NL8204879A - Scheerapparaat. - Google Patents

Description

.....I',.....

PHN 10.515 1 NV. PHILIPS' GLOEILAMPENFABRIEKEN TE EINDHOVEN.

"Scheerapparaat"

De uitvinding heeft betrekking op een scheerapparaat net een scheerplaat met haarintredeopeningen en een ten opzichte van een denkbeeldige rotatieas roterend aandrijfbare snijeenheid met combinaties van een mes en een voorloopmes, welke snijeenheid een snij orgaan omvat, 5 dat wordt gevormd door een centraal lichaam dat aan de ontrek is voorzien van mes armen, waarbij tenminste een deel van elke mesarm zich ih hoofdzaak in axiale richting uitstrekt, met aan het uiteinde van elke mes arm een mes en elk voorlocpnes zich bevindt aan het uiteinde van een voorlocpnesarm en eveneens tenminste een deel van elke voorlocpmesarm 10 zich in hoofdzaak in axiale richting uitstrekt.

Een dergelijk scheerapparaat is bijv. bekend uit de Ned. o.a. 7404657 (PHN 7351).

Indien tijdens het gebruik van het apparaat een voorloopmes in aanraking komt met een haar kan het voorloopmes met een relatieve beweging t.o.v.

15 het bijbehorende mes uitwijken. Hierbij wordt de voorloopmesarm elastisch vervormd. De voorloopmesarmen zijn derhalve aanzienlijk minder stijf en daarbij ook minder sterk uitgevoerd dan de mesarmen. Hierdoor zijn de voorloopmesarmen kwetsbaarder ten aanzien van beschadigingen en vervormingen, i.h.b. als de snijeenheden worden gemonteerd of 20 gedemonteerd of als ze worden gereinigd.

De uitvinding heeft ten doel een minder kwetsbare konstruktie te verschaffen en heeft het kenmerk, dat het zich in axiale richting uitstrekkende deel van elke mesarm in radiale richting tegenover het bijbehorende zich in axiale richting uitstrekkende deel van de voorloopmes-25 arm bevindt en qp grotere radiale afstand tot de rotatieas is gelegen.

Op deze wijze beschermt de mesarm de bijbehorende voorloopmesarm tegen destruktieve uitwendige krachten. Ook kan nu op eenvoudige wijze worden voorkomen dat de voorloopmesarmen en ook de voorloopmessen in radiale richting tuiten de mesarmen resp. de messen uitsteken 30 waardoor de kans op hinderlijk lawaai door aanraking van de voorloop-messen en voorloopmesarmen met de scheerplaat tijdens het gebruik van het apparaat kleiner wordt.

8204879

* V

PHN 10.515 2

Bijzondere uitvoeringsvormen zijn weergegeven in de conclusies 2 tot en met 7.

De uitvinding is eveneens belichaamd in een snijeenheid zoals toegepast bij de hierboven omschreven uitvoeringsvormen.

5 De uitvinding zal hierna warden toegelicht met behulp van een beschrijving van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 1 toont in perspektief een scheerapparaat met drie scheer- platen.

Fig. 2 toont in perspektief de snijeenheid in uit elkaar ge-10 nemen toestand.

Fig. 3 toont de snijeenheid van figuur 2 en een deel van de scheerplaat in doorsnede.

Figuur 4 is een detail van de snijeenheid volgens de figuren 2 en 3.

15 Het scheerapparaat volgens figuur 1 omvat een huis 1, waarvan een deel is uitgevoerd als een scheerplaathouder 2 voor drie scheer-platen 3. De scheerplaten 3 zijn voorzien van haarintredeopeningen 4.

Aan de binnenzijde van elke scheerplaat bevindt zich een snijeenheid volgens de figuren 2 t/m 4 welke op op zich bekende wijze 20 roterend kan warden aangedreven.

De snijeenheid 5 omvat een snijorgaan 6 dat veelal als een enkel onderdeel uit één stuk uit metaalplaat zal zijn vervaardigd en dat in hoofdzaak wordt gevormd door een centraal lichaam 7 dat aan de omtrek is voorzien van messen 8, welke door middel van de mesarmen 9 aan het 25 centrale lichaam 7 zijn bevestigd. Ieder mes 8 is voorzien van een voor-loopmes 10.De voorloopmessen 10 zijn onderdelen van een voorloopmesor-gaan 11 dat eveneens bij voorkeur als een onderdeel uit één stuk uit dunne elastische metaalplaat zal zijn vervaardigd. Dit voorloopmesorgaan 11 omvat een centraal deel 12 waarmee de voorloopmessen 10 door middel 30 van de voorloopmesarmen 13 zijn verbonden.

De voorloopmessen 10 kunnen ten gevolge van de flexibele armen 13 ten opzichte van de messen 8 verplaatsen zodat op reeds uit de stand van de techniek bekende wijze enigszins aan een haar wordt getrokken voordat deze wordt af geschoren. Hierdoor wordt met deze kon-35 binaties van een mes een een voorloopmes zeer goede scheerresultaten verkregen.

De snijeenheid 5 omvat tevens het ringvormig deel 14 met een f 8204879 ' ί·" .. .....:........*/ ΡΗΝ 10-515 3 centrale schijf 15 en een uit het vlak van deze centrale schijf gedrukte flensrand 16. De centrale schijf 15 is voorzien van een koppelopening 17.

In de samengestelde toestand van de snijeenheid zijn de drie onderdelen in de in fig. 2 weergegeven rangschikking op elkaar gesta-5 peld zoals in doorsnede is weergegeven in fig. 3. Het centraal deel 12 van het voorlocpnescrgaan 11 is daarbij geklemd tussen de centrale schijf 15 van het ringvormig deel 14 en het axiaal versprongen gedeelte 7' van het centrale lichaam 7 van het snijorgaan. Het ringvormig deel 14 is voorzien van lippen 18 welke in samenvallende uitsparingen 19 en 10 20 in het centrale deel 12, resp. het centrale lichaam 7 steken en aan het uiteinde enigszins zijn ongebogen waardoor het snijorgaan, het voorloopnesorgaan en het ringvormig deel t.o.v. elkaar warden gecentreerd en aan elkaar worden bevestigd.

In deze samengestelde toestand van de snijeenheid 5 is de 15 mes arm 9 in buitenwaartse richting over de bijbehorende voorloopmesarm 13 gebogen (zie ook fig. 4). Het zich in hoofdzaak in axiale richting uitstrekkende deel 9' van elke mesarm 9 bevindt zich dan tegenover het zich in hoofdzaak in axiale richting uitstrékkende deel 13’ van de bijbehorende vóorloopmesarm 13 terwijl dit deel 9' op een grotere radiale 20 afstand van de denkbeeldige rotatieas 21 is gelegen dan het deel 13'.

Cp deze wijze beschermt het mesarmdeel 9' het voorloopmesarm-deel 13' tegen storende uitwendige invloeden. In het bijzonder indien de snijeenheid uit het apparaat wordt genomen bijv. voor reinigingsdoel-einden is de kans cp beschadiging van de kwetsbare voorloopmessen en 25 voorloopmesarmen aanzienlijk geringer geworden. De snijeenheid kan nu worden beetgepakt bij de krans van messen zonder dat de voorloopmessen worden aangeraakt.

In de weergegeven uitvoeringsvorm is het voorloopmesorgaan 11 binnen het snijorgaan gelegen, dat wil zeggen dat het centrale deel 12 30 van het voorloopmesorgaan aan de naar de scheerplaat 3 toegekeerde zijde van het centrale lichaam 7 van het snijorgaan 6 is gelegen waardoor de voorloopmesarmen 13 praktisch geheel binnen de mesarmen 9 zijn gelegen en door deze warden afgeschermd. Het radiaal gerichte deel 9" van een mesarm 9 of het centrale lichaam 7 kan op eenvoudige wijze een aanslag 35 vormen welke de uLtsdjdng van de bijbehorende voorloopmesarm en daarmee van het voorloopmes, in axiale van de scheerplaat afgekeerde richting begrenst. De buitenrand 22 van de flensrand 16 van ringvormig deel 14 8204879 PHN 10.515 4 vormt een aanslag welke op deze wijze de uitwijkingen van de voorloop-messen in radiale binnenwaartse richting begrenst.

De voorloopmesarmen 13 zijn voorzien van nokjes 23 en 24 welke aanliggen tegen de flensrand 16, respektievelijk tegen de binnenzijde van de 5 delen 9' van de mesarmen 9, waardoor de uitwijking van de voorloopmes-sen tevens in axiale naar de scheerplaat 3 toegekeerde richting en in radiale buitenwaartse richting wordt begrensd.

De snij eenheid kan ook worden uitgevoerd met voorloopmessen en voorloopmesarmen welke niet tot een voorloopmesorgaan zijn verenigd. 10 De uiteinden van de voorloopmesarmen kunnen in dat geval bijvoorbeeld tussen de centrale schijf 15 en het versprongen gedeelte 7' van het centrale lichaam 7 worden vastgeklemd.

Het ringvormig deel kan ook worden uitgevoerd met spaken waarbij de uiteinden van de voorloopmesarmen tussen de spaken en het snij-15 orgaan worden vastgeklemd en de uiteinden van de spaken een aanslag vormen voor het aan de voorloopmessen grenzende deel van de voorloopmesarmen.

20 25 30 35 8204879

Claims (8)

1. Scheer apparaat met een scheerplaat met haarlntredeopeningen en een ten opzichte van een denkbeeldige rotatieas roterend aandrijf-bare snij eenheid met kcmbinaties van een mes en een voorloopnes, welke snijeenheid een snijorgaan omvat, dat wordt gevormd door een centraal li- 5 chaam dat aan de cmtrek is voorzien van mesarmen, waarbij ten minste een deel van elke mesarm zich in hoofdzaak in axiale richting uitstrekt, met aan het uiteinde van elke mesarm een mes ei elk voorloopmes zich bevindt aan het uiteinde van een voorloopnesarm en eveneens tenminste een deel van elke voorloopnesarm zich in hoofdzaak in axiale richting 10 uitstrekt, met het kenmerk, dat het zich in axiale richting uitstrekkende deel van elke mesarm in radiale richting tegenover het bijbehorende zich in axiale richting uitstrekkende deel van de voorloopnesarm bevindt, en op grotere radiale afstand tot de rotatieas is gelegen.

2. Scheer apparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 15 zich in axiale richting uitstrékkende deel van een mesarm een de uitwijking in radiale richting begrenzende aanslag vormt voor het bijbehorende zich eveneens in axiale richting uitstrékkende deel van de voorloopnesarm.

3. Scheer apparaat volgens conclusie 1 of 2, waarbij de voorloop-20 messen, de voorloopnesarmen en een centraal deel waaraan de voorlocpnes- armen zijn bevestigd een afzonderlijke voorlocpmesorgaan vormen, met het kenmerk, dat het centrale deel van het voorlocpmesorgaan van de naar de scheerplaat toegekeerde zijde van het centrale lichaam van het snijorgaan is gelegen.

4. Scheerapparaat volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat een deel van het snijorgaan tevens een de uitwijking in axiale richting begrenzende aanslag voor een voorloopmes arm vormt.

5. Scheer apparaat volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de snijeenheid tevens een ringvormig deel omvat waarvan de 30 buitenomtrek grenst aan de voorloopnesarmen en voor deze armen een de uitwijking in radiale richting begrenzende aanslag vormt.

6. Scheer apparaat volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het ringvormig deel tevens een de uitwijking in axiale richting begrenzende aanslag vormt voor de voorloopnesarmen.

7. Scheerapparaat volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het ringvormig deel tevens een koppelstuk vormt voor het verbinden van de onderdelen van de snijeenheid. 8204879 ΡΗΝ 10.515 6 V Λ

8. Snijeenheid zoals toegepast bij een scheerapparaat volgens een der voorgaande conclusies. 5 10 15 20 25 30 35 8204879