NL8301143A - Kontaktstuk voor het maken van driehoeksschakelingen aan driebenige transformatoren. - Google Patents

Description

Kontaktstuk voor het maken van driehoeksschakelingen aan driebenige transformatoren.

De uitvinding heeft betrekking op een kontaktstuk, bestaande uit een isolatiemassa, voor het maken van driehoeksschakelingen aan driebenige transformatoren, in het bijzonder voor het verbinden van de hoog-5 spanningswikkelingen van de droge draaistroomtransforraa-toren met zes naar buiten gevoerde aansluitelementen.

Bij hoogspanningswikkelingen van transformatoren liggen de wikkelingsaansluitkontakten normaliter aan de uiteinden van de wikkelingen. Derhalve zijn de af-10 standen van de aansluitkontakten van elke fase, respek- tievelijk van de kontakten tussen de fasen voor transformatoren van verschillende typen en grootten ongelijk.

Dit geldt in het bijzonder voor droge transformatoren, die volgens de zogenaamde natwikkelmethode zijn vervaar-15 digd.

Tot nu toe zijn de verbindingen van dergelijke wikkelingsaansluitkontakten gemaakt door dienovereenkomstige gedimensioneerde leidingsdraden, waarbij in aanmerking werd genomen, dat in de kruispunten een voldoende 20 luchtafstand werd in acht genomen, zodat overslagverschijn-selen of kruipstromen zeker verhinderd werden. Bovendien is het bekend om voor gietharstransformatoren gebruik te maken van kontaktlijsten, die telkens van zes naar buiten gevoerde aansluitelementen (aansluitkontakten) voorzien 25 zijn (zie het Duitse Gebrauchsmuster 1.971.623). Dergelijke kontaktlijsten zijn evenwel voor droge transformatoren volgens de natwikkelmethode in het algemeen niet bruikbaar, daar hierbij de aansluitkontakten telkens aan de voet en aan de kop van de wikkelingen liggen. De bekende kontakt-30 lijsten zijn voor de verbindingen van hoogspanningswikke- ! lingen niet gunstig, daar voor transformatoren van ver- | schillende typen telkens verschillende kontaktlijsten in ' i het magazijn moeten worden opgeslagen.

De uitvinding heeft ten doel een kontaktstuk | 35 voor het maken van driehoeksschakelingen, in het bijzonder i voor het verbinden van de hoogspanningswikkelingen van j 830 1 1 4 3 -2- ι * droge transformatoren, te verschaffen, welk kontaktstuk op eenvoudige wijze kan worden gemonteerd en voor verschillende typen, grootten en wikkelingssoorten geschikt is.

5 Volgens de uitvinding wordt dit oogmerk ~. bereikt door te voorzien in een kontaktstuk van de bovengenoemde soort, waarbij zes aansluitelementen stervormig opgesteld met een centraal gelegen, van ingebouwde leidingen voorzien basislichaam zijn verbonden, waarbij 10 de buitengelegen aansluitkontakten van de aansluitelementen onderling de vereiste minimum afstand behouden voor het verhinderen van kruipstromen en overslagverschijnse-len.

De aanduiding "aansluitelementen" sluit ook 15 de mogelijkheid in, dat de aansluitkontakten slechts een zeer kort stuk uit het basislichaam steken of zelfs in de omtrek hiervan zijn ingelaten.

Bij voorkeur worden de binnen het basislichaam gelegen leidingen zodanig verbonden, dat de in klokwaartse 20 richting met I, II, III, IV, V en VI aangeduide aansluitelementen telkens paarsgewijs met elkaar zijn verbonden en wel 16I met 16v, 16-^ met 16IV en met 16VI.

Met deze leidingsconfiguratie is het mogelijk zoals nog nader zal worden uiteengezet om door een een-25 voudig verdraaien van de telkens te verbinden aansluitelementen verschillende, op het gebied van de transfor-matorbouw gangbare schakelingen te maken, waarbij telkens hetzelfde aansluitelement wordt gebruikt. De buitengelegen aansluitkontakten worden met gebruikelijke, geïsoleerde 30 verbindingsleidingen van passende lengte verbonden met de wikkelingsaansluitkontakten.

Bij voorkeur worden de aansluitelementen radiaal- symmetrisch geplaatst; hierbij zijn derhalve alle aansluitelementen op dezelfde wijze belastbaar.

35 Het basislichaam heeft bij voorkeur een cilin drische of zeshoekig-prismatische vorm; hierin zijn de leidingen ingegoten en aan de omtrek ervan zijn houdsteu-nen in stervormige configuratie aangevormd, waarin de aansluitleidingen naar buiten zijn gevoerd. Door de houd-40 steunen en het basislichaam wordt een bij voorkeur tot ëên 83 0 1 1 4 3 .......ti!ll|1li(.r: ;μ.

-3- » $ geheel gevormde leidingsdrager verschaft.

Het is bijzonder gunstig, dat door venster-gebieden in de bovenzijde van de leidingsdrager, respek-tievelijk het basislichaam het verloop van de ingelaten 5 leidingen kenbaar is. Het is ook mogelijk om lijnvormige merken aan de bovenzijde van de leidingsdrager, respek-tievelijk het basislichaam aan te brengen, die korrespon-deren met het verloop van de ingelaten leidingen in een karakteristieke doorsnedehoogte evenwijdig met de boven-10 zijde van de leidingsdrager.

Met behulp van de venstergebieden, respektie-velijk merken* kan van buiten af kenbaar worden gemaakt op welke wijze de leidingen lopen ten opzichte van de drie wikkelingen.

15 De uitvinding zal hieronder nader worden toe gelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een gunstige uitvoeringsvorm van het kontakt-stuk volgens de uitvinding is weergegeven. Hierin toont: fig.1 een vooraanzicht van een droge transfor-20 mator met de aansluitleidingen voor de hoogspanningswikke-lingen, fig.2a een bovenaanzicht van een schakelcon-figuratie met een leidingsdrager, fig.2b een zijaanzicht van de aansluitleidin-25 gen volgens fig.2a, fig.3 een bovenaanzicht van elk kontaktstuk volgens de uitvinding, fig.4 gedeeltelijk een zijaanzicht en gedeeltelijk een doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig.3 van 30 het kontaktstuk, en fig.Sa......5d schakelvoorbeelden ter toelich ting van de gebruiksmogelijkheden van het kontaktstuk volgens fig.3 en 4.

Fig.1 toont een droge transformator 10 met 35 drie wikkelingen 1, 2 en 3. Bij de wikkelingen 1, 2 en 3 zijn op de plaatsen 4,5; 6,7 en 8,9 telkens de aansluit-kontakten van de hoogspanningswikkelingen herkenbaar.

Zoals fig.2a en 2b tonen, zijn deze aansluitkontakten 4....9 telkens omgeven door een beschermingslichaam 11 40 van kunststof en op een op zichzelf bekende wijze door tus- 8301143 -4- senkomst van een aansluitoog 12, dat deel uitmaakt van een kabel schoen, verbonden met een geïsoleerde verbindings-leiding 18. De verbindingsleiding 18 eindigt weer in een door middel van een isolatiemantel 13 beschermde schroef-5 verbinding 14 aan een aansluitkontakt 15, dat het einddeel vormt van een als ronde leiding uitgevoerd, geïsoleerd aansluitelem'ent 16.

De verbindingsleidingen 18, 19 van alle aansluitingen 4....9 eindigen derhalve aan korresponderende 10 aansluitelementen 16; 16^., 16^, 16^.^, 16IV,16V en 16VI. De leidingen van de aansluitelementen 16 zijn gevoerd door houdsteunen 21^........21VI' zic^ stervormig naar buiten toe uitstrekken en radiaal-symmetrisch aan het manteloppervlak aan de omtrek van een basislichaam 23 15 zijn gevormd. Het basislichaam 23 met de zes houdsteunen 21 vormt een leidingsdrager 22.

De in de houdsteunen 21 gevoerde leidingen 25, 26 en 27 zetten zich voort door het basislichaam 23 heen en zijn bij voorkeur hierin ingegoten. Het basis-20 lichaam 23 kan met de ingelegde leidingen 25, 26, 27 vervaardigd zijn volgens één van de bekende gietprocédë's zoals bijvoorbeeld spuitgieten, drukgieten, met in koude toestand uithardend giethars volgens een open gietmethode, of met een in warme toestand uithardend giethars in 25 vacuum gegoten. Ook is het mogelijk om het basislichaam 23 tweedelig uit te voeren met een onderschaal en een bovenschaal en het basislichaam in haar geheel samen te voegen met de ingelegde leidingen 25, 26, 27.

De houdsteunen 21^........21Vi met hierin 30 gelegen leidingen zijn aan hun uiteinde voorzien van kunststofommantelingen, waarin de leidingen zich voortzet-ten en eindigen in de buitengelegen kontakten 15. Deze delen vormen zes aansluitelementen 16^.......De hui" tengelegen aansluitkontakten 15 behouden onderling de ver-35 eiste minimum afstand ter verhindering van kruipstromen en overslagverschijnselen. Het totale samenstel van het basislichaam 23 en de aansluitelementen 16 verkrijgt dan zoals fig.2a en 2b tonen een ongeveer stervormige configuratie, waarbij het basislichaam 24 het midden vormt. Van 40 belang is, dat de afstanden en opstellingen van de leidin- 8301143 -5- gen en kontaktstukken niet alleen op een bepaalde uitvoeringsvorm zijn gedimensioneerd, doch - telkens verdraaid-willekeurige, bij een droge transformator bekende schakel-configuratiesinnemen en kunnen bedienen. Hierbij kan het 5 basislichaam zelf bij voorkeur cilindrisch of zeshoekig-prismatisch zijn.

Fig.3 en 4 tonen een ten opzichte van fig.1 en 2 vergrote voorstelling van de leidingsdrager 22 met het basislichaam 23. Hierbij zijn de reeds beschreven delen 10 met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid als in fig.1 en 2. Fig.3 en 4 tonen, dat binnen het basislichaam 23 in de houdsteunen 21^.......^VI gelegen leidingen zodanig met elkaar zijn verbonden, dat deze telkens paarsgewijze een doorgaande stroombaan vormen, waarbij de aansluitele-15 menten als volgt onderling verbonden zijn: j löj is met 16v 16u met ISjv ;

“ra met 16VI I

verbonden.

20 Fig.4 toont een doorsnede over een deel van de leidingsdrager, in het bijzonder door het basislichaam 23. Van boven naar onder zijn in het basislichaam twee naast elkaar gelegen leidingen ingelaten, te weten de leidingen 26 en 27, alsmede een dwars hierop verlopende, 25 in het overbruggingsgebied naar onder toe afstand behoudende, dwarsliggende leiding 25.

Door geschikte merkverdikkingen 28, 29, 30, 30' en 30" worden merken verschaft, die aan de bovenzijde van de leidingsdrager 22, respektievelijk het basislichaam 23 30 zijn aangebracht en die korresponderen met het verloop

van de ingelaten leidingen 25, 26, 27 in een karakteristieke doorsnedehoogte (snijlijn S). Hierbij behoren de merkverdikkingen 30, 30' en 30" tezamen bij de leiding 25 en I

de merkverdikkingen 28 en 29 bij resp. de leidingen 26 en J

35 27. Aan de hand van de merken 28.....30", die ook kunnen worden vervangen door geschikte venstergebieden aan de bovenzijde van de leidingsdrager, is herkenbaar hoe het verloop van de genoemde leidingen binnen het basislichaam 23 is. Hierdoor kan op eenvoudige wijze met een enkele blik 40 de schakelwijze van de betreffende transformator door een 830 1 1 4 3 -6- vakman worden vastgesteld. Bovendien is het mogelijk om het basislichaam uit transparant materiaal te vervaardigen, -/ waarbij eveneens het verloop van de leidingen 25, 26, 27 van buitenaf herkenbaar is.

5 Volgens verdere kenmerken worden de aansluit- kontakten (15) uitgevoerd als klossen met een boring, eventueel voorzien van schroefdraad, of als strippen, ogen of draadhaken. De verbindingsleidingen 19 tussen de aansluitkontakten 15 van de leidingsdrager 22 en de aan- 10 sluitkontakten 4.....9 van de wikkelingen 1, 2, 3 zijn op gebruikelijke wijze strookvormig uitgevoerd; zij kunnen evenwel ook draad- of staafvormig zijn.

Fig.5a......5d tonen verschillende schakel- voorbeelden en montage-uitvoeringen onder gebruikmaking 15 van het bovenbeschreven kontaktstuk. Hierbij zijn de korresponderende symbolen van de transformatorschakel-techniek gekozen, waarbij meer in het bijzonder de respek-tieve schakelingen als volgt zijn: voor fig.5a: Dy(n) 5 Dy(n) 11 20 Dd 0 Dd 6 voor fig.5b: Dy(n) 1 Dy(n) 7 voor fig.5c: Dy(n) 5 Dy(n) 11

Dd 0 Dd 6 voor fig.5d: Dy(n) 1 Dy(n) 7.

25 De schakelingen in fig.5a......5d zijn slechts schematisch voorgesteld, daar de overige delen uit de andere figuren 1.....4 zijn af te leiden.

Met het schakelstuk volgens de uitvinding wordtlaldus de mogelijkheid verschaft om de volgens de 30 stand der techniek bij de schakeling van dergelijke transformatoren gegeven verschillende schakelvoorbeelden uit te voeren, waarbij het kontaktstuk volgens de uitvinding op gunstige wijze kan worden benut als merkelement.

-conclusies- 8301143

Claims (5)

1. 3. Kontaktstuk volgens conclusie 1 of 2,met het 25 kenmerk, dat de aansluitelementen (16^.........16VI^ j radiaalsymmetrisch geplaatst zijn om het middelpunt van het basislichaam (23). ! j
2. 4. Kontaktstuk volgens één der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat het basislichaam (23) een cilindrisch of zeshoekig-prismavormige configuratie heeft, en dat hierin leidingen (25, 26, 27) zijn ingegoten, die in aan het basislichaam stervormig gevormde houdsteu-nen (21) naar buiten zijn gevoerd, waarbij door de houd- 8301143 -8- steunen (21) en het basislichaam (23) een leidingsdrager (22) wordt gevormd. 5.Kontaktstuk volgens conclusie 1 of 2, m e t het 5 ke n m e r k, dat aan de bovenzijde van de leidingsdrager (22), respektievelijk het basislichaam (23) vensterge-bieden aanwezig zijn, waardoor het verloop van de inge-laten leidingen (25, 26, 27) kenbaar is. 10 6.Kontaktstuk volgens conclusie 5,met het ken merk, dat het basislichaam (23) is vervaardigd uit transparant materiaal.
3. 7. Kontaktstuk volgens conclusie 1 of 2,met het 15 kenmerk, dat aan de bovenzijde van de leidingsdrager (22), respektievelijk het basislichaam (23) merken (28, 29, 40, 30’, 30") zijn geplaatst, die korresponderen met het verloop van de ingelaten leidingen (25, 26, 27) in een karaksteristieke doorsnedehoogte (S) evenwijdig met de 20 bovenzijde van de leidingsdrager (22) , respektievelijk het basislichaam (23).
4. 8. Kontaktstuk volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de aansluitkontakten (15) zijn uitgevoerd 25 als klossen met een boring, eventueel voorzien van schroefdraad, of als strippen, ogen of draadhaken.
5. 9. Kontaktstuk volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de verbindingsleidingen (19) tussen de aan- 30 sluitkontakten (15) van de leidingsdrager (22) en de aan- sluitkontakten (4......9) van de wikkelingen (1, 2, 3) strookvormig, draadvormig of staafvormig zijn uitgevoerd. 8301143