NL8220228A - Werkwijze en inrichting voor het afzonderlijk in zakken verpakken van gevogelte. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het afzonderlijk in zakken verpakken van gevogelte. Download PDF

Info

Publication number
NL8220228A
NL8220228A NL8220228A NL8220228A NL8220228A NL 8220228 A NL8220228 A NL 8220228A NL 8220228 A NL8220228 A NL 8220228A NL 8220228 A NL8220228 A NL 8220228A NL 8220228 A NL8220228 A NL 8220228A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bodies
packaging
poultry
weight
gripping members
Prior art date
Application number
NL8220228A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kjeld L Th En Peter L Th Beide
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kjeld L Th En Peter L Th Beide filed Critical Kjeld L Th En Peter L Th Beide
Publication of NL8220228A publication Critical patent/NL8220228A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B25/00Packaging other articles presenting special problems
    • B65B25/06Packaging slices or specially-shaped pieces of meat, cheese, or other plastic or tacky products
    • B65B25/064Packaging slices or specially-shaped pieces of meat, cheese, or other plastic or tacky products of poultry

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)

Description

δ: : ο; δ 3 r
Werkwijze en inrichting voor het afzonderlijk in zakken verpakken van gevogelte.
De achtergrond van de onderhavige uitvinding is een wijd versprei-de wens en zelfs zijn er directe voorschriften om het gewicht of de ge~ wichtscategorie aan te geven op verpakkingen van gevogelte.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het afzonder-5 lijk verpakken van gevogelte in zakken, met welke werkwijze de lichamen van gevogelte, opgehangen aan de poten, terwijl zij afzonderlijk naar het verpakkingsstation worden getransporteerd, worden gewogen en daarna op het verpakkingsstation mechanisch in zakken worden geplaatst terwijl daarop het gewicht of de gewichtscategorie van het stuk gevogelte in 10 kwestie is aangegeven.
Volgens een bekende werkwijze van dit type worden de lichamen van gevogelte voortbewogen over een transportbaan langs een weeginrichting en daarna losgelaten zodat zij naar beneden vallen - in overeenstemming met het vastgestelde gewicht - in een van een aantal open schalen. Als 15 een geschikte hoeveelheid lichamen in een schaal is verzameld worden de lichamen daaruit verwijderd en worden gebracht in een verpakkingsin-richting, die is voorzien van zakken waarop het gewicht of de gewichtscategorie vastgesteld voor de lichamen in de betreffende schaal is aangegeven en door middel van de inrichting wordt het lichaam in de zak v 20 gebracht, die wordt gesloten. Het verwijderen uit de schaal en het brengen in de verpakkingsinrichting worden met de hand uitgevoerd.
Braadkippen zijn bijvoorbeeld verdeeld in gewichtscategorieen die van klasse tot klasse 100 g verschuiven. De gewichtscategorie voor een braadkip van 1000 g ligt dus tussen 950 tot 1050 g, voor een braadkip 25 van 110 g van 1050 tot 1150 g, en voor een braadkip van 1200 g van 1150 tot 1250 g.
Gedeeltelijk om het gehele gewichtsspectrum te omvatten en gedeel-telijk om continu verpakken te verzekeren overeenkomend met het aantal aankomende gevogeltelichamen, welk aantal in grote slachthuizen 4000 30 lichamen of meer per uur per transportbaan kan bedragen, moet er reke-ning mee worden gehouden, dat, als gebruik wordt gemaakt van de bekende werkwijze, 6 tot 8 verpakkingsinrichtingen, een verpakkingsinrichting voor bijvoorbeeld 4 schalen vereist zijn. Elke schaal kan ongeveer 100 lichamen bevatten en in overeenstemming met de mate van vulling kan de 35 bedienende persoon van de verpakkingsinrichting de verpakkingsinrichting bewegen van schaal tot schaal en - nadat de inrichting met de hand is voorzien van een hoeveelheid zakken geschikt voor de betreffende 8220228 2 zak, brengt hij €έη voor een de in de schaal verzamelde lichamen in de inrichting.
Genoemde werkwijze heeft verschillende nadelen. Als zij naar bene-den vallen in een schaal loopt de zak met zijn inhoud van organen die 5 tevoren in het lichaam van het gevogelte zijn geplaatst, het risico van eruit vallen. De bedienende persoon moet elk afzonderlijk gevogelte-lichaam grijpen, vrij van de schaal naar boven brengen en plaatsen in de verpakkingsinrichting voordat verpakken plaats kan hebben. Elke ver-pakkingsinrichting vereist das zijn eigen bedienende persoon.
10 Een verder nadeel is het risico van een kritisch verlies aan gewicht. Gevogelte, dat nadat het is gedood en schoongemaakt uit de vriesinrichting komt, verliest snel gewicht als gevolg van vloeistof-verlies als het in aanraking komt met de atmosfeer. Het is bekend dat een gewichtsverlies van 10 tot 20 g over een tijdsverloop van 10 minu-15 ten kan worden verwacht. De bekende werkwijze brengt met zich dat als een gevolg van hun noodzakelijke verblijf in de schaal, vele van de ge-wogen lichamen gedurende een bepaalde lange tijdsperiode in aanraking blijft met de atmosfeer en bepaalde hiervan langer dan andere, voordat zij worden verpakt. Om niet het risico te lopen dat de verpakte licha-20 men een gewicht hebben lager dan oorspronkelijk bepaald en aangegeven op de verpakking, kan het in de practijk noodzakelijk zijn de gewichts-grenzen van de bovengenoemde waarden te verhogen bijvoorbeeld met 20 g aan elk einde, zodat bijvoorbeeld een braadkip van 1000 g opzettelijk ait wordt gewogen met 970 tot 1070 g, een braadkip van 1100 met 1070 25 tot 1170 g, en een braadkip van 1200 met 1170 tot 1270 g, dat wil zeg-gen met een relatief verlies in de vorm van een algemene gewichtsover-maat van 20 g per braadkip omdat de verkoopsprijs is gebaseerd op de voorgeschreven gewichtscategorieen. Reeds voor een enkele overbrenghoe-veelheid bevattende 10 braadkippen, betekent dit een verlies van 200 g 30 en mogelijk meer.
Het doel van de uitvinding is het vermijden van genoemde nadelen en volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat een tevoren bepaald aantal gevogeltelichamen, nadat zij zijn voortbewogen met een onderlin-ge afstand van lichaam tot lichaam worden samen genomen op de trans-35 portbaan op een lijn in een groep, dat de groep lichamen, die aldus is samengenomen als massa uit de transportbaan worden verwijderd door mid-del van een grijpinrichting per lichaam, dat door middel van de grijp-organen genoemde lichamen worden voortbewogen naar een stand tegenover hun betreffende verpakkingsinrichting en dat de lichamen in massa wor-40 den overgebracht vanaf de grijporganen naar hun betreffende verpak- ^220228 3 kingsinrichting terwijl tegelijkertijd met het wegen een zak wordt geplaatst op elke verpakkingsinrichting, welke zak een indicatie van het gewicht draagt overeenkomend met het gewicht van het betreffende stuk gevogelte, vastgesteld door middel van wegen, waarna het lichaam 5 in zijn betreffende zak wordt verpakt door middel van de verpakkingsinrichting.
De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting voor het uit-voeren van deze werkwijze welke inrichting is voorzien van een trans-portbaan voor lichamen van gevogelte, die afzonderlijk met hun poten 10 zijn opgehangen en een weeginrichting, gekoppeld met de transportbaan en een verpakkingsstation, geplaatst aan het afgeefeinde van de transportbaan en geschikt om mechanisch het betreffende stuk gevogelte in een zak te brengen waaop het gewicht of de gewichtscategorie ervan is aangegeven, welke inrichting het kenmerk heeft, dat het afgeefeinde van 15 de transportbaan een tevoren bepaald aantal lichamen van gevogelte kan verzamelen op een lijn in een groep, dat een overeenkomstig aantal ver-pakkingsinrichtingen is geplaatst nabij het afgeefeinde, dat een over-brengorgaan, voorzien van afzonderlijke grijporganen voor elk stuk gevogelte dat in massa het totale aantal lichamen van gevogelte kan ver-20 wijderen vanaf het afgeefeinde van de transportbaan en om de verwijder-de lichamen voort te bewegen naar een stand tegenover hun betreffende verpakkingsinrichting, dat tegenover elke verpakkingsinrichting een overbrengelement is geplaatst, dat behoort bij het verpakkingsorgaan, waarbij al deze elementen in staat zijn in massa de betreffende licha-25 men van gevogelte te verwijderen vanaf de grijporganen en deze te plaatsen in de verpaklcingsinrichtingen, en dat de verpakkingsinrichtin-gen zijn verbonden met een zakopslag die aan elke verpakkingsinrichting een zak kan toevoeren met een gewichtsindicatie daarop overeenkomend met het gewicht vastgesteld in de weeginrichting voor het betreffende 30 stuk gevogelte.
Met de boven aangegeven maatregelen wordt bereikt, dat het gehele transport van lichamen van gevogelte beginnend met het verwijderen vanaf de transportbaan en eindigend met het inbrengen in de juiste zak, wordt bestuurd door een mechanisme, waarbij het grijpen van het lichaam 35 van het gevogelte niet wordt opgeheven voordat het lichaam na het verwijderen van de transportbaan volledig in zijn zak is verpakt. Het verzamelen van de lichamen in een groep op de transportbaan en het verwijderen van genoemde groep als massa daarvan voor het daarop volgend ver-pakken brengt met zich, dat het totale verpakken omvattend het trans-40 porteren vanaf het koelen, wegen en verpakken in zakken het karakter 8220228 4 aanneemt van een continue werkwijze. In de praktijk vereisen alle lichamen dezelfde tijdsperiode voor hun verpakking. De tijdsperiode ge-durende welke de lichamen in aanraking zijn met de atmosfeer is belang-rijk gereduceerd waardoor het risico van kritisch gewichtsverlies wordt 5 gereduceerd. Het verdelen van de lichamen op de verpakkingsinrichtingen is gerationaliseerd en er is geen kwestie meer van het met de hand voorzien van elke verpakkingsinrichting van hoeveelheden verschillende typen zakken. Bovendien is het zonder moeite mogelijk de inrichting onder te brengen in een verpakkingscentrum waarin de lichamen, die zijn 10 verpakt in zakken en aankomen vanaf de verpakkingsinrichtingen worden gesorteerd in overeenstemming met hun gewicht en geplaatst in overeen-komstige verzenddozen van bijvoorbeeld 100 lichamen. Bovendien is als gevolg van zijn constructie de inrichting, omvattende een mogelijk verpakkingscentrum zeer geschikt voor elektronische besturing omdat het 15 gedwongen transporteren van het lichaam het gebruik van elektronische bewaking mogelijk maakt gedurende de gehele bovenbeschreven werkwijze.
Volgens de uitvinding kan het overbrengorgaan zijn voorzien van een verplaatsingsbaan waarop de grijporganen beweegbaar zijn langs de baan, waarbij de verplaatsingsbaan zich langs het afgeefeinde van de 20 transportbaan uitstrekt waar de grijporganen hun afzonderlijke stuk ge-vogelte kunnen grijpen, en naar een stand voor een reeks verpakkingsin-richtingenkunnen brengen, waarbij het grijporganen bijvoorbeeld door beweging langs de verplaatsingsbaan een stand kunnen innemen tegenover hun afzonderlijke verpakkingsorgaan voor het overbrengen van het ver-25 wijderde lichaam naar de inrichting.
Verder kunnen de overbrengelementen volgens de uitvinding zo zijn uitgevoerd, dat zij de lichamen overbrengen, die zijn verplaatst door de grijporganen vanuit een hangende naar een liggende stand en de lichamen in de laatstgenoemde stand te brengen in hun afzonderlijke ver-30 pakkingsinrichting. De genoemde uitvoering van de inrichting kan zonder moeilijkheden en op een ruimte besparende wijze worden gecombineerd met de andere transportsystemen, die dienen voor het overbrengen van de lichamen van het gevogelte vanaf de vriesinrichting en de weeginrichting voor het verwijderen van de verpakte lichamen. Bij een bijzonder com-35 pacte uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is het overbrengorgaan voorzien van een raillichaam dat de grijporganen onder-steunt, die beweegbaar zijn aangebracht langs de rail, en de overbrengelementen zijn zo samen schommelend aangebracht op heen en weer beweeg-bare armen, dat vanuit hun verticale stand, waarin de elementen tegen-40 over hun afzonderlijk grijporgaan liggen, zij kunnen zwaaien naar een 6220228 5 lagere stand, waarin zij aanwezig zijn tegenover het opneemeinde van een aantal verpakkingsinrichtingen, die in een reeks zijn geplaatst op een niveau lager dan het afgeefeinde van de transportbaan voor het in-brengen van de lichamen van het gevogelte, die worden vast gehouden 5 door de overbrengelementen, in hun afzonderlijke verpakkingsinrichting, en de overbrengelementen zijn voorzien van vasthoudmiddelen, die de ge-noemde lichamen kunnen vasthouden gedurende het schommelen en in hoofd-zaak in een relatieve stand met betrekking tot de elementen, overeen-komend met de relatieve stand, waarin de lichamen worden verwijderd 10 vanaf de grijporganen.
Volgens de uitvinding kunnen de vasthoudmiddelen zo zijn geplaatst, dat zij de lichamen van het gevogelte vasthouden totdat zij in een zak worden gedrukt door een zuiger terwijl zij worden opge-stuwd, waardoor, behalve een goed indringen van het lichaam in de in-15 richting een gelijkmatig stuwen van de lichamen kan worden bereikt gedurende het verpakken.
Volgens de uitvinding kan een verwijderinrichting op het afgeefeinde van elke verpakkingsinrichting zijn geplaatst, welke verwijde-ringsinrichting samen de gevulde zakken kunnen bewegen vanaf de verpak-20 kingsinrichtingen en ze kunnen afleveren aan hun speciale afdichtaggre-gaat,dat, nadat de gevulde zak is gevuld, hem afgeeft in zijn bijzon-dere verwijderingsinrichting. Ook dit deel van het verpakken kan dien-overeenkomstig samen plaats hebben met de andere werkstappen op zoda-nige wijze, dat de greep op het produkt niet wordt gelost voordat het 25 volledig is verpakt voor afgifte en het uitsorteren in transportdozen.
Hierna wordt de uitvinding nader meer in detail verklaard aan de hand van de tekening, waarin:
De figuren 1 A - D schematisch een uitvoering van een inrichting tonen volgens de uitvinding met een transportbaan, een overbrengorgaan 30 en een aantal verpakkingsinrichtingen, figuren 2A - F een zijaanzicht geven van dezelfde uitvoering van het verpakte produkt, figuur 3 schematish op groter schaal details weergeeft van het overbrengorgaan van de inrichting.
35 De weergegeven inrichting bezit een transportbaan 1, voor lichamen 2 van gevogelte welke lichamen aan hun poten 3 zijn opgehangen in vast-houdorganen 4, die beweegbaar zijn langs de transportbaan 1. Een weeg-inrichting 5 is gekoppeld met de transportbaan en is zo uitgevoerd, dat hij het gewicht van elk lichaam 2, dat elke afzonderlijke inrichting 40 passeert registreert en een overeenkomstig signaal afgeeft naar een 8220228 6 zakmagazijn 6, dat een aantal zakken 7 kan bevatten verdeeld in gewichtscategorieen en dienovereenkomstig van een merkteken voorzien.
In fig. 1 toont deel A op een schematische schaal met het deel van de transportbaan dat in relatie staat tot de onderhavige oitvinding. De 5 lichamen 2 van het gevogelte komen aan langs genoemde transportbaan vanaf een vrieshouder, waarin zij gekoeld zijn nadat zij zijn geslacht en schoongemaakt. De transportbaan kan reeds in een schoonmaakstation beginnen, zodat een continu transportsysteem wordt verschaft vanaf het schoonmaken via het koelen naar het uiteindelijke verpakken.
10 Sectie B toont in fig. 1 het afgeefeinde 1 van de transportbaan.
Genoemd einde kan een tevoren bepaald aantal lichamen van gevogelte op-nemen, die in een reeks zijn geplaatst. In de volgende beschrijving wordt de uitvinding uiteengezet in verband met een uitvoering waarbij de afstand tussen de lichamen 2 op genoemd afgeefeinde 8 in hoofdzaak 15 kleiner is dan de afstand "a" tussen de lichamen 2 gedurende het tevoren toevoeren. Als later uiteengezet kan de uitvinding ook worden uitgevoerd op een wijze waarbij de afstand tussen de lichamen 2 aan het afgeefeinde 8 hetzelfde is als gedurende het voorgaande toevoeren. Om ruimte te besparen toont deze uitvoering een dicht bij elkaar liggende 20 groep van slechts vier lichamen 2. In de praktijk blijkt een groep van acht lichamen bijvoorbeeld een praktische werkeenheid te zijn.
Nabij het afgeefeinde 8 is een aantal verpakkingsinrichtingen 9 overeenkomend met het aantal lichamen van de groep aangebracht, name-lijk vier bij de onderhavige uitvoering.
25 In sectie D van fig. 1 zijn de verpakkingsinrichtingen schema- tisch aangegeven en in het voorbeeld zijn zij van bekend type waarbij de lichamen van het gevogelte om in de zak 7 te worden gebracht als schematisch aangegeven, door een veerkrachtige trechter 10 gedrukt, die ervoor zorgt dat de lichamen worden opgestuwd. De verpakkingsinrichtin-30 gen zijn op onderlinge afstand geplaatst tussen hun zijden overeenkomend met de afstand "a” tussen de lichamen opgehangen op de transportbaan 1. De afstand kan echter ook van "a" verschillen.
Bij de inrichting behoort bovendien een overbrengorgaan dat schematisch is aangegeven in de secties B en C van fig. 1. Het overbrengor-35 gaan is voorzien van een verdeelelement in de vorm van een raillichaam 11 waarop bepaalde grijporganen 12 verplaatsbaar zijn aangebracht langs het lichaam, een grijporgaan per lichaam 2 in de verzamelde groep van lichamen aan het afgeefeinde 8. Volgens het onderhavige voorbeeld zijn vier grijporganen 12 aangebracht. Elk grijporgaan bezit een paar 40 geschikte grijpklauwen 13 voor elk van de poten 3 van de lichamen van 8220228 7 het gevogelte.
Het raillichaam strekt zich uit langs het afgeefeinde van de transportbaan tot voor de reeks verpakkingsinrichtingen 9, die op een lager niveau zijn geplaatst dan het afgeefeinde 8.
5 Op niet in detail wergegeven wijze zijn de grijporganen 12 zo uit- gevoerd, dat vanaf een stand tegenover zijn bepaalde lichaam van gevogelte op het afgeefeinde 8 het grijporgaan een stand inneemt tegenover zijn verpakkingsinrichting 9 door een heweging langs het raillichaam 11. Bovendien is het raillichaam 11 beweegbaar naar de lichamen 2 van 10 het gevogelte die aan het afgeefeinde 8 zijn opgehangen in een richting loodrecht op het vlak van tekening, zodat de grijporganen 12 de poten van de afzonderlijke lichamen grijpen en weer op enige afstand terug vanaf het afgeefeinde 8 om de lichamen 2 vrij te trekken van de vast-houdmiddelen, waarin zij zijn opgehangen.
15 Bovendien is het overbrengorgaan ook voorzien van overbrengelemen- ten 15 en wel Sen overbrengelement per verpakkingsinrichting 9. Elk overbrengelement 15 bestaat uit vasthoudmiddelen in de vorm van staven 16a, 16b, 16c, vergelijk fig. 3, die langwerpige ondersteuningselemen-ten vormen.
20 Op niet in detail weergegeven wijze maar schematisch aangegeven door een schommelarm in fig. 3, zijn de elementen samenschommelend van-uit een stand waarin de ondersteuningsorganen 16 zijn geplaatst tegenover de grijporganen 12 naar een stand waarin zij de lichamen van het gevogelte brengen, dat is verwijderd van de grijporganen 12, in de ver-25 pakkingsinrichtingen 9.
Behalve schommelend als aangegeven door een pijl 18, zijn de over-brengelementen 15 beweegbaar in de richting van de schommelhartlijn en de staven 16a, 16b, 16c strekken zich in dezelfde richting uit. De lengte van de staven 16 komt ten minste overeen met de buitenafstand 30 tussen de poten 3 van een opgehangen lichaam. De staven 16 vormen samen een grijporgaan dat open is in de verplaatsingsrichting naar rechts, waarbij de staaf 16 in fig. 3 is bedoeld om naar voren te worden bewo-gen tussen de poten 3 van de lichamen, terwijl de staven 16b en 16c naar voren worden gedrukt voorlangs de poten. Als de grijporganen 12 35 daarna hun greep op de poten 3 lossen, zodat het lichaam 2 met de poten nu is opgehangen in het element 15 en het element omlaag is ge-bracht naar rechts in fig. 3, houden de staven 16 samen gedurende de zwaaibeweging het lichaam van het gevogelte in een stand ten opzichte van het element 15 overeenkomend met de relatieve stand waarin het li-40 chaam is bewogen vanaf de grijporganen 12. Hierdoor gaat het lichaam 8220228 8 van het gevogelte ait een hangende stand over in een liggende stand en in laatstgenoemde stand wordt genoemd lichaam in zijn verpakkingsin-richting 9 gebracht. De ondersteaningsorganen 16 zijn verder op een niet in detail weergegeven wijze geschikt om de lichamen van het gevo-5 gelte vast te houden in de verpakkingsinrichtingen 9, totdat door mid-del van een zuigarorgaan 19 de lichamen, terwijl zij worden gestuwd, worden gedrukt in zak 7.
Voor elke verpakkingsinrichting 9 is een verwijderingsorgaan 21 aanwezig en al deze organen kunnen samen de zakken 7 bewegen waarin een 10 lichaam van gevogelte is geplaatst, vanaf de verpakkingsinrichting 9 om de gevulde zakken 7 af te geven aan hun betreffende afdichtinrichting 22, die tot het open einde van de zakken 7 sluit, waarna de zakken met de lichamen van het gevogelte worden losgelaten en elk afgegeven aan de betreffende transportkom 23 voor het verder uitsorteren in gewichtsca-15 tegorie'en en het brengen ervan in overeenkomstige transportdozen.
Tegelijkertijd met het genoemde verpakken verkrijgt het zakmaga-zijn vanaf de weeginrichting 5 een impuls met als gevolg dat vanaf de weeginrichting 15 een zak 7 met een gewichtsindicatie overeenkomend met het gewicht van het stuk gevogelte in kwestie, vastgesteld door de 20 weeginrichting 5 naar voren wordt bewogen naar de verpakkingsinrichting 9, waarin het gewogen lichaam in kwestie wordt verpakt. Deze handeling is schematisch aangegeven door een pijl 23'.
De gehele werkcyclus van de weergegeven inrichting is als volgt:
De lichamen van gevogelte worden afzonderlijk voortbewogen opge-25 hangen aan hun poten langs een transportbaan 1 met een onderlinge af-stand ''a”, die in de praktijk gedeeltelijk afhangt van een onderlinge afstand tussen genoemde lichamen noodzakelijk voor het ophangen van de lichamen en gedeeltelijk van de wens van het transporteren van elk lichaam langs de transportbaan 1 en langs de weeginrichting 5 en wel on-30 gestoord door een van de naastliggende lichamen. Bij het wegen door de weeginrichting 5 wordt een tevoren bepaald aantal lichamen 2 van gevogelte verzameld op een lijn met het afgeefeinde 8 van de transportbaan 1, waar de afstand tussen de lichamen 2 in hoofdzaak kleiner is dan ge-durende het voorgaande transport. Genoemde groep van lichamen wordt als 35 massa verwijderd door de grijporganen 12 verdeeld door laatstgenoemde in een stand elk tegenover zijn verpakkingsinrichting, overgebracht door middel van de overbrengelementen 15 in de massa vanaf de grijporganen 2 naar de bijzondere verpakkingsinrichting 9 en in laatstgenoemde, elk ingebracht in zijn eigen zak 7, die ondertussen door een impuls 40 vanaf de weeginrichting 5 is voortbewogen vanaf het magazijn 6 met het 8220228 9 gewicht bepaald voor elk ervan daarop aangegeven en afgegeven in massa vanaf de verpakkingsinrichting 9 voor uitsorteren en het brengen ervan in verzenddozen. Het werkritme kan zo zijn aangepast, dat alle werk-zaamheden vanaf koelen tot wegen, tot verpakken in zakken en tot afgif-5 te van de zakken het karakter aanneemt van een continu werkend proces. Gedurende het gehele werk wordt elk afzonderlijk lichaam van gevogelte positief behandeld, wat het mogelijk maakt de snelheid en de werkstap-pen van de enkele fasen van de werkwijze naawkeurig te regelen en om snel het gehele proces, dat is beschreven te voltooien, zodat de aan-10 raking van de afzonderlijke lichamen van gevogelte met de atmosfeer zo kort mogelijk is.
Het systeem werkt ook als een gevogeltelichaam gedurende de voort-beweging valt van een transportbaan 1. Als het lichaam valt v5or het wegen wordt geen zak afgegeven voor de vasthoudorganen 4, die in lege 15 toestand langs de weeginrichting 5 gaan en hetzelfde is het geval voor een overeenkomstige verpakkingsinrichting 9. Als het lichaam valt na het wegen blijft de zak in kwestie in de lege toestand voor de verpakkingsinrichting in kwestie en moet worden verwijderd voordat de volgende groep lichamen op de verpakkingsinrichtingen aankomt.
20 Het systeem maakt het ook mogelijk kwaliteiten uit te sorteren, bijvoorbeeld kwaliteit I respectievelijk kwaliteit II. Als een II kwa-liteit aanwezig is op de transportbaan 1 voor het weegapparaat 5 kan deze bepaling worden doorgegeven aan de weeginrichting 5 bijvoorbeeld door het verschaffen van de vasthoudmiddelen 4, met een speciaal indi-25 catieorgaan, zoals een verplaatsingspen 24, die wordt uitgetrokken, bijvoorbeeld met de hand, voor bepaalde kwaliteit II , zodat door mid-del van de pen 24 de weeginrichting 5 een kwaliteit II aangeeft, waar-bij een overeenkomstige impuls naar het zakmagazijn 6 wordt gezonden om een zak gemarkeerd kwaliteit II over te brengen. Het genoemde lichaam 30 II wordt daarna verpakt in genoemde zak samen met andere lichamen. Het is dus niet noodzakelijk het lichaam II van het transportsysteem te verwijderen en om dergelijke lichamen afzonderlijk te verzamelen en te verpakken.
Het systeem maakt ook een specifiek uitsorteren mogelijk door ge-35 wicht, zoals een specifieke verpakking van zogenaamde braadkippen, dat wil zeggen een braadkip van 1200 g zonder zijn inhoud en inwendige or-ganen. Dit betekent, dat gedurende het transporteren dergelijke organen niet in de braadkip moeten worden gebracht.
Als de weeginrichting 5 een braadkip van 1200 g toont kan de in-40 formatie worden afgegeven, dat het station voor inwendige organen geen 8220228 10 inwendige organen inbrengt in het lichaam in kwestie en ook het maga-zijn 6 instrueert een bepaalde zak voort te bewegen die is gemarkeerd als braadkip. Ook het uitsorteren kan dientegenvolge in het systeem worden uitgevoerd, zonder dat het lichaam in kwestie behoeft te worden 5 verwijderd van het transportsysteem en voor het verzamelen en verpakken van dergelijke lichamen afzonderlijk.
Bij een andere uitvoering, niet weergegeven blijven de lichamen op een onderlinge afstand "a" ook aan het afgeefeinde 8 van de transport-baan, waarbij de grijporganen 12 op dezelfde onderlinge afdstand zijn 10 geplaatst als zijnde in bun werkstand aangegeven in fig. IB. Voor het afgeven van de lichamen in de verpakkingsinrichtingen 9, kunnen de organen 12 worden gespreid langs de rail 11 waaruit blijkt, dat de verpakkingsinrichtingen 9 zo breed kunnen zijn, gezien in langsrichting van de rail 11, dat een spreiding van de lichamen als bovenaangegeven 15 te adviseren of noodzakelijk is.
8 2 2 0 2 ί. ΰ

Claims (9)

1. Werkwijze voor het afzonderlijk verpakken van gevogelte in zak-ken waarbij de lichamen van het gevogelte worden opgehangen aan hun poten terwijl zij afzonderlijk worden voortbewogen naar het verpak- 5 kingsstation, worden gewogen en vervolgens mechanisch worden gebracht in zakken waarop het gewicht of de gewichtscategorie van het stuk gevogelte is aangegeven, met het kenmerk, dat een tevoren bepaald aantal lichamen (2) van gevogelte, nadat zij zijn voortbewogen op een onder-linge afstand van lichaam tot lichaam, worden verzameld op de trans-10 portbaan bij het verpakkingsstation op een lijn in een groep (8), dat de groep lichamen, die aldus bijeen is gebracht, in massa wordt verwij-derd (11,12) vanaf de transportbaan door middel van een grijporgaan (12) per lichaam, dat door middel van de grijporganen (12) de genoemde lichamen worden voortbewogen naar een stand tegenover hun speciale ver-15 pakkingsinrichting (9) en dat de lichamen worden overgebracht (15) in massa vanaf de grijporganen naar hun speciale verpakkingsinrichting (9) terwijl tegelijkertijd met het wegen een zak (7) wordt verplaatst op elke verpakkingsinrichting (9) welke zak een indicatie van het gewicht draagt overeenkomend met het gewicht van het betreffende lichaam van 20 het gevogelte bepaald door het wegen waarna de lichamen in hun afzon-derlijke zakken (7) worden verpakt door middel van verpakkingsinrich-tingen (9).
2. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclu-sie 1 met een transportbaan voor lichamen van gevogelte, die elk afzon- 25 derlijk aan hun poten zijn opgehangen, een weeginrichting gekoppeld met de transportbaan en aan het afgeefeinde van de transportbaan een verpakkingsstation voor mechanisch brengen van stukken gevogelte in kwestie in een zak, waarop het gewicht of de gewichtscategorie is aangegeven, met het kenmerk, dat het afgeefeinde (8) van de transportbaan 30 (1) een tevoren bepaald aantal lichamen (2) van gevogelte kan verzame-len op een lijn in een groep, dat een overeenkomstig aantal verpak-kingsinrichtingen (9) is geplaatst nabij genoemd afgeefeind (8), dat een overbrengorgaan (1,15) is voorzien van bijzondere grijporganen (12) voor elk stuk gevogelte en in staat in de massa (11,12) het totale aan-35 tal lichamen van gevogelte te verwijderen van het afgeefeind (8) van de transportbaan en om de verwijderde lichamen voort te bewegen naar een stand tegenover de betreffende verpaklcinginrichting (9), dat tegenover elke verpakkingsinrichting een overbrengelement (15) is geplaatst beho-rende tot het overbrengorgaan, waarbij al deze elementen zo zijn ge-40 plaatst dat de lichamen in kwestie als massa werden verwijderd van de 8220228 #- V grijporganen (12) en worden gebracht in een verpakkingsinrichting (9) en dat de verpakkingsinrichtingen (9) zijn verbonden met een zakmaga-zijn (6) dat aan elke verpakkingsinrichting (9) een zak (7) kan afgeven met een indicatie van het gewicht daarop overeenkomend met een gewicht 5 bepaald door de weeginrichting (5) voor het betreffende stuk gevogel-te.
3. Inrichting volgens coclusie 2, met het kenmerk, dat het over-brengorgaan is voorzien van een verplaatsingsbaan (11) waarop de vast-grijporganen (12) beweegbaar zijn langs een baan, welke verplaatsings- 10 baan (11) zich uitstrekt langs het afgeefeinde (8) van de transportbaan waar de grijporganen (12) een afzonderlijk stuk gevogelte (2) kunnen grijpen, en naar een stand voor een reeks verpakkingsorganen (9) en dat de grijporganen (12) door een beweging langs de verplaatsingsbaan (11) een stand kunnen aannemen tegenover hun afzonderlijke verpakkings- 15 inrichtingen (9) voor het overbrengen van het verwijderde lichaam (2) aan de inrichting (9).
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een afzonderlijk afgeeforgaan is aangebracht voor elke verpakkingsinrichting (9), en dat al deze afgeeforganen zo zijn uitgevoerd dat zij in massa 20 alle verpakte lichamen opnemen vanaf de verpakkingsinrichtingen en ge-zamenlijk de lichamen afgeven aan een afgeefstation.
4 CONCLUSIES.
5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de over-brengelementen (15) de lichamen (2) kunnen overbrengen die zijn verwij-derd door de grijporganen (12) vanaf een hangende naar een liggende 25 stand en om de lichamen (2) te brengen in ten minste de laatstgenoemde stand in hun bijzondere verpakkingsinrichting (9).
6. Inrichting volgens de conclusies 3 en 5, met het kenmerk, dat het overbrengorgaan een raillichaam (11) bezit, dat de grijporganen (12) ondersteunt, die beweegbaar langs de rail zijn aangebracht en dat 30 de overbrengelementen (15) samenschommelend op schommelarmen zijn geplaatst, op zodanige wijze dat vanaf een verticale stand waarin de ele-menten (15) tegenover hun bijzondere grijporganen (12) zijn, zij kunnen zwaaien naar een lagere stand waarin zij tegenovber het opneemeinde van een aantal verpakkingsinrichtingen (9) zijn geplaatst, die in een reeks 35 zijn geplaatst op een niveau lager dan het afgeefeinde van de transportbaan voor het inbrengen van de lichamen (2) vastgehouden door de overbrengelementen in hun bijzondere verpakkingsinrichting (9), en de overbrengelementen (15) zijn voorzien van vasthoudmiddelen (16a, 16b, 16c) die de lichamen (2) kunnen vasthouden gedurende het schommelen 40 in hoofdzaak in een relatieve stand ten opzichte van de elementen (15) 8220228 i k 13 overeenkomend met de relatieve stand waarin de lichamen zijn verwijderd vanaf de grijporganen (12).
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de vast-houdmiddelen (16a, 16b, 16c) een aantal lichamen (2) van gevogelte 5 vasthouden totdat door middel van een zuigerorgaan (15) zij in een zak (7) worden gedrukt, terwijl zij worden opgestuwd.
8. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 5 tot 7, met het kenmerk, dat voor het afgeefeinde van elke verpakkingsinrichting (9) een verwijderorgaan (21) aanwezig is dat gezamenlijk kan bewegen 10 met de gevulde zakken (7) vanaf de verpakkingsinrichtingen (9) en ze kunnen afgeven op ban bepaalde sluitaggregaat (22) dat nadat de gevulde zakken zijn gegesloten deze afgeeft aan bepaalde verwijderingsorganen (23).
9. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elk van de 15 overbrengelementen (15) bestaat uit langwerpige ondersteuningsorganen (16a, 16b, 16c), bijvoorbeeld staven, waarvan de lengte overeenkomt ten minste tot de buitenste afstand tussen de poten van een opgehangn li-chaam en die zo zijn uitgevoerd, dat door een verplaatsingsbeweging dwars op het schommelniveau (18) van de overbrengelementen zij vanuit 20 een stand opzij van een lichaam opgehangen door de grijporganen (12) langs de poten (3) van genoemd lichaam worden bewogen, naar een stand gericht naar de tegenover liggende zijde van genoemde poten om de poten (3) vast te houden tussen de ondersteuningsorganen (16a, 16b, 16c). 8220228
NL8220228A 1981-06-30 1982-06-30 Werkwijze en inrichting voor het afzonderlijk in zakken verpakken van gevogelte. NL8220228A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DK291281A DK153932C (da) 1981-06-30 1981-06-30 Fremgangsmaade og anlaeg til enkeltvis emballering af fjerkrae i poser
DK291281 1981-06-30
PCT/DK1982/000060 WO1983000130A1 (en) 1981-06-30 1982-06-30 Method and plant for packing poultry individually in bags
DK8200060 1982-06-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8220228A true NL8220228A (nl) 1983-05-02

Family

ID=8117044

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8220228A NL8220228A (nl) 1981-06-30 1982-06-30 Werkwijze en inrichting voor het afzonderlijk in zakken verpakken van gevogelte.

Country Status (10)

Country Link
EP (1) EP0084541B1 (nl)
AU (1) AU8589682A (nl)
BR (1) BR8207773A (nl)
DE (1) DE3248861T1 (nl)
DK (1) DK153932C (nl)
ES (1) ES8306064A1 (nl)
GB (1) GB2112736B (nl)
IT (1) IT1148978B (nl)
NL (1) NL8220228A (nl)
WO (1) WO1983000130A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103183139B (zh) * 2013-03-13 2014-12-10 陈业明 鸡爪自动装袋机
EP3321647B1 (de) 2016-11-09 2021-08-18 Albert Handtmann Maschinenfabrik GmbH & Co. KG Wägesystem

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3291303A (en) * 1963-03-13 1966-12-13 Altenpohl W F Poultry selector conveyor assembly
GB1277725A (en) * 1969-11-18 1972-06-14 Berkel Patent Nv A data dispensing device
US4096950A (en) * 1974-08-05 1978-06-27 Autosystems Limited Sorting systems and sensing devices for use therewith
US3988874A (en) * 1975-04-22 1976-11-02 Altenpohl W F Poultry weighing and packing apparatus
US4024053A (en) * 1975-09-26 1977-05-17 Gainesville Machine Company, Inc. Apparatus and method for detecting and dispensing articles of preselected weights suspended from shackles
DE2547677A1 (de) * 1975-10-24 1977-04-28 Markert Maschf Bv Verfahren und einrichtung zum verpacken von gefluegelexemplaren
SE7801602L (sv) * 1977-10-25 1979-04-26 W F Altenpohl Forpackningsmetod for fjederfe

Also Published As

Publication number Publication date
EP0084541A1 (en) 1983-08-03
DK291281A (da) 1982-12-31
ES513702A0 (es) 1983-05-01
DK153932C (da) 1989-02-06
IT1148978B (it) 1986-12-03
WO1983000130A1 (en) 1983-01-20
GB2112736B (en) 1985-05-01
GB8304281D0 (en) 1983-03-23
BR8207773A (pt) 1983-05-31
ES8306064A1 (es) 1983-05-01
IT8248722A0 (it) 1982-06-30
GB2112736A (en) 1983-07-27
AU8589682A (en) 1983-02-02
EP0084541B1 (en) 1987-06-10
DK153932B (da) 1988-09-26
DE3248861T1 (de) 1983-10-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7967149B2 (en) Apparatus and method for grading articles based on weight, and adapted computer program product and computer readable media
EP0706479B1 (en) A method and a system for building up weighed-out portions of objects
US3990209A (en) Machine and method for transferring predetermined numbers of items
US3512336A (en) Apparatus for placing flexible packages in shipping containers
US4386490A (en) Apparatus for collating, cutting and packing food products
US4052838A (en) Apparatus for packaging nested, uniformly shaped articles
AU598604B2 (en) A method and an apparatus for transporting slaughter animals during slaughtering, packaging or otherwise processing said animals, in particular poultry
EP1806054B1 (en) Method and conveyor assembly for unloading birds from a compartment for holding birds
US5057055A (en) Sausage link handling and packaging machine
US5806287A (en) On-the-go check weigh system
EP0063042B1 (en) Combinatorial weighing apparatus
JPS58102112A (ja) 鶏肉計量装置
US5340269A (en) Method for handling elongate products
NL8103133A (nl) Inrichting voor het vrijgeven van voorwerpen uit transportgrijpers.
EP0619228A1 (en) Food article filling head
CA2421104C (en) A mushroom packing apparatus
NO167793B (no) Pakkemaskin og fremgangsmaate for pakking av matvareprodukter.
AU2002212208A1 (en) A mushroom packing apparatus
WO2021044053A1 (en) A method and an apparatus for filling containers with food items
NL8220228A (nl) Werkwijze en inrichting voor het afzonderlijk in zakken verpakken van gevogelte.
US4708250A (en) Method and an apparatus for handling vulnerable articles, as well as a container adapted to apply this method
EP0456155B1 (en) Sausage link handling and packaging machine
US4023329A (en) Poultry packaging apparatus
WO2002044670A1 (en) Method and apparatus for weighing suspended objects
US3540074A (en) Giblet inserter