NL8302915A - Magneetbandcassette. - Google Patents

Description

% I

-1- T/Sony-1561

Magneetbandcassette

De uitvinding heeft betrekking op magneetbandcasset- I

tes en meer in het bijzonder op een van een paar metalen ge- I

steldelen en een paar kunststofdeksels vervaardigde magneet- I

bandcassette. I

5 Bijvoorbeeld in het Amerikaanse octrooischrift nr. I

4.330.068 is voorgesteld een bandcassette uit te voeren met I

een metalen gedeelte teneinde een betere prestatiekarakteris- I

tiek te verkrijgen. Bij dergelijke bandcassettes bepalen bo- I

venste en onderste kunststof platen of panelen een buitenvorm I

10 van het bandcassettehuis, en is tussen de bovenste en onder- I

ste kunststof panelen een metalen middengestel aangebracht I

dat een ruimte bepaalt die de magneetband en de de bandbewe- I

gingsbaan bepalende elementen opneemt. Het metalen gestel kan I

bijvoorbeeld gemaakt worden door aluminium matrijsgietwerk. I

15 Aangezien een gedeelte van de cassette van metaal is I

vervaardigd, is het totale gewicht van een dergelijke band- I

cassette, en dus de massatraagheid daarvan, groter dan een I

geheel van kunststof vervaardigde cassette. Wanneer de band- I

cassette dus op een weergeef inrichting,, zoals een tape-deck, I

20 wordt afgespeeld, kunnen ongewenste trillingen van de motor, I

die de kwaliteit van het weergegeven geluid kunnen beïnvloe- I

den, worden verminderd. Daar het middengestel van metaal, is vervaardigd, kunnen de afmetingen van de cassette nauwkeuri- I

ger worden bepaald dan in. het geval van geheel van kunststof 25 vervaardigde bandcassettes. Daar de het cassettehuis bepalen- I

de bovenste en onderste panelen van in hoofdzaak platte kunst- I

stof panelen zijn vervaardigd, kan het fabrikageproces worden vereenvoudigd en kan de nauwkeurigheid van de vormgevingsbe-werking worden vergroot vergeleken met alle kunststofcasset-30 tes.

In de in het eerdergenoemde Amerikaanse octrooischrift beschreven bandcassette wordt de bandbewegingsbaan echter be- I

paald door metalen elementen aan het metalen gestel, zodat de oppervlakken daarvan glad moeten zijn om te verzekeren dat de 35 band niet wordt afgeslepen of gescheurd. Een speciale polijst- 8302 3 1 3 i , * -2- bewerking is nodig om de metalen oppervlakken glad te maken. Bovendien wordt het metalen gestel in het algemeen vervaardigd met een matrijsgietbewerking/ en de lossinghelling die nodig is om de verwijdering van het gevormde gestel uit de 5 cassette te vergemakkelijken, moet relatief groot zijn. De bandgeleidingsoppervlakken zullen dus schuin verlopen, hetgeen ongewenst is.

Een ander nadeel van een volgens het eerdergenoemde Amerikaanse octrooi geconstrueerde bandcassette ligt in het 10 feit dat de drie delen van het cassettehuis gemonteerd of op elkaar geplaatst moeten worden en dan met bouten aan elkaar moeten worden bevestigd, zodat het lastig is om de delen stevig aan elkaar te bevestigen. Het gevolg is dat de gemonteerde delen van het cassettehuis gemakkelijk zijdelings ten op-15 zichte van elkaar kunnen bewegen.

Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding een bandcassette te verschaffen die vrij is van de eerdergenoemde nadelen uit de bekende stand van de techniek.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het 20 verschaffen van een magneetbandcassette met een grotere massa en met uitstekende bandgeleidingseigenschappen.

Weer een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een magneetbandcassette met nauwkeurig bepaalde buitenafmetingen.

25 Een volgend doel van de onderhavige uitvinding, is het verschaffen van een magneetbandcassette die nauwkeurig en gemakkelijk kan worden samengesteld.

Volgens de onderhavige uitvinding omvat een bandcas-settehuis eerste en tweede in hoofdzaak vlakke kunststof pane-30 len, en eerste en tweede respectievelijk de eerste en tweede panelen rondom aangrijpende metalen gestellen, die met elkaar zijn verbonden teneinde de panelen in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar te positioneren.

Bovenstaande en andere doeleinden, kenmerken en voor-35 delen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden, uit de volgende gedetailleerde beschrijving van een kenmerkende uitvoeringsvorm daarvan aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.

8 t» .-·> ο r . ? S

vU. i i 0

* * I

Fig. 1 is een. perspectivisch aanzicht dat een band- I

cassette volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uit- I

vinding weergeeft; I

Fig. 2 is een perspectivisch aanzicht met uiteengeno- I

5 men delen van de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm; I

Fig. 3 is een vergroot bovenaanzicht van de uitvoe- I

ringsvorm van fig. 1, welke gedeeltelijk is weggesneden;

Fig. 4 is een doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. I

3; 10 Fig. 5 is een doorsnede volgens de lijn V-V in fig.

3;

Fig. 6 is een gedeeltelijke doorsnede en een gedeeltelijk aanzicht volgens de lijn VI-VI in fig. 3.

In fig. 1 wordt een bandcassette volgens een uitvoe-15 ringsvorm van de uitvinding getoond welke in het algemeen om- I

vat een huis 1, dat samengesteld is uit vier delen namelijk I

een basisgestel la, een basispaneel lb, een dekgestel ld, en I

een dekpaneel lc. In het cassettehuis 1 is een stuk magneet- I

band 2 opgenomen. Fën langsrand van het huis 1, die hierna de I

20 voorzijde van het huis wordt genoemd, heeft een centrale ope- I

ning 3 zodat een niet getoonde opneem- en/of weergeefkop, I

bijvoorbeeld van een opneem- en/of weergeefinrichting voor I

een bandcassette (hierna eenvoudig cassettebandrecorder ge- I

noemd) door opening 3 gestoken kan worden voor het opnemen I

25 en/of weergeven van informatiesignalen, zoals audiosignalen I

op de magneetband 2. De voorste langsrand van de cassette 1 I

heeft ook openingen 4a, 4b en kleine vensters 5a, 5b in weder- I

zijds symmetrische relatie ten opzichte van de centrale ope- I

ning 3. In de bovenzijde en de onderzijde van het cassette-30 huis 1 zijn nabij de voorste langsrand insteekgaten 6a, 6b I

voor de kaapstander en insteekgaten 7a, 7b voor referentie- I

steunen aangebracht eveneens wederzijds symmetrisch.

Magneetband 2 is op een voorraadhaspel 9a en een op-neemhaspel 9b gewikkeld, welke haspels op één lijn liggen 35 met as-insteekgaten 8a, 8b in de panelen lb en lc voor res- H

pectievelijk de voorraad- en de opneem-as. Achter de magneet- I

band 2 is in de centrale opening 3 een kopsteunkussen 10 aangebracht. I

" Ί -S Λ il ” 'I

. < . - - Π J λ I

v J ij J ^ I

-4- 4 Γ ! In de fig. 2 t/m 6 wordt meer in detail getoond dat het basispaneel lb in het basisgestel la is gemonteerd, terwijl het dekpaneel lc in het dekgestel ld is gemonteerd. In de voorkeursuitvoeringsvorm is een lichte druk nodig voor het 5 in respectievelijk de gestellen la, ld drukken van de basisen dekpanelen lb, lc. Schroeven of bouten worden gebruikt voor het te zamen met de panelen lb en lc bevestigen van de gestellen la en ld, welke vier delen stevig en vast gepositioneerd worden ten opzichte van elkaar door hun onderlinge 10 aangrijping en hun aangrijping met de respectieve gestellen.

Het basisgestel la en het dekgestel ld zijn vervaardigd van metaal, bijvoorbeeld door een matrijsgietbewerking met zink. In de weergegeven uitvoeringsvorm hebben het basisgestel la en het dekgestel ld in hoofdzaak dezelfde vorm. De 15 basis- en dekgestellen la, ld bepalen de omtrek van het cas-settehuis 1 terwijl de platte of oppervlakdelen van het cas-settehuis en het bandgeleidingssysteem daarin bepaald worden door de basis- en dekpanelen lb en lc. De buitenafmetingen van de gestellen la en ld zijn ongeveer gelijk aan de over-20 eenkomstige afmetingen van bestaande of standaard audioband-cassettes.

De uitvoeringsvorm van fig. 2-6 verschilt onder andere van bekende bandcassettes in de wijze waarop de insteekga-ten 7a en 7b voor de referentiesteunen zijn bepaald. In de 25 gedeelten van de gestellen la, ld overeenkomend met de in-steekboringen 7a, 7b voor de referentiesteunen zijn cirkelvormige gaten 7a', 7b1 gevormd en, zoals hierna zal worden beschreven, nemen deze gedeelten van de panelen lb, lc op waarin in werkelijkheid de vierkante insteekboringen 7a, 7b 30 zijn gevormd.

In de achter-langsrand van het cassettehuis 1 zijn uitsparingen 10a, 10b (fig. 2 en 3) gevormd die worden bepaald door de gestellen la, ld en wederzijds symmetrisch zijn ten opzichte van het midden van die achterrand. Zoals de vak-35 man bekend is behoren wislippen (niet getoond) bij de uitsparingen 10a, 10b en, wanneer deze zijn verwijderd of weer aangebracht, werken deze samen met geschikte detectoren in. de s cassettebandrecorder teneinde ongewenst wissen van de magneet band 2 in het cassettehuis 1 te voorkomen.

£ 5.-1 ïï 0 V k, -J Ï ^ % -5-

Aan de achter-langsrand van de cassette 1 kunnen extra uitsparingen 11a, 11b zijn aangebracht die wederzijds symmetrisch zijn ten opzichte van het midden van die rand en welke samen kunnen werken met een microschakelaar of een andere de-5 tector (niet getoond) van de cassettebandrecorder voor het automatisch bepalen van de instellingen, zoals de voorspan-ningsinstelling, die noodzakelijk is voor het type magneetband 2 in het cassettehuis 1.

Aan elk van de gestellen la, ld is een halfcirkelvor-10 mig uitsteeksel of zitting 12 aangebracht die een boogvormige rug vormt tussen blokken aan naar elkaar toegekeerde zijden van hulpuitsparingen lla, 11b. In elke zitting 12 is een uitsparing 12a gevormd (zie fig. 2) voor het opnemen van een'cilindrisch uitsteeksel of steunvormig deel 19 dat op het res-15 pectieve paneel lb of lc is gevormd, zoals uitgebreider hierna zal worden beschreven. De binnenoppervlakken van de de zijwanden van de gestellen la, ld vormende flenzen hebben uitsparingen 13 voor het opnemen van in hoofdzaak cilindrische nok-vormige contactorganen of steunen 20 die op overeenkomstige 20 wijze zijn gepositioneerd op de panelen lb en lc, zoals nog uitgebreider zal worden beschreven. De weergegeven panelen lb en lc hebben in hoofdzaak dezelfde vorm en omvatten in hoofdzaak platte gedeelten met daarin gevormde spoel-as-insteekga-ten 8a, 8b. Panelen lb en lc hebben geprofileerde randen voor 25 aangrijping met respectievelijk de gestellen la en ld zoals » getoond in fig. 4 en 5 en omvatten elementen die een baridbe-wegingsbaan bepalen voor een magneetband 2, zoals hierna zal worden beschreven.

De cirkelvormige omhoog uitstekende geleidingspennen 30 14a en 14b steken uit van het paneel lb en bepalen een ge deelte van de bandbewegingsbaan in combinatie met de gelei-dingsrollen 16a en 16b die roteerbaar zijn gemonteerd op opstaande assen respectievelijk 15a en 15b, die ook aan het paneel lb zijn gevormd. In de weergegeven uitvoeringsvorm wik-35 kelt de magneetband 2 af van de voorraadspoel 9a, langs de · geleidingspen 14a, geleidingsrollen 16a, 16b, geleidingspen 14b, en vervolgens naar de opneemspoel 9b. Op het basispaneel lb zijn slechts de geleidingspennen 14a, 14b en de assen 15a, €? ς λ λ -i 5

W U ^ I - J

-6- 15b gevormd.

Om elk insteekgat 7a, 7b voor de referentiesteunen strekt zich een uitstekende rand 17a, 17b uit die een bepaalde uitwendige diameter heeft en in aangrijping kan komen met 5 boringen 7a', 7b' en zich door het basisgestel la en het dek-gestel ld uitstrekt zodanig dat de eindoppervlakken van de steunen 17a en 17b samenvallen met de buitenoppervlakken van de gestellen la en ld.(fig. 5 en 6).

Een plaatvormig uitsteeksel of kussen 18 strekt zich 10 uit van de achter-langsrand van elk paneel lb, lc en werkt samen met de zitting 12 van het respectieve gestel la, ld.

Elk kussen 18 is verschoven ten opzichte van het platte gedeelte van het paneel lb, lc over een afstand die overeenkomt met de diepte van de respectieve zitting 12 gevormd aan het 15 gestel la, ld (fig. 4). In het midden van elk kussen 18 is een halfcirkelvormige uitsparing 18a gevormd. Een cilindrisch uitsteeksel 19 strekt zich loodrecht uit van het kussen 18 aan de tegenover liggende zijde van elk paneel lb, lc. Wanneer de gestellen la, ld worden samengevoegd met de panelen lb, lc 20 daar .tussen, komt elk uitsteeksel 19 aan één einde dus in aangrijping met een uitsparing 12a in het gestel la of ld, terwijl het andere einde van een uitsteeksel 19 tegen het andere uitsteeksel 19 aankomt. De einden van de uitsteeksel 19 die tegen elkaar aan komen dienen dus als verstevigingen tegen op 25 de panelen lb, lc uitgeoefende uitwendige drukken welke·deze naar elkaar toe trachten te drukken. Wanneer de basis- eii'dek-gestellen la, ld en de basis- en dekpanelen lb, lc met elkaar in contact komen, worden de andere einden van de uitsteeksels 19 opgenomen in uitsparingen 12a van de gestellen la, ld en 30 de zittingen 12 van de gestellen la, ld worden., tussen de uitsteeksels 19 en de boogvormige uitsparingen 18a opgenomen (zie fig. 4). In dat geval versterkt de aangrijping van de zittingen van de gestellen la, ld tussen de uitsparingen 18a en de uitsteeksel 19 van de panelen lb, lc het cassettehuis 1 35 verder.

De cirkelvormige contactsteunen 20 zijn aan de randen van de basis- en dekpanelen lb, lc gevormd en kunnen bijvoorbeeld op gelijke afstanden liggen langs drie zijden van de ^ panelen lb, lc. In de weergegeven uitvoeringsvorm komt elke 8 3 0 - 1 5 -7- cirkelvonnige contactsteun 20 in contact met een respectieve uitsparing 13 die gevormd is in de binnenoppervlakken van de zijwanden van de gestellen la, ld. De op de basis- en dekpa-nelen lb, lc gevormde steunen 20 strekken zich naar elkaar 5 toe uit en komen met elkaar in contact teneinde eveneens het cassettehuis 1 op de bovenbeschreven wijze te verstevigen.

In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de de band-bewegingsbaan bepalende elementen op ëén paneel lb gevormd en vervaardigd van dezelfde synthetische kunsthars als de pa-10 nelen lb, lc. Opgemerkt moet worden dat de de bandbewegings-baan bepalende elementen geen metalen delen hebben die de magneetband 2 kunnen beschadigen.

Wanneer het cassettehuis 1 in een cassettebandrecor-der is opgenomen, worden de bij de recorder behorende referen-15 tiesteunen in insteekgaten 7a, 7b in de randen 17a, 17b gestoken. Wanneer de referentiepositioneringsdelen van een kunsthars zijn vervaardigd slijpen de randen 17a, 17b van het cassettehuis 1 de positioneringssteunen niet af aangezien deze van nagenoeg hetzelfde materiaal zijn vervaardigd. Om dezelfde 20 reden slijpen de steunen 17a, 17b niet af, zodat de nauwkeurigheid van de positionering van het cassettehuis 1 in de casset-tebandrecorder gehandhaafd blijft.

Opgemerkt moet worden dat de buitenafmetingen van het cassettehuis l nauwkeurig kunnen worden bepaald aangezien de 25 gestellen la, ld, die de buitenafmetingen van het cassettehuis 1 bepalen, van metaal zijn.

Verder moet opgemerkt worden dat de bandbewegingsbaan bepaald wordt door een relatief gecompliceerde constructie aan één van de panelen lb, lc en vervaardigd is van een kunst-30 hars of kunststof, zodat een matrijs met een kleine loshelling gebruikt kan worden bij de vervaardiging van die constructie.

In één uitvoeringsvorm zijn de panelen lb, lc vervaardigd van een doorzichtige kunststof waardoor de magneetband 2 duidelijk zichtbaar is.

35 Alhoewel beschreven is dat de gestellen la, ld ver- vaardigd zijn door matrijsgieten in zink, kunnen de gestellen la, ld ook van een ander metaal zoals aluminium worden vervaardigd.

Ö * Τ' Γ: Λ

Ό v» v -j i Q

Claims (16)

1. Cassettehuis voor het opnemen van een magneetband gekenmerkt door eerste en tweede in hoofdzaak vlakke kunststof panelen en de eerste en tweede panelen respectievelijk omgevende eerste en tweede metalen gestelmiddelen, die 5 met elkaar zijn verbonden zodanig dat de panelen in,hoofdzaak evenwijdig aan elkaar worden gepositioneerd.

2. Cassettehuis volgens conclusie 1, g e kenmerkt door verstevigingsmiddelen voor het op een bepaalde afstand van elkaar houden van de eerste en tweede panelen.

3. Cassettehuis volgens conclusie 2, met het ken merk, dat elk van de gestelmiddelen een opstaand randdeel in hoofdzaak loodrecht op het vlak van het betreffende paneel omvat.

4. Cassettehuis volgens conclusie 2, met het k e n- 15 merk, dat de eerste en tweede gestelmiddelen in binnen-randoppervlakken daarvan gevormde uitsparingen omvatten, en dat de verstevigingsmiddelen van de eerste en tweede panelen uitstekende en in de uitsparingen van de eerste en tweede gestelmiddelen aangrijpende steunen omvatten.

5. Cassettehuis volgens conclusie 4, met het ken merk, dat de steunen van ten minste één rand van elk van v de eerste en tweede panelen uitsteken.

6. Cassettehuis volgens conclusie 5, met het k. e n-m e r k, dat de steunen gelijkmatig verdeeld aangebracht zijn 25 langs de ten minste ene rand.

7. Cassettehuis volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elk van de panelen in hoofdzaak rechthoekig is, en dat de steunen verdeeld langs drie van de zijden van elk rechthoekig paneel zijn aangebracht.

8. Cassettehuis volgens conclusie 4, met het ken merk, dat de verstevigingsmiddelen in de eerste en tweede panelen gevormde en de eerste en tweede gestelmiddelen aangrijpende koppelmiddelen omvatten. :1

9. Cassettehuis volgens conclusie 8, met het k e n- 35 merk, dat het huis in hoofdzaak rechthoekig is, en dat de koppelmiddelen aan een langszijde van het huis zijn aangebracht . λ .-*> ·*\ , λ A S? *·»' *\ # ' ;] 5¾ V; *J . Ü 4 w t -δ- ΙΟ. Cassettehuis volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de koppelraiddelen zittingen omvatten aan elk van de eerste en tweede gestelmiddelen en een overeenkomende uitsparing daarin omvatten, en vlakke kussenmiddelen aan elk van 5 de eerste en tweede panelen die in de zittingen aan kunnen grijpen en een opstaand cilindrisch uitsteeksel omvatten dat aan kan grijpen in de uitsparing van de respectieve zittingen.

11. Cassettehuis volgens conclusie 10, met het k e n-m e. r k, dat de vlakke kussenmiddelen verschoven liggen ten 10 opzichte van het vlak van het betreffende paneel over een afstand die overeenkomt met de diepte van de betreffende zitting aan het gestel.

12. Cassettehuis volgens conclusie n, met het kenmerk, dat de vlakke kussenmiddelen een halfcirkelvormig ge- 15 deelte omvatten.

13. Cassettehuis volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de zittingmiddelen een halfcirkelvormige rug omvatten voor aangrijping met het halfcirkelvormige gedeelte van het betreffende kussen.

14. Cassettehuis volgens conclusie 4, met het ken merk, dat de panelen middelen omvatten voor het roteerbaar positioneren van de voorraad- en opwindspoelen met daarop gewikkelde magneetband.

15. Cassettehuis volgens conclusie 14, g e k e n- 25 merkt door aan ten minste één van de panelen gevórmde een bandbewegingsbaan in het huis bepalende bandgeleidirigs-middelen.

16. Cassettehuis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de panelen van een doorzichtige kunsthars zijn.

17. Cassettehuis voor het opnemen van magneetband gekenmerkt door eerste en tweede met elkaar te verenigen metalen gestellen voor het bepalen van de buitenafmetingen van het huis, eerste en tweede in respectievelijk de eerste en tweede gestellen aangrijpbare in hoofdzaak vlakke 35 kunststofpanelen, koppelmiddelen aan de panelen en gestellen voor het begrenzen van de buitenwaartse beweging van de panelen ten opzichte van de betreffende gestellen, in de gemonteerde toestand tegen elkaar aan liggende verstevigingsmidde- *— ^ e? w \y rf ‘ s ! τ -ΙΟ Ι en aan de panelen voor het voorkomen van binnenwaartse beweging van de panelen ten opzichte van de gestellen en middelen voor het in de samengestelde toestand aan elkaar bevestigen van de gestellen. ö 7 ~ ‘ ^ ö v - · , : J