraadverbinding met het doorsteekelement.
8. Tuitkoppelstuk volgens conclusie 7, waarbij de schroefdraad (67) van het doorsteekelement een uitloop heeft, zodanig dat het doorsteekelement bij verdraaien 35 losloopt van het buisdeel. -13-
9. Tuitkoppelstuk volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het doorsteekelement voorzien is van een eerste rotatie-borgorgaan (54) voor een borging in rotatie van het doorsteekelement ten opzichte van de tuit. 5
10. Samenstel van een houder met tuit en tuitkoppelstuk volgens één van de voorgaande conclusies.
11. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij de tuit een tweede rotatie-borgorgaan (27) 10 omvat voor samenwerking met het eerste rotatie-borgorgaan (54) aan het doorsteekelement voor de borging in rotatie van het doorsteekelement ten opzichte van de tuit.
12. Samenstel volgens een van de conclusies 10 of 11, waarbij de tuit een uitwendig 15 tuitdeel en een inwendig tuitdeel omvat, waarbij het inwendig tuitdeel een klikverbindingskraag omvat.
13. Samenstel volgens een van de conclusies 10-12, waarbij de tuit een uitstekend tuit-oor omvat voor een borging in rotatie van de tuit ten opzichte van de houder. 20
14. Subsamenstel voor montage van een samenstel volgens een van de conclusies ΙΟΙ 4, omvattende een inwendig tuitdeel met een doorlaat voor fluïdum en een met het inwendig tuitdeel losbreekbaar verbonden doorsteekelement.
15. Subsamenstel volgens conclusie 14, waarbij het losbreekbaar doorsteekelement door spuitgieten verbonden is met het inwendig tuitdeel.
16. Subsamenstel volgens conclusie 14 of 15, waarbij het doorsteekelement losbreekbaar is verbonden met het tegenover een buisdeelbevestigingsmiddel liggende 30 kopse uiteinde van het inwendig tuitdeel.
17. Subsamenstel volgens een van de conclusies 14-16, waarbij de buitencontour van het doorsteekelement kleiner is dan de binnencontour van de doorlaat (23) van het inwendig tuitdeel (22), zodanig dat het doorsteekelement kan passeren door de doorlaat 35 van het inwendig tuitdeel.
18. Verpakking voorzien van een samenstel volgens een van de conclusies 10-13. -14-
19. Werkwijze voor het openen van een met een folie gesloten tuit van een houder met een tuitkoppelstuk omvattende de stappen van: - het aanbrengen van een inwendig tuitdeel in de tuit; 5. het koppelen van een buisdeel aan de tuit; en - het verdraaien van het buisdeel van het tuitkoppelstuk ten opzichte van de tuit, zodanig dat een doorsteekelement zich axiaal verplaatst ten opzichte van het buisdeel.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij het doorsteekelement (50) tijdens het aanbrengen van het inwendig tuitdeel door een doorlaat van het inwendig tuitdeel wordt gedrukt.
NL2001533A 2008-04-28 2008-04-28 Tuitkoppelstuk met axiaal verplaatsbaar doorsteekelement. NL2001533C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001533A NL2001533C2 (nl) 2008-04-28 2008-04-28 Tuitkoppelstuk met axiaal verplaatsbaar doorsteekelement.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001533 2008-04-28
NL2001533A NL2001533C2 (nl) 2008-04-28 2008-04-28 Tuitkoppelstuk met axiaal verplaatsbaar doorsteekelement.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001533C2 true NL2001533C2 (nl) 2009-10-30

Family

ID=40091435

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001533A NL2001533C2 (nl) 2008-04-28 2008-04-28 Tuitkoppelstuk met axiaal verplaatsbaar doorsteekelement.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2001533C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2134087A (en) * 1982-12-06 1984-08-08 Christopher C Rutter Fluid dispenser
EP0148971A2 (en) * 1980-12-04 1985-07-24 Diemoulders Proprietary Limited Apparatus for dispensing liquids
US6477743B1 (en) * 2001-08-14 2002-11-12 Seaquist Closures Foreign, Inc. Twist-openable dispensing closure accommodating optional liner puncture feature
US20040251276A1 (en) * 2001-12-12 2004-12-16 Adams Brian M. Closure having rotatable spout and axially movable stem

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0148971A2 (en) * 1980-12-04 1985-07-24 Diemoulders Proprietary Limited Apparatus for dispensing liquids
GB2134087A (en) * 1982-12-06 1984-08-08 Christopher C Rutter Fluid dispenser
US6477743B1 (en) * 2001-08-14 2002-11-12 Seaquist Closures Foreign, Inc. Twist-openable dispensing closure accommodating optional liner puncture feature
US20040251276A1 (en) * 2001-12-12 2004-12-16 Adams Brian M. Closure having rotatable spout and axially movable stem

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6637725B2 (en) Universal quick-disconnect coupling and valve
CA2371239C (en) Universal quick-disconnect coupling and valve
US9878336B2 (en) Fluid reservoir for a paint spray gun
US10906716B2 (en) Spout-connector assembly for fluid dispensing from flexible bags
CA2988590C (en) Fitment for dispensing fluids from a flexible container
US7628299B2 (en) Threaded spout
CN101677700B (zh) 用于儿童饮用瓶或儿童饮用杯的封闭系统
US20080110941A1 (en) Rotational Dispensing Cap Closure for a Liquid Container
NZ565550A (en) Double slider valve fitment
EP3727534B1 (fr) Dispositif de distribution de produit fluide
EP4058114B1 (fr) Dispositif de distribution de produit fluide
EP2482992A1 (fr) Dispositif de distribution de produit fluide
WO2006095649A1 (ja) 注ぎ口器具及び容器
WO2010100435A1 (en) Connector assembly for supplying fluid
NL2001533C2 (nl) Tuitkoppelstuk met axiaal verplaatsbaar doorsteekelement.
US10994912B2 (en) Spout-connector assembly (ECHO)
EP2259030B1 (fr) Compteur de fluide, en particulier d'eau
US20200055723A1 (en) Spout-Connector And Adaptor For Fluid Dispensing
US20240226933A9 (en) Fluid product reservoir and dispenser
WO2022180335A1 (fr) Reservoir et distributeur de produit fluide
WO2024126956A1 (fr) Dispositif de distribution de produit fluide
FR2945407A1 (fr) Abreuvoir pour betail a dispositif de raccordement perfectionne
MXPA06008624A (en) Threaded spout
AU5069002A (en) A tap
BE502527A (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up