NL8300825A - Trekhandvat voor een koffer met wieltjes. - Google Patents

Description

t * ^ 4 83.3025/Bey/sme

Korte aanduiding: Trekhandvat voor een koffer met wieltjes.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een koffer omvattende twee schalen, die elk bestaan uit een groot oppervlak, een onderste oppervlak, een bovenste oppervlak en twee zijoppervlakken, twee wieltjes die uitsteken aan het 5 onderste uiteinde van een van de zijoppervlakken van de schalen, en een op een van de twee schalen, nabij het bovenste uiteinde van het andere zijoppervlak, aangebracht trekhandvat.

Het bestaande trekhandvat van koffers met wieltjes heeft in het algemeen de vorm van een rechtlijnige of lichtgebogen 10 staaf, die zich loodrecht uitstrekt op de as van het wieltje van de betreffende schaal.

Dergelijke trdhandvaten zijn echter niet altijd geheel bevredigend daar zij de gebruiker een onvoldoende houvast bieden, om tegen te gaan dat de koffer niet per ongeluk om-15 valt indien hij de weg verlaat om op het trottoir te komen en omgekeerd, als hij een trede opgaat, als een van de wieltjes van de koffer een obstakel tegenkomt, enz...

De onderhavige uitvinding beoogt dit nadeel te voorkomen en hiertoe een koffer met wieltjes te verschaffen, die zich 20 onderscheidt doordat het trekhandvat een langwerpige steun j bevat, die evenwijdig aan de as van het wieltje van de be- j treffende schaal is bevestigd, alsmede een scharnierend aan : de steun bevestigde aangrijpbeugel. l

Als de gebruiker de aangrijpbeugel van het trekhandvat 25 beetpakt, loopt zijn hand evenwijdig aan de as van de wieltjes van de koffer en niet meer loodrecht hierop, zoals tot heden het geval was. De gebruiker krijgt zodoende een beter houvast en kan dus op een veel betere wijze tegengaan dat de koffer per ongeluk kantelt.

30 Bij voorkeur bevat de aangrijpbeugel een gedeelte met twee uitwendige nokken, die elk zijn voorzien van tenminste één tap die is ondersteund in de steun en coaxiaal met deze loopt.

Het scharnieren van de aangrijpbeugel in de steun wordt 35 zodoende op een zeer eenvoudige maar zekere wijze gereali-

jK

8300825 t - 2 - 4 -m seerd.

De uitwendige nokken lopen doelmatig in in de steun aangebrachte insnijdingen en zijn elk voorzien van tenminste één zijwaartse uitsparing die een tap opneemt, waarbij elke 5 uitsparing twee tegenover elkaar gelegen wanden bevat, die op dezelfde hoogte liggen van het vlak van de steun dat rust tegen de schaal, waarbij een in hoofdzaak half-cilindrische bodem de twee wanden verbindt en een gebied heeft dat een weinig hoger is dan dat van de betreffende tap, en twee te-10 genover elkaar gelegen welvingen, die uitsteken buiten de wanden om de tap tegen de bodem vast te houden.

Men zal hier opmerken, dat de steun en de aangrijpbeu-gel gemakkelijk met elkaar kunnen worden verbonden omdat het voldoende is de tappen met kracht in de uitsparingen te 15 drukken zodat zij kunnen passeren tussen de welvingen hiervan.

Volgens een bijzonder stevige uitvoeringsvorm, dragen de uitwendige nokken elk twee coaxiale tappen. Teneinde het trekhandvat automatisch in een niet-gebruiksstand te houden, 20 bevat tenminste één van de tappen bij voorkeur een axiaal verlengdeel, dat een diametrale sleuf heeft, welk verlengdeel is gelegen in een holte van de steun, en is omgeven door een schroeflijnvormige veer waarvan één van de uiteinden in de diametrale sleuf wordt vastgehouden en waarvan het andere 25 uiteinde steunt tegen een wand van de holte.

Bij voorkeur zijn de steun en de beugel gelegen in een verzonken deel dat opzij uitmondt in het grote oppervlak van de schaal. Niet uitstekend buiten de betreffende schaal, zijn de steun en de beugel zodoende beschermd tegen accidentele 30 beschadigingen, die kunnen optreden tijdens het luchttransport of dergelijke. Daar de steun en de beugel doorlopen tot aan het grote oppervlak van de betreffende schaal, kan de gebruiker lopen zonder te worden gehinderd door de koffer, die hij voorttrekt, welke koffer zijwaarts verschoven is ten ge-35 volge van de verplaatste stand van het trekhandvat hiervan.

Een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal 8300825 a - 3 - hierna bij wijze van voorbeeld worden beschreven met verwij- j zing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin: fig. 1 een schematisch perspektiefaanzicht is van een koffer met wieltjes volgens de uitvinding; 5 fig. 2 een uiteengenomen vooraanzicht is van het trek- handvat dat op de in fig. 1 weergegeven koffer is gemonteerd; fig. 3 een achteraanzicht is van het trekhandvat, dat is weergegeven als de steun en het aangrijphandvat hiervan met elkaar zijn verbonden; en 10 fig. 4 een doorsnede is volgens de lijn IV-IV van fig. 3, waarbij de streep-stippellijnen de aangrijpbeugel weergeven als deze zich in zijn gebruiksstand bevindt.

De in fig. 1 weer^-gegeven koffer omvat twee schalen 1, 2 waarbij de streep-stippellijnen de aangrijpbeugel weergeven 15 als deze zich in zijn gebruiksstand bevindt.

De in fig. 1 weergegeven koffer omvat twee schalen 1, 2 die elk zijn voorzien van een groot oppervlak, een onderste oppervlak, een bovenste oppervlak en twee zijoppervlakken.

Van deze twee schalen, die bij voorkeur zijn vervaardigd 20 uit een plastic materiaal, vormt de eerste de bodem en de tweede de deksel van de koffer.

i

In het weergegeven voorbeeld, is de schaal 1 veel dieper j dan de schaal 2. Het spreekt echter vanzelf, dat deze twee schalen identiek zouden kunnen zijn.

25 Op geheel klassieke wijze omvat de koffer tevens vier poten 3, waarvan slechts die aan het onderste oppervlak 4 van de schaal 1 zichtbaar zijn, twee wieltjes 5 waarvan slechts het wieltje, dat aan het onderste uiteinde van het zijopper-vlak 6 van de schaal 1 uitsteekt op zijn beurt zichtbaar is, 30 een draaghandvat 7 dat is aangebracht in het midden van het bovenste oppervlak van de schaal 1, twee sloten 9 die aan weerszijden van het draaghandvat zijn aangebracht, en een trekhandvat 10 dat nabij het bovenste uiteinde van het andere zijoppervlak 11 van de schaal 1 is gelegen.

35 Overeenkomstig de uitvinding, omvat het trekhandvat 10 een langwerpige steun 12, bijvoorbeeld rechtlijnig, dat evenwijdig aan de as van het wieltje van de schaal 1 is bevestigd, en een aangrijpbeugel 13, die scharnierend aan de steun 12 is ^_ 8300825 -*· ·* - 4 - 9 bevestigd.

De steun 12 bevat twee evenwijdige insnijdingen 14 waarvan de ingang uitmondt op het onderste oppervlak hiervan, dat wil zeggen het vlak dat is gericht naar het onderste opper-5 vlak van de schaal 1 (zie fig. 1), en waarvan de bodem is gelegen op een bepaalde afstand van het bovenste oppervlak hiervan. Elk van de insnijdingen omvat twee evenwijdige oppervlakken 15 die zich loodrecht op de longitudinale hartlijn van de steun 12 uitstrekken en elk zijn voorzien van 10 een zijwaartse uitsparing 16. Zoals blijkt uit fig. 4, bevat elke uitsparing 16 twee tegenover elkaar gelegen wanden 17, waarvan één van de uiteinden in één vlak ligt met het vlak van de steun 12, dat tegen de schaal 1 aanligt, een in hoofdzaak half-cilindrische bodem 18, die de twee wanden 17 ver-15 bindt, en twee buiten deze wanden uitstekende welvingen 19» ter hoogte van de overgang naar de bodem 18.

In het weergegeven voorbeeld, zijncfe zijwaartse uitsparingen 16 aangebracht in de dwarswanden 20, die de bovenste en onderste wanden van de steun 12 verbinden en de insnij-20 dingen 14 in verbinding brengen met de holten 21, waarvan de ingangen zijn afgesloten door de wand van de schaal 1.

De aangrijpbeugel 13 omvat een bijvoorbeeld rechtlijnig gedeelte 22, dat twee uitwendige nokken 23 draagt, die elk aan de zijkant zijn voorzien van twee tappen 24. De nokken 25 23 zijn opgenomen in het inwendige van de insnijdingen 14 van de steun 12, terwijl hun tappen door de welvingen 19 worden vastgehouden, tegen de cilindrische bodem 18 van de zijwaartse uitsparingen 16 (zie fig. 4). Men ziet gemakkelijk in dat de verbinding tussen de steun 12 en de beugel 13 eenvoudig 30 kan worden verzekerd daar het voldoende is om de tappen 24 met kracht in de uitsparingen 16 te voeren en dat de bodem en de welvingen hiervan legers vormen voor de tappen, waarmee de aangrijpbeugel gemakkelijk scharnierend aan de steun kan worden gemonteerd.

35 Zoals men ziet in fig, 2, bevatten de twee tappen 24 die naar elkaar gericht zijn, elk een axiaal verlengdeel 25 dat een diametrale sleuf 26 heeft. Zoals in het bijzonder 8300825 Λ r ·.

* φ -· - 5 - fig. 3 toont, is elk verlengdeel 25 gelegen in een van de holten 21 van de steun 12 en is omgeven door een terugdruk-veer 27· Een van de uiteinden van de veren 27 worden vastgehouden in de sleuf 26 van het betreffende verlengdeel 25 5 terwijl hun andere uiteinde tegen een wand van de betreffende holte 21 aankomt te liggen. Wanneer men zodoende de aangrijp-beugel 13 ten opzichte van de steun 12 doet scharnieren, om deze op te heffen in zijn met streep-stippellijnen in fig. 4 weergegeven stand, spannen de veren 27 zich en kunnen de 10 beugel zodoende automatisch terugbrengen in zijn oorspronkelijke ruststand, die is weergegeven in fig. 1 als men de beugel niet meer met de hand vasthoudt. ! •j

In het bijzonder verwijzende naar de fig. 1 en 4, zal men opmerken, dat desbeun 12 en de aangrijpbeugel 13 zijn 15 gelegen in een verzonken deel 28, dat in het zijvlak 11 van de schaal 1 is aangebracht en opzij uitmondt in het grote oppervlak hiervan.

De zij-uiteinden van de steun 12 en van de beugel 13 die zijn gelegen aan de kant van het grote oppervlak van de 20 schaal 1 hebben hetzelfde uitwendige profiel als het overgangs-vlak tussen dit grote oppervlak en het zijoppervlak 11, waardoor de schaal zijn regelmatige en aangename vorm ter hoogte van het trekhandvat kan behouden.

Volledigheidshalve wordt aangegeven dat de steun 12 ge-25 makkelijk in het verzonken deel 28 kan worden bevestigd.

De bevestiging hiervan wordt in feite uitgevoerd door middel van schroeven of andere soortgelijke middelen waarvan de 1 kop tegen het inwendige vlak van de schaal aanligt en waarvan de schacht, na door de schaal te lopen is opgenomen in boor-30 gaten, zoals die zijn weergegeven met 29 in fig. 3.

Teneinde de fabricagekosten te verlagen, wordt tenslotte opgemerkt, dat de steun 12 en de aangrijpbeugel 13 bij voorkeur worden vervaardigd door het gieten van een kunststofma-teriaal.

8300825

Claims (6)

1. Koffer omvattende twee schalen die elk een groot oppervlak, een onderste oppervlak, een bovenste oppervlak, twee zijoppervlakken, twee wieltjes die uitsteken aan het onderste uiteinde van één van de zij oppervlakken van de schalen, en een 5 trekhandvat bevatten, dat op een van de twee schalen is aangebracht nabij het bovenste uiteinde van het andere zijopper-vlak, met het kenmerk, dat het trekhandvat (10) een langwerpige steun (12) omvat dat evenwijdig aan de as van het wieltje (5) van de betreffende schaal (4) is bevestigd 10 alsmede een aangrijpbeugel (13) die scharnierend aan de steun (12)‘is bevestigd»

2. Koffer volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de aangrijpbeugel (13) een gedeelte (22) bevat, dat twee uitwendige nokken (23) draagt, die elk zijn voorzien van 15 tenminste één tap (21) die is ondersteund in de steun (12) en coaxiaal hiermee loopt.

3. Koffer volgens conclusie 2,met hetkenmerk, dat de uitwendige nokken (23) zich uitstrekken in insnijdingen (14) die in de steun (12) zijn aangebracht en elk zijn 20 voorzien van tenminste één zijwaartse uitsparing (16) die een tap (24) opneemt, waarbij elke uitsparing twee tegenover elkaar gelegen wanden (17) bevat,, die uitkomen op het vlak van de steun (12) dat is gelegen tegen de schaal (1), een in hoofdzaak half-cilindrische bodem (18), die de twee wanden 25 (17) verbindt en een gebied beslaat dat een weinig hoger is dan dat van de betreffende tap (24), en twee tegenover elkaar gelegen welvingen (19) die uitstéken buiten de wanden (17) teneinde de tap (24) tegen de bodem (18) vast te houden.

4. Koffer volgens conclusie 2 of 3,met het ken-30 merk, dat de uitwendige nokken (23) elk twee coaxiale tappen (24) dragen. 8300825 * .-7-

5. Koffer volgens concluae 2 of 4,met het kenmerk, dat tenminste één van de tappen (24) een axiaal verlengdeel (25) bevat dat een diametrale sleuf (26) heeft, welk verlengdeel is gelegen in een holte (21) van de steun 5 (12) en is omgeven door een schroeflijnvormige veer (27) waarvan het ene uiteinde wordt vastgehouden in de diametrale sleuf (26) en waarvan het andere uiteinde tegen een wand van de holte (21) rust. i

6. Koffer volgens een der voorafgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat de steun (12) en de beugel (13) zijn gelegen in een verzonken gedeelte (28) dat aan de zij- Ί kant uitmondt in het grote oppervlak van de schaal (1). j i i | 8300825