NL8302002A - Werkwijze voor het aan weerszijden bekleden van een metalen plaat met een vel kunststof. - Google Patents

Description

N.0. 31.519 1 λ

Werkwijze voor het aan weerszijden bekleden van een metalen plaat met een vel kunststof.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aan weersf 5 zijden bekleden van een metalen plaat met een vel van kunststof, be* staande uit een vel of folie van een polymeer, dat is voorzien van een door warmte activeerbare hechtlaag, waarbij het vel met de hechtlaag gekeerd naar het betreffende oppervlak van de metalen plaat tegen dat oppervlak van de plaat wordt gedrukt en de hechting tot stand wordt 10 gebracht door inductieve verhitting van het oppervlak van de plaat, welk vel een breedte heeft of krijgt, die gelijk is aan of smaller dan de breedte van de plaat.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit de ter Inzage gelegde Neder* landse octrooiaanvrage 7612325 en 7712206, het Amerikaanse octrooi* 15 schrift 3.556.887 en vele andere publicaties. Voor het inductief verhit* ten van de plaat, past men al naar gelang de omstandigheden, een daartoe geschikte frequentie toe. Fast men bijvoorbeeld een frequentie toe uit het radiofrequentiegebied dan treedt de door de inductie opgewekte ver* hitting alleen op in het oppervlak van de metalen plaat. Bovendien kan 20 men de inductie door het kunststofvel heen toepassen. Door aandrukking van de thermoplastische kunststofvellen op het door inductie verhitte oppervlak van de plaat vindt een zeer sterke hechting van het vel op de plaat plaats. Dit schept bijvoorbeeld de mogelijkheid tot het op betrek* kelijk eenvoudige en snelle wijze door bekleding corrosiebestendig maken 25 van een stalen plaat.

Bij deze bekende werkwijze doet zich echter het probleem voor, dat men ook bij volledige bedekking van de oppervlakken van de plaat geen bedekking kan maken van de zijkanten van de plaat en ook niet wanneer een stuk van de plaat wordt af gesneden of uitgesneden. Hen kan weliswar 30 êên van de beide aan te brengen vellen een breedte geven, die groter is dan de breedte van de plaat en het overstekende gedeelte om de onbeklede zijkant of rand vouwen, maar men ondervindt problemen wanneer men de omgevouwen rand aan de andere zijde op corrosiebestendige wijze tot aansluiting wil brengen. Past men namelijk opnieuw verhitting toe door 35 inductie dan bestaat het gevaar van loslaten van het reeds gehechte vel. Verhit men op andere wijze en drukt men daarbij de omgevouwen rand in de door verwarming zacht gemaakte kunststof van de reeds aanwezige bekleding, dan wordt deze beschadigd, laat los en/of vormt miniscule openingen waardoor het gevaar van corrosie toch weer bestaat. Deze 40 hierboven beschreven mogelijkheden behoren niet tot de stand van de 8302002 i » 2 techniek, doch betreffen mislukte pogingen om te komen tot een volledige bekleding van een metalen plaat. Deze metalen plaat kan bestaan uit grote stukken, die reeds zijn voorgesneden, respectievelijk bewerkt, doch bestaan doorgaans uit een plaathoeveelheid aanwezig op een voor-5 raadrol, die in de vorm van een lange baan wordt afgerold en dan aan weerszijden met een van een hechtlaag voorziene kunststofvel wordt bekleed. Hierbij ontsta% dus onbeklede zijkanten aan de langsranden en onbeklede dwarsranden daar waar de lange baan in stukken wordt gesneden.

10 Doel van de uitvinding is nu een werkwijze te verschaffen waarmee alzijdige bekleding van een metalen plaat mogelijk is.

Dit doel . wordt nu overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat na het bekleden van beide oppervlakken van de plaat elke niet-beklede zijkant van de plaat wordt bekleed door deze te bedekken met een randstrook 15 van het bekledingsmateriaal, dat wordt gedrukt tegen de onbeklede zijkant van de plaat en op althans één op de zijkant aansluitend randgebied van een plaatvlak en alleen dit randgebied door tot dit gebied beperkte inductie zodanig beheerst wordt verhit en wordt aangedrukt, dat de tegen de zijkant van de plaat aangedrukte randstrook op de onbeklede zijkant 20 hecht en het daarop aansluitende en tegen het randgebied aangedrukte gedeelte hecht op het onbeklede gedeelte van het betreffende randgebied van de plaat, zo aanwezig, en versmelt of hecht op het in dat randgebied reeds aanwezige bekledingsmateriaal, dat van uit het verhitte plaatop-pervlak wordt verhit tot een temperatuur, die het hechten of versmelten 25 van de kunststoffen mogelijk maakt en onder een druk, die de reeds bestaande hechting in stand houdt.

Dit betekent dus, dat volgens de uitvinding de inductieve verhitting voor het bekleden van de zijkant zodanig dat geen naden ontstaan, wordt beperkt tot het betreffende randgedeelte, waarbij deze inductieve 30 verhitting zodanig moet zijn, dat, rekening houdende met de transport-snelheid van de plaat, de overdrachtsnelheid van de warmte en de juiste plaats en grootte van de aandrukking in het randgebied de aan te brengen strook wordt gedrukt in en dus moet hechten op respectievelijk versmelten met de reeds aangebrachte bekleding. Aanvankelijk gelukte dit niet 35 omdat de ook naar het midden van de plaat toe stromende warmte buiten het bedoelde randgebied de reeds verkregen hechting van het vel op de plaat kon verstoren. Gebleken is echter, dat men door regeling van de transportsnelheid een afstand van de inductiespoel tot de rand met de inductieve verhitting van het plaatoppervlak in het randgebied van de 40 plaat tesamen met een aandrukking, die belet, dat een reeds verkregen 8302002 3 4 · hechting weer verdwijnt, kan bereiken, dat een absoluut volledige en dichte bekleding wordt verkregen.

Bij de uitvinding speelt dus het inzicht een rol, dat men de inductieve verhitting in dwarsrichting van de plaat kan beperken tot een 5 smalle strook en dat men door het instellen van deze strook, hetgeen men bereikt door de afstand van de inductiespoel tot de plaat van de rand, te wijzigen, de breedte van de inductief verhitte strook kan regelen en tevens het uitstralingseffekt daarvan en dat het bij juiste beheersing van de omstandigheden mogelijk is de om de zijkant te vouwen strook ook 10 op de reeds aanwezige gehechte kunststoflaag aan te brengen zelfs wanneer deze strook het reeds aangebrachte vel over een tamelijk grote breedte overlapt, zoals een breedte van 111½ cm. Door de inductieve verhitting van het metaal wordt ook de reeds daarop gehechte rand van het vel zodanig verhit, dat men de eroverheen vallende randstrook er in 15 kan drukken en versmelten of erop kan doen hechten.

De voorkeur gaat uit naar een werkwijze waarbij althans op één plaatoppervlak een bekleding is aangebracht van een zodanige breedte, dat aansluitend aan de zijkanten een randgedeelte is vrijgelaten, die volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat de op de zijkant en dit 20 randgebied aan te brengen strook bekledingsmateriaal een op dit randgedeelte aan te brengen strookbreedte heeft, die iets groter is dan de breedte van het niet-beklede randgebied. Hierbij vindt slechts een in elkaar drukken en versmelting plaats bij een zeer geringe overlapping in de orde van grootte van 1½ mm. De rand van de reeds aanwezige bekleding 25 zal dan door de vlak daarnaast optredende inductieve verhitting voldoende worden beïnvloed om zodanig te verweken, dat de rand van de aan te brengen randstrook er in kan worden gedrukt zonder verstoring van de reeds aanwezige hechting.

Het randgebied kan vrij zijn van bekleding doordat men een vel 30 heeft aangebracht, dat smaller is dan de plaat. De doorgaans van een rol afkomende plaat kan op deze wijze vrij van randgebieden worden gemaakt.

Moet de plaat echter in dwarsrichting worden doorgesneden of andere uitsnijdingen krijgen dan is het niet mogelijk het vel zodanig aan te brengen dat het randgebied vrij blijft.

35 Volgens de uitvinding bereikt men dit doordat het of de randgebie den, die vrij van bekledingsmateriaal zijn, voordat de randstrook wordt aangebracht, vrij zijn gemaakt door wegfrezen van een voordien over de gehele plaatbreedte aangebrachte bekleding. Door wegfrezen van een dergelijke randstrook kan een overlappingsgebied van de strook, die de 40 zijkant moet bekleden tot een minimum worden beperkt. Dit is in het 8302002 * » 4 bijzonder van belang daar waar door afsnijden van een plaatstuk of door uitsnijdingen een rand is ontstaan en de reeds aangebrachte vellen tot aan die rand doorlopen.

Bij voorkeur vindt dit wegfrezen van de bekleding zodanig plaats, 5 dat de hechtlaag ten dele behouden blijft, want dit bevordert het ont* staan van een onberispelijke verbinding.

Volgens de uitvinding kan het van voordeel zijn wanneer ter plaatse van elke te bekleden zijkant van de plaat de vrijgemaakte of vrijgelaten strook wordt gevormd op beide tegenover elkaar gelegen vlakken van de 10 plaat en de zijkant met de aan weerszijden aansluitende stroken wordt bekleed met behulp van een U* of Vfvormig voorgevormde baan, in wezen bestaande uit hetzelfde materiaal als de bekleding. Bij dwarskanten of uitsnijdingen is uitfrezen gewenst temeer omdat zich daarbij zich procesomstandigheden kunnen voordoen, die het juiste beheersen van de 15 bewegingssnelheid en daarmede het onder controle hebben van het tempera* tuurverloop, bemoeilijken. Dit is niet het geval wanneer een van de rol komende en aan weerzijden volledig beklede plaat alleen aan de langs* zijkanten wordt bekleed.

Bij de langskanten van de plaat kan men volgens de uitvinding ook 20 zodanig tewerk gaan dat, althans êên van de op de vlakken van de plaat aan te brengen vellen een breedte heeft, die groter is dan die van de plaat en de ter plaatse van de te bekleden zijkant van de plaat overste* kende overbreedte van het vel de strook vormt, die om de zijkant wordt gevouwen en op de beklede randstrook, de vrijgelaten randstrook of de 25 vrijgemaakte randstrook van de andere zijde wordt gehecht. De overste* kende overbreedte van het vel kan dan om de zijkant worden gevouwen en worden gehecht op de vrijgelaten of vrijgemaakte randstrook van de andere zijde. Het betreffende vel, dat dus breder is, kan aan weerszij* den uitsteken en overbreedte hebben. Men kan echter ook zodanig te werk 30 gaan dat het op êên vlak van de plaat aan te brengen vel zodanig wordt aangebracht, dat het slechts ter plaatse van êên zijkant van de plaat oversteekt en dat het aan de andere kant van de plaat aan te brengen vel zodanig wordt aangebracht, dat het slechts ter plaatse van de tegenover gelegen zijkant oversteekt. Dit laatste is van belang voor het bekleden 35 van metalen platen met kunststofvellen van verschillende kleur. De omge* vouwen rand wordt dan aan de andere zijde zichtbaar. Met de laatstgenoemde maatregel bereikt men dat dit slechts ter plaatse van êên van twee tegenover elkaar gelegen randen het geval is en deze kunnen bij* voorbeeld bij toepassing in de bouw door het elkaar laten overlappen van 40 panelen worden weggewerkt waardoor zowel aan binnen* als aan buiten* 8302002 5 « φ zijde een ononderbroken kleur ontstaat.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.

Fig. 1 toont in een doorsnede een plaat, die door toepassing van de 5 bekende werkwijze is bekleed.

Fig. 2 toont in doorsnede door een plaat een eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding.

Fig. 3 toont in doorsnede een tweede uitvoeringsvorm van de werk* wijze volgens de uitvinding.

10 Fig. 4 toont in doorsnede een derde uitvoeringsvorm van de werk* wijze volgens de uitvinding en

Fig. 5 toont nog een andere uitvoeringsmogelijkheid in doorsnede.

Fig. 6 en 7 tonen in bovenaanzicht respectievelijk zijaanzicht schematisch een inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens 15 de uitvinding.

Fig. 1 toont een metalen plaat 1, die aan de bovenzijde is bekleed met een vel 2, bijvoorbeeld een kunststofvel op basis van een polyamide, welk vel op de metalen plaat 1 is gehecht onder tussenkomst van een hechtlaag 3, die kan worden gevormd door een olefine-polymeersamenstel* 20 ling.

De metalen plaat is aan de onderzijde bekleed met een laag 4, even* eens onder tussenkomst van een hechtlaag 5. De bekleding heeft plaats* gehad door de van een hechtlaag voorziene vellen met rollen te drukken op het door inductie verhitte boven- respectievelijk ondervlak van de 25 plaat 1. Dit is dus de bekende werkwijze.

Het is echter duidelijk uit fig. 1, dat de zijkanten 6 respectieve* lijk 7 niet bekleed zijn.

Fig. 2 toont het bekleden van êén zijkant 6 met behulp van een strook 8, die een overbreedte vormt van het onderste vel 4*. Door indue* 30 tieve verhitting van het randgebied 9 wordt het oppervlak van de plaat 1 aan de bovenzijde ter plaatse van dit randgebied verhit, zoals aange* geven bij 9'. Is de plaat niet te dik dan wordt ook de zijkant 6 vol* doende verhit. De strook 8 zal dan aan het verhitte oppervlak hechten wanneer de strook tegen de zijkant 6 wordt aangedrukt, terwijl door de 35 verhitting van het oppervlakgedeelte 9' de daarop aanwezige kunststof door warmteoverdracht eveneens een temperatuur kan krijgen waardoor de overlap 9 eraan kan hechten respectievelijk ermee kan versmelten. Het gevaar van loslaten van het reeds gehechte vel 2 respectievelijk 4' in dit randgebied onder invloed van de temperatuurverhoging kan worden 40 ondervangen wanneer het proces met voldoende snelheid wordt uitgevoerd 8302002 « * «· * * 6 en de aandrukrollen of dergelijke middelen een bereik hebben, dat ten minste even groot is als het bereik 9.

Fig. 3 toont een plaat 1, die volgens een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze van de uitvinding alzijdig is bekleed en wel aan de 5 bovenzijde met een vel 12, dat op bekende wijze is aangebracht, maar een breedte heeft, die smaller is dan de breedte van de plaat 1, zodat rand* stroken 10 zijn vrijgelaten.

Aan de onderzijde van de plaat 1 is een vel 13 op bekende wijze aangebracht, maar dit vel heeft een grotere breedte dan de plaat 1.

10 Met op zichzelf in de techniek bekende vouwmiddelen, zoals onder verschillende hoeken staande rollen, worden nu de overstekende banen, zoals 14 in fig. 3, omgevouwen, welke baan 14 een zodanige breedte heeft, dat na het omvouwen de uiterste rand daarvan bij 15 de rand van het vel 12 in geringe mate overlapt, bijvoorbeeld in de orde van grootte 15 van 1 tot 2 mm.

Vindt nu inductieve verhitting plaats van het randgebied met behulp van de schematisch aangeduide inductiespoel 16, die van en naar de rand van de plaat toe verstelbaar is, dan wordt de zijkant 6 verhit in het gebied 10 en deze verhitting van het gebied 10 is net voldoende om in 20 het overlappingsgebied de rand van de bekleding 12 en de rand van de overlap 14 met een aandrukrol in elkaar te doen versmelten, zodat de be* kleding ontstaat, zoals deze rechts in fig. 3 is aangegeven. De plaat is dan alzijdig bekleed.Bij dunne platen hoeft de inductiespoel voor het verhitten van de zijkant en het zijrandgebied niet C*vormig te zijn, 25 maar is het voldoende alleen êên zijde van de plaat te verhitten.

Door verstelling van de inductiespoel van en naar de zijkant van de plaat toe kan men het inwerkingsgebied, wat betreft zijn breedte, be* heersen.

Bij langsranden van de plaat, dat wil zeggen plaatranden, die 30 liggen in de richting waarin de vellen worden aangebracht, is het moge* lijk aan het vel een juiste breedte te geven en bij nauwkeurige gelei* ding de juiste overlap tot stand te brengen. Bij dwars op de langsranden verlopende randen, die ontstaan doordat na het bekleden van beide vlakr ken van de plaat afsnijranden ontstaan, loopt de kunststofbekleding aan 35 weerszijden van de metalen plaat door tot aan de snijrand. Voor het toe* passen van de werkwijze volgens de uitvinding is het dan ook nodig een randstrook aan êên of aan beide zijden te maken en dit kan men doen door de reeds opgehechte vellen ter plaatse van de randen weer weg te frezen.

40 Dit is in het bijzonder Van belang bij de uitvoeringsvorm getoond 8302002 ; .. ':'V: 7 in fig. 4, waarbij de plaat 1 aanvankelijk aan weerszijden een bekleding had met vellen 18 en 19, die tot aan de randen 20 en 21 doorliepen.

Nabij deze randen 20 en 21 zijn smalle stroken van de vellen 18 en 19 weggefreesd waarna overeenkomstig de uitvinding een U-vormig voorgevormd 5 de strook 22 met de vereiste overlapping van de vellen 18 en 19 is aan* gebracht en vervolgens door inductieve verhitting en aandrukrollen is gehecht, zodat de configuratie ontstaat, zoals getoond rechts in fig.

4.

Fig. 5 toont een plaat 1, die aan êên zijrand op ëên vlak, bijvoor4· 10 beeld het bovenvlak, is voorzien van een vrijgemaakte of vrijgelaten strook 23, en die aan de andere rand op het tegenover gelegen vlak een vrijgemaakte of vrijgelaten strook 24 heeft. De vellen 25 en 26 hebben een breedte, die groter is en de bekleding van de randgebieden met de overstekende delen van de vellen 25 en 26 vindt dan plaats op dezelfde 15 wijze als in principe getoond in fig. 3.

Platen, die overeenkomstig fig. 5 zijn bekleed met vellen 25 res* pectievelijk 26 van verschillende kleur, vertonen nu slechts aan êên rand van het bovenvlak respectievelijk êên rand van het ondervlak een uiteenlopende kleur. Plaatst men dergelijke platen overlappend dan valt 20 de anders gekleurde rand telkens weg.

In de fig. 6 en 7 is getoond een rol 27 waarop zich een metaalplaat bevindt, die volgens de lijn 28 is uitgerold tot een vlakke baan. Bij 29 en 30 bevinden zich voorraadrollen van reeds van een hechtlaag voorziene kunststofvellen, die naar de plaat 29 toe worden gevoerd en daarbij wor-25 den geleid tussen inductiespoelen 31, 32 en daarop aansluitende aandrukf rollen 33, 34. Zo gewenst, kunnen de inductiespoelen zich ook op een zodanige plaats bevinden, dat de vellen uitsluitend via de aandrukrollen 33 en 34 op het oppervlak van de plaat 28 worden gevoerd.

Heeft nu een vel een uitstekende rand, zoals aangegeven met 35 in 30 fig. 6, ter toepassing van de werkwijze die in fig. 2 of 3 is getoond, dan kan deze met geleidingsrollen die in algemene zin zijn aangeduid met 36, op bekende wijze worden omgevouwen·

Verhitting van het randgebied kan plaatsvinden met een inductie* spoel 37, die vöör de rollen 36 is geplaatst. Deze inductiespoelen 35 kunnen dus U*vormig of Ovormig zijn, maar ook L*vormig of alleen maar uit een korte strook bestaan, die zich aan êên zijde van de plaat bevindt. Zij kunnen ook deel uitmaken van de inductiespoelen 31, 32, zodanig, dat in het randgebied verhitting wordt verkregen die bijde juiste transportsnelheid ervoor zorgt dat het hechten of versmelten 40 onder de druk van de aandrukrollen 36 gewaarborgd is.

8302002 % 8

Opgemerkt wordt dat fig· 7 laat zien, dat de op bekende wijze aan te brengen kunststofvellen van de voorraden 29 en 30 reeds zijn voorzien van een hechtlaag.

Het is uiteraard ook mogelijk kunststofvel en hechtlaag op te slaan 5 op afzonderlijke rollen en tegelijk met het verhitten en aandrukken met behulp van de inductiespoelen 31, 32 respectievelijk rollen 33, 34 niet alleen de hechting teweeg te brengen op de plaat, maar ook tussen hechtlaag en vel zelf. Iets dergelijks is uiteraard ook bij de randstroken denkbaar.

8302002

Claims (7)

1. Werkwijze voor het aan weerszijden bekleden van een metalen plaat met een vel van kunststof, bestaande uit een vel of foelie van een polymeer, dat is voorzien van een door warmte activeerbare hechtlaag, waarbij het vel met de hechtlaag gekeerd naar het betreffende oppervlak van de meta-5 len plaat tegen dat oppervlak van de plaat wordt gedrukt en de hechting tot stand wordt gebracht door inductieve verhitting van het oppervlak van de plaat, welk vel een breedte heeft of krijgt, die gelijk is aan of smaller dan de breedte van de plaat, met het kenmerk, dat na het bekleden van beide oppervlakken van de plaat elke niet-beklede zijkant van de 10 plaat wordt bekleed door deze te bedekken met een randstrook van het bekledingsmateriaal, dat wordt gedrukt tegen de onbeklede zijkant van de plaat en op althans ëên op de zijkant aansluitend randgebied van een plaatvlak en alleen dit randgebied door tot dit gebied beperkte inductie zodanig beheerst wordt verhit en wordt aangedrukt, dat de tegen de 15 zijkant van de plaat aangedrukte randstrook op de onbeklede zijkant hecht en het daarop aansluitende en tegen het randgebied aangedrukte gedeelte hecht op het onbeklede gedeelte van het betreffende randgebied van de plaat, zo aanwezig, en versmelt of hecht op het in dat randgebied reeds aanwezige bekledingsmateriaal, dat van uit het verhitte plaatop-20 pervlak wordt verhit tot een temperatuur, die het hechten of versmelten van de kunststoffen mogelijk maakt en onder een druk, die de reeds bestaande hechting in stand houdt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij althans op êên plaatoppervlak een bekleding is aangebracht van een zodanige breedte, dat aansluitend 25 aan de zijkanten een randgedeelte is vrijgelaten, met het kenmerk, dat de op de zijkant en dit randgebied aan te brengen strook bekledingsmateriaal een op dit randgedeelte aan te brengen strookbreedte heeft, die iets groter is dan de breedte van het niet-beklede randgebied.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het op de 30 randgebieden, die vrij van bekledingsmateriaal zijn, voordat de randstrook wordt aangebracht, vrij zijn genaakt door wegfrezen van een voordien over de gehele plaatbreedte aangebrachte bekleding.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het wegfrezen van de bekleding zodanig plaats vindt, dat de hechtlaag ten dele behouden 35 blijft. 8302002 " 10

5. Werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ter plaatse van elke te bekleden zijkant van de plaat de vrijgemaakte of vrijgelaten strook wordt gevormd op beide tegenover elkaar gelegen vlakken van de plaat en de zijkant met de aan weerszijden aansluitende stroken wordt bekleed met behulp van een ü- of V-vormig 5 voorgevormde baan, in wezen bestaande uit hetzelfde materiaal als de bekleding.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat althans êên van de op de vlakken van de plaat aan te brengen vellen een breedte heeft, die groter is dan die van de plaat en 10 de ter plaatse van de te bekleden zijkant van de plaat overstekende overbreedte van het vel de strook vormt, die om de zijkant wordt gevouwen en op de beklede randstrook, de vrijgelaten randstrook of de vrijgemaakte randstrook van de andere zijde wordt gehecht.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het op één vlak 15 van de plaat aan te brengen vel zodanig wordt aangebracht, dat het slechts ter plaatse van êén zijkant van de plaat oversteekt en dat het aan de andere kant van de plaat aan te brengen zodanig wordt aangebracht, dat het slechts ter plaatse van de tegenover gelegen zijkant oversteekt. 8302002