NL8300255A - Inrichting voor het overdragen van een magnetische toner. - Google Patents

Inrichting voor het overdragen van een magnetische toner. Download PDF

Info

Publication number
NL8300255A
NL8300255A NL8300255A NL8300255A NL8300255A NL 8300255 A NL8300255 A NL 8300255A NL 8300255 A NL8300255 A NL 8300255A NL 8300255 A NL8300255 A NL 8300255A NL 8300255 A NL8300255 A NL 8300255A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
magnetic
toner
receiving medium
contact
field
Prior art date
Application number
NL8300255A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ferix Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ferix Corp filed Critical Ferix Corp
Publication of NL8300255A publication Critical patent/NL8300255A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03GELECTROGRAPHY; ELECTROPHOTOGRAPHY; MAGNETOGRAPHY
    • G03G15/00Apparatus for electrographic processes using a charge pattern
    • G03G15/14Apparatus for electrographic processes using a charge pattern for transferring a pattern to a second base
    • G03G15/16Apparatus for electrographic processes using a charge pattern for transferring a pattern to a second base of a toner pattern, e.g. a powder pattern, e.g. magnetic transfer
    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03GELECTROGRAPHY; ELECTROPHOTOGRAPHY; MAGNETOGRAPHY
    • G03G19/00Processes using magnetic patterns; Apparatus therefor, i.e. magnetography

Description

..........." -* N/31.082-dV/id
Inrichting voor het overdragen van een magnetische toner.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het overdragen van een magnetische toner, bestemd voor een toner-overdrachtsysteem, waarbij gebruik wordt gemaakt van een magnetisch beeldopslagmediurn met een magneti-5 seerbaar buitenoppervlak, dat transporteerbaar is langs een eerste bekende baan, een magnetisch aan te trekken toner en een ontvangmedium, waaraan de toner kan hechten en dat trans-porteerbaar is langs een tweede bekende baan, waarvan een gedeelte aan de eerste baan grenst, welke inrichting de toner, 10 die aan een in het oppervlak opgeslagen magnetisch beeld hecht, aan het ontvangmedium overdraagt.
Zoals werd opgemerkt, is de inrichting volgens de uitvinding hoofdzakelijk bedoeld voor toepassing bij een toner-overdrachtsysteem, voorzien van een conventio-15 neel magnetisch beeldopslagmediurn met een magnetiseerbaar buitenoppervlak, dat gewoonlijk op een roteerbare trommel is aangebracht. Het buitenoppervlak, dat door een schrijfkop opgewekte magnetische beelden bevat, wordt langs een in tegengestelde richting roterende toneraanbrengcilinder 20 getransporteerd, waarop zich een laag van de toner bevindt.
De magnetische beelden trekken de toner aan, waardoor toner-beelden worden gevormd, die dienen te worden aangebracht op een afzonderlijk, voor de toner hechtend ontvangmedium, zoals bijvoorbeeld papier. Het papier wordt getransporteerd 25 langs een baan, die grenst aan de buitenomtrek, teneinde de toner aan het papier over te dragen. Tenslotte wordt de toner op het papier gesmolten.
Er zijn verscheidene verschillende methoden toegepast om de toner van een trommel op papier over te 30 dragen. Een gebruikelijke methode maakt gebruik van een hogedrukplaat, die het papier tegen het buitenoppervlak met de toner drukt. Een dergelijke methode wordt soms ook toegepast in combinatie met warmte, teneinde het smelten van de toner op het papier te bevorderen. Dergelijke processen gaan 35 echter met nadelen gepaard, aangezien door het buigen en vervormen van het papier het uiteindelijke beeld wordt vervormd. Voorts is het moeilijk om het papier opnieuw te een- t treren, nadat het een gebied met een dergelijke hogedruk is 8300255 £ * - 2 - i binnengetreden. Bovendien blijft dikwijls een ongewenst toner-restant achter op het buitenoppervlak.
Volgens een andere bekende -werkwijze wordt de toner door middel van een magnetische aantrekkingskracht over-5 gedragen wanneer het papier op enige afstand dicht langs het buitenoppervlak van de trommel wordt getransporteerd. De magnetische kracht wordt verkregen door een magnetische pool van de ene polariteit binnen de trommel en een magnetische pool van tegengestelde polariteit aan de van de trommel af-10 gekeerde zijde van het papier aan te brengen. De zich buiten de trommel bevindende, aan het papier grenzende pool wordt dichter bij het buitenoppervlak geplaatst dan de in de trommel aangebrachte pool. De toner, die door de buitenliggende pool wordt aangetrokken, wordt hierdoor aan het papier over-15 gedragen.
Het is ook bekend om een paar tegengestelde magneètpolen toe te passen, die aan de tegenovergestelde zijde van het papier zijn aangebracht. De vlakken van deze polen zijn ongeveer loodrecht op elkaar geplaatst, teneinde 20 een ongeveer rond veld op te wekken in het gewenste toner-overdrachtsgebied.
Dergelijke overdrachtsmethoden, die alleen op het gebruik van een magnetisch veld berusten, veroorzaken besmeurde beelden en verstrooide tonerafzettingen ten gevol-25 ge. van niet eenduidige banen, die tussen de oppervlakken door de toner worden doorlopen.
De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de bovengenoemde bezwaren op eenvoudige, doch niettemin doeltreffen-30 de wijze zijn ondervangen.
Volgens de uitvinding wordt de inrichting hiertoe gekenmerkt door een drukorgaan, dat het ontvangme-dium tegen het oppervlak drukt in het gebied, waar de beide banen aan elkaar grenzen, waardoor tenminste één contactlijn 35 ontstaat, welke een grens vormt tussen een gebied, waarin het ontvangmedium en het oppervlak met elkaar in contact zijn, en een gebied, waarin het ontvangmedium en het oppervlak niet met elkaar in contact zijn en door een orgaan voor het opwekken van een magnetisch veld in het oppervlak en het 40 ontvangmedium, welk veld afkomstig is van tenminste één mag- 8300255 - 3 - * * ·.
i ·· netische pool, die ten opzichte van het oppervlak aan de andere zijde van het ontvangmedium is aangebracht, zodanig, dat het veld asymmetrisch is ten opzichte van de contactlijn, waarbij het sterkste gedeelte van het veld in het contact-5 vrije gebied bestaat.
Bij de inrichting volgens de uitvinding wordt met voordeel gebruik gemaakt van een combinatie van druk en een goed gedefinieerd magnetisch veld, dat wordt opgewekt in het gebied, waarin het ontvangmedium, bijvoorbeeld papier 10 en het oppervlak niet met elkaar in contact zijn.
Voorts is het gewenst een inrichting te verschaffen, welke een geschikte werkwijze verschaft voor het uitwissen van het buitenoppervlak met behulp van gelijkstroom. Hiertoe dient de inrichting de magnetische domeinen binnen 15 het buitenoppervlak in de gewenste conditie te brengen, voordat het buitenoppervlak met nieuwe beelden wordt gecodeerd.
Indien een bepaald beeld moet worden herhaald, dient de inrichting als alternatief de toner over te dragen zonder de magnetische domeinen van het buitenoppervlak te wijzigen.
.20 De inrichting volgens de uitvinding is hier toe voorzien van een plaat, die het papier tegen het buitenoppervlak van de trommel drukt als zij volgens aan elkaar grenzende, gelijk gerichte banen bewegen. Hierdoor wordt een gebied verkregen, waarin het papier en het buitenoppervlak 25 met elkaar in contact zijn en een aangrenzend gebied waarin zij niet met elkaar in contact zijn. Een contactlijn bepaald de grens tussen de beide gebieden.
Voorts omvat de inrichting tenminste êén magneet voor het opwekken van een magnetisch veld, dat door het 30 papier en het buitenoppervlak verloopt. Het sterkere gedeelte van het veld heerst in het contactvrije gebied. Dit veld wordt naar keuze opgewekt, teneinde twee verschillende werk-toestanden te verkrijgen. In de ene toestand is de magneetkracht kleiner dan de coërcitiekracht van het buitenopper-35 vlak. In de andere toestand is de magneetkracht groter dan de coërcitiekracht. In deze laatste toestand worden de beelden, die in het buitenoppervlak van het magnetische beeld-opslagmedium zijn opgeslagen, uitgewist, voordat het oppervlak met nieuwe beelden wordt gecodeerd.
40 Door het achtereenvolgens toepassen van een 8300255 - 4 - gematigde druk en een magnetisch veld worden zuivere toner-beelden overgedragen.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een - uitvoeringsvoorbeeld 5 van de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.
Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van een toneroverdrachtsysteem, dat met een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is uitgerust.
Fig. 2 is een op grotere schaal weergegeven, 10 in dwarsdoorsnede uitgevoerd zijaanzicht van de inrichting volgens Fig. 1, die met magnetische polen van tegengestelde polariteit is uitgevoerd.
Fig. 3 is een eveneens op grotere schaal weergegeven, in dwarsdoorsnede uitgevoerd zijaanzicht van 15 een inrichting volgens de uitvinding, die met polen met dezelfde polariteit is uitgevoerd.
Fig. 4 is een niet op schaal uitgevoerd, gedeeltelijk weergegeven dwarsdoorsnecfe van het gedeelte uit Fig. 1, dat grenst aan de toner-overdrachtszone.
20 In Fig. 1 is een cilindrische trommel 10 weer gegeven, die in een aan de wijzers van de klok tegengestelde draairichting om een as 11 kan roteren, zoals met een pijl 12 is aangeduid. Op het gekromde oppervlak van de trommel 10 is een magnetisch beeldopslagmedium 14 aangebracht, dat 25 -magnetische beelden ontvangt en opslaat, welke beelden door een niet weergegeven conventionele schrijfkop worden opgewekt, Een cilindrisch toner-aanbrengwiel 16, waarvan de lengte met die van de trommel 10 overeenkomt, roteert door een tonerreservoir 18, dat een voorraad magnetisch aan te 30 trekken toner 20 bevat. De toner 20 wordt magnetisch aangetrokken door de omtrek van het wiel 16. Het wiel 16 is nabij de trommel 10 aangebracht en roteert eveneens in een aan de wijzers van de klok tegengestelde richting. Een gedeelte van de toner wordt van het wiel 16 aangetrokken door 3‘5 de magnetische beelden, die in het medium 14 zijn opgeslagen, waar het tonerbeelden vormt, zoals het beeld 20a.
Een voorraad van een geschikt ontvangmedium, waaraan de toner hecht, zoals papier 22, is op een voorraad-rol 24 aangebracht. Het papier 22 wordt vervolgens langs een 40 baan getransporteerd in de richting van de pijl 23 langs 3300255 • ^ ^ - 5 - geschikte geleidingen, zoals een geleidingspen 26, en vervolgens langs de buitenzijde van de trommel 10. De oppervlakken van de trommel 10 en het papier 22 bewegen bij voorkeur met althans nagenoeg dezelfde snelheid en in dezelfde rich-5 ting in het gebied, waarin zij aan elkaar grenzen. Het papier 22 wordt tegen de trommel 10 gedrukt door een overbreng-inrichting 28 met een gekromd bovenvlak 28a. De overdracht van de tonerbeelden 20a van het medium 14 naar het hiermee in aanraking zijnde papieroppervlak vindt plaats in een toner-10 overdrachtszone 30.
Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bezit de inrichting 28 een halfcilindrisch bovenvlak 28a, dat ten opzichte van het papier 22 en de trommel 10 convex is.
Het oppervlak 28a heeft een centrale krommingsas 34, die 15 parallel aan de trommelas 11 verloopt. Doordat het papier 22 tegen de trommel 10 wordt gedrukt, wordt derhalve een contactlijn 36 tussen het oppervlak van het medium 14 en het papier 22 tot stand gebracht. De contactlijn 36 ligt ter plaatse van de snijlijn van het medium 14 met een vlak, dat 20 de beide assen 11 en 34 bevat, welk vlak in de tekening met een streeppuntlijn 38 is aangeduid. Het papier 22 komt in de contactlijn 36 van het oppervlak van de trommel 10 los.
Nadat het papier 22 de trommel is gepasseerd, wordt het langs een smeltinrichting 40 geleid, waar gewoonlijk door een ver-25 warmingsproces de tonerbeelden op het papier worden gesmolten.
In Fig. 4 is een sterk vergroot aanzicht weergegeven van het gebied uit Fig. 1, dat de overdrachtszone 30 omgeeft, waarin het papier 22 door de inrichting 28 tegen 30 het beeldopslagmedium 14 van de trommel 10 wordt gedrukt.
Het medium 14 bestaat op gebruikelijke wijze uit een magnetisch weefsel en omvat een buigzame kunststofonderlaag 48 en een filmvormig magnetiseerbaar buitenoppervlak 50. Uit de tekening blijkt, dat in het gebied 42 direkt links van het 35 vlak 38, het papier 22 met het oppervlak 50 in contact is.
In een stroomafwaarts van de lijn 36 gelegen gebied 44 zijn het papier en het medium 14 niet met elkaar in contact.
De inrichting 28 is zodanig geconstrueerd, dat bij voorkeur twee funkties worden verricht. Zoals reeds 40 werd opgemerkt, is het bovenvlak 28a in wezen werkzaam als 8300255 ^ ^ - 6 - plaat, die volgens het vlak 38 een druk uitoefent op het papier 22 en het medium 14 van de trommel 10. Behalve het drukken van het papier tegen het medium 14, is de inrichting 28 tevens werkzaam als orgaan voor het opwekken van een magnetisch veld in de toner-overdrachtszone 30. Dit veld is asymmetrisch ten opzichte van de contactlijn 36, waarbij het sterkere gedeelte van het veld in het contactvrije gebied 44 heerst. Een dergelijk veld kan worden opgewekt door van elkaar gescheiden, tegenover elkaar liggende magneetpolen in de inrichting 28 nabij het contactvrije gebied aan te brengen. Zoals in Fig. 4 is weergegeven is een niet-magne-tisch afstandstuk 46, dat als magnetische spleet werkt, gevormd uit een niet-magnetisch materiaal, zoals glas. Het afstandstuk 46 is velvormig uitgevoerd en verloopt ongeveer parallel aan het vlak 38 op enige afstand stroomafwaarts hiervan.
De twee delen van de inrichting 28, die grenzen aan het rechter en linker oppervlak van het afstandstuk 46 en die respectievelijk met 28b en 28c zijn aangeduid, vormen magnetische polen. De polen 28b, 28c kunnen eenzelfde of tegengestelde polariteit bezitten. Fig. 4 is ongeveer op schaal getekend voor polen met eenzelfde polariteit, waarbij zowel noord- als zuidpolen mogelijk zijn. Voor alle gevallen is gebléken, dat voor papier met een dikte van ongeveer 50-75-μ, een trommel met een straal van ongeveer 10 cm en een kromtestraal voor het oppervlak 28a van ongeveer 5 cm, het vlak van de pool 28c bij voorkeur op een afstand D1 van ongeveer 25μ van' het vlak 38 ligt. De dikte van het afstandstuk 46, welke met D2 is aangeduid, bedraagt ongeveer 2,5μ voor polen met dezelfde polariteit en ongeveer 25μ voor polen met tegengestelde polariteit.
Indien wordt aangenomen, dat de polen 28b, 28c dezelfde polariteit hebben, treden magnetische fluxlij-nen, die met een streeplijn 52 zijn aangeduid, uit de polen en buigen scherp af van een met een streeppuntlijn aangeduid symmetrievlak 54. Er loopt derhalve een betrekkelijk sterk magnetisch veld door het papier 22 en het oppervlak 50 nabij het vlak 54. Door het afstandstuk 46 relatief smal uit te voeren voor polen met dezelfde polariteit, is het mogelijk om met een paar magneten met verhoudingsgewijs lage sterkte 8300255 + -Λ» * - 7 - een dun geconcentreerd magnetisch veld met gewenste sterkte te verkrijgen.
De totale constructie van een overdrachtsin-richting 28, die met polen met dezelfde polariteit is uit-5 gevoerd, is in Fig. 3 weergegeven. Met de letters S en N zijn respectievelijk de zuid- en noordpolen aangeduid. De afgeheelde inrichting omvat een niet-magnetische drager 56, die is bevestigd op een niet-weergegeven steünconstructie, zodanig, dat de gewenste druk op het papier 22 en de trommel 10 10 wordt uitgeoefend. Boven de buitenste rechter en linker randen van de drager 56 bevinden zich magneten 58 resp. 60.
De beide magneten lopen omhoog naar elkaar toe en eindigen in van elkaar gescheiden, tegenover elkaar liggende polen, zoals aan de hand van Fig. 4 is besproken. Dë magneten 58, 15 60 zijn ten opzichte van het vlak 54 eikaars spiegelbeeld.
Hierna wordt dan ook alleen de magneet 58 beschreven, welke beschrijving tevens geldt voor de magneet 60.
De magneet 58 kan naar keuze een magnetisch veld opwekken in het contactvrije gebied 44, dat tezamen 20 met de magneet 60 een magnetisch veld oplevert, dat in de ene toestand kleiner is dan en in een tweede toestand groter is dan de coërcitiekracht van het buitenoppervlak 50. ïndien gamma-ijzeroxyde met een coërcitiekracht van 300 oersted wordt gebruikt, zijn magnetische veldsterkten van ongeveer 25 200 oersted en 1000 oersted doelmatig gebleken. Het magne tische veld met lagere sterkte verschaft een doelmatige to-neroverdracht zonder de magnetische beelden in het oppervlak 50 te wijzigen. Dit is van belang, indien meerdere kopieën van de beelden moeten worden gemaakt. Het sterkere magnetische 30 veld wordt gebruikt om de magnetische beelden in het oppervlak uit te wissen en de magnetische domeinen in dit oppervlak uniform te richten, zodat hierna nieuwe magnetische beelden kunnen worden gecodeerd.
Bij de uitvoeringsvorm volgens Fig. 3 wordt 35 het magnetische veld met geringere sterkte geleverd door permanente magneten, bij voorbeeld door een kern 62, welke gewoonlijk is vervaardigd uit een ijzer-nikkellegering. Permanent magnetiseerbare materialen hebben gewoonlijk een lage permeabiliteit, waardoor een relatief grote hoeveelheid ener-40 gie nodig is om het veld op een hoger niveau te brengen. Op 8300255 Λ - 8 - \ de kern 62 zijn aan de binnen- en buitenzijde films 64 resp.
66 aangebracht, die uit een materiaal met hoge permeabiliteit, zoals siliciumijzer, zijn vervaardigd. Om de films 64, 66 is een elektromagneetspoel 68 aangebracht. Het sterkere magne-5 tische veld wordt derhalve verkregen door het elektromagne-tiseren van de films met een lagere elektrische bekrachti-gingsenergie, dan voor de kern 62 nodig zou zijn.
De richting van de stroom voor de spoel 68 levert een noordpool bij het afstandstuk 46 op. Dit wordt 10 bereikt door een stroom door de spoel 68 op de aangegeven wijze te sturen. Het plusteken 67 duidt een stroom aan, die van de waarnemer van Fig. 3 is afgericht, terwijl het punt-symbool 69 een stroom aanduidt, die naar de waarnemer is toegericht.
15 In Fig. 2 is een uitvoeringsvorm van de over- drachtsinrichting 28 aangeduid met het verwijzingscijfer 28’. Deze inrichting is voorzien van een niet-magnetische drager 70 met een ongeveer rechthoekige buitenste dwarsdoorsnede, zoals is weergegeven,.welke zich over de lengte van de trom-20 mei 10 uitstrekt. Een kanaal 70a verloopt in lan.gsrichting in de drager 70 en heeft zodanige afmetingen, dat een aantal elektrische geleiders kan worden opgenomen, zoals de geleider 72, welke tezamen een elektromagneetspoel 74. vormen. De spoel 74 bekrachtigt een enkele magneet 76, die op de drager 25 70 is geplaatst en in dwarsdoorsnede ongeveer D-vormig is, waarbij de rug van de D horizontaal binnen de spoel 74 op de bovenzijde van de drager 70 ligt. Op deze wijze wordt een magneet met een noord- en zuidpool verkregen, indien de stroom op de met plus- en puntsymbolen aangegeven wijze door 30 de spoel loopt.
Het gekromde bovengedeelte van de magneet 76 omvat een magnetische discontinuïteit, aangezien een niet-magnetisch afstandstuk 80, dat overeenkomt met het afstandstuk 46 uit de Fig. 3 en 4, hierin is opgenomen. De geometrie 35 van de constructie van dit bovengedeelte komt overeen met die, welke aan de hand van de Fig. 4 is beschreven, waarbij de dikte van het afstandstuk D2, echter de reeds genoemde waarde, van ongeveer 25y bezit. De polen 76a, 76b van de magneet 76 zijn respectievelijk aan de rechter en linker zijde 40 van de ongeveer vlakke oppervlakken van het afstandstuk 80 8300255 \ - 9 - ^ aangebracht. De magneet 76 is vervaardigd uit een materiaal met een hoge permeabiliteit en verschaft een continu magnetisch circuit, met uitzondering van de door het afstandstuk 80 gevormde spleet. Door de lage permeabiliteit van het af-5 standstuk 80 bestaat boven dit afstandstuk een magnetische lekveld, dat met de fluxlijnen 82 is aangeduid. Dit veld is ongeveer symmetrisch ten opzichte van het vlak 54' en derhalve asymmetrisch ten opzichte van het vlak 38. Het sterkere gedeelte van het veld, dat het sterkst is in verticale rich-10 ting langs het vlak 54', heerst in de contactvrije zone, zoals aan de hand van Fig. 4 is besproken.
De magneet 76 kan zodanig worden bekrachtigd, dat de twee reeds genoemde magnetische veldsterkten kunnen worden opgewekt, door het wijzigen van de aftakpunten van 15 de spoel of door het wijzigen van de bekrachtigingsstroom voor de spoel.
Ten aanzien van de werking van het toner-overdrachtsysteem wordt opgemerkt, dat het papier 22 vanaf de voorraadrol 24 over de geleidingspen 26 naar de overdracht-2o zone 30 tussen de trommel 10 en de inrichting 28 wordt geleid.
De tijdbesturing van dit papiertransport wordt gecoördineerd met de rotatie van de trommel 10 langs het toner-overdracht-wiel 16. De inrichting 28 drukt het papier 22 tegen het buitenoppervlak 50 en de zich hierop bevindende tonerbeelden 25 20a. Als het papier en het buitenoppervlak zich van elkaar scheiden, onderwerpt de inrichting 28 de tonerbeelden aan een magnetische aantrekkingskracht, welke de overdracht van de tonerbeelden naar het papier voltooid.
Er.bestaan verscheidene krachten, die de over-30 dracht van de toner naar het papier beïnvloeden tijdens de beweging hiervan door de overdrachtszone 30. Er bestaat een inherente aanhechting tussen de toner en.het papier onder invloed van de druk, welke gewoonlijk groter is dan de aanhechting tussen de toner en het oppervlak 50. Bij de weerge-35 geven uitvoering van de constructie is de zwaartekracht, die op de toner werkzaam is, naar het papier en van het oppervlak af gericht. Voorts draagt het impulsmoment, dat op de toner wordt uitgeoefend door de rotatiebeweging van de trommel, bij tot de overdracht van de toner. De meest belangrijke aan-40 trekkingskracht op de toner tenslotte, die wordt geleverd 8300255 ~ ^ - 10 -t.
door het magnetische veld, dat door de overdrachtsinrichting 28 wordt opgewekt, is aanmerkelijk groter dan de aantrekkingskracht van het veld, dat door het in het oppervlak 50 vastgelegde magnetische beeld wordt opgewekt. Door de mag-5 netische spleet of het afstandstuk stroomafwaarts van het contactvlak te plaatsen treedt het sterkste magnetische veld op, waar het papier 22 het eerst loskomt van het oppervlak 50.
Zoals reeds werd opgemerkt, kan het tijdens 10 bedrijf gewenst zijn om verscheidene kopieën van de in het oppervlak 50 vastgelegde magnetische beelden te vervaardigen. In deze gevallen is het van belang, dat de sterkte van het magnetische veld, dat door de inrichting 28 in het oppervlak. 50 wordt opgewekt,, kleiner is dan de coërcitiekracht van het 15 oppervlak, teneinde een wijziging van de hierin vastgelegde magnetische beelden te vermijden. Deze lagere veldsterkte kan worden geleverd door een permanente magneet of door een elektromagneet. Door de grootte van het veld te regelen, wordt het effectieve bereik van het veld geregeld, aangezien .20 de veldsterkte omgekeerd evenredig is met het quadraat van de afstand tot de fluxbron.
Op overeenkomstige wijze wordt de veldsterkte vergroot tot een waarde, die de magnetische domeinen van het buitenoppervlak wijzigt, teneinde de hierin vastgelegde beel-25 den uit te wissen. Wanneer een veldsterkte, die groter is dan de coërcitiekracht van het buitenoppervlak 50 wordt toegepast, worden de magnetische domeinen opnieuw gericht en wordt een magnetische gelijkstroom-voorspanning in het oppervlak opgewekt. Deze gelijkstroomvoorspanning levert een mag-30 netisch veld met een bepaalde richting op het oppervlak. Een tegengestelde magnetische flux, zoals door schrijfkoppen wordt opgewekt, veroorzaakt discontinuïteiten in de richting yan de domeinen, welke discontinuïteiten toner kunnen "vasthouden. In dergelijke gevallen heeft het magnetische veld 35 een tweevoudige funktie en wel het overdragen van de toner naar het papier, alsmede het in een gewenste conditie brengen van het oppervlak, teneinde het vormen van nieuwe magnetische beelden mogelijk te maken.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het 40 voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen 8300255 * - 11 - ~ * het kader der uitvinding op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd. Hoewel bijvoorbeeld de oppervlakken van de trommel 10 en de inrichting 28 in dwarsdoorsnede, gezien volgens de Fig. 1 en 4, cirkelvormig zijn en convex 5 ten opzichte van elkaar verlopen, kunnen in plaats hiervan andere geschikte oppervlakken worden toegepast, die de gewenste contactlijn opleveren alsmede overeenkomstige contact-vrije gebieden en contactgebieden. Het contactvrije gebied kan ook stroomopwaarts van het contactgebied zijn gelegen.
10 8300255

Claims (8)

1. Inrichting voor het overdragen van een magnetische toner, bestemd voor een toner-overdrachtsysteem, waarbij gebruik wordt gemaakt van een magnetisch beeldopslag-medium met een magnetiseerbaar buitenoppervlak, dat langs 5 een eerste bekende baan transporteerbaar is, een magnetisch aan te trekken toner en een ontvangmedium, waaraan de toner kan hechten en dat transporteerbaar is langs een tweede bekende baan, waarvan een gedeelte aan de eerste baan grenst, welke inrichting de toner, die aan een in het oppervlak op-10 geslagen magnetisch beeld hecht, aan het ontvangmedium overdraagt, gekenmerkt door een drukorgaan, dat het ontvangmedium tegen het oppervlak drukt, in het gebied, waar de beide banen aan elkaar grenzen, waardoor tenminste êën contactlijn ontstaat, welke een grens vormt tussen een ge-15 bied, waarin het ontvangmedium en het oppervlak met elkaar in contact zijn, en een gebied, waarin het ontvangmedium en het oppervlak niet met elkaar in contact zijn, en door een orgaan voor het opwekken van een magnetisch veld in het oppervlak en het ontvangmedium, welk veld afkomstig is van 20 tenminste êën. magnetische pool, die ten opzichte van het oppervlak aan de andere zijde van het ontvangmedium is aangebracht, zodanig, dat het veld asymmetrisch is ten opzichte van de contactlijn, waarbij het sterkere gedeelte van het veld in het contactvrije gebied bestaat.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het oppervlak een bekende coërcitiekracht bezit, waarbij het orgaan voor het opwekken van het magnetische veld in twee. verschillende werktoestanden werkzaam kan zijn, waarbij het orgaan in de ene toestand 30 een veld opwekt in het oppervlak, waarvan de magnetiseer-kracht kleiner is dan de bovengenoemde coërcitiekracht, terwijl het orgaan in de andere werktoestand een veld in het oppervlak opwekt, waarvan de magnetiseerkracht groter is dan deze coërcitiekracht.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het orgaan voor het opwekken van het magnetische veld een tweede magnetische pool omvat, die op een afstand van de eerste pool ligt, waarbij de vlakken 8300255 - 13 - ‘ <r van de beide polen grenzen aan het contactvrije gebied.
4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de polen een tegengestelde polariteit bezitten.
5. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de polen eenzelfde polariteit bezitten.
6. Inrichting volgens ëén der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het contactvrije 10 gebied zich stroomafwaarts van de contactlijn bevindt.
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het toner-overdrachtsysteem een toner-over-drachtzone omvat, waarbij de beide banen zich door deze zone uitstrekken, met het kenmerk, dat het ontvangmedium 15 in de genoemde zone tegen het oppervlak wordt gedrukt, terwijl het magnetische veld in deze zone wordt opgewekt, waarbij de eerste magnetische pool aan deze zone grenst.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de eerste baan ringvormig is en een bekende straal bezit, ter- 20 wijl het gedeelte van de tweede baan, dat aan de eerste baan grenst, radiaal buitenwaarts van de eerste baan is gelegen, met het kenmerk, dat het drukorgaan een oppervlak bezit, dat convex is ten opzichte van het ontvangmedium, waarbij het orgaan voor het opwekken van het magnetische veld is 25 voorzien van een paar tegenover elkaar liggende magnetisch van elkaar gescheiden magnetische polen, die grenzen aan het contactvrije gebied van de toner-overdrachtzone aan de van het oppervlak afgekeerde zijde van het ontvangmedium. _rfc 8300255
NL8300255A 1982-05-26 1983-01-25 Inrichting voor het overdragen van een magnetische toner. NL8300255A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/381,924 US4411512A (en) 1982-05-26 1982-05-26 Magnetic toner transfer apparatus
US38192482 1982-05-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300255A true NL8300255A (nl) 1983-12-16

Family

ID=23506877

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300255A NL8300255A (nl) 1982-05-26 1983-01-25 Inrichting voor het overdragen van een magnetische toner.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4411512A (nl)
JP (1) JPS58211174A (nl)
BE (1) BE894199A (nl)
BR (1) BR8205724A (nl)
CA (1) CA1176051A (nl)
DE (1) DE3302170A1 (nl)
FR (1) FR2527798A1 (nl)
GB (1) GB2122950B (nl)
IT (1) IT1148454B (nl)
NL (1) NL8300255A (nl)
SE (1) SE8204495L (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS60254172A (ja) * 1984-05-31 1985-12-14 Fuji Xerox Co Ltd 電界転写方法及び転写器
US4641955A (en) * 1984-11-05 1987-02-10 Ricoh Company, Ltd. Ion projection recording apparatus
GB8823259D0 (en) * 1988-10-04 1988-11-09 Spectrum Sciences Bv Imaging apparatus
JPH05265261A (ja) * 1992-03-19 1993-10-15 Tomoegawa Paper Co Ltd 磁性トナーの転写方法

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3106479A (en) * 1952-12-03 1963-10-08 Rca Corp Electrostatic printing method and apparatus
US2932278A (en) * 1955-05-03 1960-04-12 Sperry Rand Corp Single print magnetic printer
US3370546A (en) * 1964-06-05 1968-02-27 Agfa Ag Selective printing machine employing magnetic fields
JPS4737942U (nl) * 1971-05-28 1972-12-26
JPS5146133A (en) * 1974-10-18 1976-04-20 Ricoh Kk Jikigenzosochi
UST969009I4 (en) * 1975-05-21 1978-04-04 General Electric Company Transfer of magnetic toner particles with a directed magnetic field
NL7509870A (nl) * 1975-08-20 1977-02-22 Oce Van Der Grinten Nv Magneetrol.
JPS5348529A (en) * 1976-10-14 1978-05-02 Ricoh Co Ltd Corona transfer device of electronic copying machine
US4266328A (en) * 1977-10-05 1981-05-12 Hitachi Metals, Ltd. Developing roll for use in electrostatic developing apparatus employing magnetic particles
JPS54155044A (en) * 1978-05-26 1979-12-06 Ricoh Co Ltd Method of transferring magnetic toner image
US4190348A (en) * 1978-10-02 1980-02-26 Xerox Corporation Lead edge transfer switching
JPS5636673A (en) * 1979-09-03 1981-04-09 Ricoh Co Ltd Toner image transfer method
US4318606A (en) * 1980-01-21 1982-03-09 Burroughs Corporation Magnetic toner imaging-multiplexing apparatus
US4379630A (en) * 1980-04-01 1983-04-12 Olympus Optical Company Limited Transfer roller for electrophotographic apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
JPS58211174A (ja) 1983-12-08
US4411512A (en) 1983-10-25
FR2527798A1 (fr) 1983-12-02
CA1176051A (en) 1984-10-16
SE8204495L (sv) 1983-11-27
SE8204495D0 (sv) 1982-07-29
IT1148454B (it) 1986-12-03
DE3302170A1 (de) 1983-12-08
IT8249420A0 (it) 1982-11-04
GB2122950B (en) 1985-10-30
BR8205724A (pt) 1984-04-17
GB2122950A (en) 1984-01-25
BE894199A (fr) 1983-02-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3526708A (en) Magnetic through-field apparatus and process for printing by imbedding particles in a record medium
US4704621A (en) Printing device
US3687541A (en) Xerographic duplex technique
US4763143A (en) Electrographic recording apparatus
NL8300255A (nl) Inrichting voor het overdragen van een magnetische toner.
US4122209A (en) Magnetic image decorator
EP0093113A1 (en) Magnetic toner transfer method and apparatus
US3993484A (en) Electrostatic-magnetic method of transferring graphical information
JPH05238051A (ja) 情報を複製するための印刷装置
US3849161A (en) Magnetic toner powder applicator
US4543586A (en) Magnetizing apparatus for a magnetographic printer
US4254206A (en) Process for magnetically transferring a powder image
US4610527A (en) Apparatus for developing latent magnetic images
US5319334A (en) Image forming device
JPS5915951A (ja) 静電印刷法
US4101909A (en) Magnetic inking apparatus for pulsed electrical printing
EP0076853A1 (en) Apparatus for preventing removal of toner from transferred images
US3749015A (en) Apparatus and process for printing
JP2724999B2 (ja) 印写装置
US4295442A (en) Magnetic toner apparatus
US6070034A (en) Liquid electrophotographic developing arrangement
US3810190A (en) Magnetic through-field apparatus and process for printing by imbedding particles in a record medium
JPS58111075A (ja) 磁気プリント方法及び磁気プリント機
JPH021308B2 (nl)
GB2035212A (en) Method and apparatus for magnetic printing

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed