NL8302873A - Handdoekhouder. - Google Patents

Description

' * I

Lx 6204

Handdo ekbouder . I

ifc I

De uitvinding bouwt voort op een uit DE-ÏÏ 74 43 318 be- I

kende handdoekhouder, die bestaat uit een bevestigingsplaat en tvee daaraan rond een vertikale as'beperkt draaibaar bevestigde draagarmen, waarbij de draagarmen aan de naar de bevestigings-5 plaat toegekerde einden lagerkappen bezitten, waarvan bet ene van I

boven en bet andere van onderen af in een uit de bevestigings- I

plaat uitstekende ondersteuning met deze kappen in aangrijping kan komen, en draaibaar en in de asricbting beperkt beweegbaar I

zijn gestoken, en waarbij in de ondersteuning een op de beide 10 lagerkappen aangrijpende en deze naar elkaar toe drijvende trek-

ve en · is aangebracht» I

, Bij deze bekende handdoekhouderheeft de als een schroef* I

veer uitgevoerde trekveer aan de beide uiteinden dwars op de wer- I

kingsrichting van de veer gerichte aangevormde haken, die in aan I

13 de binnenzijden van de lagerkappen aangebrachte ogen onder voor* I

spanning dienen te worden ingehaakt. Yerder bestaat de ondersteu* I

ning uit twee ongeveer halfcirkelvormige en door middel van een I

schroef met elkaar te verbinden delen.

Deze uitvoering van de ondersteuning laat toe de aan- t I

20 vankelijk ontspannen trekveer in de lagerkapgaten te haken, en

vervolgens de beide ondersteuningshelften tot een eenheid samen I

te voeren, waarbij echter tegelijkertijd de trekveer moet worden I

voorgespannen.

Deze maatregelen zijn betrekkelijk moeilijk en tijdrovend.

25 Bovendien is de vervaardiging van de tenminste driedelige ondersteuning omslachtig en duur. I

De uitvinding beoogt een handdoekhouder van de voornoemde soort met eenvoudige middelen zodanig te verbeteren, dat daarbij met behoud van de voordelen van de bekende uitvoering de draagarmen 30 veerkrachtig kunnen meegeven, en bovendien bet samenstellen van het geheel aanmerkelijk wordt vereenvoudigd, terwijl voorts ook de vervaardiging van de gehele handdoekhouder eenvoudiger en dus goedkoper wordt.

Daartoe beeft de handdoekhouder volgens de uitvinding als * I

35 kenmerk, dat de trekveer aan tenminste een uiteinde een in de as-

v v » ' ·· / vJ I

,κ - 2 - richting van de veer gerichte schroefpen bezit, tegenover welke in de naburige lagerkap een bus met een aan deze schroefpen aangepaste schroefboring draaibaar is opgenomen, welke bus van buitenaf draaibaar is, en onder het aanspannen van de trekvoer op de schroefpen • ·.

* 5 kan worden geschroefd.

Hierdoor kan nu de trekvoer, nadat het ene uiteinde aan « de ene lagerkap van de ene draagarm is vastgemaakt, en de beide lagerkappen in de ondersteuning zijn geplaatst, op eenvoudige wijze met de andere lagerkap worden verbonden en aangespannen, waarbij 10 voorts de veerspanning trappenloos kan worden veranderd, teneinde deze aan de omstandigheden te kunnen aanpassen.

Voorts kan de ondersteuning nu aanmerkelijk goedkoper dan bij de bekende uitvoering, en wel uit een stuk, worden gevormd.

Een bij voorkeur toegepaste en uit vervaardigingsoogpunt 13 ge'zien bijzonder gunstige uitvoering heeft als kenmerk, dat de trek-veer ook aan het van de schroefbus afgekeerde uiteinde van een schroefpen is voorzien, die in een schroefboring van de naburige lagerkap kan worden geschroefd, en dat de lengte van de ontspannen trekveer met inbegrip van de beide schroefpennen groter is dan de 20 vrije asafstand tussen de schroefboringen, terwijl bij voorkeur de schroefboringen coaxiaal ten opzichte van.de draaias van de lagerkappen is gelegen.

In het bijzonder kunnen de schroefverbindingen worden beveiligd om een ongewild losdraaien daarvan, en daardoor een on-23 gewenste verandering van de veerspanning, tegen te gaan.

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van een tekening; hierin toont: fig. 1 een langsdoorsnede door een handdoekhouder volgens de uitvinding; en 30 fig. 2 een bovenaanzicht van deze handdoekhouder.

De afgebeelde handdoekhouder omvat in hoofdzaak een be-vestigingsplaat 1, die van niet afgebeelde middelen voor het bevestigen daarvan is voorzien, welke bevestigingsplaat voorts van een daarvan uitstekende ringvormig gesloten ondersteuning 2 is 35 voorzien, waarop twee rond een vertikale as draaibare draagarmen 3 en 4 en een op deze armen inwerkende schroeftrekveer 5 zijn aangebracht.

De draagarmen 3 en ^ bezitten aan de naar de ondersteuning 2 toegekeerde uiteinden een cirkelvormige lagerkap 6 reap. 7 met een 8302873 * * * ->-ί - 3 - aan. de binnenzijde gevormde draaikrans δ resp. 9» welke kransen van boven resp. van beneden af in de desbetreffende openings-begrenzing van de ondersteuning 2 en draaibaar ten opzichte daarvan kunnen worden gestoken.

5 Be buitenflanken 10 van de draaikransen 8 en 9 zijn naar het vrije uiteinde toe kegelvormig versmald uitgevoerd·

Be schroeftrekveer 5 bezit aan de beide uiteinden aangevormde schroefpennen 11 resp. 12. Be schroefpen 11 is in een in de lagerkap 6 aangebrachte en alleen naar binnen toe open 10 echroefboring 13 geschroefd.

Bij de schroefpen 12 behoort een in de lagerkap 7 draaibaar ondersteunde bus 14 met een schroefboring 13«

Be bus 14 is in een aangepaste boring 16 van de lagerkap 7 van buiten', af ingestoken * en steunt in de insteekzin met een aan- / 13 gevormde schouder 17 tegen de lagerkap 7· Baarbij sluit het vrije kapvlak van de bus 1½ glad op het buitenoppervlak van de lagerkap 7 aan.

Aan de vrije kopzijde van de bus 16 is een met een schroevendraaier te bedienen insnijding 18 gevormd.

20 Be lengte van de ontspannen schroeftrekveer 3 met inbe grip van de beide schroefpennen 11 en 12 is, zoals uit fig. 1 blijkt, groter dan de vrije asafstand tussen de schroefboringen 13 en 13, zodat na het insteken van de lagerkappen 6 en 7 ia de ondersteuning 2 de bus 14 de schroefpen 12 kan- grijpen.

25 Bij gebruik van niet zeer vormvaste grondstoffen voor het vervaardigen van de lagerkappen 6 en 7 is het gunstig de schroefboring 13 niet onmiddellijk in de lagerkap 6 te vormen, doch in een in de lagerkap 6 vast aangebrachte bus 19 uit een goed vormvast materiaal.

30 In plaats van de bovenste' schroefverbinding tussen de schroeftrekveer 5 en de bovenste lagerkap 6 kan desgewenst het bovenste eindgedeelte van de veer 5 ook bijvoorbeeld door middel van een klem verbinding in de kap 6 worden bevestigd, wanneer een eenvoudige vervanging van de trekveer 5 niet wordt beoogd.

35 Boor de kegelvormige uitvoering van de draaikransflanken 10 wordt een herhaald in de juiste stand ingrijpen van de draaikransen 8 en 9 in de openingen van de ondersteuning 2 bevorderd.

Binnen het kader van de uitvinding zijn nog vele wijzigingen mogelijk.

8" A Λ **? **

οι.. . /J

Claims (6)

1. Handdoekhouder, bestaande uit een bevestigingsplaat en . ·. twee daaraan rond een vertikale as beperkt draaibaar aangebrachte draagarmen, welke armen aan de naar de beveetigingsplaat gekeerde uiteinden lagerkappen bezitten, waarvan de ene van boven, en de 5 andere van beneden af draaibaar en in de asrichting begrensd kunnen worden gestoken, waarbij in deze ondersteuning een op de beide lagerkappen aangrijpende en deze naar elkaar toe drijvende trekvoer is aangebracht, met het kenmerk, dat de trekvoer (5) aan tenminste het ene uiteinde een in de langsrichting van de veer 10 gerichte schroefpen (12) bezit, tegenover welke in de naburige lagerkap (7) een bus (1½) met een aan de schroefpen (12) aangepaste schroefboring (15) draaibaar is aangebracht, die van buiten.'af t. draaibaar is, en dat deze bus (1½) onder het aanspannen van de trekveer (5) op de schroefpen (12) kan worden geschroefd.

2. Handdoekhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de trekveer (5) ook aan het van de schroefbus (1½) afgekeerde uiteinde een schroefpen (11) bezit, die in een schroefboring (13) van de naburige lagerkap (6) kan worden geschroefd, en dat de lengte van de ontspannen trekveer (5) met inbegrip van de beide schroef-20 pennen (11, 12) groter is dan de vrije asafstand tussen de schroef-boringen (13, 15)·

3· Handdoekhouder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de schroefboringen (13, 15) coaxiaal ten opzichte van de draai-as van de lagerkappen (6, 7) is gericht. 25 b, Handdoekhouder volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de schroefbus (1½) in de onderste lagerkap (6) is ondersteund, welke kap van een boring (16) is voorzien, waarin de schroefbus (1½) van buitenaf kan worden gestoken, en met een schouder (17) tegen de lagerkap (7) komt te rusten. 30 5· Handdoekhouder volgens een van de conclusies 2..^ met het kenmerk, dat de schroefboring (13) in de bovenste lagerkap (6) alleen naar binnen toe open is. -

6. Handdoekhouder volgens een van de conclusies 1··5, met het kenmerk, dat de schroefbus (1½) aan het buitenste kopvlak 35 glad aansluit op het buitenoppervlak van de lagerkap (7)» en dat in het vrije kopvlak van deze schroefbus (1½) verdiepte.aangrij-

83 C 2 37 3 - 5 - * ¢. » ' ^ pingsoppervlakken voor een sleutel of schroevendraaier (18) zijn gevormd. . .

7- Handdoekhouder volgens een van de conclusies 1..6, met > het kenmerk, dat de schroefverbindingen (11, 13) en de bus (l*f) 5 van beveiligingsmiddelen tegen verdraaiing daarvan zijn voorzien. « « f « ) 1/ 3302373 ---- ---------