NL8204328A

NL8204328A - Inrichting voor het op gewicht sorteren van gewassen.

Info

Publication number: NL8204328A
Application number: NL8204328A
Authority: NL
Original assignee: Tas Adrianus Wilhelmus
Priority date: 1982-11-09
Filing date: 1982-11-09
Publication date: 1984-06-01
Also published as: EP0108445B1; ES275543U; ATE24126T1; ES275543Y; DE3368211D1; EP0108445A1; US4583636A

Description

<>

: ‘............ - r- M

-1- 22660/CV/tl

Korte Aanduidhg: Inrichting voor het op gewicht sorteren van gewassen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het op gewicht sorteren van gewassen, voorzien van een eindloos transportorgaan, 5 scharnierend met hetitransportorgaan gekoppelde opneemorganen voor het opnemen van de te wegen producten en van een mechanisme voor het bepalen van het gewicht van het zich in/en of op het opneemorgaan bevindende product.

Bij dergelijke inrichtingen,die ook nog kunnen zijn uitgerust om 10 de producten behalve op gewicht ook op kleur te sorteren,is het opneemorgaan veelal met behulp van een enkele op \erhoudingsgwijs grote afstand van het hart van het opneemorgaan gelegen scharnieras met het transportorgaan gekoppeld. Variaties in de ligging van het zwaartepunt van het te wegen product ten opzichte van de scharnieras kunnen de uitgevoerde 15 meting in sterke mate beïnvloeden.

Op de eerste plaats is dit nadelig omdat dientengevolge een gewogen voorwerp in een niet juiste gewichtsklasse kan worden ingedeeld.

Een veel belangrijker nadeel van deze bekende constructie kan nog worden veroorzaakt door het feit,dat bij dergelijke bekende inrichtingen 20 de gewichten van de aan een bepaald sorteervak of een bij dit sorteer-vak opgestelde bak of dergelijke toegevoerde producten worden opgesteld ter bepaling van het totale aan de desbetreffende sorteerruimte resp. opvangbak of dergelijke toegevoerde hoeveelheid. Het zal duidelijk zijn, dat onjuiste metingen van het gewicht kan resulterem in aanzienlijke 25 afwijkingen van het beoogde totale gewicht van een in een sorteerruimte, opvangbak, zoals veilingkist of dergelijke toegevoerde hoeveelheid.

Volgens de uitvinding is nu het opneemorgaan met behulp van een eerste scharnieras scharnierend gekoppeld met een verbindingsorgaan,welk verbindingsorgaan met behulp van een tweede zich althans nagenoeg even-30 wijdi,? aan de eerste scharnieras uitstrekkende scharnieras met het eindloze transportorgaan is gekoppeld,zodanig,dat het centrum van het op-neemorgaan tussen beide scharnierassen is gelegen.

Bij toepassing van een dergelijke constructie zullen variaties in de ligging van het zwaartepunt van het te meten product ten opzichte 35 van de schamierassen de beweging nauwelijks beïnvloeden en in de praktijk is dan ook gebleken,dat door toepassing van de constructie volgens 8204328 * ; ^ -2- 22660/GV/tl de uitvinding een aanzienlijk grotere nauwkeurigheid bij het wegen kan worden bewerkstelligd dan bij de bekende constructies.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoor-5 beeld van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch een bovenaanzicht op een deel van een eindloos transportorgaan van een inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in zijaanzicht het in fig.2 afgebeelde transportorgaan met een weegmechanisme. 10 Zoals is weergegeven in de figuren omvat het eindloze transport orgaan een tweetal eindloze zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende kettingen 1 en 2 waarin op regelmatige afstand van elkaar zich loodrecht ' op de lengterichting van de kettingen uitstrekkende assen 3 zijn ge^en. Aan de uiteinden van de assen 3 zijn rollen 4 aangebracht ter geleiding 15 van het eindloze transportorgaan in riet nader weergegeven gesteldelen van de sorteerinrichting.

' Tijdens bedrijf zullen de kettingen 1 en 2 en de daarmede verbonden onderdelen worden verplaatst in een richting volgens pijl A.

Aan ieder van de assen of pennen 3 is een U-vormige beugel 5 schar-20 nierend bevestigd waartoe de desbetreffende as 3 is gevoerd door in de vrije uiteinden van de benen van de beugels aangebrachte boringen. De opstelling is daarbij zodanig,dat de benen van de beugels zich tegengesteld aan de beoogdeverplaatsingsrichting volgens pijl A vanaf de des-25 betreffende as 3 uitstrekken in de richting van het de beide benen verbindende tussenstuk.

Tussen de benen van iedere beugel 5 zijn een tweetal zich evenwijdig aan deze benen uitstrekkende ruggen 6 gelegen, welke ruggen 6 deel uitmaken van een opneemorgaan 7. Daarbij zijn de bovenranden van de 30 ruggen 6 bevestigd aan een zich althans in hoofdzaak loodrecht op deze ruggen uitstrekkende plaat 8,die is voorzien van een centraal gelegen komvormig gevormd gedeelte 9 in het hart waarvan een gat 10 is aangebracht. Ieder opneemorgaan 7 is met behulp van een zich evenwijdig aan de assen 3 uitstrekkende scharnieras 11,die is gevoerd door in de benen 35 van de beugel 5 en in de ruggen 6 aangebrachte gaten scharnierend met 8204328 .> ................... ^ ΐ: .................................................... * ' ^ ' Λ -3- 22660/CV/tl de beugel 5 gekoppeld.

Langs een groot deel van het traject van de met de kettingen 1 en 2 meebewegende opneemorganen 7 worden buiten de beugels 5 uitstekende uiteinden van de pennen 11 geleid langs strippen 12,welke een ongewenste 5 verzwenking van de opneemorganen voorkomen. Deze uitstekende pennen 11 werken verder samen met organen,die op een bepaald moment een kanfiiing van een een product bevattend opneemorgaan mogelijk maken om het product, nadat dit gemeten en eventueel op kleur is onderzocht,op een bepaalde plaats af te voeren,zoals bijvoorbeeld is omschreven in de Nederlandse 10 octrooiaanvragen 7400756 en 7701513.

Zoals verder uit de figuren blijkt is het centrum van het opneemorgaan, in het bijzonder het hart van het komvormige deel 9 gezien in een richting loodrecht op het vlak door de beide scharnierassen 3 en 11 van het desbetreffende opneemorgaan tussen deze beide scharnierassen gelegen.

15 Daarbij is de breedte van het plaatvormige deel 8 van het opneemorgaan 7 groter dan de afstand tusseè de naar elkaar toegekeerde zijden van de benen van de beugel 5, zodat de plaat 8 en-de beugel 5 met elkaar samenwerken om te voorkomen,dat de opneemorganen in de in de figuren weergegeven stand van deze opneemorganen,waarin zij in het bovenste part van het 20 eindloze transportorgaan zijn gelegen,voorbij een bepaalde hoek om de scharnierassen 11 ten opzichte van de beugels 5 kunnen verzwenken.

De sorteerinriChting is verder voorzien van een weegmechanisme 13, welke vast opgestelde verticaal staande balken 14 omvat. Aan deze balken 14 zijn met behulp van zich horizontaal opgestelde assen 15 de uiteinden 25 van armen 16 scharnierend gekoppeld. De van de balken .14 afgekeerde uiteinden van de,armen $6 zijn mot behulp van zich evenwijdig aan de assen 15 uitstrekkende assen 17 scharnierend gekoppeld met een drager 18,welke aan zijn bovenei^fe fen weegplateau 19 ondersteunt· Met de drager 18 is een schokdemper 20 gekoppeld alsmede een drukopnemer 21. Met behulp van 30 deze drufcopneöner fcuimen signalen worden doorgegeven afhankelijk van het door het weegplateau 19 ondersteunde gewicht,dat op het steunorgaan 18 een neerwaartse kracht uitoefent.

Voor hetfc weegplateau is een geleidingsplaat 23 voor de opneemorganen 7 opgesteld. Deze geleidingsplaat 23 is met behulp van stelhouten 24 35 ten opzichte van èen vast opgfstéld gesteldeel 22 in hoogterichting instelbaar. Gezien in de beoogde verplaatsingsrichting volgens pijl A is

8 2 0 4 32 8 J

1 ......... · C:: -_'j s- * rf «* -4- 22660/CV/tl het vooreinde van de geleidingsplaat 20 voorzien van een schuine oploop-kant 25.

De te wegen producten zullen gezien in fig.2 op een bepaalde plaats links van het weegorgaan 13 en de geleidingsplaat 20 in de opneemorganen 5 7 worden gebrachtT ijdens de verplaatsing van deze opneemorganen in de richting volgens pijl A met behulp vanfie kettingen 1 en 2 zullen de opneemorganen op een bepaald tijdstip ter hoogte van de geleidingsplaat 23 komen waarover de onderzijden van de ruggen 6 bewegen. De geleidingsplaat 23> is aangebracht om de onderzijde van de ruggen 6 in een vlak te 10 brengen met de bovenzijde van het weegplateau 19. Ter hoogte van de geleidingsplaat 6 en het weegplateau 7 zijn de buiten de beugels uitstekende uiteinden van de pennen 11 vrij van geleidingsorganen. De met behulp van de geleidingsplaat 23 uitgerichte opneemorganen 7 glijden vanaf de geleidingsplaat 23 op het weegplateau 19,waar het gewicht van het 15 zich in een desbetreffend opneemorgaan bevindend product met behulp van de weegeenheid 13 wordt vastgesteld en wordt doorgegeven om te bewerkstelligen,dat het product op de juiste plaats wordt afgegeven.

Door de hërboven omschreven ophanging van het opneemorgaan met behulp van een tweetal op afstand van elkaar gelegen schamierassen zul-20 len variaties in de ligging van de zwaartepunten van de in de opneemorganen gelegen producten de gewichtsmeting althans nagenoeg niet beïnvloeden.

25 8204328

Claims

1. Inrichting voor het op gewicht sorteren-van gewassen,voorzien van een eindloos transportorgaan,scharnierad met het transportorgaan gekoppelde opneemorganen voor het opnemen van de te wegen producten en van een mechanisme voor het bepalen van het gewicht van zich in en/o£ op 5 de opneemorganen bevindende producten,met het kenmerk,dat een opneemor-gaan met behulp van een eerste scharnieras scharnierend is gekoppeld met een verbindingsorgaan,welk verbindingsorgaan met behulp van een tweede zich althans nagenoeg evenwijdig aan de eerste scharnieras uitstrekkende scharnieras met het eindloze transportorgaan is gekoppeld,zodanig, 10 dat het centrum van het opneemorgaan tussen beide scharnierassen is gelegen.

2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat het opneemorgaan scharniered is gekoppeld met een U-vormige beugel,welke op zijn beurt scharnieread met het eindloze transportorgaan is gekoppeld,terwijl in de 15 stand van het opneemorgaan waarin het opneemorgaan een product bevat althans een deel van het opneemorgaan boven een deel van de beugel is gelegen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat het opneemorgaan is voorzien van zich niar beneden uitstrekkende ribben met behulp 20 waarvan het opneemorgaan zich kan afsteunen op een weegplateau.

4. Inrichting volgens conclusie 3,met het kenmerk,dat voor het weegplateau een met de ruggen van het opneemorgaan samenwerkend geleidingsor-gaan is aangebracht waarbij h|t bovenvlak van dit geleidingsorgaan al** thans nagenoeg in hetzelfde vlak is gelegen als het bovenvlak van het 25 weegplateau.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat het opneemorgaan scharnierend met de beugel is gekoppeld met behulp van een pen,welke buiten de beugel uitsteekt en dient voor samenwerking met andere organen ter bepaling van de verzwenking om de scharnieras 30 waarmede de beugel aan de eindloze transportorganen is gekoppeld ter plaatse van het beoogde afvoerpunt van het gewogen product. 8204328