NL8303255A - Heftoestel voor invaliden. - Google Patents

Description

y '* P & C ,

W 5631-5 Ned.dB/LdB

Kórte aanduiding: Heftoestel voor invaliden

De uitvinding heeft betrekking op heftoestellen voor invaliden, zoals deze worden gebruikt in ziekenhuizen en elders, voor 5 het heffen van invaliden en gehandicapte personen in het algemeen.

Er bestaat een toenemende behoefte aan heftoestellen voor invaliden, voorzien van een weegmogelijkheid, als alternatief met een centrale weeginrichting of het verschaffen van een groot aantal weeg-inrichtingen bijvoorbeeld op de afdelingen en in de badkamers van 10 ziekenhuizen. Een heftoestel met weegmogelijkheid, hierna te noemen wegend heftoestel, heeft dus duidelijk voordelen, daar hiermee een patiënt naast zijn bed of in de badkamer kan worden gewogen, bijvoorbeeld in reeds ontklede toestand.

Er zijn reeds verschillende vormen van heftoestellen, waarop 15 patiënten kunnen worden gewogen, bekend, maar deze hebben alle verschillende nadelen en kunnen in het algemeen worden beschouwd als heftoestellen voor invaliden die zijn ingericht om het heftoestel te veranderen in een weegtoestel voor de patiënt, in plaats van dat het heftoestellen zijn met weegmogelijkheid. Het is bekend een patiënt hangend te ondersteunen 20 aan de hefarm van het heftoestel door middel van een losneembare weeg-eenheid, maar dit heeft het nadeel dat de weegeenheid moet worden bevestigd en losgemaakt wanneer deze niet in gebruik is (en mogelijk niet beschikbaar is wanneer deze nodig is) en daarbij kan alleen een ondersteuning met draagbanden voor de patiënt worden gebruikt. Bij een 25 dergelijke weegeenheid is het ook moeilijk voldoende nauwkeurigheid te bereiken.

Er zijn heftoestellen, ingericht als weegtoestel, bekend, waarbij een weegmechanisme is ingebouwd in de hefarm nabij een kolom van het heftoestel, maar dit weegmechanisme gebruikt een parallelogram-30 stangenstelsel, met de daarbij behorende problemen van wrijving en slijtage in de draaipunten, waardoor in het bijzonder de nauwkeurigheid op lange termijn nadelig wordt beïnvloed, terwijl het mechanisme in principe gevoelig is voor buigmomenten in de arm. Daardoor is de plaats van de patiënt, die gewogen wordt, ten opzichte van de arm van belang. Verder kunnen de 35 bekende inrichtingen een patiënt niet wegen terwijl deze zit op een ondersteuning in de vorm van een zogenaamde "badstoel".

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een wegend heftoestel zonder de genoemde nadelen en dat bovendien zodanig kan worden ontworpen dat verschillende soorten van ondersteuningsorganen van 40 patiënten en/of verschillende armvormen kunnen worden gebruikt bij de- s - 2 - zelfde basisconstructie van het heftoestel.

Volgens de uitvinding heeft een heftoestel voor invaliden met weegmogelijkheid een opstaande steunconstructie, een stijve vrij uitstekende hefarm, die uitsteekt van de steunconstructie en een steun-5 orgaan voor een patiënt draagt of kan dragen aan het buiteneinde van de arm, op een afstand van de steunconstructie, waarbij een hefmechanisme de arm kan laten heffen of laten zakken volgens een rechtlijnige baan, waarbij een belastingscel, waarin een of meer rekstrookjes of andere verplaatsingsomzetters zijn opgenomen, aanwezig is en is ingelaten in 10 de arm op een punt tussen de einden daarvan en is ingericht om te reageren op schuifspanningen in de arm als gevolg van de gewichtsbelasting daarvan, terwijl bijbehorende electronische waarneem- en aanwijscircuits zijn aangebracht voor het geven van een aanwijzing van het gewicht van een patiënt, welke wordt gesteund op of in het draagorgaan voor de patiënt. 15 Bij voorkeur bestaat de steunconstructie uit een opstaande steunkolom, gesteund door een beweegbaar chassis.

De belastingscel is bij voorkeur aangebracht in de arm nabij de steunconstructie, terwijl de electronische circuits, wanneer zij 'aan de arm zijn gemonteerd, bij voorkeur zijn aangebracht tussen de 20 belastingscel en de steunconstructie, zodanig dat de bediening van de bedieningsorganen van het circuit de belasting aan het uiteinde van de arm niet beïnvloedt en daardoor niet het signaal beïnvloedt, dat van de belastingscel wordt verkregen. De belastingscel is bij voorkeur met flenzen en bouten bevestigd tussen een korte steun, die uitsteekt 25 van de steunconstructie en die een binnenste einddeel van de arm vormt en een langer buitenste armdeel, dat het draagorgaan voor de patiënt draagt.

Een dergelijke bevestiging van de belastingscel met flenzen heeft verschillende voordelen. In de eerste plaats kan dan het buitenste 30 einddeel van de arm gemakkelijk worden vervangen door een ander deel met de zelfde flensbevestiging, bijvoorbeeld een arm die de patiënt steunt op een badstoel zonder poten en die kan worden vervangen voor een arm waaraan de patiënt met draagbanden wordt ondersteund. In de tweede plaats kan de belastingscel gemakkelijk worden vervangen voor onder-35 houd of reparatie en in de derde plaats kan een basisconstructie van het heftoestel aanvankelijk worden geleverd zonder de weegmogelijkheid en heeft de koper dan de mogelijkheid een later gekochte belastingscel aan te brengen. In het laatste geval kan aanvankelijk een ander buitenste armdeel zijn gemonteerd, dat een grotere lengte heeft als compensatie 40 voor de ontbrekende belastingscel, of kan de arm identiek zijn, waarbij \ - 3 - • » de belastingscel is vervangen door een afstandsblok.

De belastingscel is bij voorkeur een metalen blok met een symmetrische zijdelingse uitsnijding, waarbij bovenste en onderste dammen zijn overgelaten, die de beide armdelen met elkaar verbinden en 5 onder de schuifbelasting van de arm doorbuigen op de wijze van een parallelogram zonder draaipunten. De doorgbuiging van dit parallelogram kan worden waargenomen door een centraal been van de belastingscel dat uitsteekt over de uitsnijding daarin, in de neutrale lijn van de arm, aan wélk been de rekstrookjes zijn bevestigd. De inrichtingen 10 voor de rekstrookjes en het circuit kunnen van bekende vorm zijn, bij voorkeur zodanig dat zij een snelle respons geven en een goede stabiliteit op lange termijn hebben met een betrouwbare weegnauwkeurigheid van tenminste 0,44 N.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de 15 hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld met variant van het heftoestel volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Pig. 1 is een zij-aanzicht van het heftoestel.

Fig. 2 is een detail op grotere schaal.

Fig. 3 toont een bijbehorend gedeeltelijk bovenaanzicht.

20 Fig. 4 toont de variant in een soortgelijk bovenaanzicht.

Het in fig. 1 weergegeven heftoestel heeft een beweegbaar chassis 1 met vier hoekzwenkwielen la, een opstaande hefkolom 2, in het midden aan de achterzijde van het chassis 1 gemonteerd, een hefarm 3, die uitsteekt van de kolom 2 en een draagorgaan 4 voor de patiënt in de vorm van een 25 brancard, bevestigd aan het buiteneinde van de arm 3. De kolom 2 is van de telescopische soort met een onderste deel 5, dat vast is bevestigd aan het chassis 1 en een bovenste deel 6, aan het boveneinde waarvan de arm 3 is bevestigd. Een niet-weergegeven met de hand be-dienbaar hefmechanisme binnen de kolom 2 heeft een opwindkruk, die kan 30 worden gedraaid voor het uitbrengen of intrekken van de kolom en dus heffen of laten zakken van de arm 3, volgens een rechtlijnige baan.

De arm 3 heeft een kort steundeel aan het binneneinde, dat is bevestigd aan het kolomdeel 6 en een buitenste einddeel 8, waaraan het steunorgaan 4 is bevestigd. Een belastingscel 9 met rekstrookjes 35 is ingelaten in de arm 3 en is met flenzen en bouten bevestigd aan de armdelen 7, 8. Zoals in detail is weergegeven in fig. 2 is de belastingscel 9 bevestigd tussen flenzen 10 resp. 11 aan de armdelen 7, 8.

Het armdeel 7 bestaat uit een plaat 7a, die is gelast aan het bovenste kolomdeel 6 en waaraan de flens 10, eveneens in de vorm van een plaat, 40 is bevestigd met bouten 12, nadat de flensplaat 10 is bevestigd aan de Λ T Λ - ' 7 £ 0v ..--- j - 4 - m 'v belastingscel 9 met verzonken bouten 12a. Het buitenste armdeel 8 is bevestigd aan de buitenzijde van de belastingscel 9 door middel van bouten 13.

De belastingscel, die in fig. 2 is weergegeven met weggenomen 5 zijdeksel, is van een soort, die speciaal is ontwikkeld om gevoelig te zijn voor schuifspanningen in de hefarm, maar in hoofdzaak ongevoelig voor buigmomenten in de arm. Het resultaat is dat de weeginrichting in feite alleen reageert op de vertikale gewichtsbelasting van de arm, zodat de soort van het draagorgaan voor de patiënt en de plaatsing 10 van de patiënt daarop vrijwel onbelangrijk zijn en de nauwkeurigheid van de weging niet nadelig beïnvloeden. De belastingscel 9 is een metalen blok met een door verspanende bewerking daarin aangebrachte zij -uitsnij ding 14, waarbij dunne bovenste en onderste dammen 15, resp. 16 zijn overgelaten, waardoor-de armdelen 7, 8 met elkaar zijn verbonden. Deze dammen 15 buigen door onder belasting zodat het uitgesneden centrale deel van het blok in feite werkt als een parallelogram zonder draaipunten. Een dun centraal been 17, dat uitsteekt over de uitsnijding 14 in de neutrale lijn van de belastingscel 9, is voorzien van een bekende rekstrookjesopstelling 18, die aan de zijkant daarvan is gelijmd. De binnenste en 20 buitenste delen 9a, resp. 9b van het belastingscelblok, aan weerszijden van de uitsnijding 14, hebben een zodanige geschikte dikte dat door aandraaien van de bouten 12a, 13 het blok niet wordt vervormd en de weegnauwkeurigheid wordt beïnvloed.

Een electronische besturingseenheid en een digitale aanwijs-25 eenheid U, die gebruik maakt van waarneem- en aanwijscircuits van bekende vorm, is gemonteerd aan de kolom 2 en verbonden met de rekstrookjes 18 en bevestigd op een geschikt punt nabij de arm 3 op het kolomdeel 6.

Deze eenheid U is zelfstandig en heeft inwendige batterijen en een aan/uit schakelaar en verschillende besturingsorganen, zoals een nul-stel besturing 30 voor het op nul stellen zonder dat zich een patiënt op het steunorgaan 4 bevindt en daar de bediening van de schakelaar en de besturingsorganen het buitenste einddeel 8 van de arm 3 niet belasten, worden daardoor de signalen niet beïnvloed, die van de belastingscel 9 worden verkregen. De besturingseenheid heeft een tijdcircuit dat het vermogen naar de rek-35 strookjes uitschakelt na een bepaalde tijd, wanneer een stabiele, het gewicht aanwijzende aflezing is verkregen, waardoor batterijvermogen wordt gespaard en dus de levensduur van de batterij wordt verlengd.

Het heftoestel volgens fig. 1 tot 3 heeft een korte totale . lengte van de arm 3, waarbij het steunorgaan 4 voor de brancard is 40 bevestigd aan het einde van de arm 3. Het brancardframe is vrij dragend : J 5 4 * > - 5 - gesteund aan twee neergaande buizen 19, welke in zij-aanzicht zijn doorgezet, zoals weergegeven in fig. 1 en naar buiten verlopen, zodanig dat een A-vormig frame, gezien in vooraanzicht is verkregen, hetgeen niet is weergegeven.

5 Fig. 4 toont bijvoorbeeld hoe het armdeel 8 volgens fig. 1 tot 3 kan worden vervangen door een langer buitenste armdeel 20 met een bevestigingsflens 21, gelijk aan de flens 11 wat het bevestigen betreft. Zo kunnen de zelfde bevestigingsschroeven 21 worden gebruikt en kan het armdeel 20, waarvan slechts een binnenste einddeel is weer-10 gegeven in fig. 4, van elke gewenste soort zijn.

Zo kan dit armdeel zijn ontworpen voor het dragen van een patiëntdraag-orgaan in de vorm van een pootloze badstoel, of bevestigingsorganen hebben voor draagbanden voor het steunen van een patiënt of voor het met draagbanden steunen van een brancardframe, hetgeen bekende steun-15 inrichtingen voor patiënten zijn, welke worden gebruikt bij .'.niet wegende heftoestellen.

De basisconstructie van het heftoestel volgens fig. 4 is ook verschillend wat betreft het hefmechanisme, daar de kolom 22 in dit geval niet-telescopisch is. In plaats daarvan is een niet-weergegeven 20 slede beweegbaar langs de holle, rechthoekige kolom 22, waarbij het korte binnenste armdeel aan deze slede is bevestigd en uitsteekt door een langssleuf 24 in het voorste zijvlak van de kolom 22. Dit armdeel 23 heeft een flens 25, gelijk aan de flensplaat 10 voor het bevestigen aan de belastingscel 9. In dit geval ondergaat dus de arm 3 eveneens een 25 rechtlijnige verplaatsingsbeweging bij het heffen en laten zakken van de arm.

De speciale vorm van de belastingscel 9 en het aanbrengen daarvan in de arm 3, als gevolg waarvan de cel alleen gevoelig is voor schuifspanningen in de arm en vrijwel onafhankelijk van buigmomenten 30 daarin, maken het mogelijk een buitenste armdeel 20 toe te passen van elke gewenste lengte, evenals elk steunorgaan voor patiënten. Het is duidelijk dat voor de stabiliteit de werkelijke arm en de steuninrichting altijd moeten zijn aangepast aan de vorm van het chassis 1, zodanig dat het opgehangen gewicht werkt binnen het gesteunde gebied begrensd 35 door de zwenkwielen la.

-t -

Claims (7)

1. Heftoestel voor invaliden met een weegmogelijkheid en voorzien van een opstaande steunconstructie, een stijve, vrij uitstekende hefarm, die uitsteekt van de steunconstructie en een draagorgaan voor een patiënt steunt of kan steunen aan het buiteneinde van de 5 arm, afgekeerd van de steunconstructie, en voorzien van een hefmechanisme voor het heffen of laten zakken van de arm, met het kenmerk, dat de arm omhoog en omlaag beweegbaar is volgens een rechtlijnige baan, waarbij een belastingscel, waarin een opstelling met rekstrookjes of verplaatsingsomzetters is opgenomen, is ingelaten in de arm op een 10 punt tussen de einden daarvan en is ingericht om te reageren op schuif-spanningen in de arm, afkomstig van gewichtsbelasting daarvan, waarbij bijbehorende electronische waarneem- en aanwijscircuits zijn aangebracht, die een aanwijzing geven van het gewicht van een patiënt die wordt gesteund op of in het draagorgaan voor de patiënt.

2. Heftoestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de steunconstructie bestaat uit een opstaande kolom, gestemd door een beweegbaar chassis.

3. Heftoestel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het electronische circuit is gemonteerd aan de steunconstructie of aan 20 de arm tussen de steunconstructie en de belastingscel.

4. Heftoestel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de belastingscel is aangebracht in de arm nabij de steunconstructie.

5. Heftoestel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 25 belastingscel met flenzen en bouten is bevestigd tussen een korte steun, uitstekend van de steunconstructie, welke steun een binnenste eindeel van de arm vormt, en een langer buitenste armdeel dat het draagorgaan voor de patiënt steunt.

6. Heftoestel volgens een der voorgaande conclusies, met 30 het kenmerk, dat de belastingscel een rechthoekig metalen blok is met een symmetrische zijdelingse uitsnijding, waarbij een bovenste en onderste dam is overgelaten, welke delen van de arm met elkaar verbinden, waartussen de belastingscel is aangebracht en die doorbuigen onder de schuifbelasting van de arm op de wijze van een parallelogram zonder 3. draaipunten.

7. Heftoestel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een centraal been van de belastingscel verloopt over de uitsnijding daarin » ’ ψ· ““£· - 7 - in de neutrale lijn van de arm en rekstrookjes zijn bevestigd aan dit centrale been voor het waarnemen van de doorbuiging van het parallelogram. 5 * -1