NL8301403A - Trekspel met weergeving van een nagebootst projectiel. - Google Patents

Description

» »

V

Λ -1- VO 4762

Trekspel met weergeving van een nagebootst projectiel.

De uitvinding heeft betrekking op een trekspel, en meer in het bijzonder op een trekspel, dat zowel echte als nagebootste projectielen heeft.

Een grote verscheidenheid aan behendigheidsspellen, in het 5 algemeen, bekend als "trekspellen", is beschikbaar gemaakt voor het vermaak van het publiek. Bij deze spellen wordt gebruik gemaakt van een projectiel, zoals een metalen kogel, die de speler via verschillende stuurorganen manipuleert en leidt naar verschillende doelen op een iets hellend speelveld. De verscheidenheid aan spellen, aangeboden aan 10 het publiek, weerspiegelt de wens van het spelende publiek voor nieuwe en andere uitdagingen, weerspiegeld in de verscheidenheid aan spellen.

Binnen het genre van trekspellen, wordt het merendeel van de variatie verschaft door veranderingen in het speelveld, d.w.z. de verscheidenheid en opstelling van doelen, stelsels voor het maken van punten, geluids-15 effekten en artisticiteit. De feitelijke middelen voor het manipuleren van het projectiel zijn betrekkelijk gelijk gebleven, d.w.z. het in eerste instantie op het speelveld brengen van het projectiel met een onder veerspanning staande plunjer, en het dan door middel van nabij het onderste einde van het speelveld zich bevindende "poten" (Engels: 20 "flippers")langs het schuine oppervlak naar boven naar de doelen leiden van de kogel. Gemeend wordt, dat een grotere verscheidenheid en een toegenomen belangstelling van de spelers kan worden verkregen door het op het speelveld invoeren van aanvullende bedrevenheden.

Het is derhalve een algemeen doel van de uitvinding een trek-25 spel te verschaffen met een grotere verscheidenheid, waarbij het een bepaald doel is een trekspel te verschaffen, dat zowel echte als nagebootste projectielen heeft.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 30 figuur 1 een bovenaanzicht is van het trekspelspeelveld dat de weergeving van een nagebootst projectiel bevat, figuur 2 een bovenaanzicht is op vergrote schaal van een gedeelte van de weergeving van een nagebootst projectiel, figuur 3 een doorsnede is volgens de lijn III-III in figuur 2, 35 en 8301403 -2- figuur 4 een. bovenaanzicht is van een printkaart met een opstelling van gloeilampen voor de weergeving van het nagebootste projectiel.

In figuur 1 is een trekspelspeelveld 10 afgebeeld, voorzien 5 van een echt projectiel 12, van middelen 14, 16 voor het manipuleren van het projectiel, van doelen 18 voor het projectiel en van een weergeving 20 van een nagebootst projectiel.

De inrichting voor het spelen van het echte projectiel 12, bijv. een metalen kogel, is gebruikelijk voor een trekspelinrichting.

10 De kogels 12 worden een voor een in het spel geschoten door een onder veerspanning staande plunjer 14, waarbij de weggeschoten kogel een baan volgt, bepaald door een langwerpige geleiding 22, voorzien van een een-richtingsuitgangspoort 23 naar het bovenste einde 24 van het hellende speelveld 10. Vanaf het bovenste einde 24 rolt de kogel 12 langs de 15 helling naar beneden en ontmoet langs de weg verschillende doelen 18 voor het maken van punten voor de speler. Wanneer de kogel 12 vrij is van de doelen 18, rolt hij langs de helling naar beneden naar een kogel-uitgang 26 bij het onderste einde 28 van het speelveld, waar de kogel uit het spel wordt verwijderd, tenzij de speler het naar beneden rollen 20 van de kogel onderschept met projectielmanipuleermiddelen, zoals poten 16. die in werking worden gezet doof, door de speler bediende middelen, zoals knoppen 30 aan de voorkant van het spel. Indien de speler de kogel 12 onderschept en hem door middel van de poten 16 terugvoert naar de achterkant of liet bovenste einde 24 van het speelveld 10, . raakt de 25 kogel verschillende doelen 18 voor het vergroten van het behaalde aantal punten van de speler. Naar keuze zijn aanvullende poten 16' aangebracht op andere plaatsen van het speelveld. In het algemeen is het behaalde aantal punten, verzameld doordat de kogel elk doel raakt, een weerspiegeling van de moeilijkheid, ondervonden bij het raken van het doel.

30 De op het speelveld 10 weergegeven doelen 18 vertegenwoordigen soorten doelen, die algemeen aanwezig zijn in trekspelmachines, zoals stootbalken 18a, opklappende doelen 18b, enz.Het afgebeelde speelveld 10 is vereenvoudigd en kan in de praktijk een aanzienlijk groter aantal doelen hebben.

35 Naast de verschillende inrichtingen, nodig voor het spelen van de metalen kogel, heeft het spel de weergeving 20 van een nagebootst projectiel, waarin een projectiel wordt weergegeven door een stapsgewijze 8301403 J w -3- bediening van lampen. De gebruiker beweegt het nagebootste projectiel door middel van uitwendige besturingen, die dezelfde besturingen 30a, vb kunnen zijn, die worden gebruikt voor het in werking stellen van de poten 16, teneinde bepaalde doelen te verwezenlijken, zoals ontsnapping 5 of achtervolging van een nagebootst "vijandelijk" projectiel.

Het nagebootste aspect van het spel kan gelijktijdig worden gespeeld met het echte projectielaspect van het spel, waarbij echter is voorzien, dat het nagebootste aspect van het spel in het algemeen afwisselend wordt gespeeld met het echte projectielspel, bijv. wanneer 10 een bepaalde gebeurtenis plaatsvindt in het echte projectielspel. Een dergelijke gebeurtenis kan het door het echte projectiel raken vateen bepaald doel 18c zijn. Het speelveld 10 bevat een of meer kogel vasthoudende doelen 18c, die hier bestaan uit uitstootschotels, die een verdiepte put 32 bevatten in het speelveld, waarin de kogel kan vallen.

15 Geschikte waameemmiddelen zijn in de uitstootschotel 18c voorzien, zodat wanneer dé kogel daarin valt, elektrische besturingen, zoals microprocessoren, het nagebootste aspect in werking stellen, terwijl het echte projectielaspect tijdelijk wordt onderbroken als gevolg van het in de uitstootschotel vasthouden van de kogel. Het spel is zodanig 20 geprogrammeerd, dat een gebeurtenis in het nagebootste aspect, zoals het vangen van het laatste nagebootste projectiel van de speler door het nagebootste vijandelijke projectiel of een met goed gevolg plaatsgevonden hebbende ontsnapping aan de vijand door het opgebruiken van alle beschikbare bewegingen, het nagebootste aspect bulten werking 25 stelt, waarna een uitstootpen 38 in de schotel 18c werkzaam is voor het uit de put 32 stoten van de kogel 12 en het terugvoeren daarvan naar het spel. Het kogelvasthoudende doel 18c kan ook een elektromagneet zijn, die de metalen kogel magnetisch vasthoudt totdat de daaraan geleverde kracht wordt uitgeschakeld in aanspreking op een gebeurtenis 30 in het nagebootste aspect.

Hierbij is het nagebootste projectiel, verschaft door een opstelling van lampmiddelen 40 in het speelveld 10. Een opstelling van 5x5 lampmiddelen 40 is weergegeven, en het nagebootste projectiel van de speler wordt weergegeven door het stapsgewijs bedienen van naburige 35 lampmiddelen van de opstelling. De speler manipuleert zijn nagebootste projectiel door bediening van de uitwendige besturingen of knoppen 30.

8301403 -4-

In een rechthoekige opstelling, zoals hier weergegeven, is de beweging langs de opstelling gewoonlijk horizontaal of vertikaal met een ruimte tegelijk. De beweging van het nagebootste projectiel is gericht op een bepaald doel, zoals het verlichten van alle lampen door het binnen 5 een voorafbepaald aantal zetten met goed gevolg bewegen van het projectiel naar elk der plaatsen van de opstelling. Een bijzonder opwindend doel van het nagebootste projectiel is de achtervolging of ontsnapping van een "vijandelijk" nagebootst projectiel, eveneens weergegeven door een stapsgewijze bediening van de afzonderlijke lampmiddelen 40 van 10 de opstelling. Wanneer het doel van het nagebootste aspect de achtervolging is, heeft het nagebootste vijandelijke projectiel bij voorkeur een andere kleur dan het nagebootste projectiel van de speler.

Als een middel voor het verschaffen van de opstelling 20 met lampmiddelen 40, is een opstelling met lenzen 42 gebed in de plaat 44, 15 die het speelveld 10 verschaft, waaronder zich een opstelling met lichtende organen bevindt, zoals gloeilampen 46a, b voor het verlichten daarvan. De bovenoppervlakken 48 van de lenzen 42 zijn plat en liggen in een vlak met het speelveld 10 om zodoende het rollen- van de kogel 12 niet te belemmeren. De opstelling met lampen 46, af geheeld in de figuur 20 2-4, is voor een achtervolgingsspel, dat een door een speler gestuurd nagebootst projectiel omvat, en een door een microprocessor gestuurd vijandelijk nagebootst projectie. Een 5x5 opstelling van lampparen 46a, b is voorzien op het bovenóppervlak van een printkaart 50, die zich onder het speelveld 10 bevindt, waarbij elk paar lampen 46 zich direkt 25 onder een van de lenzen 42 bevindt. De lampen 46 zijn bij voorkeur afzonderlijk geschakeld in de printkaart 50 voor het verschaffen van het afzonderlijk vervangen van de lampen. De lampen 46a. b van elk paar hebben verschillende kleuren, waarbij een kleur lampen 46a, bijv. geel, het nagebootste projectiel van de speler weergeeft, en een kleur lampen 30 46b, bijv. rood, het nagebootste vijandelijke projectiel weergeeft.

De printkaart 54 op het bovenoppervlak van de printkaart verschaft de verlichting van de lampen 46a, b overeenkomstig de strategie van het spel. Contactstopmiddelen 55 aan de onderzijde van de printkaart verbinden de printkaart 54 met een elektronische besturing 53, bijv. een microprocessor, 35 zoals bekend op het gebied van de elektronica, welke besturing het vijandelijke projectiel manipuleert overeenkomstig een voorafbepaald 8301403

, V

-5- patroon of in aanspreking op de beweging van het nagebootste projectiel van de speler. De elektronische besturing 53 koppelt tevens het nagebootste projectielaspect met het echte projectielaspect en koppelt de gebeurtenissen in de twee· aspecten met inrichtingen voor het behalen 5 van punten en het maken van geluid.

Het trekspel verschaft een proef voor de bedrevenheid van de speler naast de gebruikelijke, manipulatiebedrevenheden met de kogel.

Het uiteindelijk behaalde aantal punten van de speler wordt bepaald door zijn bedrevenheid in de twee aspecten van het spel. Het stelsel 10 van het spel voor het maken van punten kan het onderlinge verband tussen het echte projectielaspect en het nagebootste projectielaspect maximaal maken. De speler kan met een hoge snelheid punten verzamelen door het spelen van het nagebootste aspect, waarbij echter zijn gelegenheid 'tot het spelen van het nagebootste aspect afhankelijk is van zijn 15 vermogen om de kogel 12 in het spel te houden en zijn mogelijkheid om de kogel naar een bepaald doel te leiden, d.w.z. de uitstootschotel 18c, die het nagebootste spel in werking stelt. -Zijn mogelijkheid om voordeel te trekken uit de mogelijkheid om punten te maken in het nagëbootste aspect is afhankelijk van zijn bedrevenheid bij het manipuleren van het 20 nagebootste projectiel. Verder wordt de gelegenheid van de speler om het echte projectielaspect te spelen bepaald door zijn bedrevenheid in het nagebootste projectielaspect indien beloningen, zoals aanvullende kogels, voortvloeien uit het bereiken van bepaalde doeleinden in het nagebootste aspect.

25 Thans wordt een voorbeeld van het trekspel met bijzondere nadruk op het nagebootste projectielaspect, gedetailleerd beschreven.

Door middel van de plunjer 14 brengt de speler zijn eerste kogel 12 in het spel bij het bovenste einde 24 van het speelveld 10. Wanneer de kogel 12 langs het schuine speelveld 10 naar beneden rolt, 30 raakt hij verschillende doelen 18 voor het verschaffen van enige beginpunten voor de speler. De speler waakt tegen het door de uitgang 26 vertrekken van de kogel 12 door middel van paren poten 16, waarbij elke poot wordt bediend door de bijbehorende, door de speler gestuurde knop 30 aan de voorzijde van het spel. De poten 16 drijven de kogel 12 naar 35 boven op het speelveld om de verschillende doelen 18 te raken. De doelen 18, die de kogel 12 raakt en het daardoor verzamelde aantal punten is afhankelijk van het bedreven manipuleren van de poten 16 door de speler 8301403 -6- alsmede enig toelaatbaar stoten tegen het speelveld 10. Waimeer de kogel 12 in een van de uitstootschotels 18c landt, wordt het spelen van de kogel 12 in afhankelijkheid van bepaalde andere voorwaarden, stilge-2et, en begint het nagebootste projectielaspect van het spel.

5 De speler is voorzien van een bepaald aantal nagebootste projectielen, in het onderhavige geval vijf, zoals aangeduid door de vijf verlichte tellertekens 56 onder de lampopstelling 20. Door het indrukken van een van de pootknoppen 30a, brengt de speler een van zijn nagebootste projectielen in het spel, zoals aangeduid door de verlich-10 ting van een van de lenzen 42 van de opstelling met een lamp 46a met de kleur van de speler. Het gaat ook vergezeld door het in de opstelling brengen van het nagebootste vijandelijke projectiel door het verlichten van een van de lenzen 42 van de opstelling met een lamp 46b met de kleur van de vijand. De speler gebruikt een pootknop 30a voor 15 het bewegen van zijn nagebootste projectiel, en de andere knop 30b voor het bepalen van de richting, waarin het nagebootste projectiel beweegt.

De richting van het projectiel, teweeg gebracht door het indrukken van de projectielbewegende knop 30a, wordt aangeduid door middel van pijlen 60 boven de weergeving 20. Een van de vier pijlen 60, die een op- of 20 neerwaartse of linker of rechter beweging aanduiden, is te allen tijde tijdens het nagebootste aspect van het spel verlicht, en de speler verandert de pijl, die is verlicht, in een draairichting, bijv. rechtsom, door opeenvolgende indrukkingen van de richtingsknop 30b. Door het gecoördineerde manipuleren van de twee knoppen 30a, b, beweegt de speler 25 dus het nagebootste projectiel in de richting van zijn keuze. Wanneer de speler beweegt, beweegt de elektronische besturing de vijand in aanspreking op een voorafbepaalde volgorde, een volgorde met een willekeurige beweging of in aanspreking op de zetten van de speler.

Indien de vijand de achtervolger is, is het doel van de speler 30 om gedurende een voorafbepaald aantal zetten, zoals aangeduid door een zettabulator, aan de vijand te ontkomen. Indien de speler het doolhof voltooit door het uitvoeren van het doel van het doolhof onder het vermijden van de achtervolgende vijand gedurende het voorafbepaalde aantal zetten, wordt hij gecrediteerd met een aanvulling, zoals geregistreerd 35 op een teller 66, alsmede beloond met punten bij het totaal van zijn behaalde punten. Indien zijn nagebootste projectiel in plaats daarvan 8301403 j ' 5 -7- wordt gevangen door de vijand als gevolg van het door het nagebootste vijandelijke projectiel innemen van dezelfde positie als het nagebootste projectiel van de speler, wordt hij niet gecrediteerd met een aanvulling en verliest hij dit nagebootste projectiel. Hij kan echter met 5 enige punten worden gecrediteerd overeenkomstig zijn aantal ontsnappings-manoeuvres. Indien de nagebootste projectielen van de speler op zijn door gevangenneming door de vijand, kan hij in het nagebootste aspect geen punten maken, zelfs indien hij anderszins het recht zou hebben het nagebootste aspect te spelen dankzij het feit, dat zijn projectiel 10 landt in de uitstootschotel 18c, behalve in bijzondere-omstandigheden, wanneer de speler weer het recht verwerft het nagebootste aspect te spelen.

Aan de andere kant kan de speler de achtervolger zijn, die de vijand moet vangen door het binnen een voorafbepaald aantal zetten 15 landen in dezelfde ruimte. Indien de speler tijdens het spel van een echte kogel de aanvaller wordt, blijft hij telkens wanneer hij een gebeurtenis in werking zet, die hem in het nagebootste aspect van het spel plaatst, de aanvaller, totdat de echte kogel uit het spel verloren is. Indien het vangen van de vijand plaatsvindt, wordt de speler op 20 passende wijze beloond met punten.

In het afgebeelde spel is voorzien, dat verschillende gebeurtenissen afwisselend tot gevolg hebben, dat de speler en de vijand de aanvaller zijn (achtervolger). Een gebeurtenis, die kan worden gebruikt om te bepalen of de speler de achtervolger is of de achtervolgde, kan 25 de richting zijn, waarin de kogel 12 in de uitstootschotel 18c komt.

Indien de kogel bijv. van onder in de richting van de pijl 74 als gevolg van kogelmanipulatie met de poot 16 bij de bovenste rechterhoek in de uitstootschotel 18c komt, is de vijand de aanvaller. Indien de kogel 12 aan de andere kant de schotel 18c van boven in de richting van 30 de pijl 72 binnenkomt, een gebeurtenis, die in het algemeen alleen plaatsvindt wanneer de speler zorgvuldig de plunjer 14 heeft bediend om de kogel 12 in het spel te brengen, d.w.z. het geoefende schot, is de speler de aanvaller of achtervolgende. De speler kan ook de aanvaller worden door het raken van een bepaalde volgorde doelen alvorens in de uit-35 stootschotel 18c te landen. Een lamp 70 rechts van de opstelling geeft aan, dat de speler de aanvaller is.

8301403 « -8-

Om een aansporing voor een bedreven spelen toe te voegen, kan een volledig opnieuw spelen als beloning warden gegeven indien een speler het. doolhof voltooit binnen een voorafbepaalde ;tijd, aangeduid door een tijdbepaler 80 onder de opstelling. De voorafbepaalde tijd 5 kan instelbaar zijn door de eigenaar van de speelhal voor het vertragen of versnellen van het spelen overeenkomstig de omvang in zijn etablissement en overeenkomstig de algemene bedrevenheid van zijn clientele.

De variaties in een dergelijk spel, en de onderlinge verbanden tussen het echte aspect en het nagebootste aspect zijn eindeloos. De 10 speler kan bijv. aanvullende nagebootste projectielen worden verleend voor het met de kogel 12 raken van bepaalde, bijzonder ontoegankelijke doelen 18. Het spelen in het nagebootste aspect kan bij elk volgend spelen moeilijker worden gemaakt. Bij het eerste spelen van het nagebootste aspect, kan de vijand bijv. alleen bewegen in aanspreking op 15 een beweging van de speler. Bij het volgende spelen, kan de vijand binnen een voorafbepaalde tijd bewegen ongeacht hetgeen de speler doet.

De beweging van de vijand kan bij volgende spelen versnellen. Door het gebruik van microprocessoren, is de snelheid van de vijand vrijwel onbeperkt, zodat zelfs de geoefendste speler uiteindelijk tot de grenzen 20 van zijn vermogen wordt uitgedaagd. Het nagebootste aspect kan een toestand bevatten voor twee, waarbij een concurrerende speler in plaats van eeaelektronische besturing het nagebootste weerstaande projectiel bedient.

Hoewel de uitvinding is beschreven voor wat betreft een be-25 paalde vooxkeursuitvoeringsvorm, kunnen voor een deskundige op het gebied duidelijke wijzigingen worden aangebracht zonder de strekking van de uitvinding te verlaten.. Hoewel het afgeheelde spel voorziet in een achtervolgde en een achtervolger, kan bijv. een enkele lamp, samenhangende met elke lens, worden gebruikt in een ongecompliceerd doolhof. Het nage-30 bootste projectiel wordt in het algemeen aangeduid door het stapsgewijs verlichten van lampen, maar kan echter ook worden weergegeven door een stapsgewijs doven van de lampen in de weergeving. Lichtuitzendende dioden kunnen worden gebruikt in plaats van gloeilampen voor het nabootsen van een projectiel. Hoewel het de voorkeur verdient, dat de lampopstelling 35 zich op het speelveld bevindt, kan de opstelling zich in een opstaande lichtkast bevinden aan de achterkant van het spel, waar in het algemeen 8301403 -9- het behaalde aantal punten wordt weergegeven. In plaats van pootknoppen te gebruiken voor het bewegen van het nagebootste projectiel, kunnen afzonderlijke besturingen zijn voorzien, zoals aanvullende knoppen, handgrepen.,, hefbomen, pistolen, enz. Het nagebootste aspect kan gelijk-5 tijdig met het echte projectielaspect werkzaam zijn, zodat een speler zijn ontwijken moet coördineren met zijn manipulatie van de kogel door het gebruik van de pootknoppen of andere besturingen.

Verschillende kenmerken van de uitvinding zijn omschreven in de volgende conclusies.

8301403

Claims (12)

1. Trekspel, gekenmerkt, door een speelveld, voorzien van een aantal doelen, door middelen voor het op het speelveld brengen van een projectiel, door middelen voor het manipuleren van het projectiel 5 op het speelveld voor het in aanraking komen met de doelen, door een aantal lampmiddelen volgens een ruimtelijke opstelling, door middelen voor het bedienen van een van de lampmiddelen, door, door een speler gestuurde middelen voor het stapsgewijs bedienen van de andere lamp— middelen voor het nabootsen van een projectiel, door middel voor het 10 verschaffen van een doelstelling voor het bewegen van het nagebootste projectiel, en door middelen voor het tabuleren van gebeurtenissen van het projectiel op het speelveld en gebeurtenissen op de opstelling.

2. Spel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een tweede nagebootst projectiel langs de opstelling beweegbaar is.

3. Spel volgens..conclusie 2, met het kenmerk, dat het tweede nagebootste projectiel een andere kleur heeft dan het eerste nagebootste projectiel.

4. Spel volgens conclusie 1, met hefckenmerk, dat een elektronische besturing het tweede nagebootste projectiel beweegt.

5. Spel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opstel ling een aantal lenzen in het speelveld omvat, en een onder de lenzen zich bevindende opstelling van lichtende organen.

6. Spel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de lichtende organen zijn aangebracht op een kaart,, die een gedrukte keten heeft, 25 waardoor de lichtende organen afzonderlijk kunnen worden bediend.

7. Spel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het manipuleren ook werkzaam zijn als de door de speler gestuurde middelen voor het stapsgewijs verlichten van de lampmiddelen.

8. Spel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een eerste 30 speler-besturing aanwezig is voor het bepalen van de richting van het nagebootste projectiel, evenals een tweede spelerbesturing voor het in de bepaalde richting bewegen van het nagebootste projectiel.

9. Spel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht voor het aan de speler duidelijk maken van de richting, 35 waarin bediening van de tweede besturing het nagebootste projectiel beweegt. 8301403 ά 9 * -11-

10. Spel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat tekens zijn aangebracht voor het de speler duidelijk maken van de bewegingsrichting, die bij elke stap door de eerste en tweede besturingen teweeg / wordt gebracht.

11. Spel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een projectielvasthoudend doel aanwezig is, waarmee middelen samenhangen voor het in werking stellen van de ruimtelijke opstelling, en middelen voor het daaruit vrijmaken van de kogel ten vervolgen op een gebeurtenis op de ruimtelijke opstelling, waardoor het projectiel en het nagebootste 10 projectiel onafhankelijk worden gemanipuleerd.

12. Spel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een elektronische besturing de middelen verschaft voor het verschaffen van het doeleinde. 8301403