NL8302496A - Inrichting voor het vullen en afvoeren van een flexibele middelgrote stortgoedhouder. - Google Patents

Description

1 ^ * CE 3 v * *

INRICHTING VOOR HET VULLEN EN AFVOEREN VAN EEN FLEXIBELE MIDDELGROTE STORTGOEDHOUDER

Door aanvraagster worden als uitvinders genoemd:

Hendrik Bakker te Santpoort-Noord 5 Andriaan Verhage te IJmuiden

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vullen en afvoeren van een flexibele middelgrote stortgoedhouder, omvattende althans één silo, voorzien van althans één in hoofdzaak verticaal verlopende vul-pijp voor het vullen van de stortgoedhouder en althans één ophanginrich-10 ting voor het rechtop houden van de stortgoedhouder tijdens het vullen van de stortgoedhouder met stortgoed.

Een inrichting van dit type is uit de praktijk bekend.

Een flexibele middelgrote stortgoedhouder (Engels: flexible intermediate bulk container, ook wel bulk bag of big bag) wordt gebruikt voor het 15 transport van poedervormig of korrelig stortgoed. Bekende houders hebben een inhoud van ca. 1 tot 2 m3 en zijn geschikt voor het transport van ca. 500 tot 1500 kg. stortgoed. Zij zijn gemaakt van flexibel materiaal en dikwijls dubbelwandig uitgevoerd met een sterke buitenzak van een weefsel; van kunststofmateriaal en een dichte binnenzak. De stortgoedhouders 20 zijn in de regel aan de bovenzijde voorzien van een of meer lussen.

Voor het vullen wordt de houder bij de stand van de techniek met zijn vulopening om de vulpijp aangebracht en aan de ophanginrichting opgehangen.

Voor het af voeren van de gevulde houders worden bij de stand van de techniek vorkheftrucks toegepast, waarmee dehouders stuk voor stuk worden af-25 gevoerd.

Een dergelijke handling is wegens het arbeids-en materiaalintensieve karakter daarvan zeer duur.

Bij de stand van de techniek is de ophanginrichting voorzien van een haak (haken) waaraan de stortgoedhouders met een of meer lussen worden 30 opgehangen. Na het vullen wordt de stortgoedhouder losgemaakt door een op de vorkheftruck gemonteerde doorn (doorns) in de lus (lussen) te steken en de lus (lussen) van de haak (haken) te lichten en aldus hangend af gevoerd.

Het doel van de uitvinding is een verbeterde inrichting voor het vullen en afvoeren van de stortgoedhouders te verschaffen. Dit wordt vol-35 gens de uitvinding bereikt doordat de inrichting tevens omvat een in horizontale richting beweegbare afvoerinrichting omvattende een platform om de stortgoedhouder in staande positie af te voeren en althans één op 830 2 4 S 6 ' f *

« I

het platform opgestelde ondersteuning om de stortgoedhouder na het vullen en tijdens het afvoeren zijdelings te ondersteunen.

De stortgoedhouders hebben de neiging om direct na het vullen als zij zijn losgemaakt, om te vallen, zolang het stortgoed, bijv. onder 5 invloed van schudden bij het afvoeren nog niet verder is verdicht. Dit

wordt voorkomen door de houders bij het afvoeren zijdelings te ondersteunen. I

Een verdere verbetering van de inrichting bestaat hierin dat de ophanginrichting in hoofdzaak in verticale richting neerwaarts beweegbaar 10 is voor het losmaken van een gevulde stortgoedhouder.

In een voor de praktijk gunstige uitvoeringsvorm omvat elke ondersteuning een van boven open verticale kuipvormige romp, die aan het platform is bevestigd, en is (zijn) de verticale romp (rompen) aan de onderzijde ter plaatse van het platform voorzien van althans één opening om ge-15 morst stortgoed te verwijderen.

Bij voorkeur is de afvoerinrichting een transportmiddel, in het bijzonder een wagen, op het platform waarvan een aantal ondersteuningen zijn opgesteld. Hiermee kunnen een aantal gevulde stortgoedhouders tegelijkertijd op een goedkope manier worden afgevoerd.

20 Een verdere verbetering van de inrichting wordt verkregen doordat tussen een silo en een vulpijp een weegbunker is aangebracht met een inhoud tenminste gelijk aan de grootste hoeveelheid stortgoed waarmee een stortgoedhouder gevuld wordt, en dat de weegbunker is voorzien van een weeginrichting om de stortgoedhouder met een te voren bepaald ge-25 wicht af te vullen.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 toont schematisch een inrichting voor het vullen van stortgoedhouders .

Fig. 2 toont op een grotere schaal en meer gedetailleerd het ge-30 deelte aangegeven met II in fig. 1.

Fig. 3 toont een bovenaanzicht volgens pijl III in fig. 2.

Fig. 4 toont een detail van een ophanginrichting voor een storfeoedhouder.

In fig.'1 zijn met verwijzingscijfer 1 silo's voor het stortgoed aangegeven. Onder elke silo 1 is een schuif 2 geplaatst met 35 daarna een broekstuk 3 en kleppen 4. Het broekstuk 3 is met een flexibele koppeling 9 (zie fig. 2) aangesloten op weegbunkers 5. Onder de weegbun-kers zijn vulpijpen 6 met daarvoor kleppen 7 bevestigd. Met de vulpijpen worden de stortgoedhouders 8 met stortgoed gevuld. Hoewel in fig. 1 de inrichting voor het vullen van de stortgoedhouders is getoond in een duplex 40 uitvoering is het voor een deskundige duidelijk dat de inrichting ook en- 8302496 4 t - 3 - ψ % kelvoudig of meer dan tweevoudig kan zijn uitgevoerd.

In fig. 2 is getoond, dat de weegbunker is voorzien van een weeg-inrichting 10. De weegbunker 5 heeft een inhoud, die tenminste gelijk is aan de grootste hoeveelheid stortgoed waarmee een stortgoedhouder wordt 5 gevuld.'De stortgoedhouder 8 is tijdens het vullen geplaatst in een ondersteuning 11 waarbij de bodem van de stortgoedhouder op een platform 12 rust, dat deel uitmaakt van een horizontale richting beweegbare afvoerin-richting. Bij voorkeur is de af voerinrichting uitgevoerd als een transportmiddel, in het bijzonder een wagen 13, waarop een aantal ondersteuningsn 11 10 zijn aangebracht, om de stortgoedhouders na het vullen en tijdens het afvoeren zijdelings te ondersteunen. De ophanginrijhtLngis infig. 2 niet zichtbaar.

Een ondersteuning omvat bij voorkeur een verticale kuipvormige romp 14, die aan het platform 12 is bevestigd en die aan de onderzijde ter · plaatse van het platform 12 is voorzien van althans één opening 15, om 15 gemorst stortgoed te verwijderen.

In fig. 3 is getoond, dat op het platform 12 van wagen 13 een aantal rompen 14 is geplaatst. Bij een gangbare diameter van ca. 1,2 m van de gevulde stortgoedhouder kan men twee rompen naast elkaar in de breedterich-•ting van de wagen plaatsen. Tussen de rompen 14 zijn op platform loopbor-20 dessen 16 aangebracht t.b.v. de verlader.

In fig. 4 is de ophanginrichting-17 getoond, die in de getoonde uitvoering geschikt is voor een stortgoedhouder van het type met aan de bovenzijde een lus, waarmee de stortgoedhouder aan haak 18 wordt opgehangen, waarbij de vulpijp 6 in de stortgoedhouder steekt. Na het 25 vullen wordt de stortgoedhouder losgemaakt door de haak 18 van ophanginrichting 17 m.b.v. een pneumatische cilinder in in hoofdzaak verticale richting neerwaarts te bewegen.

De vulpijp 6 is aan het ondereinde voorzien van een mantelpijp 20. De bij het vullen in de stortgoedhouder gebrachte lucht ontwijkt via 30 het ringspleetvormige kanaal tussen vulpijp 6 en mantelpijp 20 en via afvoer 21.

8302496

Claims (6)

1. Inrichting voor het vullen en afvoeren van een flexibele middelgrote stortgoedhouder, omvattende althans één silo, voorzien van althans één in hoofdzaak verticaal verlopende vulpijp voor het vullen van 5 de stortgoedhouder en althans één ophanginrichting voor het rechtop houden van de stortgoedhouder tijdens het vullen van de stortgoedhouder met stortgoed, met het kenmerk, dat de inrichting tevens omvat een in horizontale richting beweegbare afvoerinrichting omvattende een platform om de stortgoedhouder in staande positie af te voeren en althans 10 één op het platform opgestelde ondersteuning om de stortgoedhouder na het vullen en tijdens het afvoeren zijdelings te ondersteunen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ophanginrichting in hoofdzaak in verticale richting neerwaarts beweegbaar is voor het losmaken van een gevulde stortgoedhouder.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elke onder steuning omvat een van boven open verticale kuipvormige romp, die aan het platform is bevestigd.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verticale romp (rompen) aan de onderzijde ter plaatse van het platform is (zijn) voor- 20 zien van althans één opening om gemorst stortgoed te verwijderen.

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afvoerinrichting een transportmiddel, in het bijzonder een wagen, is op het platform waarvan een aantal ondersteuningen zijn opgesteld.

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 25 tussen een silo en een vulpijp een weegbunker is aangebracht met een inhoud tenminste gelijk aan de grootste hoeveelheid stortgoed waarmee een stortgoedhouder gevuld wordt, en dat de weegbunker is voorzien van een weeginrichting om de stortgoedhouder met een te voren bepaald gewicht af te vullen. 8302496