NL8303217A - Optische platenspeler. - Google Patents

Description

' I * * EHN 10777 ' N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Optische platenspeler”

De uitvinding betreft een optische platenspeler voor platen met optisch'- gecedeerde informatie en· omvattende: een huis; een aandrijf-motor met een cm een rotatieas roteerbare spil met een vrij uiteinde? op de spil aangebrachte ondersteuningsmiddelen voor het qp de spil in 5 een vlak loodrecht op de rotatieas ondersteunen van een plaat? een optische uitleesinrichting met een over het oppervlak van de plaat beweegbare optische kop voor het met een lichtbundel uitlezen van de informatie op de plaat; alsmede een drager voor de aandrijfmotor, welke drager beweegbaar is tussen een eerste positie binnen het huis waarin de plaat met de 10 optische kop uitleesbaar is en een tweede positie waarin de drager buiten het hudLs uitsteekt en een plaat cp de spil gelegd en van de spil afgenemen kan worden.

Zulke optische platenspelers zigji bijvoorbeeld in de vorm van optische audioplatenspelers in verschillende uitvoeringen op de markt.

15 De over het oppervlak van de plaat beweegbare optische kop bevindt zich. tijdens het afspelen van een plaat zeer dicht bij de plaat en wordt met behulp van een electronisch servosysteem voortdurend in zijn juiste positie gehouden. Het is van groot belang dat de ruimtelijke stand van de spil, waarop de plaat is geplaatst, ten opzichte van de optische 20 uitleesinrichting zeer nauwkeurig is bepaald. De beweegbare optische kop wordt soms gedragen door een zwenkarm, zoals bij de optische platenspeler die bekend is uit de Europese octrooiaanvrage 0074131 (EHN 10134) (herewith incorporated by reference). De optische kop kan ook aangebracht zijn op een in radiale richting transleerbare slede.

25 Het is zeer gewenst dat de plaat die cp de spil is aangebracht rottend in een vlak dat nauwkeurig evenwijdig is aan het vlak waarin de optische kop door de optische uitleesinrichting wordt bewogen over het oppervlak van de plaat. Bij de genoemde bekende optische platenspeler wordt daarom met de drager behalve de aandrijfmotor ook de complete 30 optische uitleesinrichting naar buiten bewogen. Dit heeft het voordeel dat de aandrijfmotor en de optische uitleesinrichting cp hetzelfde deel van het platenspeler in onderling nauwkeurig uitgerichte positie kunnen worden aangebrach^,Het heeft echter als nadeel dat de gevoelige optische 83 Ü 3 2 17“ f » EHN 10777 2 uitleesinrichting tot buiten het huis moet worden bewogen, waar het door uitwendige invloeden kan worden beschadigd. Bovendien moet een vrij groot aantal flexibele verbindingen toegepast worden tussen de optische uitleesinrichting en de daarmede samenwerkende vast in het huis van de 5 optische platenspeler aangebrachte electronische schakelingen.

Er zijn ook optische platenspelers bekend die afwijken van de soort die in de aanhef is vermeld en waarbij de bovenstaarde nadelen zijn vermeden door zowel de aandrijfinotor als de optische uitleesinrichting beide vast in het huis te plaatsen. Voor het aanbrengen van een plaat 10 op de speler wordt een soort lade naar buiten bewogen waar de plaat in kan worden gelegd.. Vervolgens wordt de lade naar binnen bewogen en door een mechanisme dat zich in het huis van de platenspeler bevindt op de spil van de aandrijfinotor gelegd. Er is dus een extra mechanisme in het huis noodzakelijk voor het op de spil van de aandrijfinotor overnamen 15 van de plaat. Voor het op en neer bewegen van de plaat is extra hoogte in het huis nodig.

De uitvinding beoogt een optische platenspeler van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen die de voordelen van de beide bekende soorten platenspelers conbineert met vermijding van de nadelen 20 en heeft tot kenmerk, dat de optische uitleesinrichting vast in het huis is aangebracht en dat in het huis uitrichtmiddelen aanwezig zijn die, wanneer de drager zich in de eerste positie bevindt, set de aandrijfinotor samenwerken cm de ruimtelijke stand van de rotatieas nauwkeurig ten opzichte van de optische uitleesinrichting uit te richten. Door de uit-25 vinding is het mogelijk geworden de aandrijfinotor en de optsiche uitleesinrichting aan te brengen op verschillende, ten opzichte van elkaar bewegende, delen van de optische platenspeler. De onvermijdelijk optredende speling tussen deze delen, nodig voor het kunnen bewegen van de drager, alsmede de onvermijdelijk.: optredende onnauwkeurigheden indssuitrichting 30 van de aandrijfinotor van de optische uitleesinrichting, die het gevolg is van het grote aantal net elkaar te verbinden onderdelen die zich tussen de aandrijfinotor en de uitleesinrichting bevinden,hebben niet langer een nadelige invloed. De aandrijfinotor'wordt immers in de eerste positie van de drager, dus wanneer.de aandrijfinotor zich in het huis bevindt, door 35 middel van de uitrichtmiddelen nauwkeurig ten opzichte van de optische uitleesinrichting uitgericht.

Een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het kenmerk hebben dat de uitrichtmiddelen vast in het huis aangebrachte o O ,3 ^ O \j \j __ i / PHN 10777 3 uitrichtaanslagen omvatten die met de buitenzijde van de aandrijfmotor samenwarken als de drager zich in de eerste positie bevindt en dat verende middelen aanwezig zijn cm in de eerste positie van de drager de aandrijfmotor verend tegen de uitrichtaanslagen te drukken. Het is bij 5 aandrij fmotoren van goede kwaliteit in vele gevallen gebruikelijk de buitenzijde en de lagers of de lagerhuizen op een draaibank in êên cpspanning te bewerken. Een uitstekende coaxialiteit van het huls en de spil is bij dergelijke motoren zodoende automatisch aanwezig. Het uitrichten van de aandrijfmotor mat behulp van uitrichtaanslagen die met de buitenzijde 10 van de aandrijfmotor samenwarken leidt zodoende automatisch tot een goede uitrichting van de rotatieas van de spil.

Met voordeel kan een volgende uitvoerinsvorm van de uitvinding worden toegepast die tot kenmerk heeft: dat de drager met enige speling ten opzichte van het huis is gelagerd; dat de aandrijfmotor vast op da 15 drager is bevestigd; dat de drager een in de bewegingsrichting beperkt verschuifbaar gelagerd schuiforgaan draagt; dat de verende middelen zich op de drager bevinden en het schuiforgaan verend belasten in een richting naar de tweede positie toe; en dat grendelmiddelen aanwezig zijn in het huis die in de eerste positie het schuiforgaan in het huis tegen verende 20 belasting door de verende middelen in vergrendelen, zodat bij het bewegen van de drager van de tweede naar de eerste positie eerst de aandrijfmotor in aanraking kant .met de uitrichtaanslagen en vervolgens het schuiforgaan tegen de belasting van de verende middelen in kan worden verder geduwd tot de grendelmiddelen in werking treden. De speling die de drager 25 heeft ten opzichte van het huis is in deze uitvoeringsvorm creatief gebruikt on de aandrijfmotor de alzijdige bewegingsruimte te geven die nodig is voor de uitrichting ervan ten opzichte van de uitleesinrichting.

Voorst worden de verende middelen tevens gebruikt voor de vergrendeling van de drager in diens eerste positie.

30 Met het oog op de beschikbare plaatsruimte in het huis is een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding van interesse die tot kenmerk heeft dat de optische uitlèesinrichting zich in het huis bevindt op een plaats die is gelegen tegenover het vrije uiteinde van de spil wanneer de drager zich in de eerste positie bevindt. Een bijkanend voordeel van 35 deze uitvoeringsvorm is dat de drager aan de zijde waar de plaat cp de ondersteuningsmiddelen van de spil moet worden aangebracht een geheel gesloten vorm kan bezitten hetgeen niet alleen uit esthetisch maar ook uit technisch oogpunt zeker te verkiezen is.

85ΰ’2 1 7 ir, * EHN 10777 4

Een volgend zeer belangrijk voordeel is dat de ondersteunings-middelen op de spil en ook de aandrijfmotor zelf geen obstakels kunnen vormen voor het met de optische kop uitlezen of inschrijven van de informatie op de plaat. Het is hierdoor bijvoorbeeld raogelijk een platte 5 aandrijfmotor met een grote diameter te gebamikenwaarSzande axiale projectie qp de plaat een gebied van de plaat bedekt waar informatie moet kunnen worden uitgelezen of ingeschreven. Ook bij de keuze van de diameter van de plaatondersteuningsmiddelen bestaat en grotere vrijheid. Het is zodoende mogelijk met een enkele uitleesinrichting zowel optische audio-10 platen als optische videqplaten volgens de "Compact Disc" standaard, respectievelijk op "Laservision" standaard, uit te lezen. De projectie qp een plaat van de spilondersteuningsmiddelen nodig voor het ondersteunen van een videqplaat bedekken ten dele het gedeelte van een audioplaat dat is voorzien van audiosporen.

15 De uitvinding zal nu nader worden besproken aan de hard van de tekening, waarinj

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een optische platenspeler met een naar buiten tot in de tweede positie bewogen drager, 7Π

Fig. 2 een doorsnede is volgens de pijlen II - II in Fig. 1,

Fig. 3 een dwarsdoorsnede is volgens de pijlen III - III in Fig. 2,

Fig. 4 een doorsnede is volgens de pijlen IV - IV in Fig. 3 en

Fig. 5 een doorsnede is volgens de pijlen V - V in Fig.4.

25 De in de tekening getoonde optische platenspeler bezit een huis 1 en een aandrijfmotor 2 met een cm een rotatieas 3 roteerbare spil 4 die een vrij uiteinde 5 heeft. Op de spil bevinden zich ondersteunings-middelen 6 voor het in een vlak loodrecht op de rotatieas 3 ondersteunen van een plaat 40. Een optische uitleesinrichting 7 ..is in de tekening 30 als een doosvormige eenheid afgebeeld en bezit een over het oppervlak van de plaat beweegbare optische kop 8 voor het met behulp van een lichtbundel 9 uitlezen van de informatie qp de plaat. In de Fig. 2 en 5 is de optische kop met een volle lijn in zijn meest naar het centrum van de plaat getekend?, alsmede met een gestippelde lijn in zijn meest van het midden van de 35 plaat afgekeerde zijde.

De aandrijfmotor 2 wordt gedragen door een drager 10. Deze is beweegbaar tussen een eerste positie binnen het huis 1, zie de Fig. 2, 4 en 5, waarin de plaat 40 met de optische kop 8 uitleesbaar is en een 8505217 • * EHN 10777 5 twsete pos tie, zie Fig. 1, waarin de drager buiten het huis uitsteekt zodat een plaat op de spil gelegd en van de spil afgenanen kan worden.

De optische uitleesinrichting 7 is vast in het huis aangebracht. Voorts zijn in het huis uitrichtmiddelen 11 aanwezig die, wanneer de drager 5 10 zich in de eerste positie bevindt, met de aandrijfhotor 2 samenwerken cm de ruimtelijke stand van de rotatieas 3 nauwkeurig ten opzichte van de· optische uitleesinrichting 7 uit te richten.

De uitrichtmiddelen 11 omvatten uitrichtaanslagen 12 die met de buitenzijde van de aandrijfirotor 2 samenwerken als de drager 10 zich 10 in de eerste positie bevindt. Deze uitrichtaanslagen:. worden gevormd door (te zijvlakken van te V-vormige verdieping in een enkel uit een geschikte werkstof zoals een metaal vervaardigd uitrichtblök. Dit blok is stevig met niet getoonde bevestigingsmiddelen met het huis 1 verbonden en is door niet getoonde middelen zuiver uitgericht ten opzichte van te optische 15 uitleesinrichting 7. Verende -middelen in de vorm van een tweetal trekveren 13 zijn aanwezig cm in te eerste positie van te drager 10 te aandrijfmotor 2 verend tegen de uitrichtaanslagen 12 te drukken.

De drager 10 is met behulp van een van 14 en 15 voorzien telescocplageringsinrichting 16 met enige speling ten opzichte van het huis 1 gelagerd. Behalve uit te voomoemte kogels 14 en 15 bestaat te telescooplageringsinrichting aan iedere langszijde van te drager uit een vast met te drager verbonden deel 17, een vast met een U-vormige balk 18 verbonden deel 19, alsmede een tussendeel 20. De U-vormige balk 18 is steüg met de bodem van huis 1 verbonden en draagt onder andere te uit-25 richtmiddelen 11. De drager 10 bestaat in hoofdzaak eveneens uit een U-vormige balko die roet zijn dichte zijde te epen zijde van te balk 18 afdekt. De aandrijfirotor 2 is met een flens 21 vast op te drager 10 met niet getoonde bevestigingsmiddelen, zoals schroeven, bevestigd.

Op te drager 10 is een uit kunststof vervaardigd en in de 30 bewegingsrichting van de drager beperkt verschuifbaar gelagerd schuifbrgaan 22 aangebracht. Aan te voorzijde vormt een deel 23 van het schuiforgaan 22 een afsluiting voor een uitsparing 24 in een voorplaat 25 van het huis. Aan de bovenzijde vormt het een soort bak voor het aanbrengen van een plaat 40. De beide trekveren 13 zijn aan hun ene uiteinde opgehangen aan 35 aan weerszijden van te drager 10 aanwezige pennen 26 die door sleufvormige epeningen 27 van het schuiforgaan 22 steken. Aan hun andere uiteinden zijn de trekveren 13 opgehangen aan nokken 28 van het schuiforgaan 22. Zoteente wordt het schuiforgaan door te trekveren 13 verend belast in een richting 83o:s 1 7 PHN 10777 6 v « naar de tweede positie toe, dat will zeggen in een naar buiten gerichte zin. Daar elke pen 26 is aangebracht in een sleuf vormige opening 27 is tussen het schuiforgaan 22 en de drager 10 een beperkte schuifbeweging mogelijk. Voor de goede geleiding van het schuiforgaan op de drager is 5 een tweede stel pennen 29 op de drager aangebracht in sleufopeningen 30 van het schuiforgaan.

Wanneer de drager 10 zich in de eerste positie, dus in het huis, bevindt wordt het schuiforgaan 22 door grendelmiddelen 31, aanwezig in het huis, tegen de verende belasting van de trekveren 13 in 10 vergrendeld.. De grendelmiddelen, zie in het bijzonder Fig. 2 en 4, omvatten een twee-armige hefboom 32 die schamierbaar is cm een pen 33.

Elk van de armen van de hefboom 32 draagt aan zijn vrije uiteinde een grendelhaak 34. Deze beide haken werken samen met een tweetal grendelpennen 35 aan de onderzijde van het schuiforgaan 22. Bij het bewegen van de drager ^ 10 van de tweede naar de eerste positie wordt eerst de aandrijfmotor 2 in aanraking gebracht met de uitrichtaanslagen 12 en wordt vervolgens het schuiforgaan 22 tegen de belasting van trekveren 13 in verder geduwdutot de grendelmiddelen .31 in werking treden. De trekveren 13 dienen dus zowel voor het tegen de uitrichtaanslagen drukken van de aandrijfmotor als voor 20 het ramrelvrij fixeren van het geheel bestaande uit de drager 10 en het schuiforgaan 22 in het huis.

Ten behoeve van de ontgrendeling van de drager uit de vergrendelde positie is een hefmagneet 36 aanwezig met een plunjer 37. De laatste werkt via een pen 38 met een been 39 van de hefboom 32 samen. Door bekrachtigingg 25 van de hefmagneet beweegt de plunjer 37, zie Fig, 2?, zich van rechts naar links waardoor de hefboom 32 cm de schamierpen 33 kantelt en de beide grendelhaken 34 zich naar boven bewegen. Onder invloed van de trekveren 13 beweegt zich nu het schuiforgaan 22 over een kleine afstand naar buiten zodat de voorzijde 23 van het schuiforgaan 22. enigszins buiten het huis 30 uitsteekt en met de hand kan worden aangevat voor het met de hand verder naar biuten trekken van de drager 10. Het is ook mogelijk de getekende optische platenspeler te modificeren opdat de drager 10 met behulp van een electromotor tussen zijn eerste en tweede standen wordt bewogen.

Bij de getekende uitoveringsvorm van de optische platenspeler 35 volgens de uitvinding is veel ruimte beneden de drager 10 aanwezig voor het aanbrengen van onderdelen zoals de uitrichtmiddelen 11 en de vergrendel-itüddelen 31. Dit komt omdat de optische uitleesinrichting 7 zich bevindt op een plaats die is gelegen tegenover het vrije uiteinde 5 van de spil 83 0 32 17 «. m PHN 10777 7 4 wanneer de drager 10 zich in de eerste positie bevindt.

Binnen het kader van de door de conclusies gedefinieerde uitvinding zijn nog andere uitvoeringsvormen mogelijk. Zo is het mogelijk de aandrijöiotor met speling in de drager aan te brengen teneinde de 5 nodige beweeglijkheid van de aandrijfmotor ten opzichte van de uitricht-middelen te verzekeren. Bij toepassing van uitrichtaanslagen is het mogelijk cm op andere wijze de motor door verende middelen tegen de uitrichtaanslagen te drukken. Zo zou het mogelijk zijn cm de aandrijfmotor met een verend aangedrukte hefbocm tegen de uitrichtaanslagen te drukken 10 wanneer de drager zich in de eerste positie bevindt en de hefbocm weg te zwenken bij het bewegen van de drager vanuit de eerste naar de tweede positie. Het lijkt voordelig de uitrichtmiddelen en de uatleesinrichtingen te bevestigen op een stevig frame uit êên stuk. Eventuele uitrichtaanslagen kunnen bestaan uit delen van het frame.

15 20 25 30 35 83·:1 ; / .............'..............~

Claims (4)

1. Optische platenspeler voor platen met optisch gecodeerde informatie en omvattende: - een huis (1), - een aandrijfmotor {2) met een cm een rotatieas (3) roteerbare spil (4) 5 met een vrij uiteinde (5), - op de spil aangebrachte ondersteuningsmiddelen voor het op de spil in een vlak loodrecht op de rotatieas (3) ondersteunen van een plaat (6), - een optische uitlees inrichting (7) met een over het oppervlak van de plaat (6) beweegbare optische kop (8) voor het met een lichtbundel (9) 10 uitlezen van de informatie op de plaat, alsmede - een drager (10) voor de aandrijfmotor (2), welke drager beweegbaar is tussen een eerste positie binnen het huis (1) waarin de plaat met de optische kop uitleesbaar is en een tweede positie waarin de drager buiten het huis uitsteekt en een plaat op de sil gelegd en van de spil 15 afgenomen kan worden, met het kenmerk, - dat de optische uitlees inrichting vast in het huis is aangebracht en - dat in het huis uitrichtmiddelen (11) aanwezig zijn die, wanneer de , drager (10) zich in de eerste positie bevindt, met de aandrijfmotor (2) 20 samenwerken craderuimtelijke stand van de rotatieas (3) nauwkeurig ten opzichte van de optische uitleesinrichting (7) uit te richten.

2. Optische platenspeler volgens conclusie 1, met het kenmerk, - dat de uitrichtmiddelen (11) vast in het huis aangebrachte uitricht- aanslagen (12) omvatten die met de buitenzijde van de aandrijfmotor (2) 25 samenwerken als de drager (10) zich in de eerste positie bevindt.en - dat verende middelen (13) aanwezig zijn cm in de eerste positie van de drager (10) de aandrijfmotor (2) verend tegendfeuitrichtaanslagen (12) te drukken.

3. Optische platenspeler volgens conclusie 2, net het kenmerk, qn - dat de drager (10) met enige speling ten opzichte van het huis (1) is gelagerd, - dat de aandrijfmotor (27 vast op de drager (10) is bevestigd, - dat de drager (10) een in de bewegingsrichting beperkt verschuifbaar gelagerd schuif orgaan (22) draagt. 35 - dat de verende middelen (13) zich op de drager (10) bevinden en het schuiforgaan (2) verend belasten in een richting naar de tweede positie toe en - dat grendelmiddelen (31) aanwezig zijn in het huis die in de eerste 8*7.^ ~ -Λ •3 V : ' EHN 10777 9 positie het schuif orgaan (22) in het huis tegen verende belasting door de verende middelen (13) in vergrendelen, zodat, bij het bewegen van de drager (10) van de tweede naar de eerste positie, eerst de aandrijfrtotor (2) in aanraking kont met de uitricht-5 aanslagen (12) en vervolgens het schuif orgaan (22) tegen de belasting van de verende middelen (13) in kan worden verder geduwd tot de grendelmiddelen (31) in werking treden.

4. Optische platenspeler volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de optsiche uitleesinrichting (7) zich in het huis (1) bevindt op een 10 plaats die is gelegen tegenover het vrije uiteinde (5) van de spil (4) wanneer de drager (10) zich in de eerste positie bevindt. 15 20 25 30 35 1 ~ ^ Ί -J *7 U v .„· ij