NL8204752A - Inrichting voor het smeren van staalkabels. - Google Patents

Description

82.5157/Rey/sme

Korte aanduiding: Inrichting voor het smeren van staalkabels.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het smeren van staalkabels, in het bijzonder van staalkabels die gebruikt worden voor de visserij en bij offshore-instal-laties, en bloot staan aan de corrosieve werking van het zee-5 water. Het gevolg van deze corrosie is, dat de kabels stug worden en niet meer goed op een haspel kunnen worden opgewonden en opvolgende windingen niet naast elkaar maar op elkaar komen met het gevolg, dat er schokken optreden tijdens het weer terugglijden van deze foutieve windingen, het zoge-10 naamde "springen" van de kabel. Vervolgens kunnen de buitenste metaaldraden van de kabel breken door slijtage op de schijven, zodat de kabel rafelig wordt, en allerlei verontreinigingen en zeegras uit de zee worden meegesleept. Deze verontreinigingen komen dan terecht in de kabelblokken en op de haspel. Voorts 15 kunnen dergelijke rafels aanleiding geven tot verwondingen van het bedienend personeel op het schip.

Een bekende inrichting voor-het smeren van voortbewegende kabels bestaat uit een tweedelige buisvormige kabel-schoen, die inwendig is voorzien van compartimenten, welke 20 schoen kan worden opengeklapt en op de kabel kan worden geplaatst en vervolgens met een ketting wordt bevestigd aan een stationaire constructie, zodat de kabel door de schoen beweegt, terwijl in een compartiment van de schoen smeervet onder druk wordt toegevoerd. Bij deze bekende inrichting 25 doet zich echter het nadeel voor, dat er een goede en stevige afdichting aanwezig moet zijn bij de doorvoeropeningen voor de kabel en wel voor elke diameter kabel een andere aangepaste afdichting om te vermijden dat het smeervet naar buiten zal stromen. Dit heeft tot gevolg dat slechts een zeer ge-30 ringe snelheid van de kabel ten opzichte van de schoen mogelijk is in verband met de optredende warmte-ontwikkeling. De ervaring leert dat met deze bekende inrichting slechts een uitwendig "plamuren" van de kabel tot stand komt en dat bijvoorbeeld de kern van hennep niet wordt bereikt. Derhalve 35 is er een onvoldoende bescherming tegen corrosie en de kabels 8204752 - 2 - è \ moeten meestal na 8 - 10 weken gebruik worden afgekeurd en vervangen. Dit is een vrij kostbare aangelegenheid terwijl bovendien het vetgebruik zeer hoog blijkt te zijn.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen voor 5 het smeren van staalkabels waarbij de hiervoor genoemde nadelen worden vermeden. Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de inrichting bestaat uit een vastgemonteerd in de lengterichting gedeeld kokervormig huis met aan beide uiteinden een doorgang voor de door het huis te geleiden 10 staalkabel, een aantal binnen het huis aangebrachte sproei-organen die zijn aangesloten op een bron van impregneerolie of vet onder druk, alsmede op een drukluchtvoorziening.

Op deze wijze geschiedt de smering op een principieel andere wijze, namelijk door het versproeien van een zogenaamde 15 impregneer- of kruipolie, die speciaal voor dit oogmerk is ontwikkeld. Deze olie wordt direct op de kabel gesproeid, zodat in het huis zelf geen hoge druk heerst en de kabel met grote snelheid door het huis kan worden gevoerd zonder dat er bij afdichtingen in de doorgangen een ongewenst grote 20 warmte-ontwikkeling ontstaat.

Bij voorkeur is elk sproei-orgaan voorzien van een aantal uitstroomopeningen voor het vet of de olie en van een aantal uitstroomopeningen voor de lucht. De olie treedt met een geringe overdruk naar buiten en wordt door de luchtstralen 25 meegevoerd naar de kabel. Hierbij treedt een versproeien van de olie op, waarbij de olie in de vorm van kleine sliertjes wordt gebracht. Deze sliertjes hechten zich gemakkelijk aan de voorbijkomende kabel zonder hiervan terug te kaatsen.

Tevens wordt hierdoor een gerichte sproeistraal op de voor-30 bijbewegende kabel verkregen. De kruipolie dringt in de kabel door en veroorzaakt een goede penetratie naar de meer inwaarts gerichte delen van de kabel en naar de kern van hennep. Het verbruik van deze kruipolie is slechts enkele liters per behandeling en betekent een belangrijke besparing ten op-35 zichte van de bestaande systemen.

Doordat in het huis geen hoge druk heerst, kunnen volgens de uitvinding de beide eindvlakken van het kokervormige huis, die elk een doorgang voor de kabel bevatten, bestaan uit re- 8204752 € * - 3 - latief dunne vlakke platen van een slijtvast synthetisch rubber. Dergelijke platen zijn eenvoudig en goedkoop aan te brengen, terwijl de doorgangen voor de kabel zich ten gevolge van slijtage automatisch aanpassen aan de diameter van 5 de kabel. Indien de doorgangen te ver zijn uitgesleten, kunnen deze wanden gemakkelijk en goedkoop worden vervangen.

Aan boord van moderne vissersschepen zijn vaak kokers met een vierkante doorsnede aanwezig waardoorheen de kabel beweegt vanaf een plaats voorbij het eerste kabelwiel totaan 10 het nabij de railing geplaatste zelfinstelbare kabelwiel waarlangs de kabel wordt gevoerd tot het zich buiten het schip bevindende net. De uitvinding maakt gebruik van een dergelijke koker door daarvan een stuk te vervangen door het kokervormige huis, zodat de smeerkokers permanent aanwezig zijn 15 en op die manier geschikt zijn voor afstandbediening vanaf de brug van het vaartuig.

Indien dergelijke beschermkokers voor cfe kabels niet aanwezig zijn, wordt het kokervormige huis enigszins beweegbaar op de buiskap gemonteerd. In dit geval wordt het huis 20 in zekere mate door de kabel gedragen, waartoe volgens de uitvinding de doorgangen zijn voorzien van bredere slijtbussen.

Eventueel kunnen twee of meerdere van dergelijke smeerkokers zijn aangebracht, welke kokers volgens de uitvinding elk via een terugvoerleiding zijn aangesloten op een bezink-25 bak voor het terugvoeren van de overtollige olie en het afscheiden van eventueel hierin aanwezig water of vuil.

De sproei-organen van de beide kokervormige huizen zijn hierbij aangesloten op de aan boord aanwezige persdrukleiding alsmede op een hogedruksmeeroliepomp met een heen en weer-30 gaande pneumatisch aangedreven zuiger, welke pomp de olie aanzuigt en de druk tot maximaal vijftig maal kan verhogen ten opzichte van de pneumatische druk die vier bar bedraagt.

Gebleken is dat na enkele dagen stilstand, bijvoorbeeld na het weekeinde, bij een enigszins opgedroogde kabel de 35 penetratie van de op de kabel gesproeide olie tot in het hart van de kabel plaatsvindt, waarna een aanraking met zeewater weinig nadelige invloed meer heeft. Aan boord van ' vissersschepen is geconstateerd, dat het als zeer onaangenaam 8204 752 yfg -rfty&'V ' y.

I 9 * - 4 - ervaren klappen of springen van de foutieve kabelwindingen naar een juiste plaats op de haspel achterwege blijft met een aanzienlijke reductie van het normaal geproduceerde lawaai en trillingen. De kabel blijft langer soepel en de bui-5 tenste elementaire draden zullen langer heel blijven en pas veel later gaan rafelen of pluizen ten gevolge van de blijvende soepele toestand van de kabel.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.

10 Fig. 1 toont schematisch een inrichting met twee smeer- kokers aan boord van een vissersschip.

Fig. 2 toont een perspektivisch aanzicht van een smeer-koker volgens de uitvinding.

Fig. 3 toont in perspektief het onderste deel van het 15 huis nabij de eindwand.

Fig. 4 toont een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Zoals is te zien in fig. 1, is een hogedruk-smeerolie-pomp 1 gemonteerd op een vat 2 met impregneer- of kruipolie.

20 Vanaf de smeeroliepomp 1 loopt een drukluchtleiding 3, die via een luchtregelpaneel 4 is aangesloten op een in het schip aanwezige persdrukleiding 5, en een olieleiding 6 naar een hoofdverdeelkast 7. Vanaf de hoofdverdeelkast 7 loopt enerzijds een persluchtleiding 8 en een olieleiding 9 naar een 25 smeerkoker 10 en anderzijds een persluchtleiding 8' en een olieleiding 9' naar een smeerkoker 10’. De beide smeerkokers zijn elk voorzien van een terugvoerleiding 11, 11', die zijn aangesloten op een bezinkbak 12 voor het terugvoeren van de overtollige olie en het afscheiden van eventueel hierin aan-30 wezig water. De beide smeerkokers 10, 10' zijn in tegenstelling tot de rest van de inrichting op de buiskap 13 van het schip geplaatst.

Fig. 2 toont schematisch een smeerkoker 10, zoals deze in een lange vaste geleidingskoker voor de kabel kan worden 35 opgenomen. In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat de smeerkoker uit een langwerpig huis met een rechthoekige dwarsdoorsnede. Het huis bestaat uit twee op elkaar geplaatste helften 14, 15 welke helften door middel van aansluitflenzen 16, 17 8204 752 "< * - 5 - ♦ op elkaar zijn geplaatst en door middel van niet-weergegeven verbindingselementen, zoals moeren en bouten met elkaar kunnen worden verbonden. Het scheidingsvlak van de beide helften loopt horizontaal en is een weinig onder de centrale hartlijn 5 van het huis gelegen. De uiteinden van de beide helften zijn eveneens voorzien van aansluitflenzen 18, 19 resp. 20,.21, waarmee het kokervormige huis in een reeds op het schip aanwezige lange geleidingskoker voor de kabel kan worden opgenomen.

10 Nabij elk uiteinde van het kokervormige huis zijn uit twee delen 22, 23 bestaande eindwanden aangebracht, welke eindwanden zijn gedeeld volgens een door de centrale hartlijn van het huis lopend horizontaal vlak. Het bovenste deel 22 is aan de bovenste helft 14 van het huis en het onderste deel aan 15 de onderste helft 15 van het huis bevestigd.

Zoals fig. 3 toont, bestaat elk deel 22, 23 van de eind-wand uit twee op een afstand van elkaar geplaatste platen 23a en 23b, welke platen zijn voorzien van een uitsparing 24 in de vorm van een halve cirkel. Indien het kokervormige huis is 20 opgenomen in een reeds bestaande koker, worden tussen de platen 23a en 23b dunne vlakke platen van een synthetisch rubber 25 geplaatst, zoals bijvoorbeeld bekend onder de handelsnaam VULKOLAN. De in elke eindwand tegen elkaar aan staande platen van synthetisch rubber 25, 25' laten een opening 26 vrij voor 25 het doorvoeren van de kabel, welke opening coaxiaal om de centrale hartlijn van het huis is gelegen. Dit synthetische rubber heeft het voordeel dat de kabel zonder weerstand met grote snelheid door de openingen 24 kan lopen, zonder dat er een grote warmte-ontwikkeling ontstaat, terwijl de kabel de 30 openingen enigszins kan uitslijten, zodat de openingen zich aan de diameter van de kabel aanpassen.

De bovenste helft 14 van het kokervormige huis is voorzien van een aantal sproei-organen 27» 28 waarvan er in fig. 2 slechts twee zijn weergegeven. Bij voorkeur zijn er drie van 35 dergelijke organen aanwezig, die elk een sector van 120° van de kabel besproeien.

Elk sproei-orgaan is voorzien van uitstroomkanalen voor de impregneerolie alsmede van een aantal uitstroomkanalen 8204752 é ' # · - 6 - voor de druklucht. Op deze wijze vindt er geen vernevelen plaats, maar een versproeien en wordt de olie in de vorm van kleine langwerpige druppels meegevoerd, welke druppels zich gemakkelijk aan de kabel hechten.

5 Fig. 4 toont de inrichting indien op het schip geen vaste beschermkokers voor de kabels aanwezig zijn. Het huis 10 is via een flexibele afvoerleiding 29 met de buiskap 13 verbonden en door middel van één of meer kettingen 30 vastgezet. Op deze wijze is de smeerkoker 10 in zekere mate be-10 weegbaar gemonteerd en wordt als het ware "gedragen" door de kabel 31. De dunne platen VULKOLAN zijn hierbij vervangen door brede ringvormige bussen 32 die op geschikte wijze in de eindwanden van de smeerkoker 10 zijn gemonteerd. De bussen zijn vervaardigd van een slijtvast materiaal met goede glij-15 eigenschappen, zoals bijvoorbeeld bekend onder de handelsnaam STE0MIDEEN.

De inrichting volgens de uitvinding heeft het bijzondere voordeel, dat deze permanent kan worden geïnstalleerd en, indien nodig, vanaf de brug kan worden bediend. In de smeer-20 koker zelf heerst geen hogedruk, zodat er geen afdichtpro-blemen optreden en de kabel met hoge snelheid door de smeerkoker kan worden gevoerd.

Alhoewel de uitvinding tot dusver alleen is beproefd voor vissersschepen met een horizontaal verlopend gedeelte 25 van het kabeltraject (gelegen op korte afstand boven de buiskap), ligt het binnen het kader van de uitvinding om ook een verticale uitvoering te maken, die in het bijzonder bestemd is voor grote hijsinstallaties aan boord van kraanschepen, booreilanden en dergelijke buitengaatse installaties. Bij een 30 verticale opstelling van de smeerkoker worden bij voorkeur vier sproei-organen toegepast.

8204 752

Claims (8)

1. Inrichting voor het smeren van staalkabels, gekenmerkt door een permanent gemonteerd in de lengterichting gedeeld kokervormig huis met aan beide uiteinden een doorgang voor de door dit huis te geleiden staalkabel, een aantal bin- 5 nen het huis aangebrachte sproei-organen die zijn aangesloten op een bron van impregneerolie of -vet onder druk alsmede op een drukluchtvoorziening.

2. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat elk sproei-orgaan is voorzien van een aantal 10 uitstroomopeningen voor het vet of de olie en van een aantal uitstroomopeningen voor de lucht.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat het kokervormige huis deel uitmaakt van een lange vaste beschermingskoker voor de kabel.

4. Inrichting volgens conclusie 3,met het ken merk, dat de beide eindwanden van het kokervormige huis zijn voorzien van dunne vlakke platen van een slijtvast synthetisch rubber, welke platen de doorgang voor de kabel bevatten.

5. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het ken merk, dat het kokervormige huis beweegbaar is gemonteerd en door de kabel wordt gedragen.

6. Inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk, dat de beide eindwanden van het kokervormige huis 25 zijn voorzien van brede bussen van een slijtvast materiaal met goede glij-eigenschappen, die de doorgang voor de kabel vormen.

7. Inrichting volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het huis via een terugvoer- 8204752 „ -8- leiding is aangesloten op een bezinkbak voor het terugvoeren van de overtollige olie en het afscheiden van eventueel hierin aanwezig water of vuil.

8. Inrichting volgens een of meer der voorafgaande conclu-5 sies, met het kenmerk, dat het kokervormige huis is voorzien van drie verdeeld langs de omtrek en de lengterichting aangebrachte sproei-organen die elk een sector van 120° van de voorbijkomende kabel besproeien. 8204752