NL8302887A - Garnalenpelmachine. - Google Patents

Description

X > - 1 - 1 Mechanische G-arnalen-peltechniek Megapel BV.ÏÏaarlem/Holland.

Korte aanduiding:Garnalen-pelmachine volgens de methode van

van Woensel.(uitvinders) I

5 Doelstelling der uitvinding:

Het volledig en onbeschadigd uitpeilen van garnalenvlees,uit I

gekookte garnalen,volgens een geheel nieuwe geautomatiseerde machinale werkwijze en machine daartoe; teneinde in grote hoeveelheden aan een hygiënisch verantwoord produkt te kunnen 10 voldoen, en ten tijden van grote aanvoer deze garnalen snel en gekoeld te kunnen verwerken.

De uitvinding als bedoeld in deze octrooiaanvraag omvat een volledige geautomatiseerde machinale werkwijze voor het vol- I

ledig en onbeschadigd uitpeilen van garnalenvlees. I

15 De machine daartoe is dusdanig uitgevoerd,dat deze alvorens I

de garnalen gepeld worden, de garnalen daartoe éën voor één I

afzonderd en richt, uit een hoeveelheid garnalen die ter I

peiling aan de machine toegevoerd worden. I

De machine omvat daartoe een inrichting voor de uitvoering I

20 van de werkwijze voor het één voor één gesynchroniseerd op I

tijd afzonderen,gelijk-richten,transporteren en pellen van I

garnalenjzénder dat daarbij de garnalen een speciaal kook- I

proces hoeven te ondergaan,en waarbij de garnalen niet vol- I

ledig .gekromd of ineengerold hoeven te zijn na het kook- I

25 proces; hetgeen tot stand komt door de samenstelling der

mechanische middelen in de uitvoering van dé machiné en de I

volgorde waarin deze geplaatst zijn of worden; weergegeven in de beschrijvingen,tekeningen en conclusies, zoals in I

deze octrooi-aanvraag opgesteld; waarin afzonderlijk zijn I

30 weergegeven: de werkwijze, de inrichting voor de uitvoering I

der werkwijze en de machine die de werkwijze ten uitvoer brengt volgens gegeven inrichting.

83 C ;; : G 7 35 & - 2 -

Kr \

Reeds vele pogingen zijn er gedaan om liet traditionele hand-pellen van garnalen te vervangen door machinaal pellen.

Alle pogingen daartoe gaven tot nog toe(zie indieningsdatum) geen bevredigend resultaat. De uitvinding in deze octrooi-5 aanvraag weergegeven biedt een algemene oplossing voor de ingewikkeldheid van pelproblemen die zich kunnen voordoên bij de willekeurige struktuur van de garnalen wanneer deze in verschillende jaargetijden aangevoerd worden.Het principe is erop gericht,dat ook zéér moeilijk pelbare garnalen ge-10 peld kunnen worden;waardoor de uitval beperkt blijft.

Ook diepvries-garnalen kunnen met de machine gepeld worden, hetgeen een goede markt-spreiding tot gevolg heeft.

Garnalen in het algemeen:

Garnalen vormen in vele landen van de wereld een zeer belang 15 -rijke bron van inkomsten voor de kustvisserij,alsmede de handel.Yooral in West-Europa:met name Duitsland,Denemarken, TIederland,Engeland,België,en in geringere mate Frankrijk, wordt de visserij op de zogenaamde Crangon-garnaal uitgeoefend. Garnalen in het algemeen,komen praktisch in alle 20 kustwateren over de gehele wereld voor; er zijn in totaal 120 verschillende soorten.De kleur van de garnalen is meestal grijs,echter wanneer zij gekookt zijn:rood tot roodachtig -bruin. Het garnalenvlees vormt in sommige landen een belang -rijke voedselbron; vanwege het pure eiwit-gehalte.In West-25 Europa is de garnaal eigenlijk meer een delicatesse,zodat het begrijpelijk is dat alleen een garnalen-pelmachine die het produkt onbeschadigd uitpelt daarbij de voorkeur verdient. ;bij de huidige pelmachines die de garnalen massaal trachten te verwerken is dit echter niet mogelijk geblekeno 30

Machinaal pellen contra handpellen van garnalen:

Garnalen zijn gepantserde diertjes.Om het garnalenvlees te winnen moeten zij dan ook van de pantserhuid ontdaan worden; hetgeen met de hand diende te geschieden.De uitvinding in de 35 octrooi-aanvraag uiteengezet beoogt het doel: het traditionele handpellen van garnalen te vervangen door het machinale pellen;waarbij er een doorbraak gemaakt wordt,de ekonomische toepassingen en de verdere aspekten volledig uit te nutten. Bovendien beoogt de uitvinding een groot probleem op te ....

83 0 2 8 8 7 v \, * - 3 - lossen; namenlijk: de hygiënische waarborg voor het gepelde produkt,doordat de machinaal gepelde garnalen niet meer met wellicht geïnfecteerde handen in aanraking komen. Dit laatste is van essentieel belang; het zogenaamde handpellen vormt 5 hierdoor een rechtstreekse bedreiging voor de ekonomische gangbaarheid van het gepelde produkt; alsmede de volksgezondheid; de handel en de visserij. In tegenstelling tot het handpellen wat vaak bij te hoge omgevings-temparaturen plaatsvindt,(het zogenaamde thuis-pellen) kan het machinaal 10 pellen in een daartoe geschikte gekoelde ruimte van bijv.

6 graden celcius boven nul toegepast worden. Vooral's-zomers is dit van het allergrootste belang. Bovendien kunnen de garnalen dag-vers verwerkt worden. Hierbij hoeft de koel-keten tussen schip en pellerij niet verbroken te worden.

15 De pelmaehine:

De pelmaehine staat centraal in een reeks van voorbewerkingen, die de ruw aangevoerde garnaal,de zogenaamde flauwe pellerij garnalen, ondergaan alvorens aan de pelmaehine toe-20 gevoerd te kunnen worden. Het verwijderen van garnalen-v_ - ·. vfeemde bestanddelen i3 hier een van. Verders moeten de garnalen Op maat ge sort eeild. worden* (rand-appara tuur reeds ontwikkeld) De garnalen-pelmachine als beschreven in de octrooi -aanvraag is van het gesynchroniseerde type; dat wil zeggen: 25 dat iedere maat garnaal in de daartoe geschikte machine precies op tijd zijn juiste bewerking krijgt. De machine zorgt ervoor, dat dit in een aaneenschakeling van bewerkingen gebeurt. Een uitermate beproefd en veilig synchronisatie systeem in de machine garandeert deze feilloze werking;zodat er 30 geen storingen kunnen optreden in de tijdsverschillen tussen de ketting van garnalen. Eén voor één worden zij precies op tijd afgezonderd in de machine, en over vier of zes banen breedte per pelmaehine geleidt;of een veelvoud daarvan.

( zogenaamde pel-eenheden).Daarbij maakt de machine 60 werk-35 slagen per minuut; zodat er bij een gemiddeld aantal garnalen van 720 stuks per kg. gemiddeld 4 tot 5 kg. ongepelde garnalen per pel-eenheid per uur verwerkt kan worden.De pel-machine kan dit in een veelvoud door naast elkaar gelegen pelbanen presteren,en daarbij continue werken. De netto.....

83 0:' 3 3 7 - 4*- I v \

De netto rendementen van de pelmachine i.o.v·handpellen zijn gngeye.er gelijk,en liggen tussen de 32 en 36 i» garnalenvlees

Vervangende waarde van de pelmachine t.o.v.het met de hand 5 pellen van- garnalen' x &r zijn reeds vele factoren aanwezig waarbij het machinaal pellen van garnalen de voorkeur verdient boven het handpellen Een regelmatig gegarandeerde pelcapaciteit zal een stabiliteit in aanvoer en handel teweeg brengen· Een vers produkt, 10 eventueel zonder bijvoeging van conserveer-middelen zal gretig aftrek vinden naar de consument.Het niet onderbreken van de koelketen zal het bacteriën-gehalte tot een minimum kiemgetal weten te brengen,zodat de ergernis en gevaar voor visserij, handel en volks-gezondheid teniet gedaan kunnen 15 worden· hit geldt internationaal; vanwege de op komst zijnde verordening met betrekking tot gepelde garnalen van een maximum baeteriënrgehalte wat toelaatbaar is· Herhaaldelijk wordt dooi de warenwet geconstateerd, dat handgepelde garnalen vrij regelmatig besmet zijn met ziekte-verwekkende 20 kiemen; hetgeen onherroepelijk gevaar oplevert voor de volksgezondheid; men heeft dan ook het besluit genomen,naar verluidt, ( Min·van Volksgezondheid) géén nieuwe vergunningen meer te willen verstrekken voor het met de hand pellen van garnalen vbor zover dit huis aan huis uitbesteedtwordt· 25 ( Hederland 1982) In Duitsland staan evengelijke maatregelen te verwachten; in Denemarken is dit reeds het geval·

Het kiemgetal van de echte ziekte-verwekkende bacteriën wat betreft de machinaal gepelde garnalen volgens de in deze octrooi aanvraag beschreven werkwijze en machine, ligt aan-30 zienlijk lager dan bij het handpellen wat praktisch overal gebeurt.Het machinaal pellen is volledig controleerbaar; het handpellen niet· Het produkt dat de pelmachine alshier bedoelt geeft is onberispelijk mooi; géén beschadigingen aan het garnalen-vlees, wat bij de andere reeds bestaande pel-35 machines beslist niet het geval is·

Derhalve is het doel der uitvinding in deze oetrèoi-aanvraag weergegeven,tevens een oplossing te bieden voor de nog steeds toenemende mate van problemen rond het pellen van garnalen; door het zogenaamde handpellen teweeg gebracht.

85 02 03 7 \ \ 'x.

* \ r ( -5~ ! Inleidende verklaring behorende bij de beschrijving van de werking der garnalen-pelmachine,alsmede de tekeningen·

Bij de garnalen-pelmachine volgens deze aanvraag weergegeven, 5 zijn alle uitvoeringsvormen in principe gelijk aan elkaar·

Be afwijkingen,voor de verschillende maten garnalen te kunnen pellen,zijn de dimensies van de onderdelen in de machines, ten opzichte van elkaar;hetgeen niet in de tekeningen is weergegeven;n<5ch in de beschrijvingen· De uitvoeringsvormen 10 blijven dus voor iedere maat garnalenpelmachine in principe gelijk,zinder daarbij buiten het kader van de uitvinding te treden· Be pelmachines zijn daarbij in de breedte opgebouwd uit een veelvoud van de zogenaamde pel-eenheden;duidelijk-heids-halve wordt het principe der werkwijze van één pel-15 eenheid behandeld«Regelrecht zijn uitsluitend de voorkeursuitvoeringen van de werkwijzen getekend en beschreven,omreden dat het hier een door de uitvinders/konstrukteura aan,de praktijk getoetste machine betreft*

Be genummerde punten la t/m 52 in fig*l worden afzonderlijk 20 verklaart en aan de hand van schetsen en tekeningen verduide -lijkt,waarbij de tekeningen aangeduid zijn met : ïig.2,2a,2b,...enz. betrekking hebbende op punt 2 fig* 1 ïig.3,3a ,3b,···enz· ** ,»»»*3 fig. 1 enz«enz· 25 Samengestelde volgorde der bewerkingsorganen in de pelmachine I en de verklaring der verwijzings-tekens in fig.l,zie blz.6

Aanwijzing bij de verklaring der aanduidings-tekens voor de verschillende punten in de naar onderdeel genummerde teke-30 ningen van bijvoorbeeld:

Pig.2,2a,2b,enz.;?ig.3,3a,3b,enz··.worden de diverse punten in die tekeningen doorlopend genummerd; dezelfde overeenkomstige punten in de tekeningen onderling,dragen dezelfde nummers met een in de beschrijving gegeven vooraanduiding,tot 35 welke tekening,respectievelijk figuur zij behoren· voorbeeld:

Jig.11.87 betreft hetzelfde onderdeel als in fig.12b.87 8302337 » * Λ ' 1 - 6 -

De garnalenpelmachine ia oamengeateld uit meerdere essentieel functionele onderdelen,die de machine tot één geheel maken.

De daarbij gekozen volgorde der onderdelen zoals deze geplaatst zijn in de pelmachine is op géén andere wijze mogelijk 5 als aangegeven in fig.1, waarbij weergegeven is dati.......

punt la..··· een transportband is.

>>»> 2 ..... een trilbak t>>> 3..... een opzuig-installatie »>>» 4 ..... een tijd-indeler 10 »»»* 5 ..... een trilgoot »>>, 6 ..... een scheidings-goot i ft t 7 ····· een scheidings-mechanisme tftt 8 ..... een transport-bandje tt tt 9..... een keergoot 15 9>>> 10 ..... een opvang / jriehtgoot t tt t 11..... een transport-goot met water tttt 12 ·.··· een reguleer-klepje >»>>13 ..... een pel-schijf >>>> 14 ··.·· een pel-klem 20 tttt 15 ····· een opvang en aanschuif-mechanisme »»»> 15b..... een ataarten-strek mechanisme >>>> 16 ·..·· een staarten-richt mechanisme »>>> 17 ····· een roterend mesje 9>>» 18 ..... een roterend rubber flapje 25 »>»» 19 ····· een staarten-afhaler mechanisme >»»> 19b...·. een staarten-uitwerp borstel.

»>>> 20 ..... een z.g.ringetjes-afschuiver >>>> 21 ..... een ontsluitingsmechanisme voor garnalenvlees »»>> 22..... een vlee3uithaler mechanisme 30 > > > > 23 · ·.. · een afscherm-blad

t»>> 24 ····· een roterende doppenborstel >»>> 25 ····· een luchtkranen-mechanisme >»»» 26 ..... een lucht-circuit Ά t/m K

>»»» 27 *···· een water-circuit A t/m £ 35 »>>» 28 ..... een opvang voor staarten >>>>29 ..... een opvang voor garnalenvlees tttt 30 ..... een opvang voor doppen tttt 31 ····· een frame >919 32 ·.··· een elektromotor.

40 ö 3 0 2 3 8 7

X

r·· % i - 7 - 1

De hierna volgende nummeringen der figuren omvatten de volgende verklaringen, waarbij voorgeateld wordt dat:

Fig· 1 een prineipe-tekening weergeeft van de gehele pel-5 machine en plaatsing der onderdelen in de juiste volgorde in een frame geplaatst·

Fig. 2 geeft een prineipe-tekening weer van een trilbak fig.2.35, zichtbaar een gedeelte van de transport-10 band 2·34 geplaatst boven de principe -tekening van de trilbak, met daarin zichtbaar de zuigmonden* 2.36 in de trilbak,in de benedenste stand; met de flexibe -le bodem 2*37 en zichtbaar het frontaal aangebraohte excenter-mechaniek 2.38/2.39 · !5 --------

Fig· 3 geeft een prineipe-tekening weer van de opzuig- installatie,met links de tijdindeler 3*4-7 en rechts een gedeelte van de trilbak met de opzuigbeugel 3*45 naar rechts, en de zuigmonden 3*36 in de trilbak·

Fig· 3a geeft een tekening weer van de zuigmond 3a.36 en de bevestiging aan de zuigbuis met de bajonet-aansluit-ing* fig· 3a·48 en 3.48 25 Fig. 3b geeft een tekening weer van de uitwisselbare zuigmond met de bajonet-aansluiting.

Fig· 4 geeft een prineipe-tekening weer van een tijd-indeler fig.4.47 met de zuigmond 4.36 van de opzuigbeugel in 30 actie boven de tijdindeler tijdens het afstoten van de garnaal·

Fig· 4a toont de tijdindeler, terwijl de garnaal precies op tijd er wordt uitgeveegd door het roterende schotje 35 fig.4a.49 Φ "Z ^ ^ O ^ xj ia -J %J j V f % I - 8 -

Pig. 5 geeft een principe-tekening weer van de trilgoot 5*55 met de gesloten klep 5»54 en de tijdindeler erboven geplaatst 5.47 5 Pig. 5a toont dezelfde trilgoot met geopende klep 5a.54

Pig. 5h toont deze trilgoot met gesloten klep 5b.54

Pig. 5c toont de garnaal die uit de trilgeot in de scbeidings 10 -goot 5c.57 komt.

Pig. 5d toont de konstruktie van de trilgoot in perspectief met gazen bodem.

15 Pig, 5e toont de vorm van de klep 5a.54;5b,54

Pig. 6 geeft een perspectief weer van de scheidings-goot.

Pig. 7 geeft een perspectief tekening weer van het 20 scheidings-mechanisme.

Pig. 7a toont een principe-tekening van het scheidings- mechaniek in frontaal aanzien; waar de garnalen in de scheiding3-goot 7a.57 glijden.

25 --------

Pig. 7b toont het scheidings mechaniek in aanzicht met twee garnalen tegelijk in de scheidings-goot 7b.65 17b.66

Pig. 7c toont een aanzicht, waar een tweede goedliggende 30 garnaal weggeschoven wordt.7c.66

Pig. 7d aanzicht waar een verkeerdom liggende garnaal 7d.69 weggeblazen wordt.

♦------- ^ c’ fl Ά 7 öv! U i ^ ύ i 35 * -9 - b

Pig. 8 geeft een perspectief tekening weer van een transport bandje met bijzondere eindpoelie 8.71

Pig.8a toont een principe tekening van een transportbandje 5 aansluitend op de keergoot 8a.74

Pig. 9 geeft een principe tekening weer van de keergoot 9*74 met garnaal.

10 Pig.9a geeft een perspectief weer van de vorm der keergoot.

Pig.10 toont een tekening van de richtgoot 10.75 met de aansluiting van de keergoot 10*74 15 Pig.lOa toont een perspectief van de vorm der richtgoot.

Pig.11 toont een perspectief tekening van de heen en weer schuifbare transportgoot.

20 Pig.11a toont de transportgoot 11a.84 in haar bovenste stand.

Pig.llb toont de transportgoot llb.84 in haar benedenste stand.aansluitende op de zogenaamde pelschijf 11b.85 25 Pig.12 geen.

Pig.12a geeft een perspectief-tekening weer van een reguleer klep 12a.87 in geeloten stand, waarbij het een garnaal tegen houdt.

30 ----------

Pig. 12b toont een perspectief van de transportgoot met de reguleerklep 12b.87 in geopende stand, waarbij de garnaal doorgelaten wordt.

35 Pig. 13 zie fig. 14g.

n " p -'· - - 7 \J 'sJ i * % 1 - 10 -

Fig. 13a geeft een tekening weer van een gedeelte van de pelschijf 13a.85 met één pelklem 13a.88 in geopende stand.

5 Fig. 13¾ toont de doorsnede van het profiel a/y der pelschijf bij de pelklem.zie fig.l3a.

Fig· 13c toont de doorsnede van het profiel der pelschijf, p/q. aohter de pelklem zie fig.l3a.

10 --------

Fig· 14 geeft een perspectief weer van een pelklem.

Fig. 14a geeft een tekening weer van de bevestiging van de pelklem 14a.88 in de pelsc&ijf 14a,85tmiddels de ^5 glijblokjee 14b.95 met garnaal in de greep 14b.99

Fig· 14b toont een frontaal aanzicht van fig*14a, doorsnede B/S (fig.14c) 20 Fig* 14c toont een bovenaanzicht van fig. 14b met een garnaal in de pelklem 14c.96 gevat(hakende bovenkant-greep)

Fig. 14d toont een pelschijf met geopende pelklem.

25 Fig. 14e toont een frontaal aanzicht van fig. 14d. doorsnede f/U (fig.l4f)

Fig. 14f toont een boven-aanzicht van fig. 14e.

30 Fig. 14g geeft een principe tekening weer van een pelschijf met pelklemmen 14g.88 met geleide-rollen 14g.l00 en geleide banen voor het dirigeren van de pelklemmen. fig.l4g.l02;14g.l01a,ziefig.l4d en 14f 101a en 14g.l01 35 ,-------

Fig. 15 geeft een boven-aanzicht weer van het opvang en aanschuif mechanisme met pelschijf 15.85 en pelklem 15.88 in de vulstand.

r* T A O

Λ T ξ J v" /*Λ *+% f

r *1 W ten ^ W J

- 11 - ψ t-

Pig* 15a geeft een principe tekening weer van het aanschuif-mechanisme in aangeschoven toestand,met garnaal,

Pig. 15h toont de situatie van het strekken der staart van 5 de garnaal,d.m.v, de staartenstrekker 15b*106

Pig· 15c toont de situatie van het volledig strekken der garnalenstaart in boven-aanzicht.

10 Pig· 15d geeft een perspectief weer van een opvangkapje voor de garnaal,zie 15d.l05» bevestigd aan het aanschuif -'blokje 15d.l04.

Pig· 16 geeft een principe Rekening weer van het staart- 15 richt mechanisme 16,112

Pig. 16a toont de situatie tijdens het gericht houden van de staart der garnaal 16a·113 20 Pig, 16b toont een bovenaanzicht, waar de staart der garnaal onder het blokje door gaat 16b.113

Pig» 16c toont een perspectief van het richtmechanisme 16c, ,112 25 ----------

Pig· 17 geeft een principe tekening weer van het roterende mesje 17*114 tijdens het insnijden van de garnaal.

Pig. 17a toont de vorm van de messegmenten 17a,115 30 --------

Pig. 17b toont de enigszins zwaard-vormige buitenomtrek 17b.116 van de messegmenten,ontstaan bij het plaatsen in de houder 17d.

35 Pig· 17c toont de samengestelde konstruktie van de mes-segmenten in de houder.

Pig, 17d toont een perspectief van de houder met de mes-segmenten.

----y, ” 1 r· Λ. “7 O 0 'J £. uö /

V

% - 12 -

Pig. 18 toont het principe en een perspectief van de kon- atruktie van het zogenaamde roterende rubber-flapje w»———

Pig· 18a geeft een tekening weer van de werking van het 5 rubber-flapje 18a.121

Pig. 19 geeft een volledige tekening weer van het ataart-afhaler mechanisme, waarbij de staart van de garnaal 19*127 door het rolletje 19*128 vastgehouden 10 ------— wordt.

Pig. 19a toont de situatie, waarbij de staart eraf wordt gehaald.19a.127 en 19a.128

Pig. 19b Situatie waar de staart losgelaten is, en 15 weggeborsteld wordt.

Pig. 19c toont een perspectief van het staart-afhaler mechanisme(elementen) 19c.125 geribd oppervlak.

-------- 19c.132 element.

20 Pig. 20 geeft de situatie weer van een zogenaamde ringetjes-afschuiver.fig.20*136

Pig. 20a

Pig. 20b geven de werking van de ringetjes-afschuiver weer* 25 ---------

Pig. 21 geeft de situatie weer, van het ontsluitingsmechanisme voor het garnalenvlees vrij te maken.

Pig. 21a en fig.21b tonen het vrijkomende garnalenvlees 50 door het openen van de pelklem.

Pig. 21e geeft een tekening weer van de openliggende garnaal op de pelschijf, met het afschermblad 21c*146 over de kop van de garnaal.

35 -----------

Pig. 22 toont het garnalenvlees uithaler mechanisme 22.144

Pig. 23 toont hoe het garnalenvlees onbeschadigd uit de schaal wordt gehaald.

''rsyfTs 7 ✓ φ ' - 13 -

Pig. 24 toont hoe de lege garnalen-doppen uit de peXfclemmen verwijderd worden d.m.v. de doppen-borstel.

Pig. 1 punt 25 toont het gedirigeerde luchtkranen-systeem 5 --------

Pig* 1 punt 26 k t/m K toont het lucht-circuit

Pig. 1 punt 27 k t/m E toont het water-circuit 10 Pig. 1 punt 28 toont een opvang voor garnalen staarten

Pig. 1 punt 29 toont een opvang voor garnalenvlees

Pig. 1 punt 30 toont een opvang voor garnal end oppen

Pig. 1 punt 31 stelt het frame der machine voor

Pig* 1 punt 32 toont een aandrijfmotor hoven in het frame geplaatst.

20 gggsggggggggggsgggggg ' · 6T Γ; ~ *7

w V J, „ ü J

J

- 14 -

De werkwijze van de van. loensel(Megapel BY) garnalen-pel -machine,en volgorde van bewerking der te pellen garnalen*

Het pel-systeem in de pelmachine is één voor één* 5 De te pellen garnalen worden op de transportband fig.2*34 der machine fig*l, gedeponeerd; overeenkomstig de dikgemaat der garnalen,welke door deze machine verwerkt kan worden.

De gransport-band fig.2.34 doseert met een weinig overmaat de hoeveelheid garnalen welke de pelmachine kan verwerken,in 10 een trilbak fig*2*35 met een flexibele bodem fig.2.37 ·

Een aantal zuigmonden fig.3a,overeenkomstig het aantal pel-eenheden, verenigd aan een heen en weer gaande beugel fig*3*45 plaatsen zich elke seconde in de dansende garnalen zie fig.3; en zuigt aan iedere zuigmond één tot twee gar-15 nalen op· fig.3 o Per kerende beweging van deze beugel fig.4 worden deze garnalen, doordat de zuiglucht over gaat in pers «lucht via het gedirigeerde luchtkranen mechanisme,fig.1·25 in een zogenaamde tijd-indeler gedeponeerd fig.4.47; en bij elke omwenteling van de schoep, fig.4a.49 per seconde de 20 aanwezige garnaal(en) in een trilgoot schuift*zie fig.4a ·

De vorm en de helling der trilgoot,fig.5d, is zó gekozen dat de garnaal (en) met de kromming der garnaal fig*5a*56, naar beneden glijdtozie fig*5a* Halverwege de goot fig.5b,blijft de garnaal,fig.5be53fc achter een synchroon gedirigeerde klep 25 fig*5b»54 liggen* Als de klep opent, glijdt de garnaal met het geronde gedeelte fig.5a.56 in een horizontale scheidings -goot.fig.5a.57; 5c.57 en fig.6. Een heen en weer gaande beugel fig.7.60 en 7a*60,van het scheidings-mechanisme fig*7 voorzien van zuigmonden fig.7.64, komt de garnaal tegemoet; 30 en zuigt per zuigmond één garnaal aan.fig.7b.65,en schuift door,tot op één garnaal lengte van het einde der scheidings-goot fig.7c, waardoor een eventuele tweede garnaal wegvalt fig.7c.66, en in een opvang-bakje onbeschadigd voor weder-gebruik opgevangen wordt. Per kerende beweging van de beugel 35 8a.61 laat de zuigmond 8a.64 de garnaal los,boven een trans-port-bandje 8a.70 .Dit transport-band je brengt de garnaal,; 8a.73 in een vertikaal geplaatste keer-goot 8a.74,welke vorm de garnaal met het gekromde gedeelte voorwaarts, doet glijden. De keergoot fig.9a gaat,in een helling over fig.9.74,waar. ..

3302887 V . 1

¢- I

-15 -

de snelheid der garnaal bepaald wordt, Uit de keergoot glijdt I

de garnaal in een zogenaamde opvang/richtgoot,fig.10a en fig. 10.75/77; welke in een bepaalde helling geplaatst is.fig.10* I

In de richtgoot 77 wordt de garnaal met het staart-gedeelte I

5 omhoog gericht.fig.10.81. Dóór deze richtgoot fig.10.77»

stroomt on-onderbroken een afgestemde hoeveelheid waterwaardoor de snelheid en transport van de reeds gerichte garnaal bepaald wordt. Uit deze rieht-goot 11a.77 komt de garnaal in een transport-goot lla.84,welke heen en weer schuift in de I

10 lengte richting van die goot; en als het ware een verlenging

van de richtgoot vormt*llb.84? dus tevens de garnaal met de I

snelheid van het water verplaatst. Aan het eind van deze goot lla.84; wanneer deze in haar bovenste stand is, fig.lla, vi.·. bevindt zich een reguleer-klepje 11a.87» wat synchroon de gar-15 naai op de juiste tijd doorlaat.11b.87 ; 12b. Een vertikaal geplaatste cirkelvormige zogenaamde pel-schijf fig.llb.85» voorzien van een achttal pel-klenunen 14g.88, welke bij ver-draaing van de pelschijf automatisch gedirigeerd worden,14g ,vangt bij opening der reguleer-klep 11b.87 de garnaal juist I

20 tussen de voorgedraaide pel-klem op. fig.15a.88. De pelklem I

fig.14 bestaat uit twee verende bladen, met omgezette hakende I

bovenrand.14.96, en zijn middels een glijhlokje 14.95» wat 1 zich in radiale uitsparingen 14b.92 in de pelschijf op en neer kan bewegen, onderling aan elkaar verbonden.14d.95 · 25 De hoogte der klem-opening ten opzichte van de pel-schijf; fig.14d.en l4e.om de reeds gerichte garnaal 14e.99 te ontvangen, wordt bepaald door een gedirigeerde verdraaing der pel-schijf; doordat de geleide-rollen 14g.l00,de geleidebanen fig.14g.101 en 14g.l02 volgen en aftasten; terwijl de openings 30 -wijdte bepaald wordt door de vorm welke het zijprofiel der pelschijf heeft,fig.l3b.91 en 13c.91;middels de kleine geleid · de-rolletjes 14d.98 in de pelklemmen aangebracht. Het prik-veertje 14.97»14g.97 wordt geleidt door 14g«101a.

Wanneer de garnaal de pel-klem inschiet, stuit zij tegen een 35 zich periodiek achter de pelklem geplaatste opvang en aan- I

schuif mechanisme 15a.103; hetwelk bij verdraaing der pelschijf meedraait, en de garnaal aanschuift tot juist de drie staart-leden der garnaal nilt geklemd worden.fig.15b en 15c.

; wanneer de pelklem 15b.88, zich bij de eerste verdraaing..·.

87 A ^2^7

t V v' -f ij J

V

s > ' - 16 - "" 1 »zich bij de eerste verdraaing van de pelschijf en onder invloed van de geleide-rollen fig.15b.100 en de geleide-banen 15b.l01 en 15b«102 automatisch sluit. Als nu het aanschuif-aechanisme 15b.lQ3 terug keert en de garnaal geklemd zit, 5 fig,15b en 15c; valt een staarten-strek mechanisme 15b.l06 waaraan twee konische armpjes 15c.110 enl5c.111,bevestigd zijn, met deze armpjes juist achter het gekromde staarteinde; en strekt de garnaal fig.!5o. Tijdens deze eerste periodieke verdraaing der pelachijf,passeert de geklemde garnaal tevens 10 een staarten-richt mechanisme 16.112 wat de garnaal tijdens de tweede verdraaing in een gestrekte richting laat passeren fig.l6a.113 (16*113)· Terwijl de garnaal dit richt-mechanis-me passeert 17*113» gaat deze onder een roterend mesje door, fig·17.114, waardoor de over de buikzijde lopende spieren van 15 de garnaal doorgesneden worden, en de garnaal in de volle lengte wordt ingesneden, fig.17o.114; zónder dat daarbij het garnalenvleea beschadigd wordt. Bij de volgende verzetting der pelsohijf( telkens één achtste van de omtrek) passeert de reeds ingesneden garnaal een snel-draaiend rubber-flapje,fig,. 20 18a.121;wat de drie staartleden los werkt.18a.124.( voor en tijdens de derde verzetting). Aan het einde van deze verzetting fig.19» komen de drie reeds losgewerkte staartleden op een element 19.125 van hét geribde staarten-afhaler mechanisme fig.19 te liggen; wat deel uitmaakt van drie vertikaal 25 en cirkelwormige geplaatste elementen 19c enfig.l9.132,en dezelfde draai-richting heeft als de pelschijf. In deze stand wordt de staart door een wals-rolletje 19.128 op het betreffende element 19.125 geklemd fig.19 terwijl even later de opnieuw verdraaiende pelschijf de garnaal van staart ont-30 daan,wegtrekt.fig.19a. De drie staart-leden blijven op het element achter.19b.l27. Een roterende uitwerp-borstel 19b.133 veegt het element 19b.132 schoon, en het wals-rolletje fig. 19b.128 wordt door een straaltje water 19b.134 schoon gehou* / den. Tijdens de daarop volgende vierde verzetting der pel-35 schijf |‘ig.20.85, wcrdt de garnaal vanuit het midden der buxk gerekend,zijdelings open getrokken doormiddel van de hakende bovenkanten der pelklemmen fig.21a; en door het naar beneden dirigeren van deze pelklemmen komt het staartvlees vrij; zie fig. 21.141 . * 8Ί Λ P', - Λ · o «7 3· U ó. w y ƒ V · » - 17 -

Tijdens dit gebeuren passeert de opengetrokken garnaal met het staartgedeelte een ringetjea-afuchuiver: zie fig. 20.136; fig.20a en220b; dat tot doel heeft een eventueel achtergebleven staart-ringetje te verwijderen. Een 5 vlees-uithaler 22.144, bestaande uit een sateliet-borstel fig. 22.145,rolt in de volgende stilstand der pelschijf het garnalenvlees eruit.fig.21c*141 en fig.22 en 23. Een schei-dings-schotje schermt hierbij de kop der garnaal af;fig.

22.146 , 23.146; zodat alleen het vlees vrij komt te liggen, 10 en eruit kan d.m.v. de sateliet-borstel 23*145. Bij de twee daarop volgende verzettingen der pelschijf wordt de lege dop (het gepantserde omhulsel) van de garnaal,fig.24.151, door een roterende doppen-borstel 24.152 tussen de zich reeds geopende pelklem uitgeveegd, fig.24.

15

Alles , zowel garnalen-vlees als staarten en doppen, worden gescheiden opgevangen;fig.1.28, 1.29 , en 1.30 · Terwijl de bewerkingen plaatsvinden tijdens de periodieke synchroon afgestelde verdraaing der pelschijf, wordt iedere vóórdraaiende 20 pelklem opnieuw met een garnaal gevuld; zodat er een on-af-gebroken ketting van garnalen voort-durend in bewerking zijn.

De uitvoeringen kunnen in een veelvoud van naast elkaar gelegen zogenaamde pel-eenheden opgebouwd zijn. Voor alle machine typen in deze meervoudige uitvoerings-vormen wordt 25 per machine gemeenschappelijk gebruik gemaakt van het aan- drijf-werk; de water en de lucht-installatie, alsmede de toevoer der garnalen per transport-band, de trilbak , en de opvang der doppen, staarten en het garnalenvlees; alsmede de afvoer daarvan.

30 xxxxxxxxxmnzzxi 8302837 - 18 - ♦ s

V

-k

Nieuwe werkwijze voor liet één voor één mechanisch afzonderen en pellen van garnalen·

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting daartoe, voor het één voor één gesynchroniseerd op tijd en on-5 derling gelijke afstand afzonderen,gelijk-richten, transporteren en pellen van gekookte garnalen,uit een voorraad reeds van ongerechtigheden ontdane garnalen* waarbij de garnalen in voorraad gehouden worden dftor doserende horizontaal aangebrachte transportband-middelen (fig.1.la);z.g.vibratie-10 middelen voor het continue in beweging houden van een geringe hoeveelheid garnalen(fig.l.2) ; middelen om de garnaal zonder klemming aan te grijpen d.m.v. vacuum(fig.l.3); middelen om deze onbeschadigd weer los te laten en op te vangen; middelen voor een gesynchroniseerde tijd-indeling(fig-1.4); middelen 15 voor het met de ronding voorwaarts keren van de garnaal en het transporteren daarvan(fig.l.5); middelen om deze garnaal tegen te houden en op tijd door te laten met de ronding der garnaal voorwaarts gericht (fig«lo5a)jmiddelen voor de reeds voorwaarts gerichte garnaal aan te grijpen,los te lafen , 20 het wegstoten van een tweede ongewenste garnaal,het afstoten van een verkeerd aanliggende garnaal(fig.1.6 en punt 7); middelen voor het transporteren (fig.1*8) en volledig richten van een reeds afgezonderde garnaal(fig.1·9 en punt 10); middelen voor het verder transporteren (fig.1.11),tegenhouden 25 (fig.1.12) en gesynchroniseerd op tijd gericht doorlaten van die garnaal;middelen voor het één voor één ruggelings opvangen der garnaal; middelen voor het gericht houden dom0v. een opvang en richt-mechanisme{fig.1.15) met de ronding der garnaal in het riêht-orgaan,de rug der garnaal naar onderen 30 en de staart omhoog gericht,liggende op een steun-orgaan in de vorm van een vertikaal geplaatste ronde schijf(fig.1.13) Grijp-resp. klem-middelen(fig.1 punt 14) om de garnaal te klemmen en vast te houden;strek-organen(fig.l punt 15b)voor het volledig strekken van de staart;een richt-orgaan(fig.1.16) 35 om de staart gericht te houden; een snij-orgaan(fig.1.17)voor het volledig over de gehele lengte der garnaal insnijden van het buikvlies tot aan het uiterste puntje van ie staart; het loswerken van de niet-geklemde staart d.m.v. een vibrerend orgaan(fig.1.18); het afhalen......

8302887

V ' I

• 19 - * het afhalen van het staart-pantser d.m.v. een staartentrekker -mechanisme (fig. 1*19);het verwijderen van eventueel achtergebleven staartpantser-ringetjes d.m.v, een afschuiforgaan fig.1.20-); het volledig openen van het pantser der garnaal 5 d.m.v. genoemde grijp-resp. klem-middelen;het uitrollen van het garnalenvlees d.m.v. een borstel-mechanisme(fig.l.22); het opvangen van het garnalenvlees d.m.v. een afscherm-mechanisme(fig.1.23); het verwijderen van de lege garnalen-dop uit de klém-inrichting d.m.v. een borstel-orgaan(fig.1.24) 10

Beschrijving der werkwijze «-

Het op voorraad houden en tevens doseren van de garnalen gebeurt d.m.v. een horizontaal aangebrachte transport-i c 15 inrichting en de aandrijf-middelen daartoe.(fig.1.1a) Bij deze werkwijze blijven de garnalen op voorraad on-aangeroerd.

,hetgeen gewenst is om beschadiging aan de garnalen te voor- I

komen.Zowel in het Ned.octr.nr.156304» als in het Bed.octr. nr.168690 is dit niet het geval; omreden dat daar de in voor-20 raad gehouden hoeveelheid garnalen konstant in beroering gebracht worden:in het eerste geval door een voortdurend ^p** opstoten van de massa garnalen;in het tweede geval door het I

z.g. opbaggeren uit een trog d.m.v. een transportbandladder.

Boor deze werkwijzen kunnen de garnalen dermate beschadigd 25 geraken,dat deze eenmaal in een aaneengekoppelde pel-inricht —ing aangekomen, het pel-effekt nadelig kunnen beïnvloeden. Welliswaar voorziet het Ued.octr.nr.156307 in een inrichting voor het verwijderen van deze beschadigde garnalen,maar hierdoor gaan toch kostbare machine-slagen in verband met een 30 gekoppeld pel-rmechanisme verloren. Bij de nieuwe werkwijze in de navolgende beschrijving bedoeld, komt een regelmatig gedoseerde hoeveelheid garnalen van de bedoelde transportinrichting in een kleinefe voorraadhouder die een geringere hoeveelheid garnalen d.m.v. een vibratie-mechanisme konstant 35 in beweging houdt.(fig.2 en fig.3). Beze werkwijze komt tot stand door toepassing van een flexibele ondergrond(fig.2.46) die vibrerend gehouden wordt door een draaiend excenter-mechanismeo(fig.2.39).Boor deze werkwijze verwisselen de garnalen onderling van plaats,dit is noodzakelijk......

8 7 λ « f; i 7

w w λ .J / I

V

> . * - 20 - dit is noodzakelijk om de garnalen de gelegenheid te geven, op het moment dat een aantal zuigmonden zich in deze voorraad “begeven,tegen deze zuig-monden aan te springen en aangezogen te worden(fig.3.36) waarbij zij uiteraard zonder geweld aan-5 gegrepen worden,dit in tegenstelling tot het reeds bekende ! op dit gebied waar grijpers e.d· gebruikt worden.Bovendien komt het bij de in deze aanvraag bedoelde werkwijze er niet op aan, hoe de garnaal d.m.v.de zuigmonden of zuigorganen opgepakt worden.Het voordeel van deze werkwijze is tevens 10 dat hierbij de garnaal op ieder gesynchroniseerd afgesteld tijdstip uit een voorraad als omschreven aangegrepen kanrt. worden. Het aangrijpen en loslaten volgens genoemde werkwijze in vergelijk tot het reeds bekende brengt een grote verbeter -ing teweeg, doordat er geen geweld aan de garnalen gedaan 15 wordt;bovendien is de uitvoerings-vorm zeer eenvoudig.

Het loslaten van de aangezogen garnaal(fig.4) gebeurt echter niet exakt op tijd, omreden vocht-gehalte van de garnaal, gewicht, manier van aanvatten door de zuig-organen enz·;

Om toch tot een exakte tijd-indeling van de garnaal te komen 20 bijv.lén per seconde,zijn middelen voor tijd-indeling t.b.v. het gesynchroniseerd verder transporteren van de garnaal tussen-geschakeld(fig.4 en fig.4a) die synchroon staan afgesteld d.m.v. aandrijfmiddelen; t.ê.v. het moment dat de garnaal op z'n vroegst het betreffende zuig-orgaan zou 25 verlaten; wat op zich veroorzaakt wordt door genoemde fak-toren, en het afstellen van een eveneens gesynchroniseerd afgesteld luchtkranen-mechanisme.(fig.1.25)» Het tussen-geschakelde tijdindelings-mechanisme bestaande uit een half-cilindrisch huis vast aangebracht(fig.4.47), waarin een cen-30 trisch aangedreven uitveeg-orgaan,in dit geval een schoep (fig.4.49) roteert.Beze schoep vormt op het moment dat de gar -naai door het aanzuig-orgaan afgestoten wordt als het ware een opvang-bakje(fig.4) Bij deze werkwijze is het exakte moment dat de garnaal hierin opgevangen wordt niet van belang 35 , en kan met een zekere tijdspeling gebeuren; doordat pas bij de daarop volgende passage van de schoep, of het uitveeg-orgaan,deze garnaal uit het cilindrisch gevormde huis geveegd wordt(fig.4a). Hierdoor is het mogelijk de frequentie van het lln voor 44n op tijd indelen van de garnaal........

8" « η λ 7 xj υ £ o o / ' * ] - 21 -

ran de garnaal vrij hoog op te voeren,voor een hoge produktie •De werkwijze op deze manier houdt tevens in,dat de voorgaande garnaal absoluut gescheiden wordt van de volgende(fig·4); I

waardoor de afzondering per garnaal verzekerd is en exakt op 5 tijd ingedeeld· Deze werkwijze maakt het mogelijk,verdere

mechanische handelingen aan de individuele garnaal te ver- I

richten; zónder dat deze daarbij gescoord wordt door een opeenvolgende garnaal. Dij het verlaten van het tijdindeler I

mechanisme (ifig.4a) zal de garnaal dit op een willekeurige 10 manier verlaten.Door de draai-snelheid van het uitveegorgaan I

wordt deze garnaal in een omkeer-orgaan gedeponeerd.(fig.5) daarin wordt de garnaal gedwongen over een verruwd oppervlak I

te glijden,in dit geval een gazen bodem(fig*5.52) aangebracht I

in het keer-orgaan;wat tot doel heeft de garnaal met haar I

15 gladde geronde onderkant in de glij-richting te keren,tevens

onder invloed van de helling en trillingen die dit glijvlak I

maakt .De struktuur van het gazen bodem-oppervlafcrzorgt er I

tevens voor, dat de eventuele adhesie aan de garnaal door γ I

vocht e.d. vermeden wordt; wat op een massieve ondergrond I

20 beslist zou kunnen gebeuren, waardoor storing in het voor- I

waarts glijden zou kunnen optreden. Om de reeds gekeerde gar- I

naai niet met heh al te grote snelheid voort te laten glijden 1

,wat bij dagverse garnalen het geval zou kunnen zijn,is een tegen-houd orgaan aangebracht(fig.5.54) in het laatste ge- I

25 deelte van het keer-orgaan, die er tevens voor zorgt, na synchroon te zijn afgesteld, de aankomende garnaal tijdig tegen te houden met een zekere tijdspeling(fi&.5.53) en op tijd de garnaal door te laten(fig.5a.56) om even later in een I

opvang-orgaan(fig.5a.57) in dit geval een opvang-goot van een 30 z.g. scheidings-mechanisme te laten belanden.(fig«5e.59).

De garnaal is.dan reeds met het geronde gedeelte in de trans-portrichting gericht, waarbij de terzijde gekeerde staart naar I links of naar rechts kan liggen, (fig.6) Volgens deze werkwijze kan tevens een hoge frequentie bereikt worden; zóndér 35 dat daarbij de ligging van het staart-gedeelte der garnaal van belang is· In de praktijk zou het eventueel kunnen voorkomen, dat twee garnalen tegelijk alreeds bij aanvang van het één voor één aangrijpen(fig.7b»65 en punt 66) uit de voorraad in de scheidings-goot van het scheidings-mechanisme(fig.7a)··.

β ” Λ O β o 7 I

O vi y i, o- u / I

, ♦ V % - 22 - ..«belanden.Dit eventuele probleem wordt echter opgevangen door de samenstelling van het scheidings-mechanisme(fig.7) waarbij een tweede ongewenste garnaal absoluut gescheiden wordt van de garnaal die doorgelaten wordt.(fig.7b).

5 Bovendien voorziet het scheidings-mechanisme erin, dat een garnaal die eventueel in ongewenste richting ligt,n.l. met de sprietige kop in de transport-richting, verwijderd wordt, (fig.7c); en tevens zoals een tweede ongewenste garnaal onbeschadigd voor wedergebruik afgestoten en opgevangen wordt. 10 (fig.7c.66) Het scheidings-mechanisme voorziet tevens in het afstoten van losse garnalen-koppen en harde voorwerpen zoals schelpjes e.d. Het scheidings-mechanisme(fig.7) bestaande uit aanzuig-organen(fig.7d.64); blaas-organen (fig.7d.68) en doorlaat-bepalende afscherm-middelen(fig.7.67) maakt in de 15 uitvoerings-wijze een heen en weergaande beweging (fig.7a) waarbij de zuig-organen op bepaalde momenten een gedirigeerde funktie kunnen verrichten.Deze werkwijze komt tot stand door tussenplaatsing van een synchroon afgestelde luchtkranenmechanisme (fig.7c.25); hierdoor is het mogelijk op ieder 20 gewenst moment de garnaal zonder beschadiging aan te vatten en los te laten. Het loslaten gebeurt na het scheidings-proces(fig.8a) waarbij de garnaal op een transporterend band -orgaan gelegd wordt, waarbij tevens tijdens het verlaten van de band een richting-korrektie voor de garnaal wordt 25 uitgevoerd d.m.v. een byzondere eindpoeliemin samenwerking met het band-orgaan(fig.8) .Be garnaal wordt hierbij zowel recht gehouden, als in een andere voortschreidings-richting gedwongen; hetgeeii noodzakelijk is voor de uitvoering van een werkwijze volgens het richt-mechanisme in de beschrijving 30 van de inrichting weergegeven. Bij het verlaten van het band-orgaan volgt de reeds voorgerichte garnaal een goot-konstruktie(fig.l0.74 en punt 75) die tot doel heeft een werkwijze uit te voeren,voor het volledig onderling gelijk-richten van de garnaal,te weten: met de ronding voorwaarts 35 in de glij-of transportrichting, en met het staart-gedeelte omhoog gericht. Deze werkwijze komt tot stand door een continue glij-beweging van de garnaal dusdanig te begeleiden en te stunen,waartoe in de eerste phase tijdens het verlaten van het band-orgaan de garnaal ruggelings wordt opgevangen 8302337 en begeleid door een vertikaal geplaatste glijgoot(fig.9.74) waarbij het staartgedeelte der garnaal reeds enigszins omhoog gericht wordt zdnder dat daarbij de garnaal van lengterichting kan veranderen; en vervolgens in samenwerking met de 5 tweede phase waarbij aaneensluitend op de eerste,d.m.v. een hellend geplaatste opvang-goot met aangekoppeld glij-kanaal (fig.10.77) liet staartgedeelte volledig omhoog gericht wordt.

De trapsgewijze voorstelling van de uitvoering voor de werkwijze gebeurt in de praktijk in 44n glooiende beweging. De 10 uitvoeringsvorm als in de inrichting,is er op gericht': dat volgens de genoemde werkwijze zowel goed gekromde aid niet volledig gekromde garnalen gericht worden. In het Hed.octr. nr. 156507 worden deze uitgeselecteerd,voor wat betreft de niet goed gekromde exemplaren. Om het continue voort-trans-15 porteren van de reeds gerichte garnaal te verzekeren, wordt

in een gedeelte van de tweede phase reedsoeen voortstuwings I

middel in de vorm van een water-stroompje gebruikt. De be- I

doeling hiervan is echter veelzijdig n.1. het verzekeren van I

de voortstuwing der garnaal en het gelijke snelheid geven I

20 aan iedere garnaal; (fig.llb) het continue sehoonspoelen van smallere gootgedeelten enz...;het stuwend invoeren in een gekoppeld pel-unit of soortgelijke verwerkings-machine·(11b)

In het Bed.octr.nr.168690 wordt zoals bij de meeste octrooi-heschrijvingen_van pelmachines voor garnalen,gebruik gemaakt 25 van trilgoten enz.; dit geeft echter geen garantie voor een goede voortstuwing van ie garnaal binnen een van te voren bepaalde tijds-limiet van bijv.o0,5 sec. per garnaal. Om de garnaal synchroon ingevoerd te krijgen in een gekoppeld pel-unit is het van belang de garnaal vlak voor het invoeren 30 tegen te houden(fig.lla.87) en precies op afgestelde tijd voor 100 i> goed gericht door te laten(fig. 11b) ;hiertoe is een tegenhoud-orgaan (fig.llb.87) in het laatste gedeelte van een zogenaamde in de inrichting weergegeven transportgoot fig*12a en fig.l2b geplaatst. Bovendien voorziet de sluitings I

35 en openingstijd van dit tegenhoud-orgaan erin, dat de garnalen die van het band-orgaan komen een behoorlijke speling in iaartoe gestelde tijds-limiet hebben,voor het volgen van de glijgoten.Dit systeem maakt het mogelijk met een vrij hoge frequentie garnalen van een verschillend glijvermogen: zowel..

fs " r1 O o 7 %j -J ~J ά. W Q /

V

- 24 - zowel gladde als minder gladde garnalen gelijkgericht aan een gekoppeld pelunit voor garnalen toe te voeren·

De ter peiling aangeboden garnalen worden ruggelings opgevangen op een vertikaal geplaatste ronde schijf(fig.1.13) 5 ongeveer ter dikte van de gemiddelde garnaal die de betreffende inrichting voor het pellen daarvan kan verwerken·

De betreffende garnaal komt daarbij gericht met de rug op de schijf,het staartgedeelte omhoog gekeert, en met de kop der garnaal in de draairichting van de schijf, die overigens een 10 periodieke verdraaing ondergaat d»moV· diverse aandrijf- organen. De schijf is aan de omtrek voorzien van een achttal radiaal geplaatste grijp-of klem organen(fig.l*14) teneinde de betreffende garnaal op de schijf ter plekke geklemd te houden. Hiertussen wordt deze bij aanvang opgevangen en door 15 richt-organen rechtop gehouden. Dit is noodzakelijk voor goede pel-resultaten. De geklemde garnaal ondergaat telkens een verdraaing met de schijf,van één achtste van de omtrek der schijf; daarbij komt telkens een nieuw klem-orgaan in de vulstand voorgedraaid;bijv. elke seconde. Tijdens het ver-20 draaien en de stilstand der schijf ondergaat de opgenomen garnaal telkens een andere bewerking, d.m.v.genoemde organen en middelen waarbij tijdens de eerste verdraaing der schijf de garnaal door de klemorganen automatisch ingeklemd wordt.

Bij aanvang van dit proces wordt de garnaal door een opvang 25 en aanschuif-meohanisme(fig.l.Ï5) in de juiste positie gebracht; daarna wordt de staart door een strek-orgaan (fig.l.l5b) gestrekt. De romp der garnaal wordt daarbij d.m.v· het sluiten der klemorganen stevig op de schijf geklemd. (fig.l4c) Met deze eerste handelingen door de opvangorganen 30 richt-organen en strek-organen wordt bereikt, dat de geklemde garnaal voor 100% in positie gebracht is om de bewerkingen te ondergaan voor het pelproces. In het Ned.octr.nr.159865 worden de garnalen d.m.v. vacuum opgevangen en vastgehouden tijdens het verdraaien van een zogenaamde vacuum-peltrommel; 35 daarbij wordt de garnaal echter niet in een exakte ligging gebracht, en zal veelal reeds bij aanvang de kans lopen scheef te liggen. Het scheef liggen van de garnalen lijdt bij een dergelijke werkwijze dan ook tot willekeurige pelresul-taten; doordat tijdens het insnijden van de garnaal, niet ***:' r otar r i n T p. «η o o "7 V ü U L o O / «Λ.

' «· - 25 - ,niet altijd het staartgedeeite correct wordt ingesneden.

Bij de nieuwe werkwijze als vervolgens omschreven,wordt de mechanisch ingeklemde garnaal na ëestrekt te zijn, met het staartgedeeite onder een staarten-richt orgaan doorgevoerd 5 (fig.16 en fig.16a); alvorens onder een snij-orgaan door gevoerd te worden(fig.l6a.!14) Be werkwijze van het gericht houden vóór en tijdens het insnijden van het huikvlies en over de huik lopende spieren der garnaal,welke insnijding gebeurt tijdens het verdraaien der pelschijf, zorgt ervoor 10 dat het huikvlies van de garnaal van de kop tot aan het uiterste puntje van de staart voor 100# symmetrisch zuiver in het midden gerekend ingesneden wordt(fig*17c); zónder dat daarbij het garnalenvlees geraakt wordt d.m.v. voorzieningen in het snij-orgaan. Tijdens het verder draaien der schijf, 15 met de ingesneden geklemde garnaal, wordt de staart die weer enigszins omhoog veert, losgewerkt door een vibrerend orgaan (fig.18a.122); hiermee wordt bereikt dat in de volgende stilstand der schijf,de zogenaamde pelschijf, het staartpantser probleemloos eraf gehaald wordt.d.m.v. een staartentrekker-20 mechanisme(fig.19)« Be uitvoering van de werkwijze door dit mechanisme is in de beschrijving voor de inrichting hiervan nader beschreven. Het voordeel van de toepassing deze werkwijze is dat alvorens de staart eraf gehaald wordt,deze eerst automatisch gestrekt wordt, door het orgaan waar de staart 25 op komt(fig.19.125)· Boor deze werkwijze is het mogelijk het staart-pantser te verwijderen zowel bij zeer goed <**»?.· gekromde, als bij minder goed gekromde garnalenstaarten. Ha het verwijderen van het staart-pantser passeert de garnaal een afschuiver-orgaan (fig.20.136) voor het verwijderen van 30 een eventueel achtergebleven staartringetje. Beze handeling wordt evenals alle voorgaande handelingen periodiek synchroon afgesteld uitgevoerd. Het volledig openleggen van het., garnalenvlees bij de van staart-pantser ontdane garnaal,reeds met ingesneden huikvlies, wordt via het openen van de klem-35 inrichting verkregen(fig«21a) wat automatisch geschiedt tijdens verdraaing der schijfïwaarbij de kleminrichting tevens is voorzien van middelen die het romppantser der garnaal kunnen omvatten en vasthouden.(fig.21a.96) Het eenmaal blootgelegde garnalenvlees wordt in een opvolgende stilstand der..

Γ:- v ö Ö 7 « v

V V

- 26 - •.der z.g. pelschijf door borstel-organen uitgerold en opgevangen door een afschermblad (fig.23) Deze werkwijze is beter dan het uitblazen met lucht, of het uitspuiten met water, zoals vermeld in het Ned.octr.nr» 159865» De vrijkomende 5 dop wordt daarna door een borstel verwijderd.

De werkwijze volgens het uitrollen van het garnalenvlees d.m.v· borstelorganen,maakt het mogelijk garnalenvlees onbeschadigd te winnen; waarbij het kookproces van de garnalen géén primaire rol speelt» De garnalen kunnen tevens variëren 10 in de kromming van de staart; hetgeen de uitvoering van een inrichting volgens deze werkwijze verantwoord maakt voor praktische toepassing zoals dit bij de aanvoer en verwerking van garnalen verlangt wordt· 15 Inrichting voor de uitvoering van de gegeven werkwijze voor het één voor één afzonderen, gelijk richten, transporteren en pellen van garnalen·

De inrichting volgens gegeven werkwijze en uitvinding is 20 ondergebracht in een daartoe geconstrueerd frame(fig«l) van roestvrijstaal en duurzame kunststoffen· De horizontaal aangebrachte transportband (fig.2.34) wordt via niet nader genoemde aandrijfmiddelen voortbewogen; daartoe is de diameter van het aandrijfwiel(fig.l) mede bepalend voor de dosering ~.· 25 der toe te voeren garnalen, die in een bepaalde diktelaag op de band worden aangebracht. De transportband heeft een zogenaamde rollen-ondersteuning, dit in tegenstelling tot een zogenaamde glij-ondersteuning voor het draagvlak van de band, waar vuil aan vast kan plakken· Het oppervlak van de 30 band is aan de zijkanten afgesloten d.moV· een op de band afsluitende lits, waar de band vrijelijk onder door kan draaien, dit om te voorkomen dat de opgelegde garnalen onder en tussen de band zouden komdn· De transportband-installatie kan ook vervangen worden door een eventueel trilbaktransport 35 maar de juiste dosering hieruit wordt beinvloed door de * struktuur van de garnalen op dat moment. De dosering per transportband lost deze problemen op, en geniet de voorkeur Om de garnalen uit de massa praktisch één voor één aan te grijpen,is het noodzakelijk dat zij los van elkaar komen,en..

8502837 - 27 - ..en niet klonteren. Hiertoe is voorzien in een afdosering van kleinere Hoeveelheden, in een zogenaamde trilbak(fig.2.35) waar de garnalen in beweging gehouden worden(fig.3) · Deze trilbak is opgebouwd uit een beweegbare frame konstruktie,

5 (fig.2.38) scharnierend aangebracht d.m.v. een scharnief-konstruktie,(fig.2.153); een heen en weergaande beweging komt tot stand doordat de konstruktie is verbonden met een excenter-mechanisme(fig.2.39) of een tril-agregaat. Het toerental en de slag van dit mechanisme is bepalend voor het 10 vibreren van de flexibele bodem (fig.2.37)· Doordat de flex- I

ibele bodem is bevestigd aan het frame van de installatie (fig.2.154) en tevens verbonden is aan de opkleminrichting (fig.2.155) zal er bij een bepaalde heen en weergaande beweging (fig.2.46a) een op en neergaande beweging van de flex-15 ibele bodem ontstaan(fig.2.46) Hierdoor zullen de garnalen een dansende beweging maken en door elkaar springen,waardoor zij continue van plaats verwisselen.(fig.3) De flexibele bodem is aan de zijkanten vrijgelaten,waardoor de beweging (fig.2*46) vrijelijk uitgevoerd kan worden. De zijkant wordt 20 in de uitvoering van de inrichting echter wel opgesloten 1 door zogenaamde konstruktie-zijplaten,als bijv.(fig.2.156)

Om het praktisch éên voor één aangrijpen der garnalen uit I

ie ze bewegende hoeveelheid realiseerbaar te maken,is gekozen voor een systeem waarbij een zekere aanzuigkracht d.m.v.

25 vacuumlucht gebruikt wordt.De toepasbaarheid hiervoor komt tot stand door de konstruktie als weergegeven in fig.2;fig.3; en fig.4·; in samenwerking met een druk-vacuum installatie, I

en de dirigeerbare synchroon af te stellen luchtkranen mecha -nisme(fig.1.25) Een opengelegd aanzicht wordt weergegeven 30 in fig.2 - 3 en 4. De gehele heen en weergaande armkonstruk- I

tie,fig.2.45; fig.3.45; en fig.4.45; wordt gedirigeerd via de vast daarop aangebrachte as (fig.3*157) die d.m.v. aan-drijfmiddelen heen en weer bewogen wordt; en daarbij een hoekverdraaing maakt. De beweging is weergegeven in fig.3 I

35 en fig.4. De tussen de armen 45 en niet nader getekende con-

tra-arm 45a scharnierend aangebrachte zuigbuis 42 zie fig.3, I

bevat een aantal op onderlinge afstand aangebrachte zuig-organen(fig.3.36) als weergegeven in fig.3,fig.3a,fig.3b en fig.4. Deze ondergaan bij de heen en weergaande beweging als - I S ~ Γ : Π o 7

ν’ V v j v’ y / I

y - 28 - ..als weergegeven in fig.3 en fig.4'een hoekverdraaing van circa 30 graden t.o.v. de vertikale stand der zuig-organen als weergegeven in fig.3. Om de hoekverdraaing tot stand te brengen is een scharnierbare tussen-arm in de konstruktie 5 aangebracbt,(fig.3.33) waarvan één uiteinde (fig.3.158) los scharnierbaar is verbonden met een gaffel 159»die op zich vast verbonden is aan de zuigbuis(fig.3*42). Het andere uiteinde (fig.3.160) scharnierbaar verbonden is aan een vast punt t.o.v. de framekomstruktie(fig.3.161) en fig.4.161).

10 Doordat bij verdraaing van de zuigbuis-konstruktie de scharnierbare tussenarm (fig.3.33) en fig.4.33 in het punt 161 niet kan uitwijken, en in punt 158 wel.Doordat de zuigbuis scharnierend verbonden is,(fig.3.162 en fig.4.162) aan de scharnier-armen 45»ontstaat de genoemde hoekverdraaing van 15 circa 30 graden; waarvan tijdens de beweging ontstane denkbeeldige beschrijvende lijnen zijn weergegeven in de punten 43 en 44 van fig.3 en in fig.4. Met de hoekverdraaing van de zuigbuis, dus ook voor de zuigorganen, wordt bereikt dat de aangezogen 'garnaal gericht afgevoerd kan worden in een buiten 20 de trilbak gelegen opvang-orgaan in de vorm van een zogenaamde tijd-indeler mechanisme(fig.3.47) (fig.4.47) geven hiervan een opengelegd aanzicht weer. De konstruktie bestaat uit een halve cilindervonnige koker met tussenschotten voor naast elkaar gelegen afdelingen;waarvan punt 50 de inlaat-25 opening bepaald en punt 51 de uitlaat-opening weergeeft van het mechanisme. De cilindervorm is afneembaar aangebracht tussen de konstruktieplaten van ±e installatie; en wel zodanig , dat deze cirkelvormig is geplaatst t.o.v. de cen-' traal gelegen as(fig.3.163) en gecentreerd blijft door op de 30 konstruktieplaten aangebrachte cirkelvormige centrering (fig.3.164) en de niet weergegeven contra-kant. De centraal gelegen as 163 draait links-om (fig.3 - 4 en 5) en is ver-lagerd in de konstruktieplaten (156 en 156a) waar overigens alle in de inrichting weergegeven assen in verlagerd zijn; 35 met uitzondering van het pelgedeelte, wat in een pel-unit vervat is, en gkoppeld is aangebracht.

De as 163 maakt één omwenteling; terwijl de opzuig-installa-tie(fig.3 en 4) één heen en weergaande beweging maakt. Aan de as 163 is een vast, maar wel verstelbaar uitveeg-orgaan in 8302087 * >' y - 29 - ' ►.in de vorm Tan een massief schotje aangebracht(fig.4.49) dat met een speling ran circa 2 mm, vrijloopt van de binnen -wand der genoemde cilindervorm(fig*4.47) In fig.4 is weergegeven hoe hét ronddraaiende scheidings-schotje 49 de in-5 gekomen garnaal gescheiden houdt van de volgende. De stand van het scheidings-schotje staat synchroon afgesteld ten opzichte van de uiterste stop-stand van het opzuig-mechanis-me; wanneer de garnaal afgestoten wordt.(fig.4) Om de garnaal die in fig.4a het tijd-indeler mechanisme verlaat op te 10 vangen en alvast met de ronding in de transport-richting te keren is een omkeer-orgaan geconstrueerd, in de vorm van een bijzondere trilgoot(fig.5d). Deze trilgoot, in stelling gebracht zoals weergegeven in fig.5, is voorzien van een fign-mazige bodem van gaas; in een speciale vorm gebracht.

15 (fig.5 en 5d) Het gaas is ingebed in een r.v.s. karkas,waarvan het onderste uiteinde een brede ronde goot vormt.(fig.5d)

De gehele goot-konstruktie is trilhaar opgehangen,in de punten 165 en 166 zie fig.5· Een eenvoudige trilbeweging met een hoge frequentie wordt tot stand gebracht via een tril-20 arm 58 in fig.5? en een excentriek 39a. Het tegenhoud-orgaan 54 in fig.5 en fig*5a en fig.5b; waarvan de vorm weergegeven is in fig.5e, is zó geplaatst dat deze zich in de genoemde trilgoot op en neer kan bewegen, en wel zódanig dat deze de trillende gaasbodem van de trilgoot op gesynchroniseerde 25 momenten kan afsluiten. Hiertoe is het tegenhoud-orgaan, de zogenaamde klep als in fig.5e weergegeven, aan een heen en weergaande scharnierende as (fig.5a.l67) bevestigd.De stand ,vorm en beweging van de klep zijn zó gekozen, dat .de aanliggende garnaal als in fig.5b.53 bij het openen der klep 30 hiervan glln hinder ondervindt(fig.5a) Voor het opvangen van de op tijd doorgelaten garnaal is een opvang-orgaan»de zogenaamde opvang-en scheidingsgoot vast aangebracht in de installatie (fig. 5a. 57) De vorm van deze goot 57 is weergegeven in fig.6 en fig.7. Deze korte en halfronde scheidings-goot 35 is enigszins hellend geplaatst, en aansluitende boven een transportband-orgaan (fig.7a.70). De schuine plaatsing der goot 57 heeft tot doel, de garnaal in een afremmende landingsbaan op te vangen, als deze uit de trilgoot komt: (fig.7a.l65) zónder dat daarbij de inschietende garnaal over..

V A o ï> O 7 d 0 1/ « v ö 7 *·> V v - 30 - ..over de kop gaat vóórdat deze tegen de tegemoetkomende aanzuigmond(fig.7a.64) van de aanzuigbeugel 60 voor het schei —dings mechanisme komt«(fig.7s>*64 en fig.7b). De scheidings-beugel, of aanzuigbeugel(fig.7a.60) is scharnierend opgehang 5 -en, en wordt vanuit het scharnierpunt 167 heen en weer gedirigeerd. De samenstelling van het gedeelte waar de zuig-mond en de blaasmonden zich bevinden, is weergegeven in fig.7 t/m 7d. De zuig-(64) en blaasmonden(68) zoals in fig.7d is weergegeven, zijn verstelbaar verbonden met de beugel— 10 konstruktie (fig.7*60) Aan het blaas-pijpje(fig.7d.68) is een schotje aangebracht,(fig.7*67) en wel zódanig, dat deze met de onderkant bij het heen en weergaan juist misloopt van de goot 57. Het doel hiervan is een doorlaathoogte te bepalen t.o.v. de bodem van de goot)(fig.7.57) De zuigmonden (fig.7* 15 .64) zijn uitneembaar d.m.v. een beugeltje.(fig.7*168) daartoe is de blaaspijp konstruktie (fig.7.61) afneembaar gemaakt,d.m.v. een handschroef (fig.7.62) De gehele konstruktie verricht een veelzijdige werking als in de werkwijze weergegeven. De blaas en zuigmomenten van de blaas en zuigmonden 20 worden gesynchroniseerd gedirigeerd door het luchtkranenmechanisme, als weergegeven in fig.1.25. Voor het verder transporteren van de garnaal is een transportband-orgaan als in fig.8a weergegeven. In fig«8..wordt de uitvoerings-vorm daarvan weergegeven, waarbij de aandrijf-poelie 71 een spe-25 ciale vorm heeft. Voor deze vorm is gekozen teneinde een garnaal recht te houden bij het verlaten van de band. Het elastische rubber-transportbandje (fig.8a.70) spant zich om het profiel van de poelie, waardoor een gootvorm ontstaat(fig.8) Het bandorgaan is zó geplaatst,dat deze enigszins schuin op-30 loopt in de bewegings-richting van de band? daardoor wordt voorkomen, dat de garnaal bij het neerkomen over de kop zou gaan.(fig.8a) In fig.8a; fig.9 en fig. 10 , is weergegeven hoe de garnaal in een stelsel van glijgoten beland. Deze goten zijn noodzakelijk voor het richten van de garnaal,en 33 hebben een speciale vorm. Infig.9a is de vorm weergegeven van keergoot 74; evenals in fig.9 en 10. De keergoot 9a.74 heeft een lengte-ronding en een glooiende overgaande dwars-ronding; van boven met een grote ronding, van onderen met een kleinere halve-cirkelvorm. Vanaf het midden der goot .....

D "Z Γ; O r· o 7 ö -J -J -· ’j J

ƒ * * - 31 - «.gerekend ia het uiteinde cilindrisch uitgevoerd. De keer-goot ia permanent bevestigd aan het gestel van de inrichting (fig#10#169) en wel zódanig, dat deze juist onder de transportband is gelegen, en hellend aansluit,inwendig op de op-5 vang-richtgoot (fig#10.75)Deze opvang-richtgoot is eveneens permanent bevestigd aan een frame konstruktie van de installatie al3 weergegeven in fig.10.170. In fig.lOa is de vorm van de opvanggoot respectievelijk richtgoot weergegeven# Deze goot is samengesteld uit een rechte in de bodem half-10 cilindrisch gevormde zogenaamde opvanggoot 75»met een uitgesneden split 76 in fig.lOa; waaronder een ïï-vormige goot 77 verbonden, die bij de waterinvoer (fig#10a#80) nagenoeg op niets begint; en,in .een U-vorm eindigt#Dit komt tevens tot uiting in fig#10,waarvan het begin ligt bij punt 75 en het 15 diepere gedeelte bij punt 77# In fig#ll is een transportgoot -konstruktie weergegeven waarvan in fig#lla en 11b de samenhangende konstruktie tot uiting komt; daarbij kan de goot in fig#lla#S4 en fig#llb.84 een bepaalde lengte heen en weer schuiven# Dit komt tot stand door diverse aandrijfmiddelen 20 die synchroon zijn afgesteld# De goten zijn bevestigd in een massief glijblok (fig.ll#171) voorzien van geleide-lagers en stangen(fig#lla#173) evenwijdig uitgevoerd aan de gemonteerde goten als weergegeven in de figuren 11 en 11a en 11b,

In de uitvoering der inrichting is in de onderste helft, dus 25 het onderste gedeelte van de transportgoot een tegenhoud-orgaan 87 in de vorm van een feguleerklep funktioneel opgesteld. ffig,12a en 12b punt 87} geven duidelijk weer, hoe een garnaal tegengehouden wordt en weer doorgelaten op een gesynchroniseerd moment; waartoe de beweging tot stand komt 30 als weergegeven in fig.lla.87 en fig.11b.87 d.m.v.aandrijf-middelen die de as 172 waarop de reguleerklep is aangebracht een hoekverdraaing geven; waardoor het openen en sluiten van de reguleerklep 87 mogelijk wordt, teneinde een garnaal öp tijd door te laten.Een vertikaal aangebrachte ronde schijf, 35 Cfig*lpunt 13) de z.g. pelechijf zie fig#14g; waarvan de omtrek als steun-orgaan dient om een garnaal ruggelings op te vangen, zoals in de werkwijze en in fig.13a in detail is weergegeven,bestaat uit een kunststof schijf 85 met een achttal radiaal aangebrachte volledige uitsparingen(fige14b#92) 8302087 * > - 32 - en is voorzien van afvlakkingen aan de omtrek, recht boven de genoemde uitsparingen en haaks daarop gemeten(figol5b.90) als een koorde aangebracht« Het inwendige profiel van deze afvlakkingen, de zogenaamde zittingplaats als weergegeven in 5 fig»13b.90; Op de doorsnede X-Y als bedoeld in fig«13a, zijn enigszins groef-vormig uitgevoerd: en dienen voor het rug-profiel van de ingevoegde garnaal symmetrisch te herbergen» (fig»14a en 14d) In fig»13c op de doorsnede P-Q. wordt in het punt 89 een doorsnede van een groef-profiel weergegeven 10 ,die het inwendige profiel weergeeft van het overige buitenomtrek gedeelte van de pelschijf. Deze groef gaat glooiend over met de aangebrachte groef in de zogenaamde zittingplaats van de garnaal, en dient voor het in het midden houden van de garnalen-staart wanneer deze gestrekt wordt.(fig»15c) · 15 De pelschijf is voorzien van een achttal grijp-of klemorganen (fig.14g.88) de z»g. pelklemmen als weergegeven in fig.14» Deze pelklemmen zijn de klemorganen waar de garnalèn tussen opgevangen worden om de pel-cycles te ondergaan,zoals in de werkwijze omschreven staat» Om deze pel-klemmen hun funktie 20 te laten verrichten, is de pelschijf tevens voorzien van een zij-profilering zoals weergegeven in fig.l3a,91;fig,13b.91 en fig»13c«91o In samenwerking met de in de pelklemmen (fig»14) aangebrachte rolletjes 98, zullen bij het op en neer dirigeren van de gemonteerde pelklemmen in de pelschijf, de 25 rolletjes 98 het profiel aftasten; dit is weergegeven in fig»14d»98 en fig.l4a»98. Het op en neer dirigeren van de pelklemmen komt automatisch tot stand, wanneer de pelschijf telkens één achtste van haar omtrek verdraait; in fig»14g. links-om gerekend, doordat de geleide-rollen(fig»14g»100) 30 aangebracht aan de pelklemmen 88, de geleide-banen 101 en 102 aftasten; zie tevens fig»14a9 en fig»14d. Door het z»g. openen ensluiten der pelklemmen komt op ieder gewenst moment bij stilstand en verdraaing der pelschijf in samenwerking met de geleide-rollen en banen (fig»14g) een van te voren 35 bepaalde grip der pelklemmen tot stand;z<5nder dat daarbij sprake is van willekeur, zoals bijv. met het aangrijpen van vacuumlucht wel het geval is.(Ned.octr.nr»159865) ·

In fig»13a is weergegeven hoe de garnaal als voorgesteld in fig.llb op de pelschijf beland; en tussen de pelklemmen 88 8302887 > ? - 33 -

.. van fig.l3b beland· Baarbij dient de garnaal opgevangen begeleid en rechtop gehouden,te worden· Bit komt tot stand door een z.g. opvang en aanschuif-meehanisme.(fig.l5a.l03) waarvan he opvang-orgaan 104 en het richt-orgaan 105 is 5 weergegeven in fig«15d· Bit bestaat uit een kunststof blokje met een r.v.s.opvang-kapje (fig.15d.105 en fig· 15a.105); het geheel is kantelbaar bevestigd via het blokje 104 aan de stilstaande as 109 in fig.15a en fig,15(bovenaanzicht)«Deze I

as 109 op zich is weer bevestigd aan een heen en weergaande 10 gedirigeerde arm(fige15el75) die via niet nader genoemde nokken en geleidingen cirkel-vormig heen,en weer beweegt in een bepaalde slag, met als scharnierpunt het centraal gelefeen I

draaipunt 176 van de pelschijf(fig.!5a) Bij deze periodiek synchroon afgestelde beweging van het opvang- en aanschuif 15 mechanisme(fig.15a·103) wat telkens plaatsvindt tijdens iede

-re periodieke verdraaing van de pelschijf,stelt het kantel- I

blokje 104 in fig·15a, waaraan het opvang-kapje 105 is be- I

vestigd, zich telkens weer opnieuw op, achter een opnieuw voorgedraaide pelklem· Baartoe wordt bij de terugwaartse be-20 wegiptg van het opvang en aansohuif-mechanisme het kantel- I

blokje opgetild; om over de pelklem gebracht te worden,via een z.g· optil-inrichting, waarvan in fig·15.107a en 108, een gedeeltelijk bovenaanzicht zichtbaar is· Het opvang- en aanschuif mechanisme begeleid de ingevoerde garnaal totdat I

25 deze volledig tussen de pelklemmen geklemd zit; dan keert het opvang- en aanschuif mechanisme terug.(fig,15b) en strekt de staart van de garnaal met de strek-organen 110 en lll(fig.l5c)

Beze strek-organen zijn twee konische armpjes, aangebracht aan een kantelbaar gedeelte (106 van fig*15b).Het scharnier-30 punt is eveneens om de as 109 (zie fig.15 en fig.15b).

Voor en tijdens dit 3trekken der staart( fig.l5b en fig.15c) wordt de garnaal extra vastgehouden d.m.v. een pennetje 97 I

(fig.14c·97 en fig*15c) wat verend verbonden is aan de pelklem (fig.14.97) en middels de geleide-banen in fig.14g.101a 35 ^ en fig.15c.101a als het ware in de garnaal geprikjfe wordt.

Be garnaal met de pelklem draait verder, en in de volgende stopstand van de pelschijf is het opvang en aanschuif-mecha-nisme door diverse niet weergegeven aandrijfmiddelen weer opnieuw in positie gebracht; gereed om een nieuwe garnaal te·.

8302887

, V

- 34 - ..te ontvangen enz· Dit proces herhaald zich iedere seconde· In fig.16 is opengelegd weergegeven,hoe de garnaal in positie gebracht wordt voor het volledig en uiterst symmetrisch insnijden, van het buikvlies van de garnaal en van de staart 5 tot aan het uiterste puntje· Om dit te bewerkstelligen is een staarten-richt mechanisme 113 aangebracht vlak voor het roterende snij-orgaan 114. In figol6c»113 is de vorm weergegeven van het richt-orgaan; dit is een kunststof blokje wat kantelbaar is aangebracht middels een asje vast aange-10 bracht in de houder 112· Het blokje 113 wordt middels een niet getekend spanveertje dat om het asje is aangebracht, automatisch neerwaarts gedrukt zoals in fig,16a·113 is weergegeven.Daardoor volgt de staart der garnaal de groef die in het blokje 113 is aangebracht· In fig· 16b is weergegeven, 15 hoe de staart der garnaal dan recht op de omtreksgroef van de pelschijf gehouden wordt· Om de passerende garnaal in te snijden is een roterend snij-orgaan(fig.l7ell4) aangebracht·

In fig·17c is weergegeven, hoe dit snij orgaan is samenge*» steld, en gemonteerd op een sneldraaiende as(fig*17*117) · 20 Het roterende snij-orgaan bestaat uit een snijgedeelte weergegeven in figol7a·, als twee halve cirkelsegmenten 115 met onderbroken snede (fig,17b.ll6) opgeklemd in een speciaal geconstrueerde houder (fige17d) waarvan 118 een vast op de as 117 aangebracht gedeelte is, en 120 een lossen drukschotel 25 door een veer 120a aangedrukt· Twee meeneem-pennetjes (fig· 17d*119) zorgen ervoor, dat de messegmenten meegenomen worden De pennetjes 119 vallen bij het sluiten van de drukschotel 120 in uitsparingen hierin aangebracht· In fig,17c is weergegeven hoe de messegmenten 114 na het monteren zuiver in het 30 midden ingesteld blijven door de veerdruk 120a en de garnaal dus voor 100$ symmetrisch ingesneden wordt· Wanneer de ingesneden garnaal het snij-orgaan verlaat tijdens het verdraaien der pelschijf (fig,17) passeert deze met het staartgedeelte (fig«18a«124) een sneldraaiend vibrerend orgaan 122; dat 35 dient om de staart der garnaal vanaf het derde lid los te werken. Dit orgaan bestaat uit een vast op de as aangebrachte kunststof-naafje(fig.l8,122) met een ingeklemd rubber flapje 121·, waarbij een dun stalen draadje 123 is aangebracht; precies in het onderste gedeelte van een U-vormige uitsparing·.

63 02 38 7 V > - 35 -

•«uitsparing: zie fig*18*123. Bij snel ronddraaien tegen I

de bewegings-richting ran de aankopende staart in, wordt bet staartgedeelte (fig*18a*124) losgewerkt. Bit vergemakkelijkt bet volledig verwijderen van bet staartpantser van moeilijk 5 pelbare garnalen.In fig.19 is een staarten-trekker mêchanis-

me weergegeven, zoals deze in de inrichting geplaatst is als I

in fig*l*19* Tegelijk als de pelscbijf met de geklemde garnaal na verdraaing stopt, wordt bet reeds losgewerkte staart -gedeelte via een groef (fig*19c*126) opgenomen door een 10 langzaam ronddraaiend element(fig*19<>125) waarvan bet oppervlak verruwd is*(fig*19o<>125) Baarbij zal bet staartgedeelte altijd in de lengte gestrekt worden op bet element 125; zowel voor goed gekromde als voor niet goed gekromde garnalen*

Terwijl bet opnemen en strekken gebeurt, verandert de betref 15 -fende garnaal niet van plaats.(fig*19 en 19a) Be bewegingsrichting van bet element is van de staart if gerekend* Om I

bet proces doelmatig te laten verlopen, is de snelheid waarmee bet element 125 de garnaal passeert gereduceert door I

plaatsing van drie gelijke elementen aan de omtrek van een 20 naaf 177» bevestigd op een as 178 zie fig* 19* Per periodie- I

ke stilstand van de pelscbijf passeert er dan telkens maar één element bij één derde omwenteling van de as(fig*19.178)

Voor het aangrijpen en vastklemmen van bet staartpantser (fig*19a*127) is voorzien in een walsrolletje(fig*19c*128);

25 wat bij een neerwaartse beweging middels een arm 131 vrijelijk over bet eerste staart-gedeelte gerold wordt* Be beweging van bet wals-rolletje komt tot stand door een op en I

neer beweegbare arm(fig*19*131) vast aangebracht op een 3Cbarnierbare as 179; die synchroon en periodiek afgesteld 30 aangedreven wordt door aandrijfmiddelen zoals nokgeleidingen en nokken* In fig* 19c is weergegeven, boe het walsrollet je 128 aan de arm bevestigd is; daarbij is bet walsrolletje verend verbonden aan de arm 131a* d*m*v. een veerbaar ge- I

deelte 130, waarvan de spanning zé is gekozen, dat bet wals-55 rolletje 128 in fig* 19a de staart op bet element geklemd houdt*(fig*19a) · Wanneer de arm (fig*19b*131) haar bovenste stand bereikt beeft ligt bet verwijderde staartpantser 127 op bet element om af gevoerd te worden* Om eventuele verontreinigingen van bet walsrolletje te verwijderen is voorzien*.

8302387 • >

4 V

- 36 - ,.is voorzien in een waterapuit-inrichting(fig.l9bol34a) die het rolletje 128 afspoelt, voordat deze wederom naar de staart gevoerd wordt van de volgende garnaal* Een borstel-orgaan (fig.19b.133) zorgt ervoor dat de staart volledig ver-5 wijderd wordt van het element, door tégen de bewegingsrichting van het element in te draaien.(fig.19b) Zodra het staart-pantser verwijderd is van het staartvlees gedeelte zoals weergegeven in fig.l9a; verdraait de pelschijf met de van staart ontdane garnaal.Voor het sporadische geval dat er nog 10 een staart-ringetje om het staartvlees achtergebleven zou zijn, is een ringetjes afschuiver orgaan aangebracht in de inrichting(figolepunt 20) waarvan de beweging periodiek en synchroon gedirigeerd overgebracht wordt middels een schar-nierbare as (fig.20.180) en tot stand gebracht door nokken 15 e.d. o De werking van het onderste gedeelte (fig.20.136) is weergegeven in fig.20a en 20b; waarbij het afschuivende gedeelte bestaat uit een r.VoS, vorkje 138 wat bevestigd is aan de arm 137 van fig. 20. De af schuivende beweging wordt uitgevoerd, zodra de achterkant van de pelklem het vorkje 20 138 genaderd is, daarbij volgt het vorkje het staartgedeelte terwijl de garnaal passeert. Zodra het staartvlees gepasseerd is, maakt het afschuiver-orgaan een beweging van de schijf af; om opnieuw een voordraaiende garnaal te laten passeren, en daarbij haar werking te herhalen. Het eventueel achter-25 gebleven ringetje wordt d.m.ve een borstel(fig.21.145) die passeert, verwijderd; dit is echter niet getekent; maar komt automatisch tot stand door het funktioneren van het synchroon afgestelde vleesuithaler-mechanismeo(fig.22.144 en fig.21). Tijdens en na het verwijderen van het staart-ringetje,voor 30 zover dit het geval is, wordt de pelklem via de geleide-baan 101 in fig.20 en fig. 21 neerwaarts gedirigeerd;waarbij tevens de werking van het evenwichtig opentrekken van het garnalen-pantser tot stand komt: wat weergegeven is in fig.21a ; en waarbij het garnalenvlees reeds vrijgekomen is. Bij het 35 neerwaarts bewegen van de uit verend materiaal bestaande pelklem volgen de aan de pelklemmen bevestigde rolletjes 98 (fig.21a en 21b) het in de pelschijf aangebrachte profiel 91 (doorsnede). Doordat de pelklem-organen uit verend materiaal bestaan, geven de hakende bovenkanten 96,zie fig.21a en 21b; 8302387 ·* r - 37 - op een pantografische manier liet aangebrachte profiel 91 Tan de pelschijf weer. De ronding Tan liet garnalenvlees komt daarbij vrij(fig.21a) en het pantser wordt Tastgehouden.

Deze situatie is teTens Toorgesteld in een aanzicht in fig.

5 21c.; waarbij teTens Toorgesteld wordt dat het rleesuithaler -mechanisme in actie is.Om het garnalenTlees te verwijderen zonder dat daarbij de verterings-organismen uit de eveneens openliggende kop Tan de garnaal mee verwijderd worden,is een z.g. afschermblad(fig.21c.146) aangebracht. Dit is in profiel 10 weergegeven in fig. 21a en 21b.146, Yia een speciale nok en een beweegbare as 181 in fig.21, wordt het afschermblad 146 over de kop van de garnaal aangebracht, zodra de ingeklemde en opengetrokken garnaal in haar periodieke stopstand is aangekomen(fige21c) Op dat ogenblik zal het vleesuithaler-15 mechanisme in werking treden. Dit mechanisme bestaat uit een vast op de as aangebracht en aangedreven naaf-element( fig. 22.144) waaraan in drieën verdeeld drie z.g. sateliet-' -borstels(fig.21ce145) draaibaar zijn aangebracht op een sa-telietas 147 in fig.22a. : als schematisch voorgesteld.

20 Sen stilstaand zonnewiel (fig.22.148) dwingt de verdraaing van de sateliet-asjes 147; doordat de vast op de sateliet-as aangebrachte tandwieltjes 183 zie fig.22a en fig.22,zich gedwongen afwikkelen om het vaststaande tandwiel 148. Hiermede wordt bereikt, dat het reeds vrijliggende garnalenvlees 141 25 in fig.21c; er door de borstels uitgerold wordt.(fig.22 en 23) In fig. 21b is weergegeven als het garnalenvlees 141 wordt opgevangen door afschermblad 146. In fig.23 is hier een frontaal aanzicht van weergegeven. Zodra het garnalenvlees is uitgerold, verdraait de pelschijf opnieuw en voert de lege 30 garnalendop af; hetgeen is weergegeven in fig.24. Daartoe wordt de pelklem door de geleidingsbaan of in dit geval de nok 102 via eerder genoemde middelen zoals geleiderollen via een asje bevestigd aan de pelklem, opengedrukt. Vervolgens wordt de lege garnalendop (fig.24.151) door de roterende 35 borstel (fig.24.152) verwijderd; waarna de pelklem opnieuw gereed gemaakt wordt voor het ontvangen van een nieuw in te brengen garnaal,zodat het gehele pel-proces in een aaneenschakeling van mechanische handelingen in de beschreven inrichting kan plaatsvinden; en waarbij......

8302087 <* - > -38-.

•..en waarbij per seconde per pelklem één garnaal toegevoerd wordt terwijl tevens de andere bewerkingen plaatsvinden in datzelfde tijdsbestek of een fraktie daarvan.

5 Bij de uitvoeringsvorm van de gehele inrichting worden alle bewegende onderdelen en assen d.m.v. vast op de assen aan-r gebrachte kettingwielen en nokken via ketting en nok-gelei-dingen synchroon op elkaar,afgesteld, teneinde de uitvoerings -vorm voor het één voor één afzonderen » gelijk-richten en 10 transporteren van garnalen fuhktioneel te maken.

Voor het gekoppelde pelgedeelte waar de garnalen één voor één gelijkgericht ingevoerd worden, worden alle bewegende onderdelen en assen d.m.v. vast op de assen aangebrachte tandwielen en nokken,via nokgeleidingen, curve-banen, rollen » 15 enz. funktioneel gemaakt; daarbij is iedere periodiek bewegende funktie synchroon afgesteld t.o.v. de andere funk-tionele delen teneinde het pel-proces in de beschreven inrichting tot stand te brengen en in volgorde te laten plaatsvinden zoals weergegeven in fig.1 opgesteld is en in 20 de conclusie van de werkwijze der gehele inrichting is beschreven.

Machine volgens gegeven werkwijze en inrichting voor het één voor één pellen van garnalen.

25 ---------------------------------

Een machine vo.or het één voor één afzonderen , geli jk-richten transporteren en uitpeilen van garnalenvlees uit garnalen van verschillende soort,volgens een geheel nieuwe geautomatiseerde machinale werkwijze en inrichting daartoe, als in 30 de voorgaande tekeningen en beschrijvingen van die werkwijzen en inrichtingen van deze octrooi-aanvraag weergegeven; waarbij voor de uitvoering van de volledige garnalen-pelmachine de gegeven inrichtingen in een konstruktie zijn ondergebracht (fig.l) en op een dusdanige wijze is uitgevoerd, dat de be-35 werkings-banen van de inrichting voor het één voor één gesynchroniseerd op tijd afzonderen, gelijk richten en transporteren van de garnalen zowel in aantal als in spoorbreedte uitvoering van de naast elkaar gelegen bewerkings-rbanen corresponderen op die van het gekoppelde pel-unit voor het 83 0 2 8 8 7 * ^ - 39 - één voor één pellen van de toegevoerde garnalen in de machine; waarbij voer de uitvoering van de volledig geautomatiseerde garnalen-pelmachine gebruik is gemaakt van een r.T.s, frame-konstruktie (fig.1.31) waarbij de konstruktieve 5 opbouw voor de verschillende bewerkings-organen onder te brengen tot stand gebracht wordt doormiddel van kunststof montage-platen,aan weerskanten van het betreffende frame aangebracht· Hierin zijn tevens de verlageringen aangebracht voor de assen van de inrichting voor het één voor één af-10 zonderen van de garnalen; waarbij het aandrijf werk bestaande uit ketting en kettingwielen,alsmede de doorsmeerbare kogellagers watervrij en spat-dicht afgesloten zijn van het gedeelte waar de bewerking aan de garnalen plaats vindt,waardoor na gebruik van de machine het bewerkings-gedeelte gron-15 dig gereinigd kan worden; Het pelgedeelte,het Zog· pel-unit waar het pel-proces zich afspeelt is uitneembaar gemaakt, en wordt vanuit een centrale aandrijfkast door een speciale koppeling die maar op één wijze in elkaar past synchroon aangedreven· He op deze wijze verkregen verwijderings-20 mogelijkheid van het pel-unit maakt het grondig reinigen van dat gedeelte mogelijk,zonder dat bij hermontage van het pel-unit sprake kan zijn van een ontregeling van het gesynchroniseerde unit toOoVo de in het frame ondergebrashte inrichting voor het één voor één toevoeren van de garnalen.

25 He ronddraaiende assen en assen die een hoekverdraaing onder -gaan of teweeg brengen, zijn door de gehele machine heen evenwijdig aan elkaar uitgevoerd; waardoor het mogelijk is, de pelmachine in een breedte-uitvoering te maken van veelvuldig naast elkaar gelegen bewerkings-eenheden of z.g.

30 pelbanen; zónder dat daarbij afgeweken hoeft te worden van de beschreven werkwijse en inrichting. Voor de uitvoering van de in de werkwijze en inrichting weergegeven handelingen zijn de bewerkings organen in de machine in de gegeven volgorde als in fig.1 weergegeven,opgesteld.Wanneer de machine 35 in werking is, worden de staarten der uitgepelde garnalen in container 28 fig.1 opgevangen, de gepelde garnalen in container 29 fig.1 en de doppen in container 30 fig.1.;zodat alles gescheiden wordt opgevangen.He machine......

8302887 _1 η '

~V

- 40 -

De pelmachine kan tevens uitgevoerd zijn voor verschillende dikte-maten van garnalen,waarbij iedere machine de juist uitgesorteerde maat krijgt toegevoerd, en waarbij dit ten uitvoer gebracht kan worden, zónder dat daarbij afgeweken 5 hoeft te worden van de principes.

De garnalen kunnen daarbij de gegeven handelingen volgens de werkwijze ondergaan, in gekoelde toestand zónder dat daarbij wijzigingen in de machine aangebracht hoeven te worden.

10 xxxxxxxxxxxx

Conclusies zie blz. 41 15 ----------------------* 83 0 2 8 8 7'

Claims (21)

1. 5 Conclusie 2 ----------Sen nieuwe werkwijze volgens conclusie 1 , met het kenmerk : dat de garnaal met de staart naar links of naar rechts gedirigeerd en opgevangen wordt teneinde in een pel-unit of verwerkings-inrichting ingevoerd te worden. 10 Conclusie 3 -----------Sen nieuwe werkwijze volgens conclusie 1 en 2 met het kenmerk ·. dat de garnaal zowel met de kop als met het geronde gedeelte in de bewerkingsrichting gebracht is. Conclusie 4 15 ---------Een nieuwe werkwijze volgens conclusie 1, 2 en 3 met het kenmerk : dat de staart naar onder is gericht en met het- geronde gedeelte in de transportrichting. Conclusie 5 —--------Een nieuwe werkwijze volgens conclusie 4 20 met het kenmerk : dat de garnaal met de kop in de transport richting gebracht is. Conclusie 6 -----------Een nieuwe werkwijze volgens conclusie 1 t/m 5 met het kenmerk s dat een toepasselijke inrichting daartoe 25 de gegeven werkwijze ten uit voer zal brengen, waarbij alle garnalen na het één voor één afzonderen aan een be-of ver-werkings installatie toegevoerd worden,zowel onderling gelijk -gericht als willekeurig en ongeordend; dat de garnalen die deze werkwijze ondergaan ook toegevoerd kunnen worden zónder 30 dat deze van ongerechtigheden zijn ontdaan. p 7 f\ λ a λ 7 O V -J £_ Ü ö / 35 <r ‘ " > - 44 - Conclusies bij de inrichting voor de uitvoering van de werkwijze voor het één voor één afzonderen,gelijk-richten,transporteren en pellen van garnalen uit een voorraad garnalen. Conclusie 7 : 5 —----------Een inrichting volgens conclusie 1 t/m 6 voor de uitvoering van de gegeven werkwijze voor het 'één voor één gesynchroniseerd op tijd en onderling gelijke afstand afzonderen, geli jk-richten, transporteren en pellen van gekookte garnalen;bij voorkeur uit een voorraad reeds van ongerechtig 10 -heden ontdane garnalen,waarbij het gericht afzonderen en transporteren der garnalen gekenmerkt wordt door de trapsgewijze afdalende opstelling van de verschillende mechanische bewerkings-organen en de daarbij behorende mechanische hande -lingen die in de inrichting plaatsvinden,als in tekening 1 15 in de punten la t/m 12 weergegeven zijn, waarbij de verschil lende handelingen in de bewerkings-phasen voor het pellen tevens in volgorde plaatsvinden,als in beschrijving van de werkwijze,alsmede in de conclusie van die werkwijze en de beschrijving van de inrichting voor de algemene uitvoering 20 daarvan weergegeven is. · Conclusie 8 s ------------ Een inrichting volgens conclusie 7 , met het kenmerk : dat de inrichting is voorzien van een installatie voor het op voorraad houden van garnalen en te-25 vens het doseren daarvan ;dat deze bestaat uit een transport -band installatie; waarbij de transport-inrichting naar de volgende bewerkings-installatie toe is;dat de transportband installatie bóven de verdere bewerkings-installatie voor garnalen gelegen is (fig.lpunt. la)
2. 30 Conclusie 9 : ------------Een inrichting volgens conclusie 7 en 8 , met het kenmerk;dat het bovenloopvlak van de transportband waar de garnalen opliggen aan de zijkanten is afgesloten door een flexibele lits,die voorkomt dat de garnalen tussen 35 en onder de band geraken;dat de band ondersteund wordt door draagrollen of een glijvlak-ondersteuning;dat de band aan de zijkanten is afgeschermd d.m.v. zij-geleidingen waaraan de flexibele litsen zijn bevestigd. Conclusie 10 : ·' ” : i 8 8 7 jC I y‘. - 45 - ' Conclusie 10 : ------------- Een inrichting volgens conclusie 7 t/m 9 met het kenmerk: dat het bandtransport is vervangen door een tri1-transportear voor garnalen; dat deze tevens hoger ge-5 legen is dan de verdere hewerkinga installaties van de inrichting; dat daarbij tevens de transportriehting naar een bewerkings-installatie voor garnalen toe gericht is. Conclusie 11 : -----------— Een inrichting volgens conclusie 7 t/m 10 10 met het kenmerk: dat direkt onder de uitmonding van de fcrans I -portband of de tril-transporteur een trilbak installatie is I aangebracht (fig*l punt 2) die de gedoseerde garnalen op een kleinere hoeveelheid in voorraad houdt; dat via een schuin geplaatste begeleiding(fig.l punt 1b) vanaf het bandtrans-15 port-orgaan voor garnalen, deze in de trilbak belandenn, (fig.3 punt 1b); dat in de trilbak de garnalen in beweging I gehouden worden,doordat de bodem(figol punt 2) van het tril I -bak-orgaan van flexibel materiaal is; dat deze bodem in be- 1 weging gehouden wordt door een excenter mechaniek of door I 20 een tril-orgaan aan de trilbak verbonden;(fig*2 punt 39); dat daarbij een trampoline-achtige beweging ontstaat van de I flexibele membraam bodem(fig.2*46) Conclusie 12 : I -------------Een inrichting volgens conclusie 7 t/m 11 , 25 met het kenmerk: dat een opzuig-installatie is aangebracht (fig*l punt 3) voor het één voor één aangrijpen van garnalen uit de trilbak(fig,l punt 2),waarbij de opzuig-installatie een bovenwaartse heen en weergaande beweging maakt(fig.3); dat de opzuig-installatie d.m*ve tussenplaatsing van een 30 luchtkranen mechanisme(fig.1 punt 25) haar funktie kan verrichten; dat het luchtkranen-mechanisme(fig.l punt 25) dusdanig synchroon is afgesteld,dat een vacuum in volle werking is, als de aangebrachte zuigmonden deropzuig-installatie in in de trilbak voor garnalen aanwezig zijn(fig*3); dat het 35 vacuum volledig is verbroken wanneer de zuigmonden zich in de uiterste tegenover gestelde stand bevinden,wanneer de aan -gezogen garnaal afgestoten wordt(fig.4«36) Conclusie 13 : Λ ” r Cs n *7 I O v J ^ Ö 8 / C - 46 - > Conclusie 13: —----------Een inrichting volgens conclusie 12 , met het kenmerk;dat de opzuig-installatie bestaat uit een heen en weergaande arm-konstruktie (fig.3.45) gedirigeerd 5 door een vast aan de2e. arm verbonden as(fig.3.157) waarvan het centrale scharnierpunt 157 buiten de trilbak gelegen is; dat een zuigbuis-rkonstruktie (fige3.42) scharnierbaar is aangebracht tussen de arm-konstruktie(fig.3.45) en niet nader getende contra-arm 45a; dat deze zuigbuis is voorzien van 10 zuigmonden (fig.3.36) en een aansluit-tule(fig.l punt 26) voor zuig-en pers-lucht; dat de zuigbuis(fig.3.42) en de zuigmonden (fig.3«36) een hoekverdraaing ondergaan tijdens het heen en weer dirigeren van de armen 45 en 45a(niet getekend); dat de hoekverdraaing tot stand komt d.m.v. een schar 15 -nierbaar aangebrachte arm(fig«3«33) die in het punt 158 los scharnierbaar is verbonden met een vast op de zuigbuis aangebracht draaipunt 159; dat het andere uiteind(fig.3.160) schar -nierbaar verbonden is met een op zich vast aan de inrichting verbonden scharnierpunt I6l(in fig.3 en fig.4); dat de hoek-20 verdraaing der zuigmonden(fig.3.36) op de bewegings-richting der scharnier-armen vooruit loopt; dat de zuigmonden 36 uitwisselbaar zijn aangebracht aan de zuigbuis(fig.3a en 3b) Conclusie 14: ----------- Een inrichting volgens conclusie 7 t/m 13 , 25 met het kenmerk dat een tijd-indeler is geplaatst voor het opvangen van een door de opzuig-installatie afgestoten garnaal (fig.4.36); dat deze tijd-indeler(fig.l punt 4) is samen -gesteld uit een vast aangebracht gedeelte wat een half-cilindrisch huis vormt(fig.4.47) en uit een roteerbare schoep 30 (fig.4.49) vast aangebracht aan een centraal gelegen as( fig. 4.163); dat de tijdindeler is aangebracht boven een trilgoot installatie (fig.5) Conclusie 15: ------------ Een inrichting volgens conclusie 14 , 35 met het kenmerk dat de as 163 van de tijd-indeler zoals voor gesteld in fig.4, links-om draait in een continue beweging; dat deze daarbij één omwenteling maakt terwijl de opzuig-installatie slechts éénmaal heen en weer gaat; dat het half-cilindrische huis 47 z6 is geplaatst, dat de......... 83 0 2 3 8 7 Λ ' - 47 - vervolg concl.15»·*·*·» dat de open helft van het cilinder- | segment néér de opzuig-installatie gericht is(fig.4) en wel zó dat het begin 50 van het segment onder een hoek van minstens 30 graden cp de vertikale hartlijn door het centrale 5 punt 163 begint, en wel in de draairichting van de schoep ge rekend; dat hierbij bewust aan de bovenkant een opening wordt gemaakt om de garnaal die afgestoten wordt te ontvangen. Conclusie 16 : ------------Sen inrichting volgens conclusie 14 en 15 > 10 met het kenmerk: dat het cilindrisch huis 47 vast of afneembaar is aangebracht; dat de diameter van de cilindervorm gelijk of groter is dan de cirkel die de schoep(fig.4.49) maakt? dat de schoep tevens kan bestaan uit flexibel materi- . aal of borstelhaar, waarvan de diameter der draaicirkel 15 groter of kleiner is dan de inwendige diameter van het cilin -derhuis; dat het cilindrisch huis 47 voorzien is van tussen -schotten voor meervoudige uitvoering;dat het cilindrisch huis 47 frontaal gesteund wordt door een cirkelvormige cen-trering(fig. 4.164) waarvan de diameter gelijk is aan die van 20 de cilindervorm 47. I Conclusie 17 · I -------------Een inrichting volgens conclusie 14 t/m 16 , met het kenmerk: dat de cilindervorm(fig.4.47) in omtrek méér of minder bedraagt dan een halve cilindervorm; dat het 25 roterende schotje of uitveeg-orgaan (fig.4.49) tijdens het afstoten van de garnaal van de opzuig-installatie in het cilindrisch huis of gedeelte daarvan aanwezig is(fig.4) Conclusie 18 : ---------- Een inrichting volgens conclusie 7 t/m 17 » 30 met het kenmerk : dat een trilgoot in de inrichting is aangebracht (fig.1 punt 5) die erin voorziet dat de garnaal met het geronde gedeelte in de transportrichting keert en dusdanig voortgetransporteerd wordt; dat de trilgoot (fig.5) onder een hoek van tenminste 30 graden en ten hoogste 50 35 graden neerwaarts is geplaatst, en ónder de tijd-indeler is gelegen(fig.5); dat de trilgoot aan de vaste inrichting trilhaar is opgehangen(fig.5.166); dat een vibratie-orgaan de goot in trilling houdt(fig.5.39a);dat de trilbeweging daarbij in opwaartse richting is t.o.v. de gaasbodem 52 in fig.5 8 ·- 3 2 8 8 7 t - 48 - % f * v 1» Conclusie 19 : --------------Een inrichting volgens conclusie 18 , met het kenmerk: dat de trilgoot een gaasbodem heeft(fig,5.52) waarvan de langs en dwars-vorm een ronding vormt(fig.5d) ;dat 5. de trilgoot in het bovenste gedeelte een nagenoeg vlakke gaas bodem heeft; dat de uitmonding der goot een wijde ronding heeft(fig*5d);dat deuitmonding daarbij tevens taps is uitgevoerd en over een lengte van circa 5 om géén gaas bevat, of niet geruwd is; dat dit gedeelte aan één stuk verbonden is 10 met een karkas waar het rev«s· gaasgedeelte één glooiende vorm heeft(fig.5a); dat centraal tussen twee aaneengekoppelde goten,naast elkaar gelegen, een scharnierpunt(£ig*5.l65) is aangebracht vanwaar de overbrenging der trillingen tot stand komt via de arm 58 in fig·5·
3. 15 Conclusie 20: --------------Een inrichting volgens conclusie 18 en 19 , met het kenmerk dat de gaasbodem is vervangen door een opper -vlak verruwde bodem,waarbij de goot al dan niet in trilling gebracht wordt0 20 Conclusie 21 : -----------Een inrichting volgens conclusie 7 t/m 20 , met het kenmerk dat een tegenhoud-orgaan is aangebracht, bijv· in de vorm van een klep(fige5<»54) waarvan het scharnierpunt (fige5*l67) énder de tijd-indeler en béven de trilgoot is ge-25 legen;dat de klep 54 (fig.5) vast is aangebracht op de as 167 ; dat de klep een onderkant heeft(fig.5e) die past in het pro -fiel van de gazen trilgootbodem(fige5d);dat de klep zich bij het openen in de transport-richting van de garnaal beweegt, (fig.5a); dat de hoogte van openen zé is gekozen,dat de gar-30 naai doorgelaten wordt zénder te hinderen; dat de klep door een veerspanning sluit, en door een nok die gedirigeerd wordt opengedrukt wordt; dat de klep 54 in fig,5a evenals de as 167 haaks op de trilgoot is aangebracht;dat de klep halverwege een dwars-ronding heeft·
4. 35 Conclusie 22 : 8302887 - 49 - * * « Conclusie 22 : --------------Een inricirbing volgens conclusie 21 , met het kenmerk dat de klep 54 in fig.5b bedoeld is als tegen -houd orgaan voor garnalen;dat deze in de trilgoot vrijelijk 5 op en neer kan bewegen (fig.5a.54) opdat de bodem van de goot periodiek afgesloten kan worden* Conclusie 23 : ------------ Een inrichting volgens conclusie 7 t/m 22 , met het kenmerk dat een scheidingsgoot is aangebracht,vast 10 aan de inrichting (fig.5a.57); waarin de garnalen vanuit de trilgoot in opgevangen worden; dat de scheidings-goot 57 zó is geplaatst, dat een bewuste ruimte is gelaten tussen het begin van de scheidings-goot en het einde van de hoger gelegen uitmonding van de trilgoot(fig.5a); dat deze ruimte 15 zó gekozen is, dat een garnaal die vanuit de scheidings- goot terug geschoven wordt daar tussendoor kan zónder belemmert te,worden(fig.7d.69); dat de scheidings~goot(fig.5a.57) enigszins hellend is geplaatst,aflopend in de transport-richting van de garnaal(fig.5c); dat de scheidings-goot 57 ] 20 in het verlengde ligt van de trilgoot (fig.5a); dat de schei I -dings goot een dwars-ronding heeft van circa een halve cirkel of minder·(fig.6); dat de bodem een rechte lijn vormt; dat de goot doorlopend open is (fig.6·57) Conclusie 24 : 25---------Een inrichting volgens conclusie 23 , met het kenmerk : dat de bodem van de scheidingsgoot een I . lengte-ronding heeft,wat deel uitmaakt van een cirkel-seg I -ment aangepast bij de denkbeeldige cirkel die ontstaat bij het heen en weergaan van de zuigmond 64 van het scheidings-30 mechanisme (fig.7a.64); dat bedoelde lengte-ronding evengroot of groter is dan deze cirkel. Conclusie 25 : ---------- Een inrichting volgens conclusie 23 en 24 , met het kenmerk : dat de scheidingsgoot met de opening naar 35. de bovenkant gericht is; dat de diameter van de ronding der goot zó is gekozen, dat een garnaal in neutrale ligging in I de goot past,waardoor er geen twee garnalen naast elkaar in de goot kunnen liggen; (fig.6.57) 8332837 k______ __ I * > -¾ > C - 50 - Conclusie 26 : ---------------Een inrichting volgens conclusie 23 t/m 25 met het kenmerk : dat de genoemde scheidingsgoot 57 met het uiteinde boven een transportbandje 70 eindigt (fig.7a)
5. 5 Conclusie 27 : ------------Een inrichting volgens conclusie 7 t/m 26 , met het kenmerk dat een transportbandje(fig.7a.70) is aangebracht waarvan het bovenloopvlak van de band in de trans-port-richting van de garnaal is,en daarbij enigszins schuin 10 oploopt; dat het bandje 70 van elastisch materiaal is; dat de aandrijvende poelie waar het bandje zich om spant-een by-zondere vorm heeft, als weergegeven in fig.8.71; dat het bandje in het verlengde geplaatst is van de scheidingsgoot en daarbij voorzien is van een vast aan de inrichting aan-15 gebrachte zij-geleiding (fig.1 punt 8a) waarbij het bandje vrijloopt. Conclusie 28 : -----------,---Een inrichting volgens conclusie 27 , met het kenmerk : dat de aandrijfpoelie van het bandje(fig*8 20 *71) vast op,de aandrijvende as is aangebracht; dat de vorm van de poelie zó is gekozen,dat deze een diabolische binnen -vorm heeft en voorzien is van parabolische aandrijf-ronding -en 184 met een verhoogde rug 185, die bovendien vertand is . voor het sliploos meenemen van het bandje(fig· 8.71)
6. 25 Conclusie 29 : --------------Een inrichting volgens conclusie 7 t/m 29 , met het kenmerk : dat een scheidings-mechanisme(fig.7) is aangebracht in de inrichting waarvan de uitwerking,het absoluut één voor één afscheiden en transporteren van een gar-30 naai, tot stand komt d.m.v0 vacuum en perslucht; dat dit tevens tot stand komt door tussenplaatsing van een synchroon gedirigeerd luchtkranen mechanisme(fig.l punt 25) Conclusie 30 : -------------Een inrichting volgens conclusie 29» 35 met het kenmerk: dat het scheidings-mechanisme bestaat uit een lange heen en weergaande beugel, met armen (fig.7a.60) waartussen aan het ondereinde een vacuum-zuigbuis is aange-bracht(fig.7.186) met zuigmonden (fig.7*64) waarboven een druk-blaasbuis geplaatst is met blaasmonden(fige7d.68); dat,· 83 0 2 8 8 7 < - 51 - vervolg concl.30 ... dat de zuigmonden 64 tij het heen en weergaan van de heugel dóór de scheidingsgoot 57 gaan; dat daarbij een zichtbare ruimte is aangebracht tussen de zuig-mond 64 en de bodem van de goot 57; dat de beweging van de 5 zuigmond één lijn vormt over het middén van de scheidingsgoot 57 en het transportbandje gerekend; dat de zuigmond daarbij een slag*lengte heeft,waarbij de zuigmond 64 nóch buiten het bandje geraakt nóch buiten de scheidingsgoot 57; dat de scheidings-beugel 60 éénmaal heen en weer gaat,terwijl 10 de tijdindeler (fig.1 punt 4) één omwenteling maakte(figel) Conclusie 31 j -—---------Een inrichting volgens conclusie 29 en 30 , met het kenmerk dat een schotje of afschermblad is aangebracht in het seheidings-mechanisme(fige7o67); dat dit schot-15 je 67 evenwijdig is aangebracht aan de blaasmonden(fig.7d.68) waarbij dit z<5 is geplaatst, dat er een tussenruimte is zodat dit schotje misloopt wanneer de beugel zich óver de scheidingsgoot begeeft(fig.7); dat de blaasmond 68 schuin naar de bodem van de scheidingsgoot gericht staat in de rich 20 ting van de trilgoot 55 in fig.7d.; dat de zuigmond 64 eveneens met de monding naar de bodem van de scheidingsgoot gericht is,in de richting van de trilgoot(fig.7d.55) Conclusie 32 : ----------Een inrichting volgens conclusie 29 t/m 31 25 met het kenmerk : dat het gedeelte waar de blaasbuis 187 aan bevestigd is,dus ook de schotjes 67, afneembaar is gemaakt van de scheidingsbeugel 60 (fig.7) Conclusie 33 : -------------Een inrichting volgens conclusie 29 t/m 32 30 niet het kenmerk : dat de aanzuigmonden 64 uitneembaar zijn d.m.v· een snel-sluiting (fig.7*168) die de zuigmonden met de zuigbuis verbonden houdt. Conclusie 34 : —-----------Een inrichting volgens conclusie 29 t/m 33 35 met het kenmerk : dat het gehele scheidings-mechanisme scharnierend is aangebracht aan de inrichting waardoor een heen en weergaande beweging vanuit dat scharnierpunt tot stand komt (fig.7a.l67);dat het scheidings-mechanisme scharnierend is opgehangen . U '--J ,, V O ƒ V v - 52 - Conclusie 35 ’ --------------Een inrichting volgens conclusie 29 t/m 34 met het kenmerk : dat bij de stand der scheidingsbeugel (fig.7a.60) naar links,boven het transportbandje, het vacuum 5 in de zuigmonden is afgesloten (fig.7a.60); dat in de stand naar rechts wanneer de zuigmonden zich in de scheidin’gsgoot bevinden het vacuum in werking is (fig.7c) ; dat het synchroon afgestelde luchtkranen-mechanisme (fig.7c.25) deze wisselwerking veroorzaakt waarbij de nokkenas(fig.7c,188) één 10 omwenteling maakt (links-om) terwijl de scheidingsbeugel 60 éénmaal heen en weer gaat (fig.7c) Conclusie 36 s -----------Een infichting volgens conclusie 7 t/m 35 met hèt kenmerk : dat in de inrichting een stelsel van goten 15 is aangebracht,te weten: een keergoot(fig.10.74) een opvang-goot 75 waaraan verbonden een richtgoot 77,en een transport-goot 11a.84; dat deze goten achtereenvolgens op elkaar aan-sluiten(fig-10 en 11a); dat de keergoot 74 en de opvang / richtgoot 75/77 vast aangebracht zijn aan de inrichting;dat 20 de transportgoot 84 aan een schuifbare konstruktie is bevestigd. (fig.llb.189) Conclusie 37 * —-----*-------Een inrichting volgens conclusie 36 , met het kenmerk dat het gehele stelsel van goten zódanig 25 hellend benedenwaarts is geplaatst, dat deze tenminste een hoek van 35 graden t.o.v. een horizontale lijn maken, en ten hoogste 60 graden hiermee; dat de in. de inrichting aange^ brachte goten vast of trilhaar opgesteld kunnen zijn. Conclusie 38 : 30 --------------Een inrichting volgens conclusie 36 en 37 , met het kenmerk : dat de uitmonding van de keergoot(fig.10,74) in de ronding van de opvang-goot 75 (respect.richtgoot) is geplaatst; dat de keergoot 74 vast aan de inrichting is be-vestigd(fig-10.l69); dat de keergoot 74 een lengte-ronding 35 heeft(fig.9a); dat de keergoot een dwars-ronding heeft,welke aan de bovenkant een grotere straal heeft, en aan de uitmonding benedenaan een halve cirkel vormt(fig.9a);dat het laatste gedeelte van de keergoot recht-cilindrisch is uitgevoerd (fig.9); dat een .......... S 0 ij s. ϋ o 7 * * < - 53 - dat een afstands-beugeltje of middel daartoe is aangebracht aan het einde van de goot (fig*9*190) waardoor de keergoot met enig hoogte-verschil in de opvang-richtgoot aan te sluiten is*
7. 5 Conclusie 39 : -------------Een inrichting volgens conclusie 36 t/m 38 met het kenmerk dat de opvang-richtgoot 77 met het richtgoot gedeelte in de transportgoot uitkomt (figolla) waarbij deze vrij-loopt, zodat de transportgoot 84 vrijelijk heen en weer 10 kan schuiven, (figolla en 11b); Dat de opvang-richtgoot (figol0ae75) uit twee delen is samengesteld;dat de opvang-goot is voorzien van een uitgesneden tapse split(fig.la*76) overgaand in een evenwijdige split(fig*la*78); dat daaronder een ïï-vormige richtgoot 77 is aangebracht, die nagenoeg op 15 niets begint en overgaat,rechtlijnig in een volle U-vorm (fig.10); dat de opvang-richtgoot 75/77 is voorzien van een water-tule 80,juist onder het bovenste gedeelte van de ronding der opvang-goot 74» waar de split begint (fig.10) Conclusie 40 s 20 ---------Sen inrichting volgens conclusie 7 t/m 39 » met het kenmerk dat een schuif-transportgoot 84 is aangebracht, juist onder de uitmonding van de richtgoot 75»zó dat de sehuif-transportgoot vrijelijk heen en weer kan schuiven (fig.lla en 11b) 25 --------------- Conclusie 41 ; ----------Een inrichting volgens conclusie 40 met het kenmerk dat een schuif-goot konstruktie(fig.llaol89) een evenwijdige slag veroorzaakt,waardoor de schuif-trandport-30 goot 84 een rechtlijnige beweging maakt; dat deze transport -goot éin heen en weergaande beweging of slag maakt,terwijl de tijd-indeler(fig.l punt 4) lén omwenteling maakt;dat de schuift-transportgoot 84 in een glijblok is geplaatst welke over geleide-stangen heen en weer schuift(fig.ll.83)
8. 35 Conclusie 42 : ------------Een inrichting volgens conclusie 36 t/m 41» met het kenmerk dat er een on-onderbroken stroompje water door de opvang-richtgoot 75/77 en de transportgoot loopt C figolO); dat dit *........ or ^ O 7 - * Λ / - 54 - ; dat dit zijn oorsprong vindt in punt 80 zie fig»10;dat de oorsprong in het bovenste gedeelte van de gootkonstruktie is aangebracht; dat de bodem van de toegepaste goten daartoe on-onderbroken en glad zijn uitgevoerd»
9. 5 Conclusie 43 ï ------------Een inrichting volgens conclusie 7 t/m 42 , met het kenmerk : dat de inrichting is voorzien van een tegen -houd-orgaan,bi jv» in de vorm van een reguleerklepje(fig«ll» »87); dat dit met. hét .tegenhoud gedeelte vrijelijk in het 10 laatste gedeelte van de transportgoot op en neer kan bewegen (figollb.87); dat het scharnierpunt 172 hiertoe bóven de transportgoot 84 is aangebracht;dat bij het openen van het reguleer-klepje 87 het gedeelte dat zich in de schuif-trans -portgoot bevindt een opwaartse tevens een voorwaartse be-15 weging maakt; dat het reguleerklepje vast is aangebracht op de heen en weergaande as(fig»llbol72) dat deze as met het reguleerklepje éénmaal op en neer gaat, terwijl de schuif-trans por t-goot 84 één heen èn weergaande beweging maakt; dat de reguleerklep 87 zich opent, wanneer de schuifgoot in haar 20 benedenste stand is»(fig»llb). Conclusie 44 : —-----------Een inrichting volgens conclusie 43 , met het kenmerk : dat het reguleerklepje 87 een tapse snuit-vorm heeft(fig*12a) voor het gedeelte wat in de schuif-trans 25 -portgoot valt, waarbij de snuitvorm in gesloten toestand een scherpe hoek maakt met de schuif-transportgoot in de transport-richting van de garnaal(fig»12a) zodat de garnaal tijdens het tegenhouden rechtop wordt gehouden,en begeleid wordt bij het openen der reguleerklep(fig»12b); dat de re-30 guleerklep 87 in fig» 12a gesloten is wanneer de garnaal door de goot glijdt; dat deze klep geopend wordt zodra de garnaal is opgevangen door die klep(fig»12b) Conclusie 45 : -------------Een inrichting volgens conclusie 1 t/m 45 35 met het kenmerk, dat alle continue en periodiek synchroon bewegende delen op elkaar staan afgesteld d»m»v· vast op de assen aangebrachte kettingwielen,onderling verbonden door aandrijf ketting; d»mev. nokken en nok-geleidingen,d»m»ve kruk-asjes en geleide-stangen waarbij het eveneens ........ Π - -Π 9 Π 3 7 \j V/ J V U / Λ I vervolg concl.45,·.... waarbij bet eveneens kenmerkende in de inrichting is, dat alle assen zowel heen en weergaand I als ronddraaiend parallel aan elkaar zijn uitgevoerd; dat de I inrichting een veelvuldigheid van naast elkaar gelegen be- I 5 werkings-organen. kan bevatten die allen door één en hetzelf- I de aandrijf-systeem gedirigeerd worden· Dat alle genoemde I bewerkings organen daarbij naast elkaar gelegen zijn,dat exakt tegelijkertijd de in de werkwijze beschreven handeling -en verricht kunnen worden; dat daarbij de onderlingé afstand I 10 van de naast elkaar gelegen organen zó is gekozen,dat deze I per bewerkingsbaan(figol) in óén bewerkingslijn liggen,en wel van hoog naar laag gerekend» I Conclusie 46 j ------------- Een inrichting volgens conclusie 45;waarbij 15 de inrichting is voorzien van een pel-unit,voor de uitvoer- I ing van de gegeven werkwijze voor het één voor óen gesynchro I -niseerd op tijd volledig en onbeschadigd uitpeilen van I garnalen; gekenmerkt door de opstelling en volgorde van de I verschillende mechanische handelingen die in het pel-unit 20 plaatsvinden waarbij alle garnalen gelijkgericht de ver- I schillende mechanische bewerkingen ondergaan als in de be- I schrijving van de werkwijze, de beschrijving van de inrichting daartoe, en als in de opvolgende conclusies is weer -gegeven»
10. 25 Conclusie 47 : --------Een inrichting volgens conclusie 46, I met het kenmerk dat de inrichting is voorzien van een verti- I kaal geplaatst steun-orgaan(fig.l punt 13) in de vorm van I een ronde schijf om de garnaal ruggelings op te vangen; dat I 30 deze schijf aan de omtrek is voorzien van een ondiepe ronde groef-vorm(fig»13c.89); dat deze schijf is voorzien van een achttal uitsparingen (figol4b,92); dat deze schijf is voorzien van een zij-profiel(fig*13b.9l);dat deze schijf aan de omtrek is voorzien van een achttal afvlakkingen(fige15b.90) I 35 dat deze schijf een centraal gelegen asgat bevat(fig,14g.l76) waardoor deze schijf centrisch gemonteerd wordt, zodat de I omtrek van de schijf de diverse aan deze omtrek gelegen I bewerkingsorgamen op gelijke afstand passeert met de omtrek» I ^ TT? .-Y ^ *">*7 .1 t; 'C L* *·* » I ! * ·' *· / 'V - 56 - Conclusie 48 : ----------- Een inrichting volgens conclusie 47 » met het kenmerk;dat de ronde groeivorm aan de buitenomtrek van de schijf door-loopt over de afvlakkingén waardoor deze 5 afvlakkingén tevens voorzien zijn van een ronde groeivorm (fig.13b.90) Conclusie 49 t ------------ Een inrichting volgens conclusie 47 en 48 , met het kenmerk dat de zij-profilering in ie schijf cirkel-10 vormig is aangebracht(fig. 14g*91) over de twee zijkanten van de schijf waarbij de doorsnede vorm van het profiel z<5 is gekozen,dat deze symmetrisch is aangebracht;(figel3ce91 en 91a); dat de vorm op zich bestaat uit een schuin aangebracht loopvlak(fig 13c) waarvan de gemeenschappelijke hoek B, een 15 scherpe hoek vormt; en een kraalvormige loopbaan(fig.l3c.91b) waarvan het doorsnede profiel(fig,13c.91b) een ronde over-gang vormt van de dikte der schijf naar de zij groef; dat het profiel op elke gewenste diameter van de schijf kan zijn aangebracht; dat dit zowel in-als uitwendig op de schijf kan 20 zijn aangebrachte Conclusie 50 : ----------Een inrichting volgens conclusie 49 , met het kenmerk·dat de bedoelde profilering in cirkelvorm is vervangen door een plaatselijk profiel,aangebracht op de 25 plaats waar de afvlakkingén aan de buiten-omtrek van de schijf zich bevinden,, Conclusie 51 : ----------Een inrichting volgens conclusie 50 , met het kenmerk;dat de bedoelde profilering wederom op elke 30 plaats aan de zijkanten van de schijf aangebracht kan zi{jn. Conclusie 52 ï -------------Een inrichting volgens conclusie 47 t/m 51 met het kenmerk;dat de schijf is vervangen door eenzelfde schijf met een omtrek die uit een veelhoek bestaat.;
11. 35 Conclusie 53 : =.------------Een inrichting volgens conclusie 47 t/m 52 met het kenmerk;dat de bedoelde schijven voorzien zijn van een achttal uitsparingen die radiaal door en door aangebracht zitfn,ongeveer tot aan de genoemde .......... O " Λ ? Γ! 7 U -~J Λ - V 1 * *· 1- \ - 57 - * vervolg concl.55 .-..tot aan άβ genoemde zij-prcfilering fig.14b.92); dat deze groeven evenwijdig zijn uitgevoerd en daarbij afgeronde einden iiebben. Conclusie 54 : 5 ------------ Een inrichting volgens conclusie 55 > I met het kenmerk;dat de uitsparingen 92 enigszins schuin zijn aangebracht; dat deze zowel achterwaarts als voorwaarts in de draai-richting van de schijf aangebracht zijn;dat deze uitsparingen in de schijf wederom geheel doorlopend zijn 10 aangebracht. Conclusie 55 : ------------- Een inrichting volgens conclusie 47 t/m 54 met het kenmerk; dat de uitsparingen in de schijf in een willekeurig aantal zijn aangebracht.
12. 15 Conclusie 56 : ------------- Een inrichting volgens conclusie 47 t/m 55» met het kenmerk|dat het aantal afvlakkingen aan de buitenomtrek van de schijf aangebracht,in een evenredigheid staan tot de daarop corresponderende uitsparingen in de schijf; I 20 waarbij de afvlakkingen bedoeld zijn als zitvlak om de gar- I naai te ondersteunen, wanneer deze corresponderen op de ge- I noemde uitsparingen.(fig.14b en fig. 14d) Conclusie 57 ί I -------------Een inrichting volgens conclusie 47 t/m 56 , I 25 met het kenmerk ; dat de in de schijf aangebrachte profile--ring en groeven symmetrisch zijn aangebracht t.o.v. een in het middelpunt van de schijf gelegen asgat (fig.14g.176) Conclusie 58 : I 30 -------------Een inrichting volgens conclusie 47 t/m 57 , I met het kenmerk;dat de schijf is voorzien van schroefgaten aan de onmiddelijke omtrek van het asgat voor de bevestiging aan een centrisch aan te brengen naaf.(fig.15c.184); dat deze gaten verzongen zijn teneinde een verzonken schroef te kunnen 35 herbergen, waardoor na montage de schijf ter plekke geen obstakels bevat. I Conclusie 59 : ------------ zie blz. 58 -ij Λ ** * > M O ‘J ii» -· ^ ’ 3 - 58 - f · „»4 Conclusie 59 ------------Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 58, met het kenmerk ; dat de inrichting is voorzien van middelen de garnaal op te vangen, te klemmen en vast fee houden (fig. 5 13a.103); dat de inrichting hiertoe is voorzien van een klem -inrichting op en neer beweegbaar aan de schijf aangebracht, (fig.13a.88); dat de beweging tot stand komt door dirigering van de klemmen(fig.l5a.l00); dat de beweging tevens tot stand komt door periodieke verdraaing van de schijf; dat de 10 klemming van de garnaal tot stand komt door middel van de zij -profilering der schijf in samenwerking met de klemorganen (fig*14a en fig.l4d); dat het vasthouden van de garnaal veroorzaakt wordt door de klemming in samenwerking met een vasthoud pennetje(fig.l4c.97); dat de gafnaal tijdens dit proces 15 gesteund en begeleid wordt door een opvang en aanschuif-mechanisme(fig. 15a.103) Conclusie 60 : ---------- Een inrichting volgens conclusie 59, met het kenmerk dat de klémorganen(fig.l4) bestaan uit een 20 r.v.s. verenblad materiaal,waarvan de bovenkant een hakende vorm heeft(fig«14o96); dat deze hakende bovenkant over gaat in een glooiende samengedrukte inloopkant(fig*14.96a);dat deze hakende rand een Y-vorm of een U-vormig profiel heeft; (fig.14d.96); dat het achter-uiteinde van 4e hakende onder-25 kant afgerond is(fig.14.96b); dat minstens viervijfde van de hakende bovenkant geopend is uitgevoerd.(fig.14.96c); dat een knik-profilering is aangebracht in de zijkanten van de klem waarbij de hakende bovenkant schuin naar binnen wijst (fig.14.96d); dat een uitsparing is aangebracht in het boven 30 -ste gedeelte van de klem(fig.l4.98a); dat een doorzetting is aangebracht in het naast de uitsparing gelegen gedeelte met de doorzetting contra aan de hakende bovenrand(fig.l4.98b) echter wel zichtbaar evenwijdig daarmee.; dat in de uitsparing glij-of rolmiddelen zijn aangebracht voor het aftas-55 ten van de zij-profilering van de schijf(fig,14.98); dat de pelklem is voorzien van een drietal gaten in het steelgedeel te ónder de uitsparing aangebracht (fig.l4.94a-94b en 94c); dat de volledige pelklem of klemorgaan bestaat uit een linkse en een rechtse uitvoering van een pelklem; dat bij ...... 8302337 * * - 59 - vervolg conel. 60......dat bij deze uitvoeringen een verend blaadje aan de pelklem is aangebrasht met een prikveertje (fig.14.97); dat hiertoe in de pelklem een gaatje is aange-braoht, juist op de plaats waar het prikveertje door de kLem I 5 heen moet komen(fig.14.97a) Conclusie 61 : I —----------Een inrichting volgens conclusie 59 en 60 , I * met het kenmerk dat de klemorganen aan weerskanten van, de I pelschijf verend zijn aangebracht d.m.v. een afstands-blokje I 10 of glij-blokje(fig.l4.95) wat een evenredig aantal doorlopen -de gaten bevat in een fegelijk aantal t.o.v. de bevestigings -gaten in de pelklem,waarmee d.m.v. schroeven de pelklemmen I onderling verbonden zijn, en wel zódanig dat deze met de I hakende bovenkanten naar elkaar toewijzen;(fig.l4d);dat deze I 15 aangebracht zijn met de glooiende invoer-opening in de draai I -richting van de schijf.(fig.l4f) I Conclusie 62 : I ---------Een inrichting volgens conclusie 59 t/m 61 I met het kenmerk;dat in het middelste van de drie gaten van I 20 de pelklem een asje is aangebracht waarop een begeleidings ‘ I -rol is aangebracht(fig.l4a en 14d);dat deze rol 100 vrije- I lijk ka* draaien; dat deze begeleidings-rol 100 tevens uit- I gevoerd kan zijn als een tandwiel. I Conclusie 63 s I
13. 25 Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 62 I met het kenmerk’dat het aan de pelklem aangebrachte pennetje I om de garnaal extra vast te houden , verend verbonden is aan I de pelklem.(fig.14.97) I Conclusie 64 : I
14. 30 Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 63, I met het kenmerk ; dat de inrichting is voorzien van geleide- I nokken en banen(fig.l4g.l01-102) ,om de pelklemmen bij het I verdraaien der pelschijf op en neer te dirigeren; dat de ge- I leide-baan en de geleide-nok vast zijn aangebracht aan de I 35 inrichting, (fig.14a en 14d); dat deze z<5 geplaatst zijn,dat I deze in kontakt komen met de geleiderollen 100; dat de curve I van het buiten-segment 14g«101 het neer-dirigeren van de pel I -klemmen veroorzaakt bij het verdraaien van de schijf,of I pelschijf; dat de curve......... I 4 * - 60— vervolg οοηα1·64........ dat de curve van de binnen-nok het openen of op-dirigeren van de pelklemmen veroorzaakt, (fig.14g.102); dat de curve-banen tevèns uitgevoerd kunnen zijn met vertanding die overeenkomt met de geleide tandwielen 5 als curve-geleide rollen.; dat het buitensegment in beide gevallen tevens is voorzien van een geleide-baan voor het dirigeren van het z.g. prikveertje welke verend verbonden is aan de pelklem(fig.l4g.l0ia, en fig«14c) Conclusie 65 : 10 --------------Een inrichting volgens conclusie 64 , met het kenmerk; dat in de draairichting van de pelsehijf gerekend, de buitenste curve-baan waar de geleide-roliën van de pelklemmen kontakt mee maken vanaf de derde verzetting der pelsehijf een neerwaartse druk veroorzaken op de geleide-15 rollen die deze curve volgen(fig.l4g*101); dat na de vijfde verdraaing der pelsehijf t/m de achtste verdraaing of verzetting, de midden-nok een opwaartse beweging veroorzaakt op de geleide-rollen (fig.14g.102); dat daarbij de pelklemmen dusdanig verbonden zijn met de geleide-rollen,dat deze 20 gedwongen worden, de bewegingen die veroorzaakt worden door samenwerking van geleide-rollen en banen te volgen volgens een vooraf bepaalde route-baan, zonder dat daarbij sprake is van willekeur. Conclusie 66 : 25 -------------Een inrichting volgens 'conclusie 46 t/m 65 , met het kenmerk;.dat de inrichting is voorzien van een opvang en aanschuif mechanisme(fig.1 punt 15); dat het opvangen aanschuif mechanisme bestaat uit een opvang/ richtorgaan (fig.15a.105) en een aanschuiforgaan(fig.15a.104); een strek 30 -orgaan voor het strekken van de staart der garnaal(fig.15. .110 en 111); een optil inrichting voor het opvang en aan-schuiforgaan op en neer te dirigeren(fig.l5.107a en 108); dat deze genoemde organen om één en dezelfde vaste as schar-nierbaar zijn aangebracht.(fig.15.109 en fig.15a.109); dat 35 deze as op zich vast verbonden is (fig.15.175) aan een schar -nierbare konstruktie waarvan het scharnierpunt centraal gelegen is om het centrale draaipunt van de pelsehijf.( (fig.15a.176); dat de plaats van de vast aangebrachte as (fig.15a.109) op elk denkbeeldig punt van de scharnierbare.... 8302387 ««·* * -61- vervolg conel*66......ran de scharnier bare arm-konstruktxe kan zijn aangebracht, wat buiten de draaicirkel van de pel-schijf is gelegen·;dat niet nader getekende nok en curve-geleidingsrollen en nokken zijn aangebracht voor het heen en 5r weer dirigeren van het opvang en aanschuif mechanisme aan de acharnierbare arm. Conclusie 67 : ------------- Een inrichting volgens conclusie 66 , met het kenmerk;dat het aanschuif-orgaan bestaat uit een 10 kantel-blokje (figol5a*»104) dat direkt achter de pelklem ge-r legen kan zijn en kantelbaar aangebracht is aan de vaste as 109 van het opvang-en aanschuif mechanisme*» Conclusie 68 : ----------- Een inrichting volgens conclusie 66 en 67 15 met het kenmerk; dat een opvang / richtorgaan is aangebracht aan het kantelblokje/ aanschuiforgaan(fig.l5d.105); dat dit opvang en richtorgaan een opening bevat om het geronde gedeelte en het staartgedeelte van een garnaal te herbêrgen, en,rechtop te houden.(fig,15 bovenaanzicht)
15. 20 Conclusie 69 : -----------Een inrichting volgens conclusie 66 t/m 68 met het kenmerk; dat het strek-orgaan bestaat uit een kantel —baar gedeelte om de vaste as aangebracht(fig.15b.106); dat de strek-organen(fig.l5cell0 en 111) die de staart der gar -25 naai aangrijpen,vast zijn aangebracht aan het kantelbare gedeelte; dat deze bestaan uit twee konische armpjes die gezamenlijk een hoek vormen waarvan het midden over het midden van de pelklemmen en pelschijf valt.(fig.15c); dat er een zichtbare ruimte is gelaten tussen de uiteinden der konische 30 armpjes. 110 en 111. Conclusie 70 : —------------Een inrichting volgens conclusie 69 , met het kenmerk ; dat de konische armpjes zijn vervangen door strek-organen op dezelfde wijze aangebracht waarbij 35 deze strek-organen zich over de pelklemmen kunnen bewegen, met het doel de staart der garnaal te strekken. Conclusie 71 : ---------- blz.62 or ^ o 7 Ü « ^ o / - 62 - Conclusie 71: ------------Een inrichting volgens conclusie 66 t/m 70 , met het kenmerk; dat het kantelblokje,(fig.15a.104) het opvang en richt-kapje (fig.15a.105) het staartenstrek-orgaan 5 (fig.15.106) d.m.v. een optil-inrichting(fig.l5*107a en 108) gedirigeerd worden tijdens het heen en weer gaan van het opvang en aanschuif-mechanisme,waarbij het opvang en richt-orgaan(fig.l5b) wat vast verbonden is aan het kantelblok je óver de pelklem heen getild wordt bij een beweging tegen de 10 draairichting van de pelschijf in.(fig.l5b); dat het staarten -strek orgaan tijdens de voorwaartse beweging van het opvang en aanschuif-mechanisme in de draairichting van de pelschijf zich naar de pelklem toe begeeft en hierop neerdaalt (fig.l5b);dat het staarten-strek orgaan op de bovenkant van 15 de pelklem rust, terwijl het opvang en aanschuif mechanisme terugkeert en dus tegen de draairichting van de pelschijf gaat.(fig.15c); dat dit staarten-strek mechanisme opgetild wordt door het scharnierbare gedeelte(fig,15b.l06) zodra de uiteinden van de. strek organen 110 en 111 de achterkant van 20 de pelklem bereikt hebben.» Conclusie 72: ------------Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 71 met het kenmerk;dat het opvang en aanschuif mechanisme één heen en weergaande beweging maakt terwijl de.pelschijf één-25 maal verzet waarbij een nieuwe pelklem wordt voorgedraaid. Conclusie 73: -------- Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 72 , met het kenmerk;dat een staartenricht-orgaan is aangebracht vlók voor het snij-orgaan,in de draairichting van de pel-30 schijf(fig.l punt 16); dat dit richtorgaan voor de staart -der garnaal bestaat uit een vrijelijk kantelbaar blokje, bevestigd aan den daartoe geschikte houder (fig,16,113); dat dit richtorgaan voor het richten der staart,voordat deze ingesneden wordt, een groef-vormige uitsparing bevat waar de 35 staart der garnaal door heen kan glijden,(fig,16a;l6b;16c); dat dit richtorgaan 113 slepend in de draairichting van de pelschijf 85 fig.l6a, is opgesteld.;dat dit neerwaarts gehouden wordt door een lichte spanveer-druk; dat de groefvorm naar de pelschijf gericht is.(figol6ce113 en fig.16.113) 830203/ ‘ # -63- 1 * Conclusie 74: -------------Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 73 , met het kenmerk; dat een roterend snijorgaan is aangehracht aan de buiten-omtrek van de pelschijf(fig.1 punt 17); dat 5 het snij-orgaan vast is aangebracht op een roteerbare as , (fig.l6a.117)» dat de draairichting van de omtrek van het snij-element t£en de bewegings-richting van de pelschijf is (fig.16a) Conclusie 75 : 10 ------------Een inrichting volgens conclusie 74 , met het kenmerk dat het roterende snijorgaan bestaat uit een vast op de as 117 gemonteerde meenemer (fig.17d.118) waarin meeneempennen(fig.l7d.H9) zijn bevestigd, die tot doel hebben ingebrachte snij-middelen zoals bijv. messegmenten te 15 waarborgen en deze met zekerheid tijdens het roteren van het snij-orgaan mee te voeren(fig.l7d); dat het snijorgaan bestaat uit een los om de as aangebrachte druk-schotel voorzien van uitsparingen in het drukschotel gedeelte om de mee-neem-pennen te herbergen, (fig.17d.120); dat het snijorgaan 20 voorzien is van een drukveer om de as aangebracht(fig.17c.120) ,met het doel de losse drukschotel tegen het vast aangebrach -te element aan te doen sluiten en de snij-elementen op te klemmen (figel7de114); dat de snijorganen bestaan uit twee halve cirkel-vormige messegmenten van 180 graden of minder 25 (fig.17a.115) waarvan de meeneem-gaatjes corresponderen op de twee meeneem-pennen van het vaste gedeelte(fig.l7d); dat de buiten-omtrek van de messegmenten zijn voorzien van in-slijpingen(fig.l7a«114); dat deze messegmenten tevens kunnen bestaan uit excentrische messegmenten(fig*17b) waardoor na 30 montage het snij-effekt verhoogt wordt; dat de messegmenten tevens kunnen bestaan uit een al dan niet regelmatige veelhoek waarvan de toppen der hoeken scherp zijn geslepen; dat de omtrek der messegmenten is voorzien van een zaagtandvorm; dat de drukschotels wanneer deze gesloten zijn,de messegmen-35 ten vasthouden en opklemmen (fig.17c) d.m.v. veerdruk; dat de vorm van de drukschotels in gesloten vorm een scherpe Y-vorm maken,waarbij alleen het snijdend gedeelte van de messegmenten vrij komt:(figel7c.ll4); dat de diameter van de omtrek der houder aan de Y-vorm gemeten kleiner is dan de....... blz 64 8— λ r- λ ·"* \J \j ia ~ J y 4 V - 64 - vervolg cohel.75··.dan de diameter van de messegmenten , wanneer deze hiertussen opgesloten liggen; dat de diameter van de achter de aandrukschotel3 gelegen gedeelten zódanig gekozen zijn,dat deze de aan de pelschijf verbonden pel-5 klemmen vrijelijk laat passeren(fig.l7c;118b en 120b); dat de messegmenten wanneer deze zijn aangebracht op het midden van de pelschijf-dikte zijn afgesteld(fig.l7c); dat deze messegmenten daarbij een zichtbare ruimte hebben tussen de pelschijf en de snede van het 3nij-element; dat deze snij-10 elementen tussen genoemde pelklemmen door kunnen draaien, zie fig*17c) Conclusie 76 : ------------Een inrichting volgens conclusie 74 en 75 met het kenmerk; dat een snijorgaan is aangebracht aan de 15 buiten-omtrek van"de pelschijf zoals bedoelt,welke pelschijf voorzien is van genoemde grijp en klemmiddelen; dat dit snij -orgaan is aangebracht aan de buiten-omtrek van de pelschijf né het staartenricht mechanisme gerekend,in de draairichting van de pelschijf, (fig.17); dat dit snij-orgaan roterend of 20 stilstaand kan zijn uitgevoerd. Conclusie 77 : ------------- Sen inrichting volgens conclusie 46 t/m 76 , met het kenmerk; dat een vibrerend orgaan is aangebracht in de inrichting né het roterend snijorgaan in de draairichting 25 en aan de omtrek der pelschijf gerekend.(fig.1 punt 18) Conclusie 78 : ------------ Een inrichting volgens conclusie 77 , met het kenmerk ; dat het vibrerend orgaan(fig.!7.122) bestaat uit een flexibele flap (fig.18a.121) aangebracht in een 50 naaf 122, waarbij het flexibele gedeelte voorzien is van een uitsparing in het uiteinde van dié flap(figo.l8); dat in de uitsparing een r.v.s. draadje is aangebracht (fig.18.123); dat dit in de breedte-richting van het materiaal is uitgevoerd.(fig.18.123)
16. 35 Conclusie 79 : -------------Een inrichting volgens conclusie 77 en 78, met het kenmerk; dat de naaf 122 is aangebracht op een roteerbare as 195 (fig.17 en 18);dat de draairichting van de rubberflap aan de omtrek van de pelschijf gezien,tégen ..... V V/ w* xj </ >, 7 * - 65 - vervolg concl. 79 ..... tégen de bewegings-richting van de pelschijf is, (fig.!8a) Conclusie 80 : ------- Een inrichting volgens conclusie 79 » 5 met het kenmerk; dat de naaf 122(fig.l8) is voorzien van meerdere lamellen in de buiten-omtrek van de naaf aangebracht· Conclusie 81 : ------------ Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 80 , met het kenmerk;dat de inrichting is voorzien van een 10 staarten-trekker mechanisme aangebracht n£ het vibrerend orgaan,aan de buiten-omtrek van de pelschijf en in de draai- I richting daarvan gerekend (fig.1 punt 19); dat dit staartentrekker mechanisme bestaat uit een synchroon instelbaar en I roteerbaar aangebracht orgaan (fig.19.132) en een scharnier- I 15 baar aangebracht gedeelte 131 in fig.19, wat zich periodiek I instelbaar op en neer of heen en weer kan bewegen vanuit een I buiten het roteerbare staartentrekker-orgaan gelegen punt I (fig.19.179);dat het roteerbaar gelegen orgaan is voorzien I van cirkel-segmentvormige elementen 125 aan de omtrek van een I 20 centraal gelegen bevestigings-naaf aangebracht(fig.19.178); I dat de draai-richting van de naaf 177 met de daaraan bevestig I -de elementen gerekend bij het passeren van de pelschijf I tégen de bewegings-richting van de omtrek der pelschijf is I (fig.19);dat de draairichting van de aandrijvende as 178 25 dezelfde is als die van de pelschijf;dat hierbij per voorgedraaide pelklem van de pelschijf één aangebracht element de I pelklem passeert,waarbij het aantal omwentelingen van de as 178 van het staartentrekker-mechanisme omgekeerd evenredig is aan het aantal geplaatste elementen.
17. 30 Conclusie 82 : ---------- Een inrichting volgens conclusie 81 , met het kenmerk; dat het periodiek instelbaar aangebrachte gedeelte(fig.19.131) bestaat uit een vast op een scharnier-bare as 179(fig.19) aangebrachte arm 131 met aan deze arm I 35 een aangebracht veerbaar gedeelte 130 voorzien van een vrij, draaibaar rolletje 128, wat dusdanig is aangebracht dat dit met het omtrek-gedeelte op het staartentrekker element 125 kan neerdalen (fig.19.128); dat dit tijdens het heen en weer I gaan van de aim 131 zich over het st aart ent rek-element of..... 8302387 s o - 66 - vervolg concl. 82..... of een gedeelte daarvan vrijelijk kan afrollen waarbij dé veerspanning een klemming veroorzaakt tussen het walsrolletje 128 en de roteerbaar aangebrachte staartentrekker-segmentdelen(fig.l9)
18. 5 Conclusie 83 : ----------- Een inrichting volgens conclusie 82 , met het kenmerk dat;het verend aangebrachte gedeelte 130 van de arm 131 waaraan het walsrolletje 128 is bevestigd, dusdanig is aangebrach£ dat de veerspanning het walsrolletje 10 128 op het staartentrekker-element gedrukt houdt.(fig.l9;19&) dat het verend gedeelte (fig.19c.130) bestaat uit een r.v.s. verenblad met een gaffelvormige uitsparing aan de niet bevestigde kant,waartussen een vrijelijk draaibaar rolletje 128 aangebracht is,waarvan het oppervlak aan de omtrek ge-15 ruwd is(fig.lSc); dat dit walsrolletje aan de zijkanten is voorzien van hoger of minstens gelijk gelegen rivet-randen 129 t.o.v. het rol-oppervlak van het walsrolletje(fig.l9c); dat dit walsrolletje zowel centrisch als excentrisch vrijelijk draaibaar kan zijn aangebracht; dat dit rolletje geruwd 20 is volgens een van te voren bepaalde Din-norm d.m.v. kartel -middelen die met de norm overeenkomen met de gekartelde staartentrekker elementen 125 (figol9c); dat de genoemde rivetranden deel uitmaken van de binnenverlagering van het walsrolletje,of hiertoe de gelegenheid bieden; dat dit wals-25 rolletje zowel diabolisch als parabolisch kan zijn uitgevoerd, evenzo als cilindrisch. Conclusie 84 : ----------- Een inrichting volgens conclusie 81 t/m 83 met het kenmerk; dat de cirkelvormig geplaatste staarten-30 trekker-elementen bestaan uit een kunststof segmentdeel (fig.l9c) met een geruwd buiten-oppervlak aan de omtrek (fig.19c.125); dat het geruwde oppervlak tevens aangebracht kan zijn op los aan te brengen segmentdelen(fig.l9c.l32); dat het geruwde oppervlak bestaat uit een volgens Din-norm 35 gekarteld oppervlak dat overeenkomt met dat van het hierop toegepaste walsrolletje(fig.l9c.l28) Conclusie 85 s -------------- zie blz. 67 8302397 'V ' 67. j Conclusie 85 : ------------- Een inric&ting volgens conclusie 84 » met het kenmerk; dat de segmentdelen aijn voorzien van een gootvormige. uitsparing (fig.19c.126) welke in de draairicht-5 ing van het orgaan zijn geplaatst; dat een ronding 126a is aangebracht aan de opneemkant van deze segmenten(fig.l9c); I dat de bevestiging van deze kunststof-segmenten axiaal aan I de asnaaf 177(fig·19b) gericht zijn en daartoe tegen een aan I de naaf bevestigde flens 196(fig.l9) zijn geschroefd. I
19. 10 Conclusie 86 : I -------------Een inrichting volgens conclusie 81 t/m 85» I met het kenmerk;dat de staartentrekker-elementen zijn ver- I vangen door een eveneens roteerbaar aangebracht orgaan; dat I tevens de buiten-omtrek hiervan geruwd is; dat hierbij tevens I 15 de buitenomtrek van dit orgaan in kontakt kan komen met het I walsrolletje 128. I Conclusie 87 : I ------------ Een inrichting volgens conclusie 81 t/m 86 , I met het kenmerk;dat het walsrolletje 128 op het staarten- I 20 trekker element aanwezig is terwijl dit element een ter I plekke stilstaande pelklem passeert (fig.19) I Conclusie 88 : I ------------- Een inrichting volgens conclusie 81 t/m 87 » I met het kenmerk; dat er drie staartentrekker-elementen zijn I 25 aangebracht aan het roteerbare orgaan; dat de as 178 van dit orgaan daarbij éénderde omwenteling maakt terwijl de arm 151 één op en neergaande beweging maakt.(fige19; 19a en 19b) Conclusie 89 : I ------------—Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 88 , I 30 met het kenmerk; dat een roterende borstel is aangebracht in de inrichting welke dezelfde draairichting heeft als het roteerbare staartentrekker-orgaan, en aan de buitenomtrek hiervan geplaatst is: dusdanig dat deze omtrek schoongebor-steld wordt(fig*19b.l33)
20. 35 Conclusie 90 : --------Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 89 » met het kenmerk;dat de inrichting is voorzien van een waterspuit element (fig.19b.134a) wat gericht staat op het walsrolletje 128 en het staartentrekker orgaan.(fig.19b) Q ~ i o *7 « * v c. ' ï O I Conclusie 91 ι -------------Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 90 met het kenmerk;dat een ringetjes-afschuiver orgaan (fig.20a en 20b) is geplaatst nd het staartentrekker-orgaan in de 5 draairichting van de pelschijf(fig.20.139) gerekend en aan de buitenomtrek hiervan gelegen(fig.l punt 20) Conclusie 92 : ------------ Een inrichting volgens conclusie 91 » met het kenmerk; dat de ringetjes-afschuiver 136 in fig.20 10 een heen en weergaande synchroon afgestelde gedirigeerde beweging maakt; dat deze beweging wordt overgebracht op het afschuiver-element 138 fig.20a. d.m.v. een arm 137 in fig.20 die vast aangebracht is op een scharnierbare as 180 in fig.20 die gedirigeerd wordt; dat het ringetjes-afschuivende gedeel 15 -te bestaat uit een r.ves0 vorkje fig.20a.138; dat dit vorkje met de opening naar de pelschijf toe bewogen wordt zodra de pelklem dit met haar achterkant passeert(fig.20a) ; dat dit vorkje een beweging van de pelschijf df maakt waarbij er een dusdanige ruimte ontstaat tussen het vorkje en de pel-20 schijf dat een voorbij-draaiende pelklem kan passeren . Conclusie 93 s --------.----- Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 92 , met het kenmerk dat een garnalenvlees-uithaler mechanisme is aangebracht in de inrichting(fig.1 punt 22);dat dit vlees-25 uithaler-mechanisme aan de buitenomtrek van de pelschijf is geplaatst; dat dit mechanisme bestaat uit een roterend orgaan, vast op een roteerbaar en synchroon gedirigeerd aan -gedreven as 182 in fig.21 is aangebracht; dat dit orgaan een tegengestelde draairichting heeft aan de pelschijf» dat 30 dit orgaan is voorzien van centrisch en omtreksgewijs geplaatste sateliet-asjes 147 (in fig.21 en 22a) d.m.v.tandwiel overbrenging 183(fig.22 en 22a) gedirigeerd,via een een -trisch gelegen zonnewiel 148 met buiten-vertanding om de centrale as aangebracht(fig.22a);dat het zonnewiel 148 vast 35 aan de inrichting verbonden is;dat de sateliet-asjes 147 zijn voorzien van borstels(fig.22.145) die vast op de asjes zijn aangebracht. Conclusie 94 zié bla. 69 8302387 Conclusie 94 : ----------- Een inrichting volgens conclusie 93 , met het kenmerk; dat het roterend orgaan bestaat uit een naaf met cirkel vormige zijwangen 144 waarin cirkelvormig 5 en centrisch geplaatstemronde gaten zijn aangebracht waarin de gemonteerde asjes 147 verlagerd zijn welke tevens zijn voorzien van tandwielen 183» welke zich éénmaal afwikkelen rond het zonnewiel bij één omwenteling van het roterend or-gaan(fig»22 en 22a); dat de verhouding van het aantal tanden 10 van de tandwielen der asjes altijd in een omgekeerd evenredige verhouding staan,tot het aantal tanden van het zonnewiel t*o.v· het aantal geplaatste asjes in funktiee;dat de asjes dusdanig geplaatst zijn dat de tandwielen in elkaar grijpen en de afwikkeling tot stand komt; dat de tandwielen 15 een buitenvertanding hebben(fig*22a) Conclusie 95 : -------- Een inrichting volgens conclusie 93 en 94 , met het kenmerk; dat de sateliet-borstels 145 in fig,22 op de asjes 147 aangebracht, voorzien zijn van een synchroon 20 geplaatste uitsparing t.o.v. de in de naaf aangebrachte stel-schroef(fig.21c,145a) waar zich géén borstelhaar bevindt, terwijl het overige geplaatste borstelhaar regelmatig verdeeld is ingeplant, en wel zédanig dat de omtrek van de borstelnaaf recht-evenredig verdeeld is naar het aantal tan-25 den van de sateliet-tandwieltjes op de asjes aangebracht; dat daarbij de borstel bestaat uit vijf verdelingen van twee naast elkaar gelegen haarstoppels en opvolgend twee tot drie enkelvoudige haarstoppels welke in axiale lijn bekeken symmetrisch zijn aangebracht in de naaf t.oev· de reeds inge-30 plante vijf twee-rijige; dat deze speciale borstels zowel links als rechts uitgevoerd zijn, waarbij de buitenomtrek van het borstelhaar een evolvente vorm heeft, waarbij de eerste dubbel ingeplante stoppels de kortste zijn en de laatste enkelvoudige stoppel de langste: gerekend over de buiten-35 omtrek van het ingeplante haar;dat daarbij het naafgat centrisch is aangebracht ten opzichte van de naaf-omtrekCfig922) Conclusie 96 : ---------------zie blzo70 8v λ "? ^ *7 V \j ω V tr J < * - 70 - 4. i « Conclusie 96 : ------ Een inrichting volgens conclusie 93 t/m 95 met het kenmerk; dat de draairichting van de satelietborstels 145(fig.21c) dezelfde is als de draairichting van de centraal 5 gelegen as 182; dat daarbij het aantal omwentelingen van die as omgekeerd evenredig is aan het aantal omwentelingen van het toegepaste aantal werkzame asjes 147 in het roterende orgaan 144 aangebracht;dat in de uitvoering hiervoor een drietal asjes zijn aangebrachfc, waarbij deze in een even-10 redige driehoek zijn verdeeld; dat deze asjes zijn voorzien van genoemde sateliet-borstels (fig.21c) Conclusie 97 · ---------Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 96 , met het kenmerk dat een afscherm-blad(fig.l punt 23) ia aan-15 gebracht in de inrichting; dat dit vast is aangebracht op een scharnierbare as(fig.21c.l8l) dat dit afscherm-blad dusdanig is geplaatst dat het de kop van de garnaal tijdens het uitrollen van.het garnalenvlees,met het garnalenvleesui thaler mechanisme, volledig van het vlees afschermt , 20 (fig.21c.146) terwijl hierbij tevens de betreffende pelklem waartussen de garnaal zich bevindt, geopend is d.m.v. de geleide-rol 100 (fig.21c) en geleide-baan 101 in fige21 ; dat hierbij tevens het garnalenvlees 143 door dit afscherm-. blad 146 wordt opgevangen(fig.21); dat hiertoe de sateliet-25 borstels door de voorgedraaide pelklemmen worden geveegd (fig.23) Conclusie· 98 : —— ......Een inrichting volgens conclusie 97 , met het kenmerk; dat het afschermblad 146 een heen en weer-50 gaande beweging maakt waarbij telkens een opening gemaakt wordt tussen de pelklem en het uiteinde van het afschermblad dat zich periodiek op de pelklem bégeeft; dat wanneer deze ruimte aanwezig is,de pelklem verdraait(fig.21) Conclusie 99 * 35-------Een inrichting volgens conclusie 97 en 98 , met het kenmerk; dat het afschermblad een evolvente vorm heeft en dat daarbij de holle kant naar het vleesuithaler mechanisme is gekeerd(fig.2la); dat het afschermblad aan de kant die zich op de pelklem begeeft voorzien is van ..... 8302387 > r J* - 71 - vervolg cancl. 99 ....voorzien is van indeukingen die zé geplaatst zijn dat deze tassen de geopende pelklem zullen vallen,als fret afschermblad daarop gedirigeerd wordt. (fig.21a en 21b)·
21. 5 Conclusie 100 : ---------Een inrichting volgens conclusie 97 t/m 99 met het kenmerk; dat het afschermblad door een nok aangebracht op de as 182 van het vleesuithaler-orgaan op de pel-klem neer gedirigeerd wordt; dat hierbij het afschermblad 10 door een veerspanning neerdaalt en door de nok terug gedirigeerd wordt· Conclusie 101 : ----..—Een inrichting volgens conclusie 97 t/m 100 met het kenmerk dat het afschermblad éénmaal op en neer be-X5 wogen wordt, waarbij één handeling wordt uitgevoerd t.o.v. één voorgrdraaide pelklem;dat de nok die hiertoe de gedirigeerde beweging uivoerd een evenredig aantal nokverhogingen bezit, wat gelijk is aan het aantal werkzaam geplaatste sateliet-asjes waarop de uitveeg-borstels voor het ver-20 wijderen van het garnalenvlees zijn bevestigd,waartoe één borstel in werking is,terwijl het afschermblad door één nok-verhoging in werking is gesteld. Conclusie 102 : -------------Een inrichting.volgens conclusie 46 t/m 101 25 met het kenmerk; dat de pelklemmen open gedrukt worden d.m.v. de binnen-nok 102 (fig,14g en fig.24) en geleide-rollen 100 zie fig.24) nédat het garnalenvlees verwijderd is; dat het openen van.de pelklem tevens tot stand komt door verdraaing der pelschijf en dirigering van de openings-wijdte der pel-30 klemmen, door het profiel in de pelschijf in samenwerking met de in de pelklemmen aangebrachte geleide-rolletjes. (fig.l4d herhaalt zich in fig.24 , echter nu met lege garnalen-dop) Conclusie 103 : 35 —------------Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 102 , met het kenmerk; dat in de inrichting een borstelorgaan is aangebracht aan de buitenomtrek van de pelschijf(fig.1 ; punt 24) zédanig dat deze borstel tussen de pelklem door draait,waarbij een lege garnalendop uitgeveegd wordt(fig.24). ·. e TT λ o n o =? C' \j u _ ^ Q J 4' «k vervolg concl.203...·;dat de draairichting van de horstel tégen de bewegings-riehting van de pelschijf is; dat de borstel in de draairichting van de pelschijf geplaatst is, né het afschermblad,doch vóór het opvang en aanschuif-5 mechanisme(fig.24$ Conclusie 104 : ------------- Een inrichting volgens conclusie 46 t/m 103» met het kenmerk;dat alle continue en periodiek synchroon bewegende delen op elkaar staan afgesteld d.m.v. vast op de 10 assen aangebfachte tandwielen,nokkenwielen,nokken en nok-geleidingen enz.waarbij tevens het kenmerkende aan het pel-unit is, dat alle aangebrachte assen, zowel heen en weergaand als ronddraaiend,waarop de bewerkingsorganen zijn aangebracht :parallel aan elkaar zijn uitgevoerd; dat de inrichting voor 15 de uitvoering van de werkwijze een veelvuldigheid van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen kan bevatten, zónder dat daarbij buiten het kader van de uitvinding getreden wordt; dat daarbij exakt tegelijkertijd de naast elkaar gelegen organen dezelfde handelingen verrichten als in de werkwijze 20 en inrichting daartoe is weergegeven. Conclusie 105: Slot-conclusie: Een machine voor het één voor één volledig en onbeschadigd 25 uitpeilen van garnalenvlees uit garnalen van verschillende soort,volgens een geheel nieuwe geautomatiseerde machinale werkwijze en inrichting daartoe,als weergegeven in de voorgaande beschrijvingen en conclusies van die werkwijzen en inrichtingen en tekeningen van deze octrooi-aanvraag ; 30 met het kenmerk ; dat voor de uitvoering van de volledige garnalen-pelmachine de gegeven inrichtingen in een konstruk-tie zijn ondergebracht(fig.l) en op een dusdanige wijze is uigevoerd, dat de bewerkings-banen van de inrichting voor het één voor één gesynchroniseerd op tijd afzonderen,gelijk-35 richten en transporteren van de garnalen zowel in aantal als in spoorbreedte-uitvoering van de naast elkaar gelegen bewerkings-banen corresponderen op die van het gedeelte van de inrichting voor het één voor één pellen van de garnalen; dat daartoe voor de uitvoering van de volledig ge- ...... p ^ n o « a -? w 'Ni u W W ƒ V -73- vervolg ccncl» 105 »··· van de volledig geautomatiseerde garnalen-pelmachine gebruik is gemaakt van een r*v.s.frame-konstruktie(fig»l*3l) waarbij de konstruktieve opbouw voor de verschillende bewerkings-crganen onder te brengen tot 5 stand gebracht wordt doormiddel van kunststof montage-platen , aan weerskanten van het betreffende frame aangebracht#dat hierin tévens de .verlageringen aangebracht zijn, voor de assen van de inrichting voor het één voor één afzonderen van de garnalen; dat daarbij het aandrijfwerk bestaande uit 10 ketting en kettingwielen,alsmede de doorsmeerbare kogellagers watervrij en spatdicht afgesloten zijn van het gedeel -te waar de bewerking aan de garnalen plaats vindt,waardoor na gebruik van de machine het bewerkings-gedeelte grondig gereinigd kan worden; dat het pelgedeelte, het zogenaamde 15 pel-unit waar het pel-proces 'zich afspeelt uitneembaar is gemaakt,en vanuit een centrale aandrijfkast door een speciale koppeling die maar op óón wijze in elkaar past, synchroon aangedreven wordt;dat de op deze wijze verkregen verwijder-ings mogelijkheid van het pel-unit het grondig reinigen van 20 dat gedeelte mogelijk maakt,zónder dat bij hermontage van het pel-unit sprake kan zijn van een ontregeling van het gesynchroniseerde pel-unit t.o.v· de in het frame ondergebrachte inrichting voor het één voor één toevoeren van de garnalen·; dat de ronddraaiende assen en assen die een hoek-25 verdraaing ondergaan of teweeg brengen, door de gehele machine heen, evenwijdig aan elkaar uitgevoerd zijn,waardoor het mogelijk is, de pelmachine in een breedte- uitvoering te maken van veelvuldig naast elkaar gelegen bewerkings-eenheden of z.g. pelbanen; zónder dat daarbij afgeweken hoeft te 30 worden van de beschreven werkwijze en inrichting;dat voor de uitvoering van de in de werkwijze en inrichting alsmede de conclusies weergegeven handelingen, de bewerkings-organen in de machine in de gegeven volgorde als in fig.1 weergegeven, zijn opgesteld; dat wanneer de machine in werking is, 35 de staarten der uitgepelde garnalen in container 28 fig«l worden opgevangen, de gepelde garnalen in container 29 figol en de doppen in container 30 figel, waardoor tevens het kenmerkende in deze garnalen-pelmachine is, dat:zowel garnalen-vlees, destaarten als de doppen gescheiden worden opgevangen· 0 o ü .=» o o y