NL8303223A - Wand. - Google Patents

Description

\ N.0. 31876 ^

Korte aanduiding: Wand.

De uitvinding heeft betrekking op een wand, bestaande uit meerdere bouwblokken of elementen, die in opeenvolgende lagen naast en op elkaar zijn geplaatst en die althans ter plaatse van de horizontale contactvlakken zijn voorzien van verbindingsmiddelen en bo-3 vendien met elkaar zijn verbonden door specie.

ïïit de bouwpraktijk zijn wanden opgetrokken met blokken of elementen van bijvoorbeeld kalkzandsteen die met behulp van een lijmmortel aan elkaar zijn verbonden, algemeen bekend.

levens is het gebruik van een mechanische blokkensteller 10 bekend met behulp waarvan, na het opbrengen op de onderste laag blokken van lijmmortel, de volgende daarop liggende laag aangebracht wordt, waarbij met het aanbrengen van de stootvoegen (loodrecht op het horizontale vlak) rekening gehouden wordt. Op deze wijze kan de hele wand worden opgetrokken. Deze manier van stapelen heeft echter 15 het nadeel dat door het schuiven van de blokken na plaatsing voor het uitharden van de lijmmortel niet altijd een voldoende vlakke wand verkregen wordt.

Teneinde dit nadeel te ondervangen wordt voor het centrisch stellen in het horizontale vlak van lagen kalkzandsteenblokken ten 20 opzichte van elkaar, gebruik gemaakt van messing en groef verbindingen, waarbij in een van de twee horizontale vlakken van elk blok een groef aangebracht is, terwijl het andere horizontale vlak van de messing is voorzien, zodanig dat messing en groef van opeenvolgende lagen in elkaar grijpen. Op de oppervlakken van de blokken wordt dan 25 een laag lijmmortel opgebracht.

Zowel bij toepassing van messing en groef, maar zeker ook wanneer deze ontbreken, is het niet mogelijk respectievelijk moeilijk een vlakke wand te maken.

Immers ook bij messing en groef is speling nodig en doen .

30 zich toleranties voor.

Dat bezwaar treedt ook op bij toepassing van een mechanische blokkensteller.

Het bestaande nadeel van het verschuiven der elementen is dus niet volledig ondervangen, zodat bij deze manier van stapelen 35 niet altijd een voldoende vlakke wand wordt verkregen.

Het is doel van de uitvinding de nadelen bestaande bij het stapelen van de blokken of elementen volgens de stand der techniek te vermijden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding verwezenlijkt doordat

Λ .. - rr. -- -T

O ' * Λ

*V —* » V

« ♦ -2- bij een hierboven genoemde wand de verbindingsmiddelen bij elk blok of element worden gevormd door ten minste één langsgroef in althans één van de twee horizontale vlakken, ten minste één uitsparing met verticale hartlijn gelegen in het verticale middendeelvlak van de 5 groef uitmondende in het andere horizontale vlak alsmede een pen die past in de uitsparing en in de daarin gemonteerde stand met een naar buiten stekend deel dat past in de groef van een aanliggend blok of element.

Door het in uitsparingen aanbrengen van pennen vindt bij het 10 maken van de wand dat wil zeggen bij het plaatsen van elk blok of element onmiddellijk centrering plaats, waardoor altijd een vlakke wand wordt verkregen. Het is niet schadelijk als in de langsgroef lijmmortel geraakt omdat de pen zeer wel in staat is deze lijmmortel plaatselijk weg te drukken.

15 Yolgens een van voordeel zijnde uitvoering heeft de groef of hebben de groeven een doorsnede die dwars op de langsas van het blok of element taps toeloopt. Hierdoor wordt de centrerende werking van de pen in de groef verbeterd.

Yolgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering zijn de 20 .groef of groeven in het ondervlak van de blokken of elementen aangebracht. Hierdoor kan worden voorkomen dat in de groeven lijmmortel komt voordat het plaatsen plaatsvindt.

Yolgens een andere uitvoeringsvorm zijn in elk blok of element ten minste twee uitsparingen voor de pennen in een horizontaal 25 vlak aangebracht. Door het gebruik van ten minste twee pennen in openingen in een horizontaal vlak wordt een zeer goede centrerende werking verkregen.

Bij een volgende van voorkeur zijnde uitvoering worden de uitsparingen voor de pennen gevormd door groeven in de kopse vlak-30 ken van de blokken of elementen. Deze uitvoering is dan van voordeel indien het om fabricage-technische redenen moeilijk is om openingen in de blokken of elementen te vervaardigen en het eenvoudig is om langsgroeven aan de kopse einden van de blokken of elementen te vervaardigen, waarbij twee langsgroeven van tegen elkaar liggende 35 kopse vlakken van de blokken samen een uitsparing vormen.

Yolgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering is elke boring ter plaatse van de uitmonding daarvan in het horizontale vlak van het blok of element aan zijn omtrek voorzien van een afgeschuinde rand. Hierdoor kan tussen de pen en de eigenlijke voeg 40 lijmmortel ingebracht worden hetgeen aan de verdere versteviging , , ö v.; * 4 -5- van de verbinding bijdraagt.

Yolgens een andere uitvoering hebben de blokken of elementen aan hun kopse vlakken een messing en groef verbinding. Hierdoor wordt het centrisch stellen aanzienlijk vergemakkelijkt en zo ver-5 sneld en kunnen bovendien de geluidisolerende eigenschappen van de gestapelde wand worden verbeterd.

Bij een andere van voordeel zijnde uitvoering heeft elk blok of element in het ondervlak een enkele in doorsnede trapeziumvormige groef, het bovenvlak van elk blok of element twee taps toelopende 10 boringen en zijn de pennen rotatiesymmetrisch met een taps deel dat past in het taps toelopende deel van de boringen en hebben een afgeschuind kegelvormig uiteinde waarvan de tophoek overeenkomt met de hoek tussen de zijvlakken van de groef. Op deze wijze kunnen de pennen eenvoudig in de daarvoor bestemde boringen geplaatst worden 15 en wordt door het overeenkomstig met de pen afgeschuind zijn van de zijvlakken van de groef een van voordeel zijnde centrerende werking verkregen.

Bij een verdere van voordeel zijnde uitvoering bestaan de pennen uit een kunststofmateriaal. Daardoor kunnen de pennen van 20 voordeel zijnde eigenschappen met betrekking tot de levensduur, sterkte en vervormbaarheid krijgen.

Hieronder zullen voorkeursuitvoeringen van de wand met verbindingsmiddelen als voorbeeld aan de hand van de figuren beschreven worden, waarin: 25 fig. 1 een zijaanzicht van de gestapelde wand is waarin schematisch de in de blokken aangebrachte pennen aangegeven zijn, fig. 2 een dwarsdoorsnede van een blok van de gestapelde wand volgens fig. 1 is, ter plaatse van een pen, fig. 3 een dwarsdoorsnede van bij het grensvlak liggende 50 delen van twee blokken ter plaatse van een centreerorgaan is, fig. 4 schematisch de plaatsing van de pennen in de groeven toont bij een uit blokken gestapelde wand zoals bij fig. 1, maar waarbij de groeven waarin de pennen vallen aan de bovenzijde van de blokken aangebracht zijn, 35 fig. 5 een zijaanzicht van een gestapelde wand in doorsnede is waarbij de openingen voor de pennen verschaft worden door met elkaar parende sleuven aangebracht in de kopse eindvlakken van de blokken, fig. 6 een bovenaanzicht op de wand volgens fig. 5 is» 40 fig. 7 een zijaanzicht is tegen de kopse zijde van een blok · > ·' V. 1 i 'i 1; '1 -4- met sleuf met in doorsnede een daarboven aangebracht blok met groef voor het opnemen van de pen, en fig. 8 een bovenaanzicht van een gestapelde laag blokken ter plaatse van een in de kopse wanden ingebrachte messing en groef ver-5 binding.

In fig. 1 is de wand 1 opgebouwd uit blokken 2, die met ten opzichte van elkaar versprongen lagen gestapeld worden, ter verkrijging van een verband. In fig. 2 is de dwarsdoorsnede van een blok 2 afgebeeld. Aan de onderzijde van het blok is een doorlopende 10 groef 3 aangebracht die in dit voorbeeld in het midden liggend in de langsrichting van het blok aangebracht is en zich over alle blokken van een laag uitstrekt. Aan de bovenzijde van blok 2 is een van boven afgeschuinde opening 4 in doorsnede afgebeeld waarin een pen 5 aangebracht is. Zoals uit fig. 1 blijkt is elk blok 2 voorzien van 15 twee openingen 4 en pennen 5 die elk in een verschillend daarboven liggend blok grijpen. Het verband tussen de groef 3> de opening 4 en de pen 5 is ter plaatse van één verbinding duidelijker in fig. 3 afgebeeld waaruit de aangrijping van pen 5 blijkt. Tevens is lijm-mortel 6 tussen twee blokken afgebeeld. Deze lijmmortel geraakt 20 eveneens in het afgeschuinde deel van de opening 4 bij de uitmonding bij het horizontale vlak van het blok. In fig. 4 is de wand getoond waarbij de groeven zich in tegenstelling tot de wand volgens fig.

1-3 aan de bovenzijde van een onderliggende laag blokken bevindt.

In fig. 5, 6 en 7 is in verschillende aanzichten een bijzon-25 dere wijze voor het vormen van de opening voor pen 5 getoond. Hier zijn twee aangrenzende blokken aan beide kopse zijden voorzien van een sleuf 7· Door het tegen elkaar aanliggen van de kopse zijden ontstaat door het paren van de sleuven een uitsparing voor het opnemen van de pennen 5· Deze uitvoering is vooral van voordeel indien 30 vanwege fabricage-technische redenen het moeilijk is een opening in de blokken aan te brengen, terwijl het voorzien in een sleuf aanzienlijk eenvoudiger is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de vervaardiging van zogenaamde kimblokken, dat zijn blokken die in combinatie met kalkzandsteenelementen gebruikt worden voor het doen 35 passend zijn voor een wand in de hoogte.

In fig. 8 is een bovenaanzicht van een bijzondere uitvoering van de blokken afgebeeld. Hierbij is elk blok aan een verticale zijwand die aan de zijde grenst van een volgend blok voorzien van een groef 9 en aan de tegenoverliggende zijde voorzien van een messing 40 8 welke complementair van vorm zijn. Door de groef 9 van het ene r-1 *7 >v -5- * blok in de messing 8 van het andere blok te laten grijpen wordt een centreereffeot in verticale richting verkregen. Verder heeft deze plaatsing het met messing-groef verbinding samenhangende voordeel dat een geluidisolatie verschaft wordt.

5 Begrepen moet worden dat het in de figuren afgebeelde slechts als voorbeeld dient. Zo kunnen bijvoorbeeld meerdere groeven bij één of meerdere zijden van de blokken aanwezig zijn of kan één groef uit het midden liggend aangebracht worden.

De uitvinding is uiteraard niet alleen 'van toepassing op 10 blokken van bijvoorbeeld kalkzandsteen of ander materiaal, zoals beton, maar ook op grotere elementen van geschikt materiaal bijvoorbeeld schuimbeton.

~ Λ ~y ___ . il

Claims (10)

1. Wand bestaande uit meerdere bouwblokken of elementen, die in opeenvolgende lagen naast en op elkaar zijn geplaatst en die althans ter plaatse van de horizontale contactvlakken zijn voorzien van verbindingsmiddelen en bovendien met elkaar zijn verbonden door 5 specie, met het kenmerk, dat deze verbindingsmiddelen bij elk blok of element worden gevormd door ten minste één langs-groef in althans één van de twee horizontale vlakken, ten minste één uitsparing met verticale hartlijn gelegen in het verticale middendeelvlak van de groef en uitmondend in het andere horizontale 10 vlak alsmede een pen die past in de uitsparing en in de daarin gemonteerde stand met een naar buiten stekend deel past in de groef van een aanliggend blok of element.

2. Wand volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de groef of groeven in een doorsnede dwars op de langsas van 15 het blok of element een taps toelopende doorsnede heeft respectievelijk hebben.

3. Wand volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de groef of groeven is respectievelijk zijn aangebracht in het ondervlak van de blokken of elementen. 20

4· Wand volgens een of meerdere conclusies 1 t/m 3, m e t het kenmerk, dat elk blok of element twee uitsparingen heeft in één horizontaal vlak.

5. Wand volgens conclusie 4, niet het kenmerk, dat de uitsparingen worden gevormd door groeven in de kopse vlakken 25 van de blokken of elementen.

6. Wand volgens conclusie 4> m e t het kenmerk, dat de uitsparingen worden gevormd door boringen met taps toelopende zijwand.

7. Wand volgens conclusie 6,met het kenmerk, 30 dat elke boring ter plaatse van zijn uitmonding in het horizontale vlak van het blok of element aan zijn omtrek een afgeschuinde rand heeft.

8. Wand volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de blokken of elementen aan hun 35 kopse vlakken een messing en groef verbinding hebben.

9. Wand volgens een of meer der voorgaande conclusies 1 tot en met 4 en 6 tot en met 8, met het kenmerk, dat elk blok of element in het ondervlak één enkele in doorsnede tra- _ -r Λ n -n "y f? Λ -1 ; · Λ •\y * ^ ^ τ» -7- peziumvormige groef heeft, het bovenvlak van elk blok of element twee taps toelopende boringen heeft en de pennen rotatiesymmetrische pennen zijn met een taps deel dat past in het taps toelopende deel van de boringen en een afgeknot kegelvormig uiteinde waarvan de 5 tophoek overeenkomt met de hoek tussen de zijvlakken van de groef.

10. Wand volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de pennen uit kunststof bestaan. CT ,_«* s * ?V »» * '