NL8303689A - Roetzwartbrander. - Google Patents
Roetzwartbrander. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8303689A NL8303689A NL8303689A NL8303689A NL8303689A NL 8303689 A NL8303689 A NL 8303689A NL 8303689 A NL8303689 A NL 8303689A NL 8303689 A NL8303689 A NL 8303689A NL 8303689 A NL8303689 A NL 8303689A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- oil
- atomizing
- carbon black
- medium channel
- feed oil
- Prior art date
Links
Classifications
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C09—DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- C09C—TREATMENT OF INORGANIC MATERIALS, OTHER THAN FIBROUS FILLERS, TO ENHANCE THEIR PIGMENTING OR FILLING PROPERTIES ; PREPARATION OF CARBON BLACK ; PREPARATION OF INORGANIC MATERIALS WHICH ARE NO SINGLE CHEMICAL COMPOUNDS AND WHICH ARE MAINLY USED AS PIGMENTS OR FILLERS
- C09C1/00—Treatment of specific inorganic materials other than fibrous fillers; Preparation of carbon black
- C09C1/44—Carbon
- C09C1/48—Carbon black
- C09C1/50—Furnace black ; Preparation thereof
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C01—INORGANIC CHEMISTRY
- C01P—INDEXING SCHEME RELATING TO STRUCTURAL AND PHYSICAL ASPECTS OF SOLID INORGANIC COMPOUNDS
- C01P2006/00—Physical properties of inorganic compounds
- C01P2006/19—Oil-absorption capacity, e.g. DBP values
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C01—INORGANIC CHEMISTRY
- C01P—INDEXING SCHEME RELATING TO STRUCTURAL AND PHYSICAL ASPECTS OF SOLID INORGANIC COMPOUNDS
- C01P2006/00—Physical properties of inorganic compounds
- C01P2006/60—Optical properties, e.g. expressed in CIELAB-values
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Pigments, Carbon Blacks, Or Wood Stains (AREA)
- Nozzles For Spraying Of Liquid Fuel (AREA)
Description
irS
N.0. 31880 1
Roetzwarebrander.
Roetzwart kan worden vervaardigd door middel van verschillende werkwijzen, waarvan de meest gebruikelijke zijn de lamproetwerkwijze, de kanaalwerkwlj ze, de werkwijze met gasverbrandingsoven, de werkwijze met olieverbrandingsoven, de thermische werkwijze en de etheenroetwerk-5 wijze. Bij de werkwijze met olieverbrandingsoven, de meest economische en meest wijd verspreide algemene werkwijze wordt een koolwaterstof brandstof verbrand met een oxidant, zoals lucht, in een gesloten kamer, gewoonlijk vuurvast bekleed en een toevoerolie wordt in de verkregen verbrandingsgassen geïnjecteerd. De roetzwartindustrie gebruikt een 10 zeer grote variëteit aan systemen voor het mengen en invoeren van de toevoerolie, oxidant en verbrandingsbrandstof in een reactor met olieverbrandingsoven en heeft een verscheidenheid van vormen van de reactor ontwikkeld bij een poging cm de gewenste combinatie van eigenschappen in het uiteindelijke product te bereiken. Een essentieel deel van een 15 ovenzwartsysteem met olieverbrandingsoven is dat de gehele hoeveelheid toevoerolie die wordt ingebracht wordt verstoven in tot zeert fijne druppels zodat hij snel kan worden verdampt voor het ondergaan voordat vorming optreedt. Elke olie die een reactie ondergaat als een vloeistof voordat hij is verdampt heeft de neiging ongewenste korrelige deeltjes 20 te vormen in het roetzwartprodukt. Het verstuiven wordt in het algemeen uitgevoerd door mengen van de toevoerolie met een stroom onder druk staand medium, zoals lucht, of door het injecteren van olie onder hoge druk door verstuivingsmondstukken. Eigenschappen zoals afmeting, concentratie, of sproeipatroon van de druppels beïnvloedt op efficiënte 25 wijze de verstuiving van de olie wat op zijn beurt het roetzwartproduct beïnvloeden.
Volgens de uitvinding wordt een roetzwartbrander met olieverbrandingsoven verschaft die van nut is voor het reduceren van het korrelge-halte van een roetzwartproduct, waar dit een probleem is.
30 Er is geen duidelijke theorie die in het bijzonder betrekking heeft op de effecten van het toepassen van verschillende structurele modificaties in samenstellen met koolzwartbranders. In het bijzonder is er gebrek aan eenstemmigheid met betrekking tot de wijze waarop dergelijke structurele modificaties van de brander de eigenschappen van het 35 roetzwart, dat daardoor wordt vervaardigd, kan beïnvloeden. Gebleken is echter dat de branderkonstruktie, volgens onderhavige uitvinding, in het bijzonder van voordeel is voor het reduceren van het korrelgehalte van een roetzwart vervaardigd met een werkwijze met olieverbrandings- 8303889 η V , * 2 oven waar toegevoerde olie wordt verstoven voor de injectie in een verbrand ing sgas s troom.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een brandersa-menstel met een inwendige verstuivingsinrichting voor het vormen van 5 een verstoven stroom toevoerolie die wordt afgegeven door een opening in een verbrandingsgasvlam. De olie afvoeropening is in het bijzonder omgeven door een aantal poorten die verbrandingsgas afgeven dat combineert met oxiderende lucht voor het vormen van een scherm van hete verbrandingsgassen die de olienevel omgeeft als het in de reactiekamer 10 wordt geïnjecteerd. Om een effectieve vernevelde straal te verschaffen van toevoerolie, die op efficiënte wijze is verdampt en een laag gehalte aan korrels koolzwart verschaft, is tenminste een toevoerolie-uitlaat geplaatst om toevoerolie radiaal te injecteren in een verstuiving smediumkanaal op een punt in het brandersamenstel nabij het einde 15 van het verstuivingsmediumkanaal dat in verbinding staat met de afgeef-opening die uitmondt in de reactiekamer. Bij gebruikmaking van een dergelijke uitvoering wordt de toevoerolie verstoven door hem radiaal te injecteren in een stroom verstoven medium stromende door een leiding waardoor de toegevoerde olie wordt gedispergeerd in kleine druppeltjes 20 die worden afgegeven als een fijne nevel door een afgeefopening in de reactor voor het verdampen en het vormen van roetzwart. Bij voorkeur is een aantal toevoerolie-uitlaten geplaatst om de toevoerolie radiaal in het verstuivingsmediumkanaal te injecteren.
De uitvinding wordt hierna duidelijker uiteen gezet aan de hand 25 van een tekening die een doorsnede toont van een afvoereinde van een de voorkeur hebbende uitvoering van de brander volgens de uitvinding.
De roetzwartbrander 10 omvat in het algemeen drie concentrische hoofdleidingen die respectievelijk in elkaar zijn geplaatst: de buitenste leiding 12, de olieleiding 14 en de verstuivingsmediumleiding 16.
30 De binnenste en buitenste oppervlakken van de olieleiding 14 en de verstuivingsmediumleiding 16 zijn in de leiding 12 van de brander geplaatst met speling voor het vormen van ringvormige kanalen 18 en 20.
De concentrische leidingen eindigen gezamelijk op een afvoertop 22 van een brander. De einden van de branderleiding 12 en de olieleiding 14 35 lopen taps toe voor het opnemen van de van schroefdraad voorziene einden van de afvoertop 22. In de afvoertop 22 is een ringvormig kanaal 24 gevormd dat in verbinding staat met het ringvormige kanaal 18 en zich uitstrekt naar een aantal afvoerpoorten 26 die liggen in een gemeenschappelijk vlak loodrecht op de hartlijn van het brandersamenstel en 40 zijn op gelijke wijze langs de omtrek op afstand van elkaar geplaatst 8303539 * h· 3 t om de afvoertop. In het midden van de afvoertop 22 is een uitlaatkanaal 28 geplaatst dat In verbinding staat met het mediumkanaal 17 en zich uitstrekt naar de afvoeropening 30. De wanden van de verstuivingsme-diumleiding 16 omvatten een aantal olie-uitlaatkanalen 32, die in ver-5 binding staan met het ringvormige kanaal 22 en uitmonden in het mediumkanaal 17 nabij het einde ervan dat in verbinding staat met kanaal 28.
De uitlaten 32 liggen op gelijke afstand van elkaar in een gemeenschap-schappelijk vlak om de omtrek van de leiding 16.
Tijdens de werking van de brander 10 wordt een verbrandingsgas, 10 aangegeven met de pijl 6, aan een poort toegevoerd aan het op afstand liggende einde (niet weergegeven) van het brandersamenstel en stroomt door een ringvormig kanaal 18, waarbij de ruimte wordt bepaald door de buitenwand van de olieleiding 14 en de binnenwand van de branderleiding 12. Aan mondstukeinde 22 van de brander treedt het gas in een kanaal 24 15 en stroomt weg in de verbrandingsoven (niet weergegeven) via een aantal afgeefopeningen 26 die in omtreksrichting op afstand van elkaar zijn geplaatst om de mondstuktop.
Toevoerolie, aangegeven met de pijl 0, wordt in de brander 10 gebracht door een opening aan het op afstand liggende einde (niet weerge-20 geven) van het brandersamenstel en stroomt door een ringvormig kanaal 20, waarbij de ruimte wordt bepaald door de buitenwand van de verstui-vingsmediumleiding 16 en de binnenwand van de olieleiding 14. Op het afgeefeinde 22 van de brander treedt de toevoerolie in de uitlaatkanalen 32, die op gelijke afstand van elkaar liggen over de omtrek van de 25 verstuivingsmediumleiding 16 en strekt zich uit naar het mediumkanaal 17. Uitlaten 32 zijn aanwezig om de toevoerolie radiaal te injecteren in het mediumkanaal 17.
Verstuivingsmedium, zoals lucht onder druk, aangegeven met pijl A, wordt in de brander 10 geleid door een opening aan het op afstand lig-30 gende einde (niet weergegeven) van het brandersamenstel en stroomt door kanaal 17, dat in verbinding staat met kanaal 28, naar het afgeefeinde 22 van de brander. Omdat het verstuivingsmedium stroomt door de leiding 16 dient het om de toevoerolie te verstuiven die wordt geïnjecteerd in het mediumkanaal door de uitlaten 32. De oliedruppels worden enigszins 35 gemengd met het verstuivingsmedium en worden gevoerd door kanaal 28 naar de afgeefopening 30. De verstoven oliestroom treedt uit als een nevel door de afgeefopening 30 in de verbrandingsoven (niet weergegeven) . De toevoerolie wordt omgeven door de verbrandingsgasvlam om te reageren wat resulteert in het vormen van roetzwart in overeenstemming 40 met gebruikelijke en bekende werkwijzen.
8303539 * 'i 4
De tekening toont een voorkeursuitvoering van de uitvinding waarbij het afvoerkanaal divergeert naar de afvoeropening 30 voor deze uitmondt in het afgeefeinde* Zes olie-uitlaten 32 zijn weergegeven die op gelijke onderlinge afstand zijn geplaatst om het kanaal van de verstui-5 vingsmediumleiding op een punt direct voor het afgeefeinde. Een divergerende doorsnede voor de afvoeropening is niet vereist; de verstui-vingsmediumleiding kan direct lopen naar de afgeefopening of combinaties van rechte, convergerende en divergerende delen kunnen worden toegepast· 10 Een de voorkeur hebbende uitvoering, als weergegeven in de teke ning, is een uitvoering waarbij de toevoerolie radiaal naar binnen wordt geïnjecteerd in een verstuivingsmediumstroom vanaf een aantal uitlaten die op gelijke afstand van elkaar liggen over de omtrek van een verstuivingsmediumleiding. Het radiaal inbrengen van toevoerolie 15 kan echter ook worden uitgevoerd met andere inrichtingen. De injectie-inlaten voor toevoerolie behoeven niet op gelijke onderlinge afstand te zijn geplaatst ten opzichte van elkaar om de omtrek van de verstuivingsmediumleiding noch moeten zij op gelijke afstand zijn geplaatst vanaf de afgeefopening. Bovendien kan de radiale injectie van de olie 20 in de verstuivingsstroom radiaal naar buiten plaats hebben vanaf het midden van de verstuivingsmediumleiding. Radiale toevoer naar buiten kan gemakkelijk worden verkregen door de aanwezigheid van een toevoer-olieleiding die concentrisch is geplaatst in een verstuivingsmediumleiding. Uitlaatkanalen kunnen om de omtrek van de olieleiding worden ge-25 plaatst voor het injecteren van toevoerolie radiaal naar buiten in het ringvormig verstuivingsmediumkanaal dat de olieleiding omgeeft.
De volgende beproevingsprocedures zijn toegepast voor het evalueren van de analytische en fysische eigenschappen van de zwarte bolletjes vervaardigd volgens onderhavige uitvinding.
30 Jodiumadsoptiegetal
Het jodiumadsorptiegetal van een roetzwart wordt bepaald in overeenstemming met ASTM testwerkwijze D-1510-70.
Spectronisch 20
Deze werkwijze dient voor het bepalen van de mate van ontkleuring 35 van tolueen door roetzwart door middel van een spectrofotometer. Het percentage overdracht wordt bepaald in overeenstemming met ASTM proef-methode D-1618.
Dibutylftalaat (DBP) absorptiegetal
Het DBP absorptiegetal van een roetzwart wordt bepaald in overeen-40 stemming met ASTM proefmethode D-2414-76.
8303689 * ·+ 5
Kleursterkte
De kleursterkte van een monster roetzwart wordt bepaald ten opzichte van een industrieel referentiezwart in overeenstemming met ASTM proefwerkwijze D-3265-76a.
5 Korrelgehalte
Het korrelgehalte van een monster wordt bepaald door het vormen van een waterige dispersie van het betreffende zwart en het leiden ervan door een gewenste standaard zeef* De 45 korrel die is aangegeven is bepaald door het residu in de waterzeef onder gebruikmaking van een 325 10 "mesh" zeef, in overeenstemming met de ASTM proefwerkwijze D-1514-60.
De volgende tabellen geven een lijst van typische werkomstandigheden voor een brandersamenstel volgens de uitvinding. In de proefnemingen volgens het voorbeeld wordt de betreffende brander gebruikt samen met een geschikte reactie-inrichting die in het algemeen een cillndri-15 sche, vuurvast beklede reactor omvat. De brander is axiaal geplaatst aan een einde van de reactor met zijn top zo ingesteld dat een nevel verstoven toevoerolie wordt gebracht in een reactiekamer met een bin-nendiameter van 0,91 m. De brandertop is geplaatst om een intreekanaal met een diameter van 38,1 cm en een lengte van 11,4 cm welk kanaal di-20 vergeert naar de diameter van de reactiekamer. Verbrandingslucht wordt ingebracht in de reactiekamer via het ringvormige kanaal gevormd door de brander binnen het intreekanaal. Op een punt op 2,67 m benedenstrooms convergeert de reactiekamer tot een diameter van 0,68 m en koelwater sproeimondstukken zijn geplaatst in dit reactorkanaal op 7,62 25 m benedenstrooms vanaf het punt waar de toevoerolie de reactiekamer binnentreedt, om de reactie te beëindigen. Het gevormde roetzwart wordt gekoeld en loopt dan naar een geschikte verzamelinrichting. Het vlokkige zwart wordt vaak verder verwerkt in een tabletteerinrichting waar vrij stromende tabletten worden gevormd.
30 Omstandigheden konden gemakkelijk worden gevarieerd door een per soon die op de hoogte is van het vervaardigen van roetzwart om het resulterende produkt te wijzigen voor het verschaffen van gewenste kor-relafmetingen van het roetzwart. De speciale uitvoeringen en afmetingen van de brander en/of de reactor kunnen ook modificaties vereisen bij de 35 gebruikte werkomstandigheden.
83 S3 3 S G 9 EO: 0 033 065 ___Μ * * 6
Tabel A
proef 1 brander olie uitlaten (no x diameter) 6 x 3,3 mm 5 verstuivingsmediumkanaal (diameter) 1,588 cm verbrandergasuitlaatpoorten (no. x diameter x positie 6 x 4 mm 45° koelpositie benedenstrooms van brandertop werkomsatandigheden 10 verbrandingslucht hoeveelheid 0,857 m^/sec
temperatuur 375°C
verstuivingslucht hoeveelheid 0,028 m^/sec 15 druk 0,276 M Pa verbrandingsgas hoeveelheid 0,003 m^/sec druk 0,827 M Pa toevoer olie 20 hoeveelheid . 0,003 m^/sec druk 0,448 M Pa
temperatuur ' 149°C
koeltemperatuur KT*” g/w? 63,4 gms/m^
koeltemperatuur 777°C
25 eigenschappen roetzwart vlokkig zwart jodium 29 mg/g 30 spectrum 59% overdracht DBP absorptie 64 cm^/100 g getabletteerd zwart jodiumgetal 30 mg/g spectrum 20 88% overdracht 35 DBP absorptie 62 cm^/100 g kleursterkte 56%
45 micron GRIT
totaal 0,0074 gew.% magnetisch 0,0017 gew.% 8303689 7 * ' ί
Een ander stel proeven werd uitgevoerd onder toepassing van de omstandigheden aangegeven in de hierna volgende tabel B. De gebruikte proefprocedures om de analytische eigenschappen van de zwarte tabletten te evalueren die onder toepassing van de uitvinding zijn vervaardigd, 5 zijn dezelfde als die boven aangegeven. De analytische eigenschappen zijn opgenomen in de hierna volgende tabel C.
8303689 ¥ 8 o m 'ί- Ο 1 I i cn co S <· on oo vo «er co «er m co es <f c\ co o es _ * a * no on oo osf ο ο ο Γ" σ es «j (\| « * νΟ A Α a a * * ·4Γ * η* «ί id rS νΟ Γ"«· Ο cO Ο © Ο 1—ι Ο Ο ι—I 00 f"« σ»
ι—I
ο m «er co ^ co a «er co n» i—i m co «d· m co co i—i on vo o es X . k vo os os om o o\ o n» on o co es * a cs · « · · « « *r * no CO \0 |H NO o co OO OO o O 1-1 CO I" ca r-1 ^ r-l ι—I 0)
.O
cd H o m «er ©
I ι I
co CO 0 O es Ό nO ·<Τ coo in in co os os c0 O os ^ A x NO on sT O -er OO O © CJ\ r-( CVj Α λ CS Λ A AA A A <t* O0 P'·'· csoi-ivon· oco oo o (h o o r-ι a r* o
NO
η n cd ft
•Η O
«O P P
/-N P O
cd <D 3 ...
•*H i-H Ό 'O CJ CJ CJ
-d cd e o <u ω Q) cd cd P to to to x: e μ ο. -v.
cd s m to co co co • jüi <u ö oo S B Θ muum-icuc p _ 3 Λ P «β -d <H t) P -C *3 „ "β 2 b u v_r O O C <D -d *H 3 Ο Ή 5 *H •'I^S 2 aoed .c e cu 3 3 a> cd cd id cd <u cd s 2 3 r-l ft ► Ö0 Cd W ιΗ Λ ft OO^Sft -p ft P g (0 to CO n—' ·Η P r-l Cd to H BH r-l Cd ti P 60 60 fl ί «I n M « S tpojs © g S ft 2
cdööto 3 p <u <u 3 d) 3 d) ·η« ο) P
3 5 5 u S S > > it - a fc jj Tlii^g4 s +j>-o«d « > <d a > © © -dtus ο oj s a a ft
P Ή iH 3 3 to O CD «Η Ο p COP ft © P g P
<0 3 3 cd r-l I H ,3 +J 3 ,3 Ό. 3 ,3 T3 0) ,3 «d P TO <U
ή Ό u p ft q Λ p ft © S,i3 <UC<UC0^lH^3 co ,3 > OO Vi
OCdfHpplUPP P ft ft J.S
PPHtUdOgO g g P +, 3 ft Ο O > > 5 p > > P W .* 1303689 9
De bovenstaande gegevens verschaffen een reeks proeven die zijn uitgevoerd om de productie van SRF type roetzwart te demonstreren. Behalve het voldoen aan de specificaties voor een SRF roetzwart, werden ook zeer gunstige lage korrelniveau's verkregen.
5 De olietoevoer gebruikt in de proeven 1 tot 4 waren mengsels van drie afzonderlijke toevoeren waarvan de typische samenstellingen en eigenschappen hierna worden gegeven. Bij proef 1 werd een mengsel van 95% toevoerolie II en 5% toevoerolie III gebruikt; bij proef 2 een mengsel van 75% toevoerolie 1 en 25% toevoerolie II; bij proef 3 werd 10 een mengsel van 50% toevoerolie I en 50% toevoerolie II gebruikt en bij proef 4 100% toevoerolie II.
8303689 > — 10
Toevoerolie I
waterstof (%) 8,5 koolstof (%) 91,5 waterstof/koolstof/atoomverhouding 1,11 5 zwavel (%) 0,04 asfaltenen (%) 6 API Grav. @ 15,6°C +1,5 soortelijk gewicht @ 15,6°C 1,052
SAYBOLT UNIVERSALE VISCOSITEIT
10 54,4°C 250 98,9°C 62
Sediment (%) 0,06 as (%) 0,002 natrium (ppm) 2 15 kalium (ppm) 0,2 I.B.P., °C 204 50% B.P., °C 370 BMCI (Visc./sg) 117 BMCI (50% B.P./sg) 134 20 aromaten (%) 90 saturaten 10 AROMATISCHE RINGVERDELING (% van de aromaten) 1- ring (%) '25 2- ring (%) , 50 25 3-ring (%) 12 4- ring (%) 8 5- ring (%) en hoger 5 koolstof residu, "Ramsbottom" (%) 8 kg/m3 8,11 (971,6) 30 koolstofresidu TGA ( %) 2,9 8303689 11
Toevoerolie XI
waterstof (%) 7,6 koolstof (%) 92,3 5 waterstof/koolstof/atoomverhouding 0,98 zwavel (Z) 0,06 asfaltenen (%) 3 API Grav. @ 15,6°C +6 soortelijk gewicht @ 15,6°C 1,029
10 SAYB0LT UNIVERSALE VISCOSITEIT
54,4°C 40 98,9°C 32
Sediment (%) 0,02 as (Z) 0,002 15 natrium (ppm) 2 kalium (ppm) 0,1 I.B.P., °C 204
50Z B.P., °C NA
BMCI (Visc./sg) 115
20 BMCI (50Z B.P./sg) NA
. aromaten (Z) 99 saturaten 1 AROMATISCHE RINGVERDELING (Z van de aromaten) 1-ring (Z) 12 25 2-ring (Z) 55 3- ring (Z) 14 4- ring (Z) 15 5- ring (Z) en hoger 4 koolstof residu, "Ramsbottom" (Z) 6 30 kg/m3 7,91 (971,7) koolstof residu TGA ( Z) - - 8303689 * ' 12
Toevoerolie III
waterstof (%) 7,3 koolstof (%) 92,4 waterstof/koolstof/atoomverhouding 0,94 5 zwavel (%) 0,2 asfaltenen (%) 14 API Grav. @ 15,6°C +0,8 soortelijk gewicht @ 15,6°C 1,170
SAYBOLT UNIVERSALE VISCOSITEIT
10 54,4°C 110 98,9°C 44
Sediment (%) 0,008 as (%) 0,002 natrium (ppm) 2 15 kalium (ppm) 0,2 I.B.P., °C 210 50% B.P., °C 280 BMCI (Visc./sg) 123 BMCI (50% B.P./sg) 116 20 aromaten (%) 99 saturaten 1 AROMATISCHE RINGVERDELING (% van de aromaten) 1- ring (%) 12 2- ring (%) 56 25 3-ring (%) 12 4- ring (%) 15 5- ring (%) en hoger 5 koolstof residu, "Ramsbottom” (%) 12 kg/m3 8,23 (986,0) P 3 0 ·· ' :> Λ Λ.
13 ψ
Het verbrandingsgas gebruikt in alle voorbeelden was aardgas met de volgende samenstelling en verwarmingswaarde: methaan 92,3 % ethaan 3,6% 5 propaan 0,9% butaan 0,2% stikstof 2,8% carbondioxide CO2 0,2% gross J/m^ 31648 10 net J/m3 28573
De brander volgens de uitvinding bleek in het bijzonder van voordeel te zijn bij het vervaardigen van half versterkend ovenroetzwart met laag korrelgehalte. (SRF) % •k 4 8303689
Claims (10)
1. Roetzwart brandersamenstel met een inwendige verstuivingsin-richting voor het vormen van een verstoven stroom toevoerolie die wordt afgegeven door een opening in een verbrandingsgasvlam» waarbij de toe-5 voerolie vernevelingsinrichting het kenmerk heeft, dat tenminste een toevoerolie uitlaat is geplaatst om toevoerolie radiaal in een verstui-vingsmediumkanaal te injecteren, waarbij genoemde olie uitlaat is geplaatst in de nabijheid van het einde van het verstuivingsmediumkanaal, dat in verbinding staat met de afgeefopening.
2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste een toevoerolie uitlaat is geplaatst om toevoerolie radiaal naar binnen te injecteren in een verstuivingsmediumkanaal.
3. Samenstel volgens conclusie 1 gekenmerkt door tenminste een toevoerolie uitlaat die zo is geplaatst dat toevoerolie radiaal naar 15 buiten in een verstuivingsmediumkanaal wordt geïnjecteerd.
4. Samenstel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat een aantal toevoerolie uitlaten is geplaatst voor het injecteren van toevoerolie radiaal in een verstuivingsmediumkanaal.
5. Samenstel volgens conclusie 1 gekenmerkt door een aantal toe- 20 voerolie uitlaten geplaatst om de omtrek van een verstuivingsmediumkanaal dat in verbinding staat met een afgeefopening waarbij genoemde olie uitlaten zijn geplaatst in de nabijheid van het einde vah het verstuivingsmediumkanaal dat in verbinding staat met de afgeefopening, welke toevoerolie uitlaten zo zijn geplaatst dat zij de olie radiaal 25 naar binnen injecteren in het verstuivingsmediumkanaal.
6. Samenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat zes toevoerolie uitlaten op onderling gelijke afstand zijn geplaatst om de omtrek van het verstuivingsmediumkanaal.
7. Werkwijze met olie verbrandingsoven voor het vormen van roet- 30 zwart met gereduceerd korrelgehalte, gekenmerkt door het injecteren van een toevoerolie radiaal in een stroom verstuivingsmedium die stroomt door een leiding in een roetzwartbranderstel op een plaats in genoemde leiding in de nabijheid van het afvoereinde van de verstuivingsmedium-leiding, waarbij genoemde toevoerolie wordt verstoven tot druppels door 35 de genoemde verstuivingsmediun en het sproeien van de verstoven olie-druppel in een reactiekamer voor het vormen van roetzwart.
8. Werkwijze volgens conclusie 7 gekenmerkt door het injecteren van de toevoerolie radiaal naar binnen in de stroom verstuivingsmedium.
9. Werkwijze volgens conclusie 7 gekenmerkt door het injecteren -n ** 5 a | Λ * -- fc van toevoerolie radiaal naar buiten in de stroom verstuivingsmedium.
10· Werkwijze volgens conclusie 8 gekenmerkt door het injeceteren van de toevoerolie in de stroom verstuivend medium op een aantal punten om de omtrek van de verstuivingsmediumleiding. ******** * t k Λ — 4 ··- Λ < v V w -r ^ 'S
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
GB8230640 | 1982-10-27 | ||
GB08230640A GB2129710B (en) | 1982-10-27 | 1982-10-27 | Carbon black burner |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8303689A true NL8303689A (nl) | 1984-05-16 |
Family
ID=10533857
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8303689A NL8303689A (nl) | 1982-10-27 | 1983-10-26 | Roetzwartbrander. |
Country Status (12)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4726934A (nl) |
JP (2) | JPS5998167A (nl) |
AR (1) | AR240590A1 (nl) |
AU (1) | AU561412B2 (nl) |
CA (1) | CA1232191A (nl) |
DE (1) | DE3338621A1 (nl) |
ES (2) | ES8507591A1 (nl) |
FR (1) | FR2535334B1 (nl) |
GB (1) | GB2129710B (nl) |
IT (1) | IT1194440B (nl) |
NL (1) | NL8303689A (nl) |
NZ (1) | NZ206038A (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0209800A3 (de) * | 1985-07-16 | 1989-08-30 | Bera Anstalt | Verfahren zur Herstellung von aschearmem und elektrisch leitendem Russ |
US4915036A (en) * | 1988-02-26 | 1990-04-10 | Fuel Tech, Inc. | Boiler and injector for reducing the concentration of pollutants in an effluent |
ATE113868T1 (de) * | 1988-02-26 | 1994-11-15 | Fuel Tech Inc | Verfahren zur ermässigung der konzentration von schadstoffen in abgasen. |
US4985218A (en) * | 1989-03-03 | 1991-01-15 | Fuel Tech, Inc. | Process and injector for reducing the concentration of pollutants in an effluent |
US5484107A (en) * | 1994-05-13 | 1996-01-16 | The Babcock & Wilcox Company | Three-fluid atomizer |
GB0810299D0 (en) * | 2008-06-06 | 2008-07-09 | Rolls Royce Plc | An apparatus and method for evaluating a hydrocarbon to determine the propensity for coke formation |
Family Cites Families (30)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1785802A (en) * | 1923-11-16 | 1930-12-23 | Adams Henry | Atomizing jet nozzle |
US1593497A (en) * | 1926-02-25 | 1926-07-20 | Thomas C Kerr | Fuel-oil atomizer and burner |
GB292137A (en) * | 1927-06-15 | 1928-11-29 | Naugatuck Chem Co | Method of and apparatus for treating solutions |
US1826776A (en) * | 1928-07-20 | 1931-10-13 | Charles O Gunther | Liquid fuel burner and method of atomizing liquids |
US1975067A (en) * | 1932-08-15 | 1934-09-25 | Pioneer Corp | Fuel burner |
US2413586A (en) * | 1943-07-15 | 1946-12-31 | United Carbon Company Inc | Apparatus for producing carbon black |
US2532851A (en) * | 1946-10-21 | 1950-12-05 | Meyer Balzer Fuel Unit Inc | Liquid fuel atomizer |
US2812212A (en) * | 1951-04-17 | 1957-11-05 | Babcock & Wilcox Co | Liquid fuel burner |
BE511837A (nl) * | 1951-06-04 | |||
US3009787A (en) * | 1958-12-01 | 1961-11-21 | Continental Carbon Co | Apparatus for making carbon black |
US3046096A (en) * | 1958-12-02 | 1962-07-24 | Columbian Carbon | Carbon black manufacture |
US3203767A (en) * | 1962-05-18 | 1965-08-31 | Continental Carbon Co | Apparatus for producing carbon black |
BE657350A (nl) * | 1963-12-23 | |||
US3353915A (en) * | 1964-12-04 | 1967-11-21 | Continental Carbon Co | Method and apparatus for making carbon black |
US3443761A (en) * | 1966-12-15 | 1969-05-13 | Continental Carbon Co | Burner and hydrocarbon injection assembly for carbon black reactors |
FR2002384A1 (nl) * | 1968-02-22 | 1969-10-17 | Degussa | |
GB1275255A (en) * | 1968-07-18 | 1972-05-24 | Lucas Industries Ltd | Liquid atomising devices |
US3567395A (en) * | 1968-10-21 | 1971-03-02 | Phillips Petroleum Co | Apparatus for producing carbon black |
GB1253875A (en) * | 1969-03-06 | 1971-11-17 | Babcock & Wilcox Co | Improvements in liquid fuel burner atomizers |
GB1366890A (en) * | 1970-09-30 | 1974-09-18 | Decafix Ltd | Atomisers |
US3755543A (en) * | 1971-08-16 | 1973-08-28 | Continental Carbon Co | Air cooled porous metal pipe for use in feedstock injection assembly |
US4014654A (en) * | 1972-12-20 | 1977-03-29 | J. M. Huber Corporation | Apparatus for producing carbon black |
US3867092A (en) * | 1974-02-27 | 1975-02-18 | Babcock & Wilcox Co | Ignitor |
US4195068A (en) * | 1974-03-06 | 1980-03-25 | Deutsche Gold- Und Silber-Scheideanstalt Vormals Roessler | Process for the production of furnace black |
DE2530371B2 (de) * | 1975-07-08 | 1981-05-21 | Degussa Ag, 6000 Frankfurt | Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung von Ruß |
DE2608417C3 (de) * | 1976-03-01 | 1981-02-12 | Degussa Ag, 6000 Frankfurt | Verfahren und vorrichtung zur herstellung von russ |
CA1086162A (en) * | 1976-08-30 | 1980-09-23 | Elisha W. Erb | Pneumatic nebulizer and method |
FR2473909A1 (fr) * | 1980-01-23 | 1981-07-24 | Ashland Chemical France Sa | Procede d'injection d'un hydrocarbure dans un four de production de noir de carbone et injecteur pour la mise en oeuvre du procede |
US4394350A (en) * | 1980-04-30 | 1983-07-19 | Phillips Petroleum Company | Method and apparatus for vortex flow carbon black production |
US4328199A (en) * | 1980-09-12 | 1982-05-04 | Phillips Petroleum Company | Method for producing carbon black |
-
1982
- 1982-10-27 GB GB08230640A patent/GB2129710B/en not_active Expired
-
1983
- 1983-10-21 NZ NZ206038A patent/NZ206038A/en unknown
- 1983-10-21 FR FR838316811A patent/FR2535334B1/fr not_active Expired
- 1983-10-21 CA CA000439487A patent/CA1232191A/en not_active Expired
- 1983-10-25 DE DE19833338621 patent/DE3338621A1/de not_active Withdrawn
- 1983-10-26 AU AU20575/83A patent/AU561412B2/en not_active Ceased
- 1983-10-26 AR AR29465083A patent/AR240590A1/es active
- 1983-10-26 JP JP58200699A patent/JPS5998167A/ja active Granted
- 1983-10-26 NL NL8303689A patent/NL8303689A/nl not_active Application Discontinuation
- 1983-10-26 ES ES526778A patent/ES8507591A1/es not_active Expired
- 1983-10-27 IT IT23486/83A patent/IT1194440B/it active
-
1985
- 1985-05-28 ES ES543563A patent/ES8603547A1/es not_active Expired
- 1985-09-27 US US06/781,277 patent/US4726934A/en not_active Expired - Fee Related
-
1987
- 1987-01-16 JP JP62007958A patent/JPS62223273A/ja active Granted
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
IT8323486A0 (it) | 1983-10-27 |
JPH0134541B2 (nl) | 1989-07-19 |
ES543563A0 (es) | 1986-01-01 |
FR2535334B1 (fr) | 1985-07-26 |
JPS62223273A (ja) | 1987-10-01 |
ES526778A0 (es) | 1985-10-01 |
IT8323486A1 (it) | 1985-04-27 |
GB2129710B (en) | 1986-04-23 |
AU2057583A (en) | 1984-05-03 |
JPS5998167A (ja) | 1984-06-06 |
DE3338621A1 (de) | 1984-05-03 |
AR240590A1 (es) | 1990-05-31 |
JPS6233260B2 (nl) | 1987-07-20 |
US4726934A (en) | 1988-02-23 |
ES8507591A1 (es) | 1985-10-01 |
GB2129710A (en) | 1984-05-23 |
CA1232191A (en) | 1988-02-02 |
ES8603547A1 (es) | 1986-01-01 |
NZ206038A (en) | 1986-06-11 |
FR2535334A1 (fr) | 1984-05-04 |
IT1194440B (it) | 1988-09-22 |
AU561412B2 (en) | 1987-05-07 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
DE69519197T2 (de) | Zerstäuber für die Verbrennung von flüssigem Brennstoff mit kleinem Sprühwinkel | |
US3959008A (en) | Carbon black | |
DE69212686T2 (de) | Brenneranlage für fliessfähige Abfallstoffe | |
US2292355A (en) | Manufacture of amorphous carbon | |
US2599981A (en) | Carbon black | |
US3828700A (en) | Process for the smokeless burning of residues, and apparatus therefor | |
US2659662A (en) | Process for producing carbon black | |
US2420999A (en) | Apparatus for the manufacture of amorphous carbon | |
NL8303689A (nl) | Roetzwartbrander. | |
US2659663A (en) | Process for producing carbon black | |
US3003854A (en) | Manufacture of carbon black | |
DE975285C (de) | Verfahren zur Herstellung von Ofenruss | |
US2525276A (en) | Method of cracking hydrocarbons | |
WO1999024756A1 (de) | Verfahren und reaktor zur verbrennung von brennstoffen | |
US2319591A (en) | Method of treating imperfectly combustible liquids or semiliquids | |
DE1592853A1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung von Russ | |
US4640675A (en) | Method of burning low hydrogen content fuels | |
DE3242699C1 (de) | Verfahren zur autothermen Vergasung von festen und flüssigen Brennstoffen im Flugstrom | |
US2980511A (en) | Carbon black manufacture | |
DE69614124T2 (de) | Verfahren und reaktor zur behandlung von brennstoffen mit einer breiten teilchengrössenverteilung | |
DE4244130A1 (de) | Verfahren zum Brennen von Kalkstein | |
US3207558A (en) | Method and device for transmitting mixed solid-liquid fuel into the blast furnace | |
US1583692A (en) | Process and apparatus for vaporizing heavy hydrocarbons | |
DE102004035662A1 (de) | Verfahren zur Begrenzung der Temperatur in Verbrennungsanlagen | |
DE2425850A1 (de) | Zyklonreaktor zur verfeuerung industrieller abwaesser mit organischen oder organischen und mineralischen begleitstoffen |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |