NL8303953A - Bedrijfsgrijper voor het aangrijpen van een coquille met hoogradioactieve inhoud bij het omlaag brengen daarvan in een boorgat. - Google Patents

Bedrijfsgrijper voor het aangrijpen van een coquille met hoogradioactieve inhoud bij het omlaag brengen daarvan in een boorgat. Download PDF

Info

Publication number
NL8303953A
NL8303953A NL8303953A NL8303953A NL8303953A NL 8303953 A NL8303953 A NL 8303953A NL 8303953 A NL8303953 A NL 8303953A NL 8303953 A NL8303953 A NL 8303953A NL 8303953 A NL8303953 A NL 8303953A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gripper
scallop
anchor
cable
gripping
Prior art date
Application number
NL8303953A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kernforschungsz Karlsruhe
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kernforschungsz Karlsruhe filed Critical Kernforschungsz Karlsruhe
Publication of NL8303953A publication Critical patent/NL8303953A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G21NUCLEAR PHYSICS; NUCLEAR ENGINEERING
    • G21FPROTECTION AGAINST X-RADIATION, GAMMA RADIATION, CORPUSCULAR RADIATION OR PARTICLE BOMBARDMENT; TREATING RADIOACTIVELY CONTAMINATED MATERIAL; DECONTAMINATION ARRANGEMENTS THEREFOR
    • G21F5/00Transportable or portable shielded containers
    • G21F5/06Details of, or accessories to, the containers
    • G21F5/14Devices for handling containers or shipping-casks, e.g. transporting devices loading and unloading, filling of containers

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • High Energy & Nuclear Physics (AREA)
  • Load-Engaging Elements For Cranes (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)

Description

- 1 - ' ............ ,; W- ' *
Bedrijfsgrijper voor het aangrijpen van een coquille met hoog-radioactieve inhoud bij het omlaagbrengen daarvan in een boorgat.
De uitvinding heeft betrekking op een bedrijfs-grijper voor het aangrijpen van een coquille met hoog-radioactieve inhoud bij het omlaagbrengen daarvan in een boorgat, bijvoorbeeld rechtstreeks uit de transporthouder, 5 waarbij de grijper door het transportkanaal van de houder heen bewogen wordt, met een grondlichaam, waarin een aantal, door middel van een hefmagneet bekrachtigde klauwen zwenk- en vergrendelbaar voor het aanvatten van het grijpanker aan de coquille aangebracht zijn, en een 10 draagkabel, die zorgt voor de elektrische stroomvoorzièning van de grijper.
Radioactieve afvalstoffen moeten in een transporthouder worden gebracht, worden getransporteerd, en bij het bereikte doel, bijvoorbeeld een tussenopslagplaats 15 of een ondergrondse eindopslagplaats uitgesluisd en gedeponeerd worden. Een dergelijke wijze van opslaan van hoog-radioactief afval heeft tot dusverre nog niet in routinematig bedrijf plaatsgevonden.
Daarbij moet het volgende worden gewaarborgd: 20 11 bij alle arbeidsverlopen moet een afscherming gewaarborgd zijn, 21 het systeem moet in de fase van het beladen en ontladen automatiseerbaar zijn, 31 het beladen en ontladen dient zonder toepas-25 sing van een hete-cellen technologie, alsook zonder water af scheming te geschieden, 41 storingsgevallen moeten te overwinnen zijn, zonder dat de afscherming uitvalt.
De onderhavige uitvinding heeft nu tot doel 30 een bedrijfsgrijper voor een dergelijk opslagsysteem te verschaffen, dat enerzijds volautomatisch werkt, en daarbij evenwel absoluut veilig tegen’ storingsgevallen is. Als bijzonder storingsgeval is daarbij een vastklemmen van de coquille in het boorgat, respectievelijk 35 op de weg in het boorgat op te vatten, waarbij losscheur- 8303953 X , * - 2 - krachten kunnen optreden, die de breukbelasting van de draagkabel overschrijden.
Teneinde dit doel te bereiken voorziet de uitvinding in een bedrijfsgrijper, zoals in de aanhef 5 omschreven, met het kenmerk dat a) tussen het grondlichaam van de grijper en het aahsluitstuk van de draagkabel in het krachtenverloop een gewenste breukplaats ingeschakeld is, waarvan de breukbelasting' gelegen is tussen het gewicht van de bedrijfs-10 grijper plus coquille en de breukbelasting van de draagkabel b\ aan de bovenzijde van hét grondlichaam een nieuw grijpanker respectievelijk een grijperstruktuur van gelijke vorm als die van de coquille bevestigd is, en c) het nieuwe grijpanker na breuk van de 15 gewenste breukplaats vrij van bovenaf toegankelijk is.
Met een dergelijke uitvoering van de grijper volgens de uitvinding wordt het mogelijk gemaakt, dat bij een overschrijden van een voorvastgestelde breukbelasting in het systeem niet de draagkabel afbreekt, maar aan de 20 bedrijfsgrijper een nieuwe grijpercontour vrijgegeven wordt, die met behulp van een aansluitend in het boorgat ingebrachte storingsgevalgrijper kan worden aangegrepen.
Ten gevolge van de wezenlijk hogere breukbelasting van ·. de tot de storingsgevalgrijper behorende draagkabel 25 is het nu mogelijk om de vastgeklemde coquille weer te grendelen en deze naar boven uit de boring in de houder terug te trekken, het storingsgeval daardoor op te heffen, en het boorgat weer ordelijk af te sluiten.
Verdere bijzonderheden van de onderhavige 30 uitvinding zullen in het volgende aan de hand van fig. 1 tot 8 nader worden toegelicht, waarbij fig. 1 tot 4 een beladingsmachine en een houder tonen gedurende de ontlading met de bedrijfsgrijper, de fig. 5 en 6 de bijzondere funktie van de bedrijfs- en storingsgevalgrij-35 pers, waarbij in alle figuren voor gelijke elementen gelijke verwijzingscijfers zijn genomen, fig. 7 de bedrijfsgrijper in dwarsdoorsnee, en fig. 8 de storingsgevalgrijper in dwarsdoorsnee.
De in fig. 7 weergegeven bedrijfsgrijper 4 40 vertoont een grondlichaam 44, dat aan de draagkabel 5 8303953 --··· - 3 - V * is bevestigd. De bedrijfsgrijper 4 neemt samen met de draagkabel 5 het insluizen van de coquille 1 in de transporthouder aan de beladingsplaats, alsook het uitsluizen aan het doel ter hand, bij het beschreven toe-5 passingsgeval met behulp van de beladingsmachine en het daarin ingebouwde hefwerktuig 6 (zie de fig. 1 tot 4 met de volgende beschrijving).
De coquille 1 is aan de bovenzijde uitgevoerd met een ankervormige grijpcontour 45. De grijper 4 10 komt voor het grijpen van de coquille 1 met de trechtervormige uitdraairng 56 van zijn onderdeel 47 boven de ankerkop 45 van de coquille 1, de trechter 46 maakt het aangrijpen van de coquille 1 mogelijk ook bij begrensd excentrische ligging van de coquille 1 ten 15 opzichte van de grijper 4.
De grijper 4 wordt nu zover omlaag gelaten totdat deze met zijn drie gesloten grijpklauwen 48 op de coquille 1 zit. Via elektrische aderen van de draagkabel 5 wordt de elektrohefmagneet 49 onder stroom gezet, 20 zodat deze met zijn ankerstang 50 de plaat 51, de bout 52 en de ring 53 omhoog trekt. De ring 53 grijpt met zijn binnencontour 54 in de buitenzijde van de klauwen 48, die, aangezien hun draaipunt verder naar binnen ligt, openen.
25 De grijper 4 gaat nu verder naar beneden, totdat de klauw 48 door het uitschakelen van de elektromagneet 35 de ankerkop 45 van de coquille 1 in vormaanpassing omvatten, waarbij door het gewicht van de klauwbekrachti-gingsdelen 50 tot 53 (magneetanker, plaat, bouten, ring) 30 de klauwen 48 vanzelf sluiten. Uit veiligheidsoverwegingen wordt de constructie zodanig uitgevoerd, dat de magneet 35 stroomloos sluit en onder inzetting van stroom weer opent. De uitvoering en afstemming van de magneetopheffing en het bekrachtigingsmechaniek van de 35 grijpklauwen 48 zorgen voor een vergrendeling van de gesloten klauwen, doordat de ring 53 tijdens het sluiten van de klauwen 48 buiten aan de klauw 48 omlaag glijdt en een onbedoeld openen van de grijper uitsluit.
Door een schakelstuk 55 aan het bovenste einde van de 40 magneetankerstang, dat een eindschakelaar bekrachtigt, 8303953 V v - 4 - wordt de plaats van de grijper aan het bedieningsoord aangewezen.
Het aanzetten van de draagkabel 5 aan het grijperlichaam 44 geschiedt over een gewenste breukplaats 5 56 in de vorm van een trekstaaf met een gedefinieerde treksterkte/ waarvan de breukbelasting gelegen is tussen het gewicht van de bedrijfsgrijper 4 plus coquille 1 en de breukbelasting van de draagkabel 5. Daardoor moet een breuk aan deze kabel 5 worden omzeild. De de gewenste 10 breukplaats vormende trekstaaf 36 is in de langsboring 72 van een op de bovenzijde van het grijplichaam 44 bevestigd nieuw grijpanker 57 met zijn ene zijde inge-schroéfd, zodat de eigenlijke breukplaats in het midden van dit nieuwe grijpanker 57 ligt. Het nieuwe grijpanker 15 57 vertoont dezelfde vorm als het grijpanker 45 van de coquille l.Het andere einde van de trekstaaf is boven aan het draagkabelaansluitstuk 58 aangeschroefd, zodat de totale last over de trekstaaf 56 wordt geleid. Boven het aansluitstuk 58, het grijpanker 57 en de trekstaaf 56 20 is een aan het touw 5 bevestigde beschermkop 59 gestoken, die reikt tot aan het grijperlichaam 44.
Bij een breuk van de gewenste breukplaats, resp. de trekstaaf 56, bijv. bij een vastgeklemd raken van de coquillegrijper gedurende het terughalen, blijft 25 de beschermkop 59 aan de draagkabel 5, en aan het overblijvende grijpergrondlichaam 44 wordt zodoende een nieuwe gelijke grijpcontour 57 als aan de coquille 1 vrijgegeven, resp. vrij toegankelijk, en deze kan met een storings-gevalgrijper weer teruggehaald worden.
30 Om bij een neerstorten van de bedrijfsgrijper vier beschadigingen van funktioneel belangrijke delen bij het botsen te vermijden, is het onderste deel 47 door indraaien van groeven 60 uitgevoerd als vervormings-zone. Een vervormingsstuk 61 is daar ingeschroefd, waar 35 bij een botsen op een coquille 1 de ankerkop 45 aanslaat.
De coquillegrijper is bij het beschreven toepassingsgeval door de temperatuur van een coquille blootgesteld aan een thermische belasting. Voor isolatie zijn aan de grijper holle ruimtes 62 aangebracht, die gevuld zijn met isolatie-40 * materiaal.
83 0 3 9 5 3 ; -«UN., - 5 -
In fig. 8 is de genoemde storingsgevalgrijper 63 weergegeven. De storingsgevalgrijper 63 wordt dan ingezet, wanneer een coquille 1 en/of de coquillegrijper 4 door vastgeklemd raken of iets dergelijks bij het 5 terughalen een zo grote weerstand geeft/ dat de toelaatbare belasting van de draagkabel 3 bereikt of overschreden wordt.
De storingsgevalgrijper funktioneert zuiver mechanisch/ zodat de elektrische aders in kabel 5 kunnen 10 komen te vervallen. De totale, door het hefwerktuig 6 en de omkeerrollen 17 bepaalde dwarsdoorsnee van een nieuwe kabel 64 staat zodoende als draagmateriaal ter beschikking. In corresponderende sterkte daarmee is de storingsgevalgrijper uitgevoerd.
15 Aangezien een andere kabel 64 dan die van de bedrijfsgrijper 4 moet worden gebruikt, wordt voor het inzetten daarvan of de draagkabel 5 in de beladingsmachine verwisseld voor een volledig uit draad bestaande kabel 64, of een tweede beladingsmachine ingezet, die reeds draad-20 kabel 64 en storingsgevalgrijper 63 bevat. De storingsgevalgrijper 63 grijpt zelfstandig, wanneer deze met zijn klauwen 65 omlaag gebracht wordt op het grijpanker 57.
Door deze ontlasting komt het bovendeel 66 met de centrische stang 67 nog verder naar beneden en spreidt 25 via de verbindingsstukken 68 de klauwen 65. Daardoor kan de grijper 63 tot in de grijpstand omlaag gaan.
Bij het weer aantrekken van de kabel 64 wordt eerst het bovendeel 66 met de stang 67 weer aangetrokkén, zodat de klauwen 65 sluiten en de coquille 1 resp. de coquille-30 grijper 4 naar boven kan worden getrokken. Het mechaniek van het automatisch, openen bij het aankomen op het grijpanker 57 vereist, dat de grijper 63 na het heffen niet vanzelf kan openen. De constructie ervan maakt het evenwel mogelijk, dat de storingsgevalgrijper 63 35 evenals de bedrijfsgrijper 4 in het bovendeel 10 van de beladingsmachine door Inschroeven van de bouten 69 en het omlaag bewegen van de bus 16 kan worden geopend (zie fig. 6).
De bedrijfsgrijper 4 kan in de beladings-40 machine eveneens, en dus in afgeschermde toestand, mechanisch 83 0 3 9 5 3 I \ - 6 - worden geopend, wanneer het elektrisch bedreven openen niet zou werken. Hiertoe wordt de bedrijfsgrijper 4 evenals de storingsgevalgrijper 63 op een gedefinieerde hoogte in het bovenste afschermdeel 10 van de beladingsmachine 5 omhoog geheven en wel zo, dat de bout of bouten 69 in de uitfrezing 70, 71 van de grijper 4 beneden de ring 53 kunnen worden ingeschroefd. Deze uitfrezing kan uit constructieoverwegingen niet rondlopend zijn uitgevoerd, maar wordt door drie verbindingsstroken onderbroken.
10 Er zijn evenwel drie over 90° verschoven bouten 69 aangebracht, zodat ten minste één bout 69 kan worden ingeschroefd.
Daarna wordt de bus 16 door een vertanding en een rondsel 28 op de grijper 4 naar beneden gedrukt, 15 waardoor de ring 53 ten opzichte van de grijper 4 naar boven wordt bewogen en de klauwen 48 weer opent.
De normale bedrijfswijze van de grijper 4 in de beladingsmaehine resp. in de houder 3, is in de fig. 1 tot 4 weergeven.
( 8303953 > i - 7 -
De fig. 1 tot 4 tonen de beladingsmachine in haar verschillende funkties met een transporthouder 3 voor met in glas ingesmolten, hoogradioactieve afvalstoffen gevulde coquilles 1, die in een boorgat 2 omlaag-5 gebracht moeten worden. Het boorgat 2 leidt tot een niet nader beschreven opslagplaats. De houder 3 bevindt zich reeds in zijn ontladingspositie, dat wil zeggen is op het boorgat 2 gezet, en de beladingsmachine boven de houder 3 gevoerd.
10 De fig. 1 tot 4 tonen daarbij de de houder afsluitende walsschuiven 7 en 8 in gesloten stand (aan-leveringsstand), de fig. 2 en 3 in geopende positie (beladings- resp. ontladingsstandl.
In de beladingsmachine zijn alle voor het in-15 brengen benodigde funkties geïntegreerd tot een eenheid:
Het niet nader weergegeven transport- en heiwerk van de beladingsmachine, de afscherming, de aandrijving van de walsschuiven, het depot van de coquillegrijper in ruststand, het mechaniek voor het omlaag laten en heffen 20 van de coquillegrijper (lier} en inrichtingen voor het opheffen van diverse storingsgevallen.
Nadat de transporthouder 3 voor het in- en uitsluizen van de coquille 1 met behulp van een transporthouder gr ij per op de Dademschuif 9 is gezet, wordt 25 de beladingsmachine aan resp. boven de transporthouder 3 gevoerd. Daarbij is zij van haar onderstel afgetild door een hefinrichting, aangezien aan het bovendeel 10 de af scheming 21 de transporthouder 3 in hedrijfs-stand overlapt. Bij de transporthouder aangekomen, wordt 30 de gehele beladingsmachine weer omlaag gebracht (niet meer weergegeven}.. In gesloten toestand van de houder 3 is de coquille 1 door de houderwand voldoende afgeschermd. Bij geopende bovenste walsschuif 7 van de houder 3 neemt het bovendeel 10 van de beladingsmachine de af scheming 35 over. Dit bovendeel is als massief gietlichaam uitgevoerd , dat slechts de holle ruimtes 12, 13 en 14 voor de bedrijfsgrijper 4 van de coquille en voor een deel van de voor de bekrachtiging daarvan vereiste mechaniek bevat. Om een spleetuitstraling te vemijden, is de 40 afscheming van het transporthouderbovendeel 10 uitgevoerd 8303953 ‘ % - δ - in de vorm van een helmvormige overlapping 11. De holle ruimte 14 is voorhanden voor opname van een extra afscherming 15.
Boven de holle ruimte 12, die de bedrijfsgrijper 5 4 in een soort "parkeerstand" in zich opneemt, zit een verschuifbare bus 16, die dient voor het mechanisch openen van de grijper 4. Deze bus 16 wordt door een met de hand bekrachtigd rondsel 28 verschoven, waarbij de inschroefbare bouten 27 dienen voor het mechanisch openen 10 van de bedrijfs- of de storingsgevalgrijper.
Zoals reeds vermeld, is in de holle ruimte 13 een deel van het hefmechaniek van de grijper 4 aangebracht. In het bovenste deel van de holle ruimte 13 zijn twee omkeerrollen 17 aanwezig, via welke de kabel 5 binnen de 15 afscherming over 180° omgeleid wordt en in de transport-houderas 18 wordt gevoerd. Deze is in lijn gelegen met het boorgat 2, zodat de kabel 5 met de daaraan naar beneden hangende grijper 4 door de houder 3 heen met daaraan hangende coquille 1 omlaag gelaten kan worden.
20 Aan de van deze as afgewende zijde van het bovendeel 10 is binnen de afscherming de kabel 5 naar beneden geleid, waar deze door het in het onderdeel 19 van de beladings-machine opzij naast de ingezette houder 3 in de kamer 37 aangebracht hefwerktuig 6 omhoog getrokken respec-25 tievelijk naar beneden gelaten kan worden.
Deze vertikale bewegingstrap van het inbrengen en eventueel terughalen van de coquille 1 door het hefwerktuig 6 wordt tezamen met de coquillegrijper 4 uitgevoerd door de in de belatingsmachine geïntegreerde 30 lier 20 met de trommel 21, aangedreven door een motor 22, waarop de kabel 5 in de voor de maximale inhrengings-diepte benodigde lengte opgewikkeld is. De kabel draagt niet alleen de coquillebedrijfsgrijper 4, al naar gelang arbeidsfase met aanhangende coquille 1, maar bevat 35 ook ten opzichte van elkaar geïsoleerde elektrische leidingen voor het bekrachtigen van de coquillegrijper.
Teneinde de kabelbelasting te kunnen aanwijzen, is de trommel 21 inclusief motor 22 draaibaar gelegerd om haar draaipunt 23. Over een hefboom 25 en een trekveer 40 24 wordt het draaimoment van de'trommel 21 opgenomen.
83 0 3 9 5 3 Ψ 9 - 9 -
Een lineaire potentiometer 25 meet de uitwijking en daarmee de kabelbelasting. Veer en potentiometer kunnen ook door een drukmeetorgaan worden vervangen. De lengtecompensatie van de kabelafwikkeling in trommelasrichting kan of door 5 een in deze richting lopende trommel geschieden, of door een arm in het bovendeel van de beladingsmachine, waarin de opkeerschijven gelegerd zijn en de arm om de transport-houderas zwenkt (niet weergegeven).
Het onderdeel 19 van de beladingsmachine is 10 eveneens als afschermlichaam uitgevoerd met een eenzijdig dikke wand 44. Deze neemt de aandrijving van het hefwerktuig 6 en de houder 3 in zich op. Op zijn bovenste tussenwand 37 is het beladingsmachinebovendeel 10 zijdelings verschuifbaar gelegerd, waarbij de kabel 5 door een 15 spleet in de tussenwand 27 is gevoerd, teneinde een horizontale uitwijking ervan mogelijk te maken.
In de bovenplaat 30 van de bodemschuif 9, waarboven de beladingsmachine wordt gevoerd, is een draaischotel 31 centrisch in de as 18 gelegerd, welke het houderonder-20 deel 32 in zich opneemt. Indien nu de houder 3 op de draaischotel 31 van de bodemschuif 9 zover is georiënteerd, dat de assen 33 en 34 van zijn walsschuif 7 en 8 in lijn gelegen zijn met die van de aandrijfeenheden 35 en 36 in de zijdelingse kamer 37 van de beladingsmachine, 25 worden de koppelingswartels 38 door magneten 38 naar voren geschoven.
Bij de trap van het inbrengen wordt eerst de bovenste walsschuif 7 geopend door een draaiing over 90°, nadat een uit de beladingsmachine naar onder gevoerde 30 stift (niet weergegeven) de vergrendelingsbouten ervan naar beneden gedrukt heeft. Wanneer de coquillegrijper 4 tot op de coquille 1 omlaag gevoerd is, haar gepakt heeft, en van de onderste walsschuif 8 afgetild heeft, kan ook de onderste walsschuif 8 worden geopend, nadat een 35 uit de bodemschuif omhoog gevoerde stift de vergrendelings-bouten ervan opgeheven heeft (niet weergegeven).
De aandrijfmotoren 35 en 36 voor de walsschuiven 7 en 8 bezitten elk een tweede asuiteinde 41, waarmee de schuiven 7, 8 bij het uitvallen der motoren 35 en 36 40 met de hand kunnen worden gedraaid. Ook de trommel 21 83 0 3 9 5 3 % - 10 - van de kabel 5 kan met de hand over een wormaandrijving worden gedraaid, wanneer door een wisselkoppeling de motor-aandrijving uit- en de handaandrijving aangeschakeld wordt.
Het is ook mogelijk de motoren van de aandrijvingen 35 en 36 5 direkt via de tweede aseinden 41 te draaien.
Het beladingsproces geschiedt nu als volgt: a) De houder 3 is op de boring 2 gezet, de be-ladingsmachine staat daarboven gereed. De walsschuiven 7 en 8 zijn nog gesloten, de grijper 4 bevindt zich in parkeer- 10 stand, de walsschuiven 43 van de bodemdraaischijf 9 zijn 'eveneens nog gesloten (fig. 1) .
b) De na het openen van de schuiven 7, 9 en 43 met de bedrijfsgrijper 4 gepakte coquille wordt door middel van het hefwerktuig 6 in het boorgat 2 omlaag gebracht (fig.
15 2) en aan de bodem van de opslagplaats door openen van de grijper 4 afgezet.
c) De lege grijper wordt bij geopende schuiven 7, 8 en 43 door de houder 3 weer omhoog getrokken (fig. 3).
d) De grijper 4 bevindt zich daarna weer in zijn 20 parkeerstand in de holle ruimte 12, de walsschuiven 7, 8 en 43 worden gesloten, de houder 3 kan na omhoog voeren van het be-ladingsmachineonderdeel 10 weer weggetransporteerd worden.
De fig. 5 en ί tonen de in de aanhef vermelde storingsgevalsituatie, waarbij de storingsgevalgrijper 63 25 moet worden ingezet. In fig. 5 is een in de walsschuif 43 van bodemschuif 9 vastgeklemde coquille 1 getoond, die weer omhoog moet worden getrokken. Om de breukbelasting van de kabel 5 niet te overschrijden, is de gewenste breukplaats 56 in de bedrijfsgrijper 4 gebroken, deze blijft op de coquille 30 1 zitten, en geeft het nieuwe grijpanker 57 vrij. De rest van de grijper 4 met de beschermkap 59 gaat naar boven weg.
Daarop wordt de storingsgevalgrijper 63 met zijn kabel 64 van verhoogde draagkracht ingebracht, op het nieuwe griopanker 57 tot ingrijping gezet en weer omhoog 35 getrokken, zoals in fig. 6 weergegeven. Daarop kunnen de walsschuiven 8 en 43 worden gesloten. De storingsgevalgrijper 64 wordt in het bovendeel 10 van de beladingsmachine, zoals reeds beschreven, ontgrendeld, en weer van de bedrijfs-grijper 4 verwijderd.
8303953 - 11 - ' ¥ ί
Lijst van verwljzingscijfers 1. Coquille 38. Wartels 2. Boorgat 39. Magneten 3. Transporthouder 40. Aandrijfassen 4. Bedrijfsgrijper 41. Asuiteinde 5. Kabel resp. draagkabel 42. Wormaandrijving 6. Hefwerktuig 43. Walsschuif 7. walsschuif 44. Grijpergrondlichaam 8. Walsschuif 45. Grijpanker 9. Bodemschuif 46. Trechtervormige 10. Beladingsmachinebovendeel uitdraaiïng 11. Overlapping 47 · Onderdeel 12. Holle ruimte voor grijper 48 Grijpklauwen 13. Holle ruimte voor mechaniek 49· Heima9neet 14. Holle ruimte voor extra 88 * Ankerstang afscherming 51. Plaat 15. Extra afscherming 52. Bout 16. Bus 53. Ring 17. Qmkeerrollen 54. Binnencontour 18. Houderas 55. Schakelstuk 19. Onderdeel 56. Gewenste breukplaats 20. Lier trekstaaf 21. Trommel 57· NleuH Grijpanker 22. Motor 58 · Aansluitstuk 23. Draagpunt 59 · Beschermkap 24. Trekveer 60· Groeven 25. Hefboom 61 · Vervormingstuk 26. Potentiometer 62 · Holle 27. Tussenwand 63· Storingsgevalgrijper 28. Rondsel 64· Kabel 29. Bouten 65· Klauwen 30. Bovenplaat 66· Bovendeel 31. Draai schotel 67 · Stang 32. Houderonderdeel 68· Verbindingsstuk 33. As 69 Bout 34. As 70 * uitfrezin9 35. Aandrijving 71 · Oitfrezing 36. Aandrijving 72· Langsboring.
37. Zijdelingse kamer 83 03 95 3

Claims (3)

1. Bedrijfsgrijper voor het aangrijpen van een coquille met hoogradioactieve inhoud bij het omlaagbrengen daarvan in een boorgat, bijvoorbeeld rechtstreeks uit de transporthouder, waarbij de grijper door het transport-5 kanaal van de houder heen bewogen wordt, met een grondlichaam, waarin een aantal, door middel van een hefmagneet bekrachtigde klauwen zwenk- en vergrendelbaar voor het aanvatten van het grijpanker aan de coquille aangebracht zijn, en een draagkabel, die zorgt voor de 10 elektrische stroomvoorziening van de grijper, met het kenmerk, dat a) tussen het grondlichaam (44) van de grijper (4) en het aansluitstuk (58) van de draagkabel (5) in het krachtenverloop een gewenste breukplaats (56) 15 ingeschakeld is, waarvan de breukbelasting gelegen is tussen het gewicht van de bedrijfsgrijper (4) plus coquille (1) en de breukbelasting van de draagkabel (5), b) aan de bovenzijde van het grondlichaam (44) een nieuw grijpanker (57) respectievelijk een grijper- 20 struktuur van gelijke vorm als die van de coquille (1) bevestigd is, en c) het nieuwe grijpanker (57) na breuk van de gewenste breukplaats (56) vrij van bovenaf toegankelijk is.
2. Bedrijfsgrijper volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat d) de gewenste breukplaats bestaat uit een trekstaaf (56), waarvan de ene zijde in de bovenzijde van het grondlichaam (44) ingeschroefd is, 30 e) de andere zijde van de trekstaaf (56) aan het aansluitstuk (58) van de draagkabel (5) bevestigd is, en f) de trekstaaf (56) in een langsboring (72). van het nieuwe grijpanker (57) gelegen is, waarbij de 35 eigenlijke breukplaats in het midden daarvan ligt.
3. Bedrijfsgrijper volgens conclusie 1 of 2, 83 0 3 9 5 3 - 13 - waarbij een breuk van de gewenste breukplaats plaatsgevonden heeft en de draagkabel verwijderd is, m e t het kenmerk, dat g) op het nieuwe grijpanker (57) een stoorgeval-5 grijper (63) met de contouren van het nieuwe grijpanker (57) corresponderende grijpklauwen (56) gezet is, waarvan de draagkabel (64) door het wegvallen van voedingslei-dingen een verhoogde draagkracht bezit, en h) de stoorgevalgrijper (63) een mechanische, 10 door omhoog-omlaagbeweging resp. in het bovendeel (10) van de beladingsmachine door mechanisch ingrijpen plaatsvindende vergrendeling resp. ontgrendeling vertoont. 8303953
NL8303953A 1982-12-30 1983-11-17 Bedrijfsgrijper voor het aangrijpen van een coquille met hoogradioactieve inhoud bij het omlaag brengen daarvan in een boorgat. NL8303953A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19823248596 DE3248596A1 (de) 1982-12-30 1982-12-30 Betriebsgreifer zum erfassen einer kokille mit hochradioaktivem inhalt beim absenken derselben in eine bohrung
DE3248596 1982-12-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8303953A true NL8303953A (nl) 1984-07-16

Family

ID=6182137

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303953A NL8303953A (nl) 1982-12-30 1983-11-17 Bedrijfsgrijper voor het aangrijpen van een coquille met hoogradioactieve inhoud bij het omlaag brengen daarvan in een boorgat.

Country Status (4)

Country Link
CH (1) CH664353A5 (nl)
DE (1) DE3248596A1 (nl)
DK (1) DK605083A (nl)
NL (1) NL8303953A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT386397B (de) * 1985-05-17 1988-08-10 Porr Allg Bauges Vorrichtung zur loesbaren kupplung eines kranseiles od.dgl. mit einem aufnehmer fuer materialien
GB2286284B (en) * 1994-02-08 1998-02-11 Timothy Hamilton Watts Radioactive waste disposal
DE102005022990B4 (de) * 2005-05-19 2007-08-02 Dbe Technology Gmbh Vorrichtung zum Ergreifen von Kokillen
CN113571225A (zh) * 2021-07-09 2021-10-29 中国核电工程有限公司 一种高放废物的钻孔放置方法及处置方法

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1215802A (en) * 1966-12-30 1970-12-16 English Electric Co Ltd Grabheads for use in nuclear reactors

Also Published As

Publication number Publication date
CH664353A5 (de) 1988-02-29
DK605083A (da) 1984-07-01
DE3248596A1 (de) 1984-07-12
DK605083D0 (da) 1983-12-29
DE3248596C2 (nl) 1989-12-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3363566B1 (en) Powder bed fusion apparatus
US20110011987A1 (en) Portable manipulator for carrying out works on energized overhead electrical lines
NL8303953A (nl) Bedrijfsgrijper voor het aangrijpen van een coquille met hoogradioactieve inhoud bij het omlaag brengen daarvan in een boorgat.
DE19842680A1 (de) Parkvorrichtung
CA2089882A1 (en) Aircraft trash compactor
US3908838A (en) Dragline conveyor
EP3803053B1 (en) Rock bolting rig and method at rock bolting rig
JPS586738A (ja) 加工機械に使用される車輛
EP3642432B1 (en) System for deploying and collecting road sticks
US4727996A (en) Variable grip lifting mechanism
NL8303952A (nl) Storingsgevalafscherming voor de laadopeningen van een transporthouder voor coquilles met hoogradioactief afval.
DE2942915C2 (de) Manuell oder automatisch arbeitende Seilschrappervorrichtung
NL1008345C1 (nl) Afvalinzamelsysteem.
SK279752B6 (sk) Bezpečnostná závora
JPH0571520B2 (nl)
EP0248251A1 (fr) Installation automatisée pour briqueter la paroi intérieure d'une enceinte
EP2067720B1 (en) Device for storing and/or processing confidential material
DE3248592C2 (nl)
BE1001752A3 (fr) Dispositif d'accouplement pour remplacer des outillages sur la chape d'un engin de levage et magasin faisant application de ce dispositif.
CN118323667B (zh) 一种用于集装箱的自动开关门设备
EP0262066A1 (de) System zum Einsammeln, Lagern und Verladen von Glasbehältern
CN209889879U (zh) 一种储柜类跟料或清扫装置
US3269566A (en) Mucker and skip loader
RU2009993C1 (ru) Бурорыхлительное устройство
SU1079776A1 (ru) Устройство дл рыхлени грунта

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed