NL8303794A - Inrichting voor het behandelen van een wand, zoals een scheepswand. - Google Patents

Inrichting voor het behandelen van een wand, zoals een scheepswand. Download PDF

Info

Publication number
NL8303794A
NL8303794A NL8303794A NL8303794A NL8303794A NL 8303794 A NL8303794 A NL 8303794A NL 8303794 A NL8303794 A NL 8303794A NL 8303794 A NL8303794 A NL 8303794A NL 8303794 A NL8303794 A NL 8303794A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
segment
wall
support
segments
bearing
Prior art date
Application number
NL8303794A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stork Serv Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stork Serv Bv filed Critical Stork Serv Bv
Priority to NL8303794A priority Critical patent/NL8303794A/nl
Priority to EP84201544A priority patent/EP0140451A3/en
Priority to JP59232276A priority patent/JPS60114373A/ja
Publication of NL8303794A publication Critical patent/NL8303794A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B59/00Hull protection specially adapted for vessels; Cleaning devices specially adapted for vessels
    • B63B59/06Cleaning devices for hulls

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Spray Control Apparatus (AREA)
  • Details Or Accessories Of Spraying Plant Or Apparatus (AREA)
  • Coating Apparatus (AREA)
  • Ship Loading And Unloading (AREA)

Description

* Τ-8
Inrichting voor het behandelen van een wand, zoals een scheepswand.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het behandelen van een wand zoals een scheepswand omvattende een ondersteuningsinrichting met een langs de wand beweegbare kop, en een met de kop verbonden, behandelingsorganen dragen-5 de langwerpige drager.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8004610. De behandelingsorganen dragende langwerpige drager kan bijvoorbeeld een spuitbalk zijn. De behandelingsorganen in de vorm van spuitkoppen kunnen water on-10 der zeer hoge druk op een scheepswand spuiten teneinde deze van aangroeiingen en losse verf te ontdoen. De behandelingsorganen kunnen ook bijvoorbeeld gritstralers of verfspuiten zijn. Met een dergelijke bekende inrichting kan een vlakke of licht gekromde scheepswand in stroken worden behandeld. Geble-15 ken is dat bij sterkere krommingen van de wand zoals bijvoorbeeld bij een schip ter plaatse van de voor- en achtersteven en aan de onderzijde, de bekende inrichting met een langwerpige drager voor de behandelingsorganen niet meer doeltreffend werkt.
20 De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aan hef omschreven soort te verschaffen waarmee ook sterk gekromde wanden doeltreffend kunnen worden behandeld.
Dit doel wordt bij een inrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de drager een met de kop verbonden basis-25 segment en een aantal onderling scharnierend tot een keten met elkaar en het basissegment verbonden langwerpige segmenten aan ten minste één zijde van het basissegment omvat, en doordat bewegings- en geleidingsmiddelen zijn aangebracht voor het ten opzichte van elkaar scharnieren van de segmen-30 ten.
Gebleken is dat de werking van de behandelingsorganen slechts binnen een beperkte variatie van de afstand tot de te behandelen wand goed functioneren. Met de inrichting volgens de uitvinding wordt bereikt, dat de optimale afstand voor de 8303794 # ;« 2 behandelingsorganen over de gehele lengte van de langwerpige drager aangehouden kan worden» doordat de segmenten op een geschikte wijze zich aan kunnen passen aan de kromming van de te behandelen wand.
5 In een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm van de in richting volgens de uitvinding omvatten de geleidingsmiddelen een vast met het basissegment verbonden lagersteun, een vast met het tweede segment vanaf het basissegment verbonden lagersteun en een scharnierend met deze lagersteunen verbonden kop-10 pelstang, waarbij de koppelstang en het eerste segment een niet-parallellogramvormige stangenvierzijde bepalen, terwijl de bewegingsmiddelen een tussen een vast met het basissegment verbonden lagersteun en een vast met één van het aantal segmenten verbonden lagersteun aangebrachte hydraulische vijzel 15 omvatten. De beweging van het tweede segment vanaf het basissegment is op deze wijze door de koppelstang gekoppeld aan de beweging van het eerste segment, zodat met de slechts ene hydraulische vijzel beide segmenten kunnen worden bewogen.
Volgens een verdere ontwikkeling van de inrichting 20 volgens de uitvinding waarbij het aantal segmenten meer dan twee bedraagt omvatten de geleidingsmiddelen telkens een vast met elk segment na het tweede segment verbonden lagersteun, een vast met het voor-voorgaande segment daarvan verbonden lagersteun en een scharnierend met deze lagersteunen verbonden 25 koppelstang, waarbij de koppelstang en het tussenliggende segment een niet-parallellogramvormige stangenvierzijde bepalen. Hierdoor wordt de beweging van elk volgend segment gekoppeld met die van de voorgaande segmenten zodat de ene hydraulische vijzel de beweging van alle segmenten van de drager beheerst. 30 De regeling van de uit segmenten bestaande drager wordt op deze wijze zeer eenvoudig.
Een goede afhankelijkheid van de onderlinge beweging van de segmenten wordt bereikt wanneer volgens de uitvinding de koppelstang telkens het zich over in hoofdzaak dezelfde af-35 stand uitstrekkende tussenliggende segment kruist. De segmenten kunnen hierdoor op gunstige wijze met een aanvaardbare benadering de vorm van een cirkelboogdeel innemen. Aangezien de kromming in wanden zoals scheepswanden benaderd kunnen worden door een reeks cirkeldelen, is deze uitvoering bijzonder ge- ' 8303794 3 ê, · schikt.
Volgens de uitvinding wordt bij voorkeur aan het einde van het laatste segment een met de bewegingsmiddelen gekoppeld tastorgaan aangebracht. Dit tastorgaan detecteert de af-5 stand tot de te behandelen wand. Zodra de afstand te klein wordt, worden de bewegingsmiddelen zodanig geactiveerd, dat de segmenten van de wand worden af gebogen. Wanneer de afstand te groot wordt, bewegen de bewegingsmiddelen de segmenten in de richting naar de wand toe. Hierdoor kan met een een-10 voudige koppeling tussen de taster en de bewegingsmiddelen een automatische aanpassing van de drager aan de kromming van de te behandelen wand worden bereikt.
Teneinde de bij de behandeling van de wand door de be-handelingsorganen afgegeven stoffen en eventueel het van de 15 wand af genomen materiaal op te vangen, wordt volgens de uitvinding met de drager een deze slechts naar de wand toe vrij latende kap verbonden. Bij voorkeur wordt deze kap volgens de uitvinding uitgevoerd als een aan de randen van borstelelemen-ten voorziene balg. Deze kan de bewegingen van de drager vol-20 gen en toch een goede afdichting ten opzichte van de wand verzekeren. Bij voorkeur wordt de kap van chroomleder vervaardigd, dat zowel de goede materiaaleigenschappen heeft om in een balgvormige kap toegepast te kunnen worden als om bestand te zijn tegen de in het bedrijf optredende belastingen en 25 daarbij gebruikte stoffen.
De uitvinding wordt nader uiteen gezet aan de hand van in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de * uitvinding.
Fig. 1 toont een perspectivisch aanzicht van de met 30 een kop van een ondersteuningsinrichting verbonden drager volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont een zijaanzicht van de drager van fig. 1, in twee uiterste bedrijfsstanden.
Fig. 3 toont een gedeeltelijk aanzicht van een andere 35 uitvoeringsvorm van een drager volgens de uitvinding, eveneens in twee uiterste bedrijfsstanden.
Fig. 4 is een gedeeltelijk zijaanzicht van weer een andere uitvoeringsvorm van een drager volgens de uitvinding.
Fig. 5 is een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht 8303794 * \ 4 van een drager volgens de uitvinding, waarbij de behandelings-organen worden gevormd door borstels.
Pig. 6 is een gedeeltelijk doorgesneden aanzicht van een drager volgens de uitvinding met een behandelingsorgaan 5 in de vorm van een gritstraalinrichting.
Pig. 7 is een met fig. 1 overeenkomend perspectivisch aanzicht van een verder ontwikkelde inrichting volgens de uitvinding .
De inrichting 1 omvat een ondersteuningsinrichting 2, 10 waarvan in fig. 1 een arm 4 en een aan het einde van deze arm aangebrachte beweegbare kop 3 wordt getoond. De kop 3 is door middel van een lager 8 scharnierend met de arm 4 verbonden.
De zwenkstand van de kop 3 ten opzichte van de arm 4 wordt bepaald door middel van een hydraulische vijzel 6, welke aan-15 grijpt op een scharnieras 5 van de kop 3. De ondersteuningsinrichting 2 kan de kop 3 in de richting van de dubbele pijl 27 heen en weer bewegen, en eveneens in een richting loodrecht daarop.
Op de kop 3 is door middel van een lager 7 een draag-20 plaat 30 roteerbaar gemonteerd. De draagplaat 30 kan met behulp van een tussen deze en een uithouder 31 van de kop aangebrachte vijzel 9 worden verdraaid, tussen de in fig. 1 getoonde stand en een ten opzichte van deze over 90e verdraaide stand.
25 Op de draagplaat 30 is een console 10 aangebracht, waarin een houder 32 door middel van een lager 11 zwenkbaar is opgenomen. Met de houder 32 is het eerste segment 12 van de drager 35 vast verbonden.
De drager 35 bestaat volgens de uitvinding uit het 30 met de kop 3 verbonden basissegment 12 en een aantal met dit basissegment 12 scharnierend verbonden langwerpige segmenten 13, 14, 15, 16. De segmenten 13-16 zijn onderling scharnierend tot een keten met elkaar en het basissegment verbonden. Het segment 13 is door middel van het scharnier 23 met het ba-35 sissegment 12 verbonden, terwijl het segment 14 door middel van het scharnier 22 met het segment 13 is verbonden. Op overeenkomstige wijze zijn de segmenten 15 en 16 aan de andere zijde van het basissegment 12 scharnierend met elkaar en met het basissegment 12 verbonden.
8303794 t * 5
Zoals fig. 1 toont zijn aan de segmenten 13-16 spuit-mondstukken 17 aangebracht die onder hoge druk via een leiding 19 toegevoerd water in een straal 18 op de te behandelen wand kunnen spuiten. Deze wand is in de figuur niet weergege-5 ven. De toevoer van het water onder druk aan het spuitmond-stuk 17 kan op verschillende wijzen geschieden, zoals met afzonderlijke leidingen of via een in de drager geïncorporeerde leiding. Deze toevoer vormt echter geen onderdeel van de onderhavige aanvrage en wordt derhalve verder niet besproken.
10 De segmenten 13-16 kunnen ten opzichte van elkaar op een geprogrammeerde wijze scharnieren, met behulp van de geleiding smiddelen 20 en bewegingsmiddelen 21. De geleidingsmid-delen 20 voor de segmenten 13, 14 aan de onderzijde van het basissegment 12 omvatten een vast met het basissegment 12 ver-15 bonden lagersteun 25, een vast met het tweede segment 14 verbonden lagersteun 24 en een scharnierend met deze lagersteu-nen 25, 24 verbonden koppelstangen 26. De onderlinge beweging van de scharnierende segmenten zal nog nader aan de hand van fig. 2 en volgende worden besproken.
20 Pig. 1 toont verder nog dat aan de houder 32 een arm 33 is aangebracht tussen het vrije einde waarvan en de draagplaat 30 een vijzel 34 is aangebracht. Door het in- of uitschuiven van de vijzel 34 kan de met de houder 32 verbonden drager 35 om de as van het lager 11 worden gezwenkt, zodat de 25 mondstukken 17 onder een geschikte hoek op de te behandelen wand kunnen worden gesteld.
Met de console 10 zijn verder uithouders 28 verbonden, die aan hun uitstekende einden wielen 29 dragen. De rotatie-as van deze wielen 29 is evenwijdig aan de langsas van de dra-30 ger 35. De ondersteuningsinrichting 2 kan het uit de drager 35 en de kop 3 bestaande stelsel met de wielen 29 tegen de te behandelen wand aan drukken. Door de kop 3 in de richting van de pijl 27 te bewegen kunnen de behandelingsorganen in de vorm van de spuitmondstukken 17 een te behandelen wand in 35 stroken behandelen.
Zoals fig. 2 toont vormt de koppelstang 26 roet het eerste segment 13 een niet-parallellogramvormige stangenvier-zijde. Hierdoor wordt bereikt, dat bij elke zwenkstand van het eerste segment 13 ten opzichte van het basissegment 12 •e 8303794 • i 6 r een bepaalde zwenkstand van het tweede segment 14 ten opzichte van het eerste segment 13 behoort. Met andere woorden, de beweging van het tweede segment 14 is gekoppeld aan de beweging van het eerste segment 13. De bewegingsmiddelen 21 omvat-5 ten een vijzel die aangrijpt op de lagersteun 24. In fig. 2 is de uiterste terug getrokken stand van de drager weergegeven in getrokken lijnen, terwijl de uiterste naar voren bewogen stand met stippellijnen is getoond.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding kruist de 10 koppelstang 26 het zich over in hoofdzaak dezelfde afstand uitstrekkende tussenliggende segment en zijn de afstanden van de lagersteunen 25, 24 tot de hartlijn van het bijbehorende segment 12 resp. 14 in hoofdzaak gelijk. Zoals fig. 2 toont kunnen de segmenten 13, 14 te zamen met het basissegment 12 15 op deze wijze een een cirkelboog benaderende stand innemen, zowel in de terug bewogen als in de naar voren bewogen positie.
De inrichting 1 is, zoals getoond in fig. 1 en 2, voorzien van een drager 35 bestaande uit een basissegment 12 20 en twee verdere segmenten 13, 14 resp. 15, 16 aan weerszijden van het basissegment 12. Het is echter zo, dat al naar gelang de beoogde toepassingen, het aantal segmenten aan weerszijden van het basissegment verschillend kan zijn en ook niet aan twee gelijk behoeft te zijn.
25 Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij aan één zijde van het basissegment 40 drie verdere segmenten 41, 42, 43 zijn aangebracht. De constructie van het basissegment 40 en het eerste segment 41 en het tweede segment 42 te zamen met de de koppelstang 44 omvattende gelei-30 dingsmiddelen en de vijzel 45 omvattende bewegingsmiddelen daarvoor komen in hoofdzaak overeen met de in fig. 1 en 2 getoonde uitvoeringsvorm. Het derde segment 43 is scharnierend met het einde van het tweede segment 42 verbonden. Bovendien omvat het derde segment 43 een lagersteun 48 terwijl het eers-35 te segment 41 van een overeenkomstige lagersteun 47 is voorzien. Tussen deze lagersteunen is een koppelstang 46 aangebracht. De koppelstang 46 vormt met het tweede segment 42 een niet-parallellogramvormige stangenvierzijde. In deze uitvoeringsvorm heeft deze stangenvierzijde dezelfde dimensies als 8303794 * + 7 de door de koppelstang 44 en het eerste segment 41 bepaalde stangenvierzijde. Met deze uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt bereikt, dat ook het derde segment 43 afhankelijk van het eerste segment 41 beweegt. Alle segmenten 41-43 kunnen 5 dus met behulp van één enkele vijzel 45 worden bewogen tussen de in fig. 3 in getrokken lijnen getoonde terug getrokken stand en de in gestippelde lijnen getoonde naar voren bewogen stand. Ook bij de stangenvierzijde die de beweging van het derde segment 43 beheerst zijn de afstanden van de lagersteu-10 nen 47 en 48 tot de hartlijn van het bijbehorende segment resp. 41 en 43 in hoofdzaak gelijk, zodat een in hoofdzaak symmetrische bewegingsmogelijkheid ten opzichte van de gestrekte positie wordt bereikt.
Bij de inrichting 50 van fig. 4, die een eerste seg-15 ment 51 en een tweede segment 52 omvat, is de lagersteun 53 voor de koppelstang 56 voorzien van een aantal aangrijpingspunten 54. Door verplaatsing van de aangrijping van de koppelstang 56 op de lagersteun 53 kan een ander bewegingsverloop van het tweede segment 52, onder invloed van de werking van 20 de vijzel 55 worden bereikt. In de figuur zijn de twee uiterste standen gestippeld weergegeven, in de toestand waarbij de koppelstang in het het dichtst bij de hartlijn van het segment 52 liggende aangrijpingspunt 54 aangrijpt. Te zien is dat het tweede segment 52 in de uiterste standen verder is ge-25 zwenkt ten opzichte van het eerste segment 51 dan het eerste segment 51 ten opzichte van het basissegment 57. Bij aangrijping in een aangrijpingspunt 54 dat op een grotere afstand ligt van de hartlijn van het segment 52 wordt de relatieve zwenking van het tweede segment 52 ten opzichte van het eers-20 te segment 51 geringer. Op deze wijze kunnen de segmenten van de drager aangepast worden aan het te behandelen profiel. Behalve instelmogelijkheden ter plaatse van de lagersteun 53, kunnen ook instelmogelijkheden nabij het basissegment 57 aanwezig zijn.
25 In de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding worden de behandelingsorga-nen van de drager gevormd door vast met de drager verbonden spuitmondstukken. Volgens een ander aspect van de uitvinding kan elk segment ten minste één montagesteun omvatten voor het 8303794 «· * 8 losmaakbaar daaraan monteren van een behandelingsorgaan.
In fig. 5 wordt een segment 60 van een op dergelijke wijze uitgevoerde drager getoond. Het segment 60 is door middel van een scharnier aan één van zijn einden met een niet ge-5 toond ander segment van de drager verbonden. De geleidings-en bewegingsmiddelen voor dit segment 60 zijn voor de duidelijkheid eveneens niet getoond. Het segment 60 is voorzien van twee montagesteunen 62, 63. Op deze nontagesteunen 62, 63 zijn met behulp van bouten 64 houders 65 gemonteerd. Deze houders 10 65 vormen een deel van borstelinrichtingen 66. De borstelin-richtingen 66 omvatten verder een in het einde van de houders 65 gelagerde borstel 68 die aangedreven wordt door een hydro-motor 67. De hydromotor 67 is verbonden met toe- en afvoerlei-dingen 69 voor het toe- resp. afvoeren van hydraulisch fluï-15 dum onder druk aan de motoren 67. De borstels 68 kunnen staal-draadborstels zijn voor het verwijderen van roest of vuil en voor het glad maken van de wand 59. De borstels 68 kunnen ook vezelborstels zijn voor het reinigen van de wand 59.
In fig. 6 wordt in zijaanzicht een segment 70 van een 20 inrichting volgens de uitvinding getoond. Dit segment 70 wordt met de scharniertong 71 verbonden met een aangrenzend segment van de drager. Ook het segment 70 van deze drager is voorzien van een montagesteun 72. Op deze montagesteun 72 is door middel van bouten 73 een gritstraler 74 aangebracht* De 25 gritstraler 74 omvat een kap 75 in het boveneinde waarvan een toevoerschoepenwiel 76 roteerbaar aangedreven is gemonteerd. Onder in de kap 75 bevindt zich een voorraadreservoir 81 voor grit. Uit dit voorraadreservoir 81 wordt grit toegevoerd aan het schoepenwiel 76 door middel van door een leiding 82 toege-30 voerde lucht. Het grit wordt door het schoepenwiel 76 via de leiplaten 77 aan zeer snel bewegende transportbanden 78 toegevoerd. Deze transportbanden 78 werpen het grit met grote snelheid in een straal 79 tegen de wand 80. Van de wand 80 kaatst het grit met het afgenomen vuil terug in de kap 75 en verza-35 melt daarin weer in het reservoir 81, van waar het opnieuw kan worden gebruikt.
De borstelinrichtingen 66 en de gritstraler 74 vormen voorbeelden van behandelingsorganen die op een drager volgens de uitvinding kunnen worden aangebracht. Deze vormen op zich- 8303794 ¥ ♦ 9 zelf geen deel van de onderhavige uitvinding, doch tonen slechts de mogelijkheid van het gebruik van losneembaar op de drager te monteren behandelingsorganen.
Fig. 7 toont een inrichting 84 volgens de uitvinding 5 die grotendeels overeen komt met de in fig. 1 weergegeven inrichting 1. De inrichting 84 omvat een drager 85. Volgens de uitvinding is met de drager 85 een deze slechts naar de (niet getoonde) wand toe vrij latende kap 86 verbonden. De kap 86 is uitgevoerd als een balg 87 die aan zijn randen voorzien is 10 van borstelelementen 88. Door de balgwerking worden de bors-telelementen 88 aan de rand van de balg 87 in contact gehouden met de te behandelen wand, wanneer de drager 85 van de inrichting 84 langs deze wand wordt bewogen. De kap 86 vangt het door de behandelingsorganen afgegeven vrij komende raateri-15 aal en van de wand vrij komend materiaal op. Wanneer de behandelingsorganen zoals getoond gevormd worden door spuitmond-stukken, vangt de kap 86 het verspoten water op, terwijl wanneer de behandelingsorganen gevormd worden door op de wijze van fig. 6 of anderszins uitgevoerde gritstralers het eventu-20 eel vrij komende grit wordt opgevangen. Ook wordt met name het van de wand los gemaakte materiaal, zoals verfresten, opgevangen. In het geval dat de te behandelen wand een scheepswand is, is dit laatste van groot belang, aangezien de voor scheepswanden gebruikte verf gewoonlijk giftig is, teneinde 25 aangroeiing te voorkomen. De kap 86 zorgt ervoor dat geen ongewenste materialen in de omgeving terecht komen.
Het in de kap 86 opgevangen materiaal wordt via een trechter 90 afgevoerd naar een afvoerbuis 91. De balg 86 is voorzien van plooien 89 ter hoogte van de scharnieren van de 30 segmenten. Hierdoor kan de balg 86 de relatieve bewegingen van de segmenten volgen en zich ook met de borstelelementen 88 sluitend tegen gekromde wanden aan leggen.
De inrichting 84 is volgens de uitvinding voorzien van tasters 92, die in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld 35 aangebracht zijn aan de einden van de drager 85. Deze tasters 92 detecteren de afstand tot de te behandelen wand. Zoals zeer schematisch in fig. 7 is aangegeven, kan het signaal van de tasters 92 direkt gebruikt worden voor de besturing van de bewegingsmiddelen gevormd door de vijzels 100 en 101. Elke 8303794 • % 10 taster 92 werkt samen met de bijbehorende vijzel. In fig. 7 is slechts de besturing voor de vijzel 100 getekend. De besturing voor de vijzel 101 wordt identiek uitgevoerd.
Het signaal van de taster 92, die bijvoorbeeld een 5 eindschakelaar of een naderingsschakelaar kan omvatten, wordt toegevoerd aan een besturingsinrichting 93. Al naar gelang de waarde van het gedetecteerde signaal wordt een overeenkomstig stuursignaal door de besturingsinrichting 93 afgegeven via de stuurleiding 95. De stuurleiding 95 is verbonden met het be-10 dieningsorgaan 94 van een als drie-standen-klep uitgevoerde stuurklep 96. De klep 96 kan de zeer schematisch getoonde hydraulische drukleiding 98 en afvoerleiding 97 verbinden met de hydraulische leidingen 99 van de vijzel 100. Wanneer de taster 92 detecteert dat de afstand tot de wand te klein 15 wordt, wordt via de stuurleiding 95 een zodanig signaal aan het bedieningsorgaan 94 toegevoerd dat de klep 96 naar rechts wordt verschoven. Hierdoor wordt hydraulische olie onder druk uit de leiding 98 aan de voorzijde van de vijzel 100 toegevoerd, waardoor deze inschuift, en de afstand van de bijbeho-20 rende segmenten en dus van de taster 92 tot de wand groter wordt. Wanneer door de taster 92 gedetecteerd wordt dat de afstand tot de wand te groot wordt, dan wordt door de stuurinrichting 93 via de stuurleiding 95 aan het bedieningsorgaan 94 een zodanig signaal toegevoerd, dat de klep 96 naar links 25 verschuift, waardoor de vijzel 100 weer uitschuift, en de afstand tot de wand weer wordt verkleind.
Zoals reeds werd opgemerkt, kunnen de besturingsin-richtingen voor de onderste segmenten van de drager 85 volledig onafhankelijk functioneren van de besturingsinrichting 30 voor de bovenste segmenten van de drager 85. (¾) deze wijze wordt een volledig automatische aanpassing van de relatieve stand van de segmenten van de drager aan de kromming van de te behandelen wand bereikt. Van de inrichting 84 behoeft de ondersteuningsinrichting dus slechts zodanig te worden be-35 stuurd, dat de drager 85 in stroken langs de te behandelen wand wordt bewogen. Door de werking van de besturingsinrich-tingen 93 volgt de vorm van de drager 85 automatisch de kromming van de te behandelen wand.
In fig. 1 en fig. 7 wordt getoond dat de afstand van 8303794 11 # * » de drager tot de te behandelen wand met behulp van leidwielen wordt gerealiseerd. Het spreekt echter vanzelf, dat de onder-steuningsinrichting ook zodanig kan zijn uitgevoerd dat deze juiste afstand met behulp van contactloze tasters in stand 5 wordt gehouden. De werking van de tasters van de drager blijft hierdoor onveranderd.
Ingeval de behandelingsorganen gevormd worden door verfspuitmondstukken, kunnen geen borstelelementen aan de kap worden toegepast, die in contact blijven met de scheepswand.
10 in dat geval wordt een kap toegepast die zodanig gedimensioneerd is dat de rand op een kleine afstand van de scheepswand blijft. Met een overeenkomstige constructie kan via de afvoerbuis 91 lucht worden afgezogen die de verfnevel afzuigt. De wand kan dus op alle mogelijke manieren worden behandeld, zon-15 der dat daarbij het milieu wordt belast.
8303794

Claims (9)

9 » 4 v
1. Inrichting voor het behandelen van een wand zoals een scheepswand omvattende een ondersteuningsinrichting met een langs de wand beweegbare kop, en een met de kop verbonden, behandelingsorganen dragende langwerpige drager, met het 5kenmerk, dat de drager een met de kop verbonden basissegment en een aantal onderling scharnierend tot een keten met elkaar en het basissegment verbonden langwerpige segmenten aan ten minste één zijde van het basissegment omvat, en dat bewegings- en geleidingsmiddelen zijn aangebracht voor 10 het ten opzichte van elkaar scharnieren van de segmenten.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen een vast met het basissegment verbonden lagersteun, een vast met het tweede segment vanaf het basissegment verbonden lagersteun en een schar- 15 nierend met deze lagersteunen verbonden koppelstang omvatten, waarbij de koppelstang en het eerste segment een niet-paral-lellogramvormige stangenvierzijde bepalen, en dat de bewegings-middelen een tussen een vast met het basissegment verbonden lagersteun en een vast met één van het aantal segmenten ver- 20 bonden lagersteun aangebrachte hydraulische vijzel omvatten.
3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het aantal segmenten meer dan twee bedraagt en dat de geleidingsmiddelen telkens een vast met elk segment na het tweede segment verbonden lagersteun, een vast 25 met het voor-voorgaande segment daarvan verbonden lagersteun en een scharnierend met deze lagersteunen verbonden koppelstang omvatten, waarbij de koppelstang en het tussenliggende segment een niet-parallellogramvormige stangenvierzijde bepalen.
4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de koppelstang het zich over in hoofdzaak dezelfde afstand uitstrekkende tussenliggende segment kruist, en de afstanden van de lagersteunen tot de hartlijn van het bijbehorende segment in hoofdzaak gelijk zijn.
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat aan het einde van het 8303794 m -% laatste segment een met de bewegingsmiddelen gekoppeld tastor-gaan is aangebracht.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk segment ten minste 5 een montagesteun voor het losmaakbaar daaraan monteren van een behandelingsorgaan omvat.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met de drager een deze slechts naar de wand toe vrij latende kap is verbonden.
8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de kap uitgevoerd is als een aan de randen van borstelelementen voorziene balg.
9. Inrichting volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat de kap van chroomleder is vervaardigd. 8303794
NL8303794A 1983-11-03 1983-11-03 Inrichting voor het behandelen van een wand, zoals een scheepswand. NL8303794A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8303794A NL8303794A (nl) 1983-11-03 1983-11-03 Inrichting voor het behandelen van een wand, zoals een scheepswand.
EP84201544A EP0140451A3 (en) 1983-11-03 1984-10-25 Device for treating a wall e.g. a ship's wall
JP59232276A JPS60114373A (ja) 1983-11-03 1984-11-02 壁面処理装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8303794 1983-11-03
NL8303794A NL8303794A (nl) 1983-11-03 1983-11-03 Inrichting voor het behandelen van een wand, zoals een scheepswand.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8303794A true NL8303794A (nl) 1985-06-03

Family

ID=19842656

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303794A NL8303794A (nl) 1983-11-03 1983-11-03 Inrichting voor het behandelen van een wand, zoals een scheepswand.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0140451A3 (nl)
JP (1) JPS60114373A (nl)
NL (1) NL8303794A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0415330Y2 (nl) * 1985-12-12 1992-04-07
AT507564B1 (de) 2009-01-12 2010-06-15 Hoerbiger Kompressortech Hold Dichtanordnung zur abdichtung einer kolbenstange eines kolbenkompressors
JP7355516B2 (ja) * 2019-03-29 2023-10-03 住友重機械マリンエンジニアリング株式会社 塗装装置、及び塗装方法
CN110588914A (zh) * 2019-08-13 2019-12-20 浙江海洋大学 船舶外表面除锈机器人

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2590400A (en) * 1949-06-06 1952-03-25 Helen Gollnick Tree sprayer
GB1112960A (en) * 1965-12-03 1968-05-08 Jan Vadseth Arrangement for cleaning a ship's hull of marine growth
US4353505A (en) * 1980-08-04 1982-10-12 Leon Kinder Spraying apparatus
NL8004610A (nl) * 1980-08-14 1982-03-16 Stork Serv Bv Dokinrichting.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0140451A2 (en) 1985-05-08
EP0140451A3 (en) 1985-06-12
JPS60114373A (ja) 1985-06-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1234333A (en) Car cleaning system for car washes
US2710616A (en) Cleaner for rain gutters
CA2976414C (en) Gutting device and method for gutting fish
NL8303794A (nl) Inrichting voor het behandelen van een wand, zoals een scheepswand.
AU2008229619A1 (en) Cleaning apparatus
US2631314A (en) Street sweeper
US4535509A (en) Fish-cleaning machine finishing spray accessory
NL8802767A (nl) Inrichting voor het inwendig behandelen van pijpleidingen.
NL8005511A (nl) Olieveeginrichting.
US5005253A (en) Surface cleaning apparatus
JPS6099791A (ja) 船渠内で用いる機械的船底処理装置
EP0899021A1 (en) Painting device
EP0256699A2 (en) Internal body cleaner
AU2001258600A1 (en) Carcass cleaning devices and methods
EP0507999B1 (en) Fume exhaust device
US819178A (en) Street-sweeper.
NL194868C (nl) Inrichting voor het verwijderen van sedimentafzettingen.
NL8403435A (nl) Werkwijze en inrichting voor het desinfekteren van een carcas.
FR2667334A1 (fr) Aspiratrice pour travaux routiers de balayage et d'aspiration de dechets.
US550014A (en) Street-sweeper
SU998833A1 (ru) Скреперное устройство агломерационных машин
JPS6025169B2 (ja) 洗浄装置
NL9100342A (nl) Verbeterde ontstoppingsmachine.
US249159A (en) Adjustable traveling hog scraping machine
NL8500048A (nl) Inrichting voor het reinigen van de wand van een pijpleiding.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed