NL8302472A - Buitenpot voor bloempotten. - Google Patents

Description

? - _ * N/31.547-St/V/id Buitenpot voor bloempotten.

De uitvinding heeft betrekking op een buitenpot voor bloempotten met een vanaf de bodem omhoogstekend steundeel voor tenminste één bloempot, een door de bodem van de pot gevormd vloeistofreservoir en met een water-absorbe-5 rend materiaal tussen de mantel van de buitenpot en de bloempot.

Wanneer kamerplanten niet in een voedselop-lossing, maar in een met aarde gevulde bloempot worden gehouden, moet de waterverzorging voor het goed gedijen van de 10 planten worden aangepast aan de vochtbehoefte van de plant, die afhankelijk is van de grootte van de planten, het groei-stadium, de omgevingstemperatuur, de luchtvochtigheid en dergelijke. Daarom moet de waterverzorging van in bloempotten geplaatste kamerplanten regelmatig worden gecontroleerd.

15 Om een aan de waterbehoefte van de plant aan gepaste waterverzorging te bereiken, is het bekend (Amerikaans octrooischrift 1928810), om de bloempot op een verhoogd voetstuk op de bodem van de buitenpot te plaatsen, zodat tussen het voetstuk op de bodem en de mantel van de buitenpot 20 een vloeistofreservoir ontstaat, waarvan de vulhoogte wordt begrensd door de hoogte van het voetstuk, omdat in het voetstuk op de bodem een centrale ventilatieopening is aangebracht. De ringvormige ruimte tussen de bloempot en de mantel van de buitenpot is daarbij boven het vloeistofreservoir 25 volledig opgevuld met een water-absorberend vezelmateriaal, om te verhinderen, dat vocht door de poreuze bloempot heen uit de potaarde kan ontwijken. De waterverzorging van de plant zelf geschiedt door de verdampte vloeistof uit het vloeistofreservoir, die de bloempot door hiervoor dienende 30 openingen in de bodem van de bloempot bereikt. Een nadeel van deze bekende buitenpot is, dat de watercapaciteit onvoldoende is voor planten meteen groter wateropname en dat door de vulling van de ringvormige ruimte tussen de buitenpot en de bloempot weliswaar een vloeistof verlies door de bloempot 35 heen, maar niet door verdampingsverschijnselen bij de bladeren van de planten en dergelijke kan worden vermeden.

Als de bloempot op een vloeistof-absorberend lichaam wordt geplaatst, dat een vulstuk op de bodem van een 8302 4 72 ♦ * 'v t - 2 - buitenpot vormt (Brits octrooischrift 1295695), dan kan voldoende vloeistof naar de plant worden geleid, omdat de vul-hoogte van de buitenpot door een opening in de mantel van de buitenpot wordt bepaald, die boven de bodem van de bloempot 5 ligt. Omdat echter de ringvormige ruimte tussen de buitenpot en de bloempot weer met een medium is gevuld, dat vooral water moet opnemen en de verdamping hiervan moet tegengaan, zorgt de vloeistof in de buitenpot niet voor een verbetering van het klimaat in de buurt van de uit de bloempot stekende 10 planten.

Weliswaar wordt een dergelijke klimaatverbe-tering beoogd door een andere bloempot (Duits octrooischrift 55358), die in een waterbad wordt geplaatst en een inzetstuk heeft, tussen welk inzetstuk en de mantel van de pot lucht-15 kanalen worden gevormd, waardoor de waterdamp tot in de buurt van de uit de bloempot stekende plantendelen moet stromen. Omdat het oppervlak van het waterbad relatief klein is, wordt het beoogde doel echter slechts gedeeltelijk bereikt.

De uitvinding beoogt daarom, deze gebreken te 20 vermijden en een buitenpot voor de gebruikelijke bloempotten te bieden, die niet alleen zorgt voor een aan de waterbehoefte van de betreffende plant aangepaste waterverzorging, maar die ook zorgt voor een juiste luchtbevochtiging in de buurt van de uit de bloempot stekende planten.

25 De uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat het water-absorberende materiaal tussen zichzelf en de bloempot een luchtkanaal openlaat en in het vloeistofreservoir reikt, waarvan de grootste vulhoogte door tenminste één lucht-doorlaatopening in de potmantel wordt begrensd.

30 Door de plaatsing van het water-absorberend materiaal volgens de uitvinding wordt tussen de bloempot en de buitenpot een ringvormig luchtkanaal opengehouden, waarvan de buitenwand uit het water-absorberende materiaal bestaat, zodat de vloeistof niet alleen ter plaatsé' van het 35 vloeistofreservoir, maar over een aanzienlijk groter opper-vlaktegebied kan verdampen. De daarmee bereikte luchtbevochtiging verhindert het verlies van vloeistof door de mantel van de bloempot en zorgt bij de uit de bloempot stekende plantendelen voor een gunstige, het ongewenst verdampen van 40 vloeistof ter plaatse van de plantenbladeren en dergelijke 8302472 ‘ & - 3 - ~ verhinderende klimaatzone. Hierdoor is een door de planten bepaalde, gedoseerde vochttoevoer mogelijk, die is aangepast aan de natuurlijke omstandigheden, omdat de kamerplant de noodzakelijke vloeistof in zekere zin via de 5 aarde uit een grondwatergebied moet opnemen zonder dat de plaatselijke begrenzing van de grond een schadelijke invloed kan uitoefenen.

In een voorkeursuitvoering kan het waterabsorberende materiaal de vorm hebben van een bekleding van de 10 buitenpotmantel. Het absorberend vermogen van deze bekleding kan echter in de loop van de tijd afnemen, in het bijzonder wanneer het vloeistofreservoir wordt gevuld met water waarin een substraat is opgelost. In een voorkeursuitvoering is de bekleding dan ook verwisselbaar tegen de potmantel aan-15 gebracht, zodat de oorspronkelijke omstandigheden met een nieuwe bekleding kunnen worden hersteld. Wördt in plaats van een bekleding van de potmantel een tot in het vloeistofreservoir stekend inzetstuk gebruikt, dan worden overeenkomstige resultaten bereikt, echter met een aanzien-20 lijk groter verwisselgemak.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven.

Fig. 1 toont een vereenvoudigde doorsnede door 25 een buitenpot voor bloempotten volgens de uitvinding; en

Fig. 2 toont dezelfde buitenpot in een door snede volgens de lijn II-II van Fig. 1.

De getoonde buitenpot 1 bestaat in hoofdzaak uit een bodem 2 en een buitenpotmantel 3. Hierbij is de vorm-30 geving zo, dat de buitenpot 1 bij de bodem 2 een naar boven open vloeistofreservoir 4 vormt, waarvan de maximale vulhoogte 5 door drie luchtdoorlaatopeningen 6 in de potmantel 3 wordt begrensd. In het vloeistofreservoir 4 is een steundeel 7 voor tenminste één bloempot 8 aangebracht. Dit 35 steundeel 7 wordt door een vanaf de bodem 2 omhoog stekend, hol voetstuk 9 gevormd, waarvan de voetstukhoogte zo is gekozen, dat de bloempot 8 op een verticale afstand van de bodem van het reservoir 10 op radiale ribben 11 rust, die nog binnen de hoogste vulhoogte 5 van het vloeistofreservoir 4 40 liggen. Daarmee is een rechtstreekse vloeistoftoevoer naar 8302472 *' ' ' - 4 - de bloempot 8 bij de bodem daarvan verzekerd, zonder gevaar voor een schadelijk vloeistofniveau voor de in de bloempot 8 geplaatste kamerplant 12.

De als vulopeningen gevormde luchtdoorlaat-5 openingen 6, waartussen nog andere luchtdoorlaatopeningen 13 in de potmantel zijn geplaatst, bevinden zich boven brug-delen 14, die tussen het voetstuk 9 en de potmantel 3 lopen en die een met de voetstukhoogte overeenkomende hoogte hebben. Deze vormgeving biedt niet alleen een gunstige verstij-10 ving van de buitenpot 1 bij de bodem 2 daarvan, maar vergemakkelijkt ook de controle van het gewenste vloeistofniveau, dat niet mag afnemen tot onder de voetstukhoogte en dus tot onder het bloempotsteundeel 7. Met een vinger kan men door één van de luchtdoorlaatopeningen 6 voelen, of de brugdelen 15 14 nog worden bedekt door het water, om eventueel vloeistof bij te vullen.

De potmantel 3 heeft een verwisselbaar tegen de binnenkant van de pot aangebrachte vloeistof-absorberende bekleding 15, die tot in het vloeistofreservoir 4 reikt.

20 Door deze vloeistofabsorberende bekleding 15, die ook kan worden vervangen door een overeenkomstig inzetstuk, wordt een aanzienlijk verhoogde verdamping van de vloeistof bereikt, zodat met behulp van de luchtstroming door de luchtdoorlaatopeningen 6 en 13 een voor de plant 12 gunstige 25 klimaatzone rondom de plant 12 wordt gegarandeerd. De zich instellende, door de pijlen in Fig. 1 weergegeven luchtstroming zorgt namelijk enerzijds voor een vochtafgifte aan de ' op normale wijze vochtdoorlatende bloempot 8, waardoor het uitdrogen van de bloempotaarde 16 in het bovenste potgedeel-30 te wordt verhinderd, en anderzijds voor een Vochttoevoer naar de uit de bloempot 8 stekende delen, die daardoor eveneens de mogelijkheid hebben, vocht uit de omgevingslucht op te nemen. Echter op zijn minst wordt een ongewenste vochtafgifte aan de omgevingslucht verhinderd.

35 De uitvinding is natuurlijk niet beperkt tot het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld maar kan binnen het kader van de uitvinding op verschillende manieren worden gevarieerd.

8302472

Claims (4)

1. Buitenpot voor bloempotten met een vanaf de bodem omhoogstekend steundeel voor tenminste één bloempot, een door de bodem van de pot gevormd vloeistofreservoir en met een water-absorberend materiaal tussen de mantel van 5 de buitenpot en de bloempot, met het kenmerk, dat het water-absorberende materiaal tussen zichzelf en de bloempot (8) een luchtkanaal openlaat en in het vloeistof-reservoir (4) reikt, waarvan de grootste vulhoogte (5) door tenminste één luchtdoorlaatopening (6) in de potmantel (3) 10 wordt begrensd.

2. Buitenpot volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het water-absorberende materiaal de vorm heeft van een bekleding (15) van de buitenpotmantel (3).

3. Buitenpot volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de bekleding (15) verwisselbaar tegen de potmantel (3) is aangebracht.

4. Buitenpot volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het absorberende materiaal de 20 vorm heeft van een afzonderlijk inzetstuk tussen de buitenpot (1) en de bloempot (8). 8302472