NL8303437A - Afsluiter. - Google Patents

Afsluiter. Download PDF

Info

Publication number
NL8303437A
NL8303437A NL8303437A NL8303437A NL8303437A NL 8303437 A NL8303437 A NL 8303437A NL 8303437 A NL8303437 A NL 8303437A NL 8303437 A NL8303437 A NL 8303437A NL 8303437 A NL8303437 A NL 8303437A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
valve
valve body
winnen
valve seat
chamber
Prior art date
Application number
NL8303437A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hoogeveen Appendagefab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19842511&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL8303437(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Hoogeveen Appendagefab filed Critical Hoogeveen Appendagefab
Priority to NL8303437A priority Critical patent/NL8303437A/nl
Priority to US06/656,936 priority patent/US4655253A/en
Priority to EP84201426A priority patent/EP0140432B1/en
Priority to DE8484201426T priority patent/DE3483940D1/de
Priority to JP59210323A priority patent/JPH0621678B2/ja
Priority to NZ209786A priority patent/NZ209786A/en
Priority to DK480484A priority patent/DK165519C/da
Publication of NL8303437A publication Critical patent/NL8303437A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K31/00Actuating devices; Operating means; Releasing devices
    • F16K31/12Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid
    • F16K31/122Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid the fluid acting on a piston
    • F16K31/1221Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid the fluid acting on a piston one side of the piston being spring-loaded
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K1/00Lift valves or globe valves, i.e. cut-off apparatus with closure members having at least a component of their opening and closing motion perpendicular to the closing faces
    • F16K1/32Details
    • F16K1/34Cutting-off parts, e.g. valve members, seats
    • F16K1/44Details of seats or valve members of double-seat valves
    • F16K1/443Details of seats or valve members of double-seat valves the seats being in series
    • F16K1/446Details of seats or valve members of double-seat valves the seats being in series with additional cleaning or venting means between the two seats
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K11/00Multiple-way valves, e.g. mixing valves; Pipe fittings incorporating such valves
    • F16K11/02Multiple-way valves, e.g. mixing valves; Pipe fittings incorporating such valves with all movable sealing faces moving as one unit
    • F16K11/06Multiple-way valves, e.g. mixing valves; Pipe fittings incorporating such valves with all movable sealing faces moving as one unit comprising only sliding valves, i.e. sliding closure elements
    • F16K11/065Multiple-way valves, e.g. mixing valves; Pipe fittings incorporating such valves with all movable sealing faces moving as one unit comprising only sliding valves, i.e. sliding closure elements with linearly sliding closure members
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K39/00Devices for relieving the pressure on the sealing faces
    • F16K39/04Devices for relieving the pressure on the sealing faces for sliding valves
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/4238With cleaner, lubrication added to fluid or liquid sealing at valve interface
    • Y10T137/4245Cleaning or steam sterilizing
    • Y10T137/4259With separate material addition
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/5762With leakage or drip collecting
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/8593Systems
    • Y10T137/86493Multi-way valve unit
    • Y10T137/86574Supply and exhaust
    • Y10T137/8667Reciprocating valve
    • Y10T137/86694Piston valve
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/8593Systems
    • Y10T137/87917Flow path with serial valves and/or closures
    • Y10T137/88038One valve head carries other valve head

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Multiple-Way Valves (AREA)
  • Lift Valve (AREA)
  • Details Of Valves (AREA)

Description

T/Hovap-l
Afsluiter
De uitvinding heeft betrekking op een afsluiter omvattende een afsluiterhuis met ten minste twee in een axiale richting op elkaar aansluitende, telkens via een door een klepzitting begrensde doorlaatopening met elkaar in verbin-5 ding staande, van poorten voor toe- en afvoer van een medium voorziene kamers, een in de axiale richting beweegbaar in het huis opgenomen, met elke klepzitting, voor het afsluiten van de bijbehorende doorlaatopening samenwerkend kleplichaam en op een met een afgedichte doorvoer door een tegenover de klep-10 zitting liggende wand van een in de axiale richting buitenste kamer geleid einde van het kleplichaam aangrijpende bewegings-inrichting.
Een d'ergelijke afsluiter is bekend uit NL-C-167338.
De in dit octrooischrift getoonde en beschreven afsluiter van 15 deze soort is uitgevoerd als een omschakelafsluiter met drie kamers en twee daartussen liggende klepzittingen. Al naar ge- * lang de^stand van het kleplichaam wordt een open verbinding gevormd tussen de middelste kamer en een onderscheidenlijke buitenste kamer. Voor het verplaatsen van het kleplichaam 20 moet door de bewegingsinrichting een kracht worden uitgeoefend die afhankelijk is van de op het kleplichaam werkende fluïdumdrukken. Wanneer de fluïdumdruk hoog is moet de bewegingsinrichting veel vermogen leveren voor het bewegen van het kleplichaam. Dit houdt in dat de bewegingsinrichting 25 zwaar moet zijn uitgevoerd en dat bij elke schakelbeweging relatief veel energie wordt verbruikt. De bekende afsluiter is in het gebruik dus duur, terwijl bovendien de afsluiter op zichzelf, door de zware bewegingsinrichting, relatief duur is.
30 Het doel van de uitvinding is een afsluiter van de in de aanhef omschreven soort te verschaffen die zowel bij aanschaf als in het gebruik economisch is.
Dit doel wordt bij een afsluiter volgens de uitvinding bereikt doordat het kleplichaam eveneens met een afge-35 dichte doorvoer door de tegenover de klepzitting liggende , V -7 SC 0^0/ 2 4 4é wand van de in axiale richting andere buitenste kamer is geleid en doordat de doorvoeren en elke klepzitting in hoofdzaak dezelfde doorsnede hebben. Hierdoor zijn de op het klep-lichaam werkende krachten ten gevolge van de fluïdumdrukken 5 met elkaar in evenwicht. In elke stand van het kleplichaam, bij elke verdeling van drukken over de kamers en bij elke absolute druk is de resultante van deze krachten op het kleplichaam gelijk aan nul. De bewegingsinrichting behoeft dus slechts de wrijving op het kleplichaam ter plaatse van de af-10 dichtingen en de veerkracht te overwinnen. Het hiervoor benodigde vermogen is gering. De bewegingsinrichting kan bij de afsluiter volgens de uitvinding dus licht worden uitgevoerd, terwijl het energieverbruik in bedrijf, eveneens gering is.
Een bijkomend voordeel van de afsluiter volgens de 15 uitvinding is dat het kleplichaam door de twee op maximale afstand van elkaar liggende doorvoeren zeer goed in axiale richting wordt geleid. Hierdoor wordt een betrouwbare samenwerking van het kleplichaam met de klepzitting gewaarborgd.
Een gunstige eenvoudige constructie van de afsluiter 20 volgens de uitvinding wordt bereikt wanneer de bewegingsinrichting een op één einde van het kleplichaam aangrijpende persluchtinrichting en een op het tegenover liggende einde van het kleplichaam aangrijpende terugstelveer omvat. De persluchtinrichting kan hierdoor eenvoudig enkelwerkend zijn, ter-25 wijl door het op het andere einde van het kleplichaam laten werken van de terugstelveer, geen extra constructieve complicaties, bijvoorbeeld met betrekking tot de ter plaatse van de persluchtinrichting beschikbare ruimte, optreden.
Een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm van de bewe-30 gingsinrichting wordt bereikt wanneer volgens de uitvinding de bewegingsinrichting een aansluitend aan een afgedichte doorvoer met het afsluiterhuis verbonden, van toe- en a.fvoer-middelen voor een medium onder druk voorziene drukkamer omvat, in welke drukkamer het zich voorbij de doorvoer uitstrekkende 35 einde van het kleplichaam uitsteekt. Door de relatief grote, met die van de klepzitting overeenkomende diameter van de doorvoer kan het medium onder druk een voor verplaatsing van het kleplichaam voldoende kracht daarop uitoefenen. De drukkamer komt dus in de plaats van een gebruikelijke zuiger/cilin-
; - ‘ !· 0 J
* * 3 derinrichting· Aan het binnenoppervlak van de drukkamer behoeven geen bijzondere eisen voor wat betreft de bewerking gesteld te worden, zodat met dit aspect van de uitvinding een bijzonder goedkope bewegingsinrichting wordt verkregen.
5 Wanneer volgens de uitvinding de klepzitting wordt ge vormd door een cilindrisch vlak en het kleplichaam ten minste één met zijn omtrek daarmee samenwerkende afdichtring draagt, kan het kleplichaam op eenvoudige wijze zonder demontage in zijn geheel uit het afsluiterhuis worden genomen. Slechts de 10 bewegingsinrichting behoeft hiertoe te worden gedemonteerd.
Wanneer volgens een ander aspect van de uitvinding de bewegingsinrichting door ten minste één klemring met het afsluiterhuis is verbonden, kan de bewegingsinrichting zeer snel van het afsluiterhuis worden gedemonteerd. Het klepli-15 chaam kan vervolgens uit het huis worden geschoven, zodat op deze wijze de afsluiter in zeer korte tijd kan worden gedemonteerd. Dit is in het bijzonder van belang wanneer de afsluiter volgens de uitvinding toegepast wordt in vloeistoftrans-portsystemen in de voedings- en genotmiddelenindustrie. Bij 2Q een dergelijke toepassing moet de afsluiter goed reinigbaar zijn. Door de eenvoudige demontage wordt dit op gunstige wijze bereikt.
De afsluiter volgens de uitvinding kan op veel verschillende wijzen worden uitgevoerd. Zo kan deze een enkelvou-25 dige afsluiter met twee kamers en één daartussen liggende klepzitting zijn. Ook kan de afsluiter volgens de uitvinding een oraschakelafsluiter zijn met drie of meer kamers. Wanneer een omschakelafsluiter gebruikt wordt in een systeem in de eerder genoemde voedings- en genotmiddelenindustrie kan de 30 situatie optreden, waarbij door een deel van de afsluiter een produktvloeistof stroomt, terwijl door een ander deel van de afsluiter een reinigings- dan wel ontsmettingsvloeistof stroomt. Het is daarbij van groot belang, dat geen reinigings-of ontsmettingsvloeistof bij de produktvloeistof komt. Afslui-35 ters waarbij voorzieningen zijn getroffen om een dergelijke verontreiniging van de produktvloeistof te voorkomen zijn op zichzelf, bijvoorbeeld uit het eerder genoemde Nederlandse octrooi 167338 bekend. Bij een afsluiter volgens de uitvinding waarbij de klepzitting wordt gevormd door een cilin- * λΤΛ “» / ·»·7 " ··> 4 o / * ·* 4 drisch vlak wordt dit bereikt doordat het kleplichaam een bovenste deel en- een ten opzichte hiervan beweegbaar tussen een relatief geopende en een relatief gesloten stand geleid onderste deel omvat, doordat beide kleplichaamdelen elk een met de 5 klepzitting samenwerkende afdichtring dragen, doordat de klep-zitting een zodanige axiale lengte heeft dat in de relatief geopende stand beide afdichtringen afdichtend met de klepzitting in contact kunnen zijn, doordat in ten minste één van de kleplichaamdelen een zich van buiten het afsluiterhuis tot in 10 een ruimte tussen de twee afdichtringen uitstrekkend lekdetec-tiekanaal is gevormd, doordat met het bovenste deel en het onderste deel afsluitorganen zijn verbonden, die in de relatief gesloten stand het lekdetectiekanaal afsluiten en doordat de bewegingsinrichting middelen voor het ten opzichte van elkaar 15 bewegen van het bovenste en het onderste deel, en middelen voor het in zijn geheel bewegen van het kleplichaam omvat. Wanneer bij één van beide afdichtringen lekkage optreedt zal de lekvloeistof wegstromen via het lekdetectiekanaal, zodat direkt een zichtbare signalering van de lekkage wordt ve.rkre-20 gen. Het kleplichaam kan in zijn geheel zo worden bewogen, dat slechts één van de afdichtringen met de klepzitting in contact is. Door het kleplichaam daarbij in de relatief geopende stand te plaatsen, kan op deze wijze reinigingsvloeistof via de ruimte tussen de twee afdichtringen door het lek-25 detectiekanaal worden gevoerd, voor het reinigen daarvan.
Bij een gunstige uitvoeringsvorm van de afsluiter met lekdetectiekanaal zijn volgens de uitvinding het bovenste en het onderste kleplichaamdeel verbonden met deze delen in de relatief geopende stand houdende meegevende aanslagmiddelen 30 omvattende een kraag aan het bovenste deel en een zich over in hoofdzaak dezelfde axiale afstand radiaal daar tegenover uitstrekkende kraag aan het onderste deel, en aan weerszijden tegen de beide axiale kopvlakken van de kragen veerbelast aanliggende drukringen. Hierdoor wordt zonder een "hard'' met het 35 afsluiterhuis verbonden aanslag toch een duidelijk bepaalde relatieve tussenstand van de twee kleplichaamdelen bereikt.
Bij een verdere ontwikkeling van de afsluiter volgens de uitvinding omvatten de middelen voor het in zijn geheel bewegen van het kleplichaam op één van de kleplichaamdelen aan- 83 03 43 7 ν' * 5 grijpende persluchtmiddelen en een op het andere kleplichaam-deel aangrijpende terugstelveer, waarbij de veerbelasting van de meegevende aanslagmiddelen geringer is dan die van de te-rugstelveer. Hierdoor wordt bereikt, dat bij het tegen de 5 veerbelasting van de terugstelveer in verplaatsen van het kleplichaam eerst de kleplichaamdelen afgedicht tegen elkaar aan worden bewogen, zodat bij het openen van de klepzitting, niet op ongewenste wijze vloeistof via het lekdetectiekanaal zou kunnen ontwijken. Bovendien gaat bij het sluiten van de 10 afsluiter geen medium verloren, zodat de afsluiter op gunstige wijze zonder schakelverliezen werkt.
De uitvinding wordt hierna verder uiteen gezet aan de hand van de bijgevoegde tekeningen van uitvoeringsvoorbeelden.
15 Pig. 1 en 2 tonen in langsdoorsnede een als omsehakel- afsluiter uitgevoerde afsluiter volgens de uitvinding in twee bedri j fs standen.
Pig. 3-6 tonen in langsdoorsnede een afsluiter volgens de uitvinding met lekdetectie, in vier onderscheidenlij-20 ke bedrijfsstanden.
De afsluiter 1 van fig. 1 omvat een huis 2 met drie in een axiale richting op elkaar aansluitende kamers 3, 4, 5.
De kamers 3 en 4 zijn van elkaar gescheiden door een een door-laatopening 8 begrenzende klepzitting 6 terwijl de kamers 4 25 en 5 van elkaar gescheiden zijn door een een doorlaatopening 9 begrenzende klepzitting 7. De kamers 3, 4, 5 zijn voorzien van poorten resp. 10, 11, 12 voor de toe- en afvoer van een medium. Een kleplichaam 15 werkt samen met de klepzittingen 6 en 7 voor het afsluiten van resp. de doorlaatopeningen 8 en 30 9. In de in fig. 1 getoonde stand van het kleplichaam zijn de kamers 4 en 5 met elkaar in verbinding terwijl kamer 3 afgesloten is, en in fig. 2 zijn de kamers 3 en 4 met elkaar in verbinding, terwijl kamer 5 afgesloten is. Met de klepzitting 6 werkt een bovenste in een klepdeel 19 van het kleplichaam 35 15 opgenomen afdichtingsring 20 samen. Met de klepzitting 7 werkt op overeenkomstige wijze een onderste afdichtingsring 20 in het klepdeel 19 samen. Door op deze wijze 'gebruik te maken van twee op een afstand van elkaar liggende afdichtingen kan een relatief kleine slag van het kleplichaam worden toege- o ” Λ ” *77 V* j o “? *J /_ » · 6 past.
Het kleplichaam 15 is met een afgedichte doorvoer 16 door een tegenover de klepzitting 6 liggende wand van de kamer 3 geleid. In de doorvoer 16 zijn afdichtringen 17 opgeno-5 men die samenwerken met het bovenste doorvoereinde 18 van het kleplichaam 15.
Volgens de uitvinding is het kleplichaam 15 eveneens met een afgedichte doorvoer 23 door een tegenover de klepzitting 7 liggende wand van de kamer 5 geleid. De afgedichte 10 doorvoer 23 omvat afdichtringen 22 die samenwerken met het onderste doorvoereinde 21 van het kleplichaam 15.
Volgens een ander aspect van de uitvinding zijn de doorsneden van de doorvoer 16, de klepzitting 6, de klepzitting 7 en de doorvoer 23 in hoofdzaak aan elkaar gelijk.
15 Bij de in fig. 1 getoonde stand van het kleplichaam 15 werkt de druk van het medium in kamer 3 zowel in bovenwaartse als in benedenwaartse richting op het kleplichaam 15 in. De in bovenwaartse richting door het medium uitgeoefende kracht is gelijk aan de mediumdruk vermenigvuldigd met de 20 doorsnede van de doorvoer 16. De in benedenwaartse richting uitgeoefende kracht is gelijk aan de mediumdruk vermenigvuldigd met de doorsnede van de klepzitting 6. Aangezien volgens de uitvinding de doorsneden van de doorvoer 16 en de klepzitting -6 in hoofdzaak aan elkaar gelijk zijn, is de resultante 25 van deze krachten dus ten minste nagenoeg gelijk aan nul. Op overeenkomstige wijze zijn de door de druk van het medium in de kamers 4 en 5 in bovenwaartse en benedenwaartse richting op het kleplichaam 15 uitgeoefende krachten aan elkaar gelijk, zodat in het totaal gezien de.resultante van alle door de me-30 dia in het huis op het kleplichaam 15 uitgeoefende krachten, althans ten minste nagenoeg gelijk aan nul is. Dit geldt voor willekeurig welke drukken in de kamers van de afsluiter 1.
Het is eenvoudig in te zien dat ook bij de stand van het kleplichaam 15 zoals getoond in fig. 2, en bij elke tus-35 senliggende stand de resultante van de door de media op het kleplichaam uitgeoefende krachten gelijk aan nul is.
Bij de in fig. 1 en 2 getoonde afsluiter 1 is derhalve onder alle bedrijfsomstandigheden de aandrijfkracht voor het verplaatsen van het kleplichaam 15 gelijk aan de te over- o ~ p T.' ƒ. 7 7 O ‘j ij \j j r * 7 winnen wrijvingskrachten ter plaatse van de doorvoeren 16 en 23 en de klepzittingen 6 of 7.
Het kleplichaam 15 wordt verplaatst met behulp van een bewegingsinrichting 25 die in het getoonde uitvoerings-5 voorbeeld bestaat uit een op het bovenste doorvoereinde 18 aangrijpende persluchtinrichting en een op het onderste doorvoereinde 21 aangrijpende terugstelveer 29. De persluchtinrichting bestaat volgens de uitvinding eenvoudig uit een druk-kamer 26 waarin het doorvoereinde 18 van het kleplichaam 15 10 uitsteekt. Doordat het doorvoereinde 18 een relatief grote diameter heeft, kan reeds met een matige drukverhoging in de drukkamer 26 een aanzienlijke benedenwaartse kracht op het kleplichaam 15 worden uitgeoefend. De drukkamer 26 is voorzien van een aansluiting 27 voor het toe- en afvoeren van een 15 medium onder druk, zoals perslucht.
De terugstelveer 29 is opgenomen in een veerkamer 28 die met het afsluiterhuis 2 is verbonden. Het doorvoereinde 21 van het kleplichaam 15 is voorzien van een centreerborst 31 die aangrijpt in een aanslagring 30, tegen de onderzijde 20 waarvan de terugstelveer 29 aanligt. De slag van de veer 29 wordt begrensd doordat de aanslagring 30 in contact komt met een rand 32 van het huis 28.
Bij het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de drukkamer 25- en de veerkamer 28 door middel van een schroefdraad 25 verbonden met resp. houders 33 en 34 van de doorvoeren 16 en 23. Deze houders 33 en 34 zijn door middel van op zichzelf bekende klemringen 35, 36 met het huis 2 van de afsluiter 1 verbonden. Door het losneraen van de klemringen 35, 36, hetgeen op zeer snelle wijze kan geschieden, kunnen de drukkamer 26 30 en de veerkamer dus, in dit geval te zamen met de doorvoerhou-ders 33, 34 van het huis worden losgemaakt. Doordat bij het getoonde uitvoeringsvoorbeeld de klepzittingen 6 en 7 cilindrisch zijn kan het kleplichaam 15 in axiale richting uit het huis 2 worden geschoven. Door het losnemen van de klemringen 35 35 en 36 kunnen alle onderdelen van en uit het.afsluiterhuis 2 worden verwijderd, welk afsluiterhuis 2 in het leidingnet kan blijven zitten.
De in de fig. 3-6 getoonde afsluiter 40 is een enkelvoudige afsluiter. Deze omvat een huis 41 met twee in een axi- Λ" " ” · »’ *7 - v 0 0 / • * 8 ale richting op elkaar aansluitende kamers 42 en 43. De kamers 42 en 43 zijn door poorten resp. 44 en 45 verbonden met fluïdumleidingen. Tussen de kamers 42 en 43 is een klepzit-ting 46 gevormd. In het huis 41 is in de axiale richting ver-5 schuifbaar een kleplichaam 47 opgenomen dat om de nog nader te beschrijven redenen uit een bovenste deel 48 en een onderste deel 49 bestaat. Het bovenste deel 48 draagt ter plaatse van de klepzitting 46 een afdichtring 50 terwijl het onderste kleplichaamdeel 49 eveneens ter plaatse van de klepzitting 46 10 een afdichtring 51 draagt. In de naar elkaar toe gekeerde vlakken van het bovenste kleplichaamdeel 48 en het onderste kleplichaamdeel 49 zijn afsluitorganen 53 opgenomen in de vorm van een afdichtring in het onderste deel 49 die samenwerkt met een geschikt radiaal vlak van het bovenste deel 48. 15 Het bovenste deel 48 en het onderste deel 49 kunnen tegen elkaar aan bewogen worden, waarbij het afsluitorgaan 53 het bovenste deel en het onderste deel tot een gesloten geheel afdicht.
In fig. 3 wordt de rusttoestand van de afsluiter 40 20 getoond. In deze rusttoestand zijn het onderste kleplichaamdeel 49 en het bovenste kleplichaamdeel 48 in axiale richting van elkaar af bewogen tot in een relatief geopende stand. De cilindrische klepzitting 46 heeft een zodanige axiale lengte dat in deze relatief geopende stand de beide afdichtringen 50 25 en 51 afdichtend met de zitting 46 in contact zijn. In het onderste kleplichaamdeel 49 is een axiale boring 54 aangebracht die via een dwarsboring 55 in verbinding staat met de ruimte tussen de afdichtringen 50 en 51. Wanneer nu één van de afdichtringen 50 of 51 niet volledig afsluit zal medium, in het 30 bijzonder vloeistof uit de kamers 42 of 43 in de ruimte 52 terecht komen. Uit deze ruimte 52 stroomt het medium via de dwarsboring 55 in het lekdetectiekanaal 54. Het lekmedium komt aan het ondereinde uit het lekdetectiekanaal 54 op zichtbare wijze naar buiten, zodat een signalering voor de aanwezi-35 ge lekkage wordt gegeven. Op deze wijze wordt, voorkomen dat door de met de poorten 44 verbonden leidingen stromend medium terecht zou kunnen komen in door met de poorten'' 45 verbonden medium of omgekeerd. In de eerder beschreven toepassing in een vloeistoftransportsysteem voor de voedings- en genotmidde- 8303437 9 m V ' · lenindustrie kan in één van de genoemde leidingen bijvoorbeeld produktvloeistof en in de andere leiding een reinigings-vloeistof stromen. Een sprekend voorbeeld is de zuivelindustrie/ waarbij de afsluiter 40 bijvoorbeeld in een melkbehande-5 lingsinrichting is opgenomen. De leidingen moeten in een dergelijke inrichting telkens gereinigd worden, om de groei van melkzuurbacteriën in achtergebleven resten melk te voorkomen.
Volgens de uitvinding is ook bij de afsluiter 40 het kleplichaam 47 aan de bovenzijde door een doorvoer 56 en aan 10 de onderzijde door een doorvoer 57 geleid. Hierbij zijn weer de doorsneden van de doorvoeren 56 en 57 en de doorsnede van de klepzitting 46 in hoofdzaak aan elkaar gelijk. Op deze wijze wordt de hierboven aan de hand van fig. 1 en 2 beschreven krachtenvereffening bereikt.
15 Het kleplichaam 47 wordt in de in fig. 3 getoonde ruststand gehouden door middel van de terugstelveer 59. Het ondereinde van de terugstelveer 59 rust tegen een eindwand van de met het huis 41 van de afsluiter verbonden veerkamer 58. Het boveneinde van de terugstelveer rust tegen een einde 20 van een veerbus 60 die weer met een onderste aanslagrand 61 tegen de onderrand van het onderste kleplichaamdeel 49 rust»
Door op deze wijze de terugstelveer 59 gedeeltelijk in het kleplichaam 47 op te nemen, wordt de axiale bouwlengte van de afsluiter beperkt.
25 De bewegingsinrichting voor de afsluiter 40 omvat eveneens een aan de bovenzijde op het huis 41 aangebrachte cilinder 62, welke bijvoorbeeld een persluchtcilinder kan zijn.
De cilinder 62 heeft aan de bovenzijde een deksel 63. De cilinder 62 is dubbel uitgevoerd en in het bovenste gedeelte 30 daarvan is een hulpzuiger 64 aangebracht, waarvan de functie later zal worden beschreven. Het onderste kleplichaam 49 is voorzien van een zich bovenwaarts door een axiale boring van het bovenste kleplichaam 48 uitstrekkende stang 65. Deze stang heeft een borst 66 welke aanligt tegen het ondereinde 35 van de hulpzuiger 64. In de in fig. 3 getoonde ruststand is het onderste kleplichaamdeel 49 dus door de terugstelveer 59 in zijn bovenste eindstand gedrukt. Deze bovenste eindstand wordt dus bepaald door contact van de borst 66 van de stang 65 met de hulpzuiger 64, die op zijn beurt in dat geval weer . Τ’ 7 10 tegen het deksel 63 van de cilinder 62 aanligt.
De relatief geopende stand van het bovenste kleplichaamdeel 48 ten opzichte van het onderste kleplichaamdeel 49 wordt bepaald door meegevende aanslagmiddelen 69. Deze omvat-5 ten volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding een radiaal uitstekende kraag 71 aan het bovenste kleplichaamdeel 48, een zich over in hoofdzaak dezelfde axiale afstand radiaal tegenover de kraag 71 uitstrekkende, door een vering gevormde kraag 70 aan de stang 65 van het onderste klepli-10 chaamdeel 49 en een aan de bovenzijde tegen de beide axiale kopvlakken van de kragen 70,. 71 aanliggende drukring 72 en een aan de onderzijde tegen de beide onderste axiale kopvlakken van de kragen 70, 71 aanliggende drukring 73. De drukring 72 wordt in benedenwaartse richting veerbelast door een druk-15 veer 74, die steunt tegen de hulpzuiger 64. De onderste drukring 73 wordt in bovenwaartse richting veerbelast door een drukveer 75 die via een ring 76 en een veerring 77 door de stang 65 wordt ondersteund. Door de meegevende aanslagmiddelen 69 wordt het bovenste kleplichaamdeel 48 meegevend in de 20 relatief geopende stand ten opzichte van het onderste kleplichaamdeel 49 gefixeerd. Beweging van het deel 48 ten opzichte van het deel 49 omhoog wordt tegengegaan door veer 74, terwijl een beweging omlaag wordt tegengegaan door veer 75.
r- De werking van de afsluiter 40 zal nu nader worden be-25 schreven aan de hand van de fig. 4-6. Voor het uit de in fig.
3 gesloten ruststand naar de in fig. 4 geopende stand verplaatsen van het kleplichaam 47 wordt een medium onder druk, bijvoorbeeld perslucht door de poort 80 aan de cilinder 60 toegevoerd. Door de door deze perslucht uitgeoefende druk 30 wordt het bovenste kleplichaamdeel 48 naar beneden gedrukt.
Het kleplichaamdeel 48 is aan zijn boveneinde voorzien van een afdichtring 67 die samenwerkt met de binnenwand van de cilinder 62. Volgens de uitvinding is de door veer 75 uitgeoefende veerkracht kleiner dan de door de terugstelveer 59 uit-35 geoefende veerkracht. Dit heeft tot gevolg dat, zodra het bovenste kleplichaamdeel 48 door de perslucht in neerwaartse richting wordt belast, eerst het bovenste kleplichaamdeel 48 naar beneden beweegt ten opzichte van het onderste kleplichaamdeel 49, totdat het ondervlak van het deel 48 in contact n 3 o4 7 11 is met het afsluitorgaan 53. Op dat moment heeft het onderste kleplichaamdeel 49 dus nog de voor dat deel in fig. 3 getoonde stand, dat wil zeggen, is de afdichtring 51 in contact met de klepzitting 46. Bij verdergaande toevoer van perslucht via 5 de poort 80 wordt het bovenste kleplichaamdeel 48 verder naar beneden gedrukt, waarbij nu het onderste kleplichaamdeel 49 wordt meegenomen. Deze beweging gaat voort totdat de de afdichting 67 opnemende rand van het bovenste kleplichaamdeel met een rand onder in de cilinder 62 in contact komt. Dit is 10 de in fig. 4 weergegeven geopende toestand. In deze geopende toestand is de doorlaatopening 68 vrij, zodat medium van de kamer 42 naar de kamer 43 of omgekeerd kan stromen.
Wanneer de afsluiter 40 weer in de gesloten stand moet worden gebracht, wordt de druk in de cilinder 62 weg ge-15 laten, waardoor de terugstelveer 59 het gehele kleplichaeun 47 omhoog beweegt. Zodra de rand 66 van de stang 65 met de onderzijde van de hulpzuiger 64 in contact komt, wordt de beweging van het onderste kleplichaamdeel 49 gestopt, en beweegt het bovenste kleplichaamdeel 48 nog enigszins verder omhoog,,on-20 der invloed van de door veer 75 uitgeoefende kracht.
Wanneer, zoals bij het eerder gegeven voorbeeld, in # de geopende stand melk door de afsluiter is gestroomd, zullen na het weer sluiten van de afsluiter nog enige melkresten in de ruimte tussen de twee afdichtringen 50 en 51 aanwezig zijn. 25 Om te voorkomen dat in deze melkresten op ongewenste wijze melkzuurbacteriën tot ontwikkeling komen, kan met de afsluiter 40 volgens de uitvinding deze ruimte 53 en het daaraan aansluitende lekdetectiekanaal 54 worden schoongespoeld, gelijktijdig met het spoelen van de aan de poorten 44 dan wel 30 poorten 45 aangesloten leidingen.
Fig. 5 toont de toestand waarbij de lekdetectieruim-ten 53-55 worden gespoeld, terwijl de kamer 42 wordt gespoeld, en fig. 6 toont de toestand waarbij de lekdetectieruimten worden gespoeld, terwijl de kamer 43 wordt gespoeld.
35 De toestand van fig. 5 wordt verkregen.door uitgaande van de toestand van fig. 3, medium onder druk, zoals perslucht toe te voeren aan poort 81 van de cilinder'62. Door deze perslucht wordt het bovenste kleplichaamdeel 48 in de cilinder 62 omhoog gedrukt tegen de kracht van de veer 74 in, ΓΓ '^437 4 12 totdat dit deel 48 via de drukring 72 in contact komt met de hulpzuiger 64. Bij deze beweging omhoog komt de afdichtings-ring 50 los van de klepzitting 46, zodat een verbinding wordt gevormd tussen de kamer 42 en de ruimte 52. Hierdoor kan rei-5 nigingsvloeistof uit de kamer 42 via de ruimte 52, de dwarshoring 55 en het lekdetectiekanaal 54 naar buiten stromen. Hierbij worden de genoemde ruimten gereinigd. Door het weg laten lopen van de druk keert het bovenste kleplichaamdeel 48 onder invloed van de veer 74 weer terug in de in fig. 3 getoonde 10 stand.
Door een medium onder druk, zoals perslucht toe te voeren via de poort 82 wordt de hulpzuiger 64 naar beneden bewogen. Door aanslag van deze hulpzuiger 64 tegen de borst 66 van de stang 65 van het onderste kleplichaamdeel 49, wordt 15 eveneens het onderste kleplichaamdeel 49 mee naar beneden bewogen. Door de eerder beschreven meegevende aanslagmiddelen 69 wordt tegelijkertijd het bovenste kleplichaamdeel 48 meegenomen. Het kleplichaam 47 wordt dus in zijn geheel naar beneden bewogen. De afdichtingsring 50 blijft in contact met de 20 klepzitting 46, zodat de kamer 42 afgesloten blijft. De afdichtingsring 51 komt echter los van de klepzitting 46, zodat een verbinding wordt gevormd tussen de kamer 43 en de ruimte 52. De reinigingsvloeistof kan nu weer vanuit de kamer 43 via de kamer 53 de dwarsboring 55 en het lekdetectiekanaal 54 25 naar buiten stromen, waarbij de genoemde ruimten weer worden gereinigd. Door het weg laten lopen van de druk wordt he.t kleplichaam 47 weer in zijn geheel door de terugstelveer 59 terug bewogen naar de in fig. 3 getoonde stand.
Bij de afsluiter 40 zijn de delen van de bewegingsin-30 richting weer door middel van klemringen met het huis 41 verbonden. Door het losnemen van de klemringen kan weer op eenvoudige wijze de afsluiter 40 worden gedemonteerd, waarbij het huis 41 in het leidingenstelsel achterblijft. Vervanging van afdichtingsringen of extra reinigingswerkzaamheden kunnen 35 op deze wijze zeer snel worden uitgevoerd.
Het zal duidelijk zijn dat ook een omschakelafsluiter zoals in fig. 1 en 2 getoond uitgevoerd kan worden met een lekdetectiemogelijkheid zoals de afsluiter 40 van fig. 3-6. Zoals eerder opgemerkt kan de uitvinding worden toegepast bij 40 verschillende types afsluiters.
Λ " " -·* - — " 'f

Claims (8)

1. Afsluiter omvattende een afsluiterhuis met ten minste twee in een axiale richting op elkaar aansluitende, telkens via een door een klepzitting begrensde doorlaatope-riing met elkaar in verbinding staande, van poorten voor toe-5 en afvoer van een medium voorziene kamers, een in de axiale richting beweegbaar in het huis opgenomen, met elke klepzitting, voor het afsluiten van de bijbehorende doorlaatopening samenwerkend kleplichaam en op een met een afgedichte doorvoer door een tegenover de klepzitting liggende wand van een 10 in de axiale richting buitenste kamer geleid einde van het kleplichaam aangrijpende bewegingsinrichting, met het kenmerk, dat het kleplichaam eveneens met een afgedichte doorvoer door de tegenover de klepzitting liggende wand van de in axiale richting andere buitenste kamer is geleid en 15 dat de doorvoeren en elke klepzitting in hoofdzaak dezelfde doorsnede hebben.
2. Afsluiter volgens conclusie 1, ra e t het kenmerk, dat de beweging sinrichting dTen op één einde van het kleplichaam aangrijpende persluchtinrichting en een op het te- 20 genover liggende einde van het kleplichaam aangrijpende terugstel veer omvat.
3. Afsluiter volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de bewegingsinrichting een aansluitend aan een afgedichte doorvoer met het afsluiterhuis verbonden, van 25 toe- en afvoermiddelen voor een medium onder druk voorziene drukkamer omvat, in welke drukkamer het zich voorbij de doorvoer uitstrekkende einde van het kleplichaam uitsteekt.
4. Afsluiter volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klepzitting wordt gevormd 30 door een cilindrisch vlak en dat het kleplichaam ten minste één met zijn omtrek daarmee samenwerkende afdichtring draagt.
5. Afsluiter volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bewegingsinrichting door ten minste één klemring met het afsluiterhuis is verbonden.
6. Afsluiter volgens conclusie 4 of 5,met het kenmerk, dat het kleplichaam een bovenste deel en een IF* a - · -i·* «7 . -y .·; J ten opzichte hiervan beweegbaar tussen een relatief geopende en een relatief gesloten stand geleid onderste deel omvat, dat beide kleplichaamdelen elk een met de klepzitting samenwerkende afdichtring dragen, dat de klepzitting een zodanige 5 axiale lengte heeft dat in de relatief geopende stand beide afdichtringen afdichtend met de klepzitting in contact kunnen zijn, dat in ten minste één van de kleplichaamdelen een zich van buiten het afsluiterhuis tot in een ruimte tussen de twee afdichtringen uitstrekkend lekdetectiekanaal is gevormd, dat 10 met het bovenste deel en het onderste deel afsluitorganen zijn verbonden, die in de relatief gesloten stand het lekdetectiekanaal afsluiten en dat de bewegingsinrichting middelen voor het ten opzichte van elkaar bewegen van het bovenste en het onderste deel, en middelen voor het in zijn geheel bewe-15 gen van het kleplichaam omvat.
7. Afsluiter volgens conclusie 6,met het kenmerk, dat het bovenste en het onderste kleplichaamdeel verbonden zijn met deze in de relatief geopende stand houdende meegevende aanslagmiddelen omvattende een kraach aan het, bo-20 venste deel en een zich in de relatief geopende stand over in hoofdzaak dezelfde axiale afstand radiaal daar tegenover uitstrekkende kraag aan het onderste deel, en aan weerszijden tegen de beide axiale kopvlakken van de kragen veerbelast aanliggende drukringen.
8. Afsluiter volgens conclusie 7,met het ken merk, dat de middelen voor het in zijn geheel bewegen' van het kleplichaam op één van de kleplichaamdelen aangrijpende persluchtmiddelen en een op het andere kleplichaamdeel aangrijpende terugstelveer omvatten, waarbij de veerbelasting 3Q van de meegevende aanslagmiddelen geringer is dan die van de terugstelveer. .o ~ Λ "* ^
NL8303437A 1983-10-06 1983-10-06 Afsluiter. NL8303437A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8303437A NL8303437A (nl) 1983-10-06 1983-10-06 Afsluiter.
US06/656,936 US4655253A (en) 1983-10-06 1984-10-02 Shut-off valve
EP84201426A EP0140432B1 (en) 1983-10-06 1984-10-04 Shut-off valve
DE8484201426T DE3483940D1 (de) 1983-10-06 1984-10-04 Absperrventil.
JP59210323A JPH0621678B2 (ja) 1983-10-06 1984-10-05 シヤツトオフバルブ
NZ209786A NZ209786A (en) 1983-10-06 1984-10-05 Shut-off valve with at least two axially communicating chambers
DK480484A DK165519C (da) 1983-10-06 1984-10-05 Lukkeventil med laekagehulrum

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8303437 1983-10-06
NL8303437A NL8303437A (nl) 1983-10-06 1983-10-06 Afsluiter.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8303437A true NL8303437A (nl) 1985-05-01

Family

ID=19842511

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303437A NL8303437A (nl) 1983-10-06 1983-10-06 Afsluiter.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4655253A (nl)
EP (1) EP0140432B1 (nl)
JP (1) JPH0621678B2 (nl)
DE (1) DE3483940D1 (nl)
DK (1) DK165519C (nl)
NL (1) NL8303437A (nl)
NZ (1) NZ209786A (nl)

Families Citing this family (41)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3701027A1 (de) * 1987-01-16 1988-07-28 Hans Otto Mieth Verfahren und vorrichtung zur steuerung eines leckageraumes eines ventils
US4798223A (en) * 1987-11-09 1989-01-17 Skotch, Inc. Double block and vent valve system
NL8902132A (nl) * 1989-08-23 1991-03-18 Hovap Int Bv Werkwijze voor het vervaardigen van een o-ring.
DE4118874C2 (de) * 1991-06-07 1995-02-16 Tuchenhagen Otto Gmbh Verfahren zur Reinigung eines leckagefrei schaltenden Doppelsitzventils und Ventilvorrichtung zum Durchführen des Verfahrens
ES2096909T3 (es) * 1992-02-08 1997-03-16 Tuchenhagen Otto Gmbh Valvula de asiento doble.
EP0661132B1 (en) * 1992-02-21 2000-10-11 Cooper Industries, Inc. Air power supply valve for a portable peck feed drilling system
FR2692332B1 (fr) * 1992-06-12 1994-08-05 Legris Sa Vanne pilotee.
ATE142316T1 (de) * 1993-09-21 1996-09-15 Apv Rosista Gmbh Leckagefrei schaltende doppelventilanordnung
JP2921654B2 (ja) * 1995-04-27 1999-07-19 サーパス工業株式会社 流体移送用カップリング装置
JP3018595U (ja) * 1995-05-24 1995-11-21 株式会社宮本商事 遊技機の表示装置
JP3018590U (ja) * 1995-05-24 1995-11-21 株式会社宮本商事 ゲーム装置
FR2736339B1 (fr) * 1995-07-05 1997-08-29 Serac Group Bec de remplissage a ecoulement laminaire
US5699825A (en) * 1995-11-14 1997-12-23 United Dominion Industries, Inc. Double seat flow control valve
DE19548860C1 (de) * 1995-12-27 1997-01-16 Tetra Laval Holdings & Finance Absperrventil
AU2153097A (en) * 1996-04-13 1997-11-07 Tuchenhagen Gmbh Double-seated valve with a controlled leakage space
DE69625344T2 (de) * 1996-07-15 2003-09-18 Toyo Stainless Steel Ind Co Doppelsitzventil
NL1004216C2 (nl) * 1996-10-07 1997-08-28 Hovap Int Bv Afsluiter.
AU3344197A (en) * 1997-03-18 1998-10-12 Tuchenhagen Gmbh Double seat valve with cleanable seats
DE19720566C1 (de) * 1997-05-16 1999-02-11 Apv Rosista Gmbh Doppelsitzventil
DE29713878U1 (de) * 1997-08-04 1998-09-24 Weh Gmbh, Verbindungstechnik, 89257 Illertissen Schaltventil
DE19746358C1 (de) * 1997-10-21 1999-05-27 Apv Rosista Gmbh Doppelsitzventil
JP2003522368A (ja) 1998-04-16 2003-07-22 トーマス アンド ベッツ インターナショナル,インク. 漏話低減電気ジャックおよびプラグコネクタ
DE19842922A1 (de) * 1998-09-18 2000-03-23 Rieger Gmbh & Co Kg Geb Ventil, insbesondere Doppelsitzventil
US6382239B1 (en) * 1998-12-09 2002-05-07 Tri-Clover, Inc. Leak-detecting diverter valve
DE50104688D1 (de) * 2000-03-21 2005-01-05 Tuchenhagen Gmbh Sitzreinigungsfähiges aseptisches doppeldichtventil mit leckkontrolle
DE10162502A1 (de) * 2001-12-19 2003-07-03 Bsh Bosch Siemens Hausgeraete Mehrwegeventil und Kältemaschine mit Mehrwegeventil
US7000898B2 (en) * 2003-12-09 2006-02-21 Howard Tak Su Lim Vertical shut-off valve
DE102004031476B4 (de) * 2004-06-30 2006-03-23 Tuchenhagen Gmbh Vorrichtung zum Ausgleich von Volumina in einem Rohrleitungssystem
NZ533910A (en) * 2004-07-05 2007-02-23 Tyco Flow Control Pacific Pty Valve status monitoring
US7600526B2 (en) * 2006-07-20 2009-10-13 General Electric Company Methods and apparatus for operating steam turbines
US8950425B1 (en) * 2008-01-11 2015-02-10 Jansen's Aircraft Systems Controls, Inc. Combining valve with fuel relief and sealing
US8327881B2 (en) * 2008-09-19 2012-12-11 Spx Corporation Double seat valve apparatus
US20100108185A1 (en) * 2008-11-04 2010-05-06 Wen San Chou Air compressor and tire repairing combination
US9086168B1 (en) 2012-08-28 2015-07-21 Jansen's Aircraft Systems Controls, Inc. GHe solenoid operated pressure regulator and gas release manifold
US9651149B2 (en) * 2014-12-01 2017-05-16 Deere & Company Open center hydraulic flushing system and method
CN108005987A (zh) * 2017-12-31 2018-05-08 无锡英特帕普威孚液压有限责任公司 液压换向阀换向油路结构
JP6983410B2 (ja) * 2018-08-23 2021-12-17 株式会社不二工機 流路切換弁
CN110206508B (zh) * 2019-07-01 2024-02-23 成都百胜野牛科技有限公司 井口截止阀
US11454134B2 (en) * 2020-08-05 2022-09-27 General Electric Company Damper control valve for a turbomachine
CN113790187A (zh) * 2021-09-22 2021-12-14 兰州理工大学 一种液控截止阀
CN115807849B (zh) * 2022-12-07 2023-07-04 安徽金大仪器有限公司 一种快速反应的气井阀门

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
USRE25251E (en) * 1962-10-09 Seal for reciprocating valve
US1224221A (en) * 1916-03-31 1917-05-01 Harry Schwanebeck Automatic atmosphere-valve.
US2589794A (en) * 1947-01-16 1952-03-18 Virgil L Frantz Operating valve
US2656144A (en) * 1950-01-03 1953-10-20 Virgil L Frantz Fluid pressure control valve
US2925828A (en) * 1955-08-30 1960-02-23 Mead Specialties Company Inc Balanced three-way valve
DE1085736B (de) * 1956-07-23 1960-07-21 Roger Charles Dubois Magnetventil fuer Fluessigkeiten aller Druckbereiche
FR1288142A (fr) * 1961-02-07 1962-03-24 Perfectionnements apportés aux vannes et notamment aux vannes électromagnétiques
US3199540A (en) * 1962-09-28 1965-08-10 Westinghouse Air Brake Co Valve device
US3290003A (en) * 1962-10-29 1966-12-06 G & H Products Corp Valve construction facilitating removal of parts
US3426799A (en) * 1964-10-07 1969-02-11 Kinwell Dev Co Automatic valve
US3330302A (en) * 1965-02-26 1967-07-11 Clifford L Ackley Valved hydraulic fluid conduit assembly
FR2250929A1 (en) * 1973-11-09 1975-06-06 Defontaine Freres Fils T-junction valve for the food industry - has axially sliding cylindrical valve member with O-ring seals
JPS5582563U (nl) * 1978-12-05 1980-06-06
DE3005329C2 (de) * 1980-02-13 1985-08-22 Leonhard Schleicher Südmo-Armaturenfabrik GmbH, 7081 Riesbürg Absperrventil mit Leckagesicherung
SE432982B (sv) * 1980-04-24 1984-04-30 Alfa Laval Ab Blandningsseker ventil
DE3017084A1 (de) * 1980-05-03 1981-11-05 Gea Ahlborn Gmbh & Co Kg, 3203 Sarstedt Ventil zum absperren von fluessigkeitsstroemen

Also Published As

Publication number Publication date
DK165519B (da) 1992-12-07
JPS6098271A (ja) 1985-06-01
EP0140432A2 (en) 1985-05-08
US4655253A (en) 1987-04-07
NZ209786A (en) 1987-03-31
DK480484D0 (da) 1984-10-05
JPH0621678B2 (ja) 1994-03-23
EP0140432B1 (en) 1991-01-16
EP0140432A3 (en) 1986-04-30
DK480484A (da) 1985-04-07
DK165519C (da) 1993-04-19
DE3483940D1 (de) 1991-02-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8303437A (nl) Afsluiter.
EP0039319B2 (en) Double seat valve
US3838707A (en) Valve with leak detecting seal and diaphragm assembly
US2682386A (en) Valve mechanism
US5645102A (en) Leak resistant, switching, double valve system
EP0058559B1 (en) Improved valve
CA1314859C (en) Positive fluid seal butterfly valve
JP3130932B2 (ja) パトローネ式弁
GB2064724A (en) Valve
JPH06507698A (ja) 複座弁を洗浄する方法及びこの方法を実施するための弁装置
MXPA01009252A (es) Ensambles de valvula.
JPS5999179A (ja) 複座弁
NL8006542A (nl) Afsluiterklep met lekkagebeveiliging in buisleiding- systemen.
JP4189711B2 (ja) 2ポート弁
US6009896A (en) Shut-off valve
US4860931A (en) Keg tap
US3572384A (en) Two-way vacuum valves
US3497114A (en) Beer tapping device
US6742556B1 (en) Filler valve assembly
US3512546A (en) Block and bleed valve seat
US11193595B2 (en) Double-seat valve having a diaphragm
NO177771B (no) Ventil for ettervasking av melkemaskiners sugekopper
GB2119480A (en) Double seat valve
AU664949B2 (en) Thermally-actuated steam trap
NL1035773C2 (nl) Afsluiter voor melkinstallatie.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable