NL8204163A - Huis voor ten minste een insteekaansluiting. - Google Patents

Huis voor ten minste een insteekaansluiting. Download PDF

Info

Publication number
NL8204163A
NL8204163A NL8204163A NL8204163A NL8204163A NL 8204163 A NL8204163 A NL 8204163A NL 8204163 A NL8204163 A NL 8204163A NL 8204163 A NL8204163 A NL 8204163A NL 8204163 A NL8204163 A NL 8204163A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
walls
connecting piece
sleeve
casing
Prior art date
Application number
NL8204163A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bauknecht Gmbh G
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bauknecht Gmbh G filed Critical Bauknecht Gmbh G
Publication of NL8204163A publication Critical patent/NL8204163A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/40Securing contact members in or to a base or case; Insulating of contact members
    • H01R13/42Securing in a demountable manner
    • H01R13/422Securing in resilient one-piece base or case, e.g. by friction; One-piece base or case formed with resilient locking means
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/02Contact members
    • H01R13/10Sockets for co-operation with pins or blades
    • H01R13/11Resilient sockets
    • H01R13/115U-shaped sockets having inwardly bent legs, e.g. spade type

Landscapes

  • Connector Housings Or Holding Contact Members (AREA)
  • Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)

Description

- 1 - 4
Huis voor ten minste één insteekaansluiting.
De uitvinding heeft betrekking op een huis voor ten minste één insteekaansluiting, die een vlakke insteekhuls heeft, met ten minste twee opneemruimten, die voor telkens een hulsvormig deel van de vlakke insteekhuls zijn aangebracht 5 en door een verbindingsstuk gedeeltelijk van elkaar zijn gescheiden, dat zich op een afstand van de huisbodem bevindt en waarvan de zijvlakken met tegenover elkaar liggende buis-zijwanden, de bodem en een dekwand de opneemruimtai begrenzen, en met ten minste aan de zijwanden van het verbindingsstuk 10 en de tegenover elkaar liggende zijwanden van het huis aangebrachte aanlegvlakken voor de hulsvormige delen van de vlakke insteekhuls.
Bij een dergelijk huis (Duits octrooischrift 2 013 883) liggen de hulsvormige delen van de vlakke steker tegen de zij-15 wanden van het verbindingsstuk, tegen de tegenover elkaar liggende zijwanden van het huis, tegen de dekwanden van de opneemruimten alsmede tegen de bodem van helthuis. Het huis is slechts voor êën enkele grootte van een vlakke insteekhuls uitgevoerd, zodat voor verschillend grote vlakke insteek-20 hulzen ook verschillende huizen noodzakelijk zijn. Daardoor moeten voor de verschillende vlakke insteekhulzen corresponderende huizen worden vervaardigd en in voorraad gehouden, wat kosten met zich meebrengt.
Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een 25 zodanig huis uit te voeren, dat in de opneemruimten van het huis naar keuze verschillend grote vlakke insteekhulzen kunnen worden geleid.
Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat in het gebied tussen de zijwanden van het verbindings-30 stuk en de dekwand in iedere opneemruimte ten minste een verder aanligvlak voor de hulsvormige delen van de vlakke insteekhuls is aangebracht en dat de verdere 'aanligvlakken zich op een geringere afstand van de zijwanden van het verbindingsstuk bevinden dan de andere aanligvlakken.
35 Bij bet huis volgens de uitvinding ligt een tamelijk grote vlakke insteekhuls op gebruikelijke wijze tegen de zijwanden van hét verbindingsstuk en de tegenover elkaar liggende zijwanden van het huis. Wanneer in het huis een tamelijk 8204163 -* <> - 2 - kleine vlakke insteekhuls wordt gezet, kan hij met zijn hulsvormige delen tegen de verdere aanligvlakken alsmede tegen de zijwanden van het verbindingsstuk liggen. In het huis volgens de uitvinding kunnen dus naar keuze verschillende 5 grote vlakke insteekhulzen worden gezet en z aider extra be-vestigingsdelen worden geleid. Daardoor behoeft voor verschillend grote vlakke insteekhulzen slechts ëên huisgrootte te worden vervaardigd en in voorraad gehouden. Ook wordt de montage van de insteekaansluitingen vereenvoudigd, omdat 10 bij het inzetten er niet op behoeft te worden gelet dat verschillend grote vlakke insteekhulzen in bijbehorende, verschillend grote huizen worden gestoken.
Daarbij zijn verschillende voorkeursuitvoeringsvormen mogelijk.
15 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld enige uitvoeringsvormen van het huis volgens de uitvinding zijn weergegeven. In de tekening toont fig. 1 in vooraanzicht een huis volgens de uitvinding, 20 waarin een tamelijk kleine vlakke insteekhuls en een vlakke steker zijn gestoken? fig. 2 het huis volgens fig. 1, waarin een tamelijk grote vlakke insteekhuls alsmede een vlakke steker zijn gezet; 25 fig. 3 het huis volgens fig. 1 en 2 in zijaanzicht maar zonder vlakke insteekhuls en zonder vlakke steker; fig. 4 en 5 als in fig. 1 en 2 een tweede uitvoeringsvorm van een huis volgens de uitvinding; fig. 6 op grotere schaal een aanzicht volgens de lijn 30 VI-VI in fig. 4 maar zonder vlakke insteekhuls en vlakke steker.
Het huis volgens de fig. 1 tot 3 heeft twee opneemruim-ten 1,2, die een gemeenschappelijke bodem 3 hebben, die zich uitstrekt over de breedte van het huis. Op de bodem 3 sluiten 35 loodrecht huiszijwanden 4,5 aan, die de buitenste begrenzing van de opneemruimten 1,2 vormen. De over de gehele lengte van het huis zich uitstrekkende zijwanden 4,5 hebben doorgaand constante dikte en zijn door schuin ten opzichte van hen liggende tussenwanddelen 6,7 met telkens een dekwand 8,9 verbon-40 den, die evenwijdig aan de bodem 3 loopt. De delen 6,7 van de 8204163 - 3 - ft ** tussenwand liggen bij voorkeur onder ongeveer 45° ten opzichte van de huiszijwanden 4,5 respektievelijk de dekwanden 8,9.
De bodem 3, zijwanden 1,5 van het huis, de delen 6,7 van de tussenwand en de dekwanden 8,9 hebben telkens dezelfde dikte 5 en zijn met elkaar één geheel vormend uitgevoerd. De delen 6,7 van de tussenwand convergeren in de richting naar de dekwanden 8,9, die op hun beurt via verdere delen 10,11 van de tussenwand in een verbindingsstuk 12 overgaan, waarvan de kop-zijde 13 zich op een afstand van de bodem 3 bevindt en dat 10 de beide opneemruimten 1,2 gedeeltelijk van elkaar scheidt.
De delen 10,11 van de tussenwand en het verbindingsstuk 12 zijn eveneens als één geheel met de overige huisdelen uitgevoerd. Het verbindingsstuk 12 strekt zich bij voorkeur uit over de gehele leidende lengte van het huis (fig. 3). Het is 15 bij voorkeur even dik als de zijwanden 4,5 van het huis. De delen 10,11 van de tussenwand liggen onder telkens ongeveer 45° ten opzichte van de dekwanden 8,9.
De beide opneemruimten 1,2 dienen voor het opne men van twee hulsvormige delen 14,15 van een vlakke insteek-20 huls 16, waarop een (niet weergegeven) electrische leiding is aangesloten. De hulsvormige delen 14,15 liggen telkens tegen zijwanden 17,18 van het verbindingsstuk 12, die aanlig-vlakken vormen voor de hulsvormige delen. De breedte van het verbindingsstuk is bij voorkeur even groot als de kleinste 25 afstand tussen de beide buisvormige delen 14,15, zodat deze tegen de zijwanden van het verbindingsstuk liggen. De binnenzijden 19,20 van de tussenwanddelen 10,11, die zijn gekeerd naar de huisruimte 1,2, vormen verder aanligvlakken, waartegen de hulsvormige delen 14,15 eveneens liggen. Deze binnen-30 zijden 19,20, die stomphoekig opde zijwanden 17,18 van het verbindingsstuk aansluiten, zijn bij voorkeur zodanig aangebracht, dat de hulsdelen 14,15 ook tegen deze verdere aanligvlakken onder elastische vervorming liggen.
Additioneel kan de vlakke insteekhuls 16 met een vlak 35 verbindingsdeel 21 , dat de beide hulsdelen 14,15 verbindt, op de bodem liggen, waardoor een extra geleiding van de vlakke insteekhuls in het huis wordt bereikt.
De vrije einden 23,24 van de hulsdelen 14,15 steken iets boven de kopzijde 13 van het verbindingsstuk 12 uit; 40 bij voorkeur liggen zij in ëên vlak met de kopzijde van het 8204163 - 4 - verbindingsstuk. De vlakke insteektong 22, die tussen het verbindingsdeel 21, het verbindingsstuk 12 en de hulsdelen 14,15 in het huis wordt geschoven, ligt dan tegen de kopzijde 13 van het verbindingsstuk en tegen de vrije einden 23,24 5 van de hulsdelen 14,15 alsmede tegen de binnenzijde van het verbindingsdeel 21 (fig. 1).
Bij het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is in het huis een tamelijk kleine vlakke insteekhuls 16 gezet. In hetzelfde huis kan echter ook een grotere vlakke in-10 steekhuls worden ondergebracht, zoals dit in fig. 2 is weergegeven. De hulsdelen 14a,15a van deze grotere vlakke insteekhuls 16a zijn zo groot, dat zij tegen de vlakke binnenzijden 25,26 van de dekwanden 8,9, tegen de binnenzijden 27,28 van de huiszijwanden 4,5 en tegen de bodem 3 liggen. Daardoor 15 worden de hulsdelen 14a,15a in de opneemruimten 1,2 langs telkens drie aanligvlakken geleid. De delen van de hulsstukken 14a,15a, die zijn gekeerd naar het verbindingsstuk 12, bevinden zich op een afstand van het verbindingsstuk. Hun vrije einden 23a,24a liggen echter weer bij voorkeur in een 20 vlak met de vlakke kopzijde 13 van het verbindingsstuk. De vlakke insteektong 22 heeft gelijke of grotere afmetingen zoals bij dduitvoeringsvorm volgens fig. 1, zodat hij eveneens tegen dekopzijde 13 van het verbindingsstuk, de vrije einden 23a,24a van de hulsdelen 14a,15a alsmede tegen het 25 verbindingsdeel 21a van de vlakke insteekhuls 16a ligt.
Om de zitting vande vlakke insteekhuls 16a in het huis te verbeteren, is de bodem 3 voorzien van een als verhoging uitgevoerde geleiding 29, die zich bij voorkeur uitstrekt over de gehele lengte van het huis (fig. 3) en zich op een 30 afstand bevindt van de huiszijwanden 4,5. De leiding 29 ligt in het gebied onder het verbindingsstuk 12 en strekt zich uit tot ongeveer de halve breedte van de opneemruimten 1,2. Het verbindingsdeel 21a van de vlakke insteekhuls 16a ligt op deze leiding 29, waarvan het opligvlak 30 vlak is en die bij voor-35 keur een zodanige hoogte heeft, dat het verbindingsdeel 21a van de vlakke insteekhuls 16a onder geringe veerkrachtige buiging op de verhoging ligt. De vlakke insteekhuls is dan bijzonder veilig in het huis gelegerd. Door de aanligvlakken 17,18, 19,20 en de leiding 29 wordt de vlakke insteekhuls 16 in de 40 beide opneemruimten 1,2 veilig geleid. Daardoor is een zeer 8204163 .-5- veilige zitting van de vlakke insteekhuls 16 in het huis gewaarborgd . Omdat de bodem 3, de zijw anden 4,5, de dekwanden 8,9 en de tussenwanddelen 6,7,,10,11 ongeveer gelijke dikte hebben, heeft het huis in het gebied van de tussenwanddelen 5 6,7 afgeschuinde buitenzijden 31,52, die de evenwijdig aan elkaar liggende buiten zijden 33,34 van de huiszijwanden 4,5 met de loodrecht daarop liggende buitenzijden 35,36 van de dekwanden 8,9 verbinden. De buitenzijden 37,38 van de tussenwanddelen 10,11 liggen rechthoekig ten opzichte van elkaar 10 en onder ongeveer 45° ten opzichte van de bodem 3. De schuine buitenzijden 31,32,37,38 kunnen als geleidingsvlakken bij het inzetten van het huis in een bevestigingsdeel dienen. Tengevolge van deze afschuiningen is ook een zeer eenvoudige montage zonder verwisseling van de huizen in bijbehorende 15 bevestigingsdelen mogelijk.
In het huis is de vlakke insteekhuls 16,16a door grendelnokken 43 tegen naar buiten trekken beveiligd,zoals in fig. 6 voor het tweede uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven. Opdat de vlakke insteekhuls eenvoudig in zijn inzetstand 20 in het huis kan worden gebracht, is aan een huiseinde voor de beide opneemruimten 1,2 telkens een aanslag 39,40 aangebracht, die op de dekwanden 8,9 alsmede op de tussenwanddelen 6,7,10,11 aansluit en in de opneemruimten 1,2 steekt.
De aanslagen 39,40 zijn zo hoog, dat in de inzetstand zowel 25 de kleine vlakke insteekhuls 16 alsook de grote vlakke insteekhuls 16a met de hulsdelen 14,15 en 14a,15a tegen de aanslagen komen te liggen. De aanslagen strekken zich over de gehele breedte van de opneemruimten 1,2 uit en reiken in de hoogterichting gezien tot aan de overgang van de binnenzijden 30 41,42 van de buitenste tussenwanddelen 6,7 in de binnenzijden 27,28 van de huiszijwanden 4,5. De overgang van de binnenzijden 19,20 van de binnenste tussenwanddelen 10,11 in de zijwanden 17,18 van het verbindingsstuk 12 bevindt zich op een geringere afstand van de bodem 3 dan de overgang van de bin-35 nenzijde 41,42 van de buitenste tussenwanddelen 6,7 in de binnenzijden 27,28 van de huiszijwanden 4,5.
Het huis bestaat bij voorkeur uit kunststof. De verschillend grote vlakke insteekhulzen 16,16a worden in het huis ook zonder ingestoken vlakke insteektong 22 in het 40 huis geleid. Bij voorbeeld is de kleinste vlakke insteekhuls 8204163 ·· - 6 - 16 4,8 mm breed en wordt langs de zijwanden 17,18 van het verbindingsstuk, langs de binnenzijden 19,20 van de binnenste tussenwanddelen 10,11 en langs de bodem 3 geleid.
De grote vlakke insteekhuls 16a, die bij voorbeeld 5 6,3 mm breed kan zijn, wordt langs de binnenzijden 25,26 van dekwanden 8,9, langs de binnenzijden 27,28 van de huiszijwanden 4,5 en langs de bodem 3 geleid en kan naar keuze met bij voorbeeld 4,8 mm of 6,3 mm vlakke insteektangen in contact worden gebracht. Het huis is in het weergegeven uitvoe-10 ringsvoorbeeld voor afzonderlijke stekers uitgevoerd, kan echter natuurlijk voor groepsstekers zijn uitgevoerd. In dit geval heeft het huis verdere opneemruimten voor de verschillende stekers.
Bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 4 tot 6 zijn 15 eveneens de beide opneemruimten 1',2' aangebracht, die dezelfde dwarsdoorsnede hebben als de uitvoeringsvorm volgens de fig.
1 tot 3. De dekwanden 8',91 van de beide opneemruimten gaan zonder tussenwanddelen in elkaar over, zodat de buitenzijden 35',36' een gemeenschappelijke vlakke buitenzijde van het huis 20 vormen. Zij sluiten rechthoekig op de buitenzijden 33',34' van het huis aan. In fig. 6 is de grendelnok 43 zichtbaar, die aan de binnenzijde 26' van de dekwand 9' is aangebracht.
De grendelnok is in iedere opneemruimte 1^21 aangebracht, maar in de fig. 4 en 5 voor de overzichtelijkheid niet weer-25 gegeven. De grendelnokken 43 kunnen zich over de gehele breedte van de opneemruimten uitstrekken maar ook slechts over een gedeelte van de breedte zijn aangebracht. De grendelnok ligt op een afstand van het inschuifeind 44 van het huis (fig. 6) en heeft een in de inschuifrichting 45 van de vlakke insteek-30 huls 16',16a' naar achter hellend verlopend oploopvlak 46, dat overgaat in de binnenzijde 261 en aansluit op een aanslag-vlak 47, dat loodrecht op de binnenzijde ligt.
Zoals fig. 6 toont, is ook het verbindingsstuk 12', dat de beide opneemruimten 1',2' ten minste over een gedeelte 35 van de huislengte van elkaar scheidt, aan zijn naar het inschuifeind 44 gekeerde kopzijde voorzien van een in de inschuif richting 45 naar achteren schuin in de richting naar de bodem 3' lopend kopvlak 48, dat evenwijdig aan het oppervlak 46 van de grendelnok 43 ligt en zich op een geringere 40 afstand van het inschuifeind 44 bevindt dan het oploopvlak.
8204163 - 7 -
Het kopvlak 48 ligt in êên vlak met een kopvlak 49 van een overgangsstuk 50, dat het verbindingsstuk 12' met de dekwan- den 8', 9' verbindt. Het overgangsstuk 50 heeft de schuin naar de binnenzijden25',26' van de dekwanden 8’,9' liggende binnen- 5 zijde 19',20', die de verdere aanligvlakken voor de vlakke insteekhuls 16' vormen. Door de in een gemeenschappelijk vlak liggende kopvlakken 48,49 van het verbindingsstuk 12* en van het overgangsstuk 50 wordt een kantelen of blijven ^ hangen bij het inschuiven van telkens de vlakke insteekhuls 10 in de opneemruimten 11,2’ vermeden.
De in de inschuifrichting 45 voorste kopzijde 51 van het verbindingsstuk 121 loopt in de inschuifrichting naar achteren en naar de bodem 3' (fig. 61.
Bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 4 tot 6 strekken 15 zich het verbindingsstuk 12' en het overgangsstuk 50 van het in de inschuifrichting 45 voorste einde van het huis af slechts over een gedeelte van de huislengte, zodat de beide opneemruimten 11,2' in de nabijheid van het inschuifeinde 44 in elkaar overgaan. Aan het in de inschuifrichting 45 voor-20 ste einde zijn in de beide opneemruimten 1^21 de aanslagen voor de vlakke insteekhuls 16",16a' aangebracht, waarvan in fig. 6 de aanslag 40’ is weergegeven. In de fig. 4 en 5 zijn de aanslagen weer voor de overzichtelijkheid niet weergegeven.
De aanslag 40' ligt loodrecht op de dekwand van telkens de 25 opneemruimte en strekt zich uit tot in de hoogte van de over-gang van de schuine binnenzijden 19^201 yan. het overgangsstuk 50 in de evenwijdig aan elkaar liggende zijwanden 17’, 18' van het verbindingsstuk 12*. De aanslag kan zich weer over de gehele breedte van telkens de opneemruimte uitstrekken, 30 maar ook slech ts over een gedeelte van de breedte lopen.
Ook de bodem 3' is bij deze uitvoeringsvorm voorzien van een aanslag 52, die loodrecht van de bodem af steekt en zich op een afstand bevindt van de tegenover liggende aanslag 401.
Zoals uit fig. 6 blijkt, ligt de aanslag 52 bovendien op een 35 afstand van het verbindingsstuk 12' dwars op de langsrichting van het huis gezien. De naar het inschuifeind 44 gekeerde zijden 53,54 v an de beide aanslagen 40',52 liggen loodrecht op de dekwanden 8/,91 en op de bodem 3' en vormen telkens aanslagvlakken voor de vlakke insteekhuls 16',16a' in de in-40 zetstand daarvan. De aanslagvlakken 53,54 liggen in een ge- 8 2 0 4 1 6 3 - 8 - meenschappelijk vlak, dat evenwijdig ligt aan het aanslagvlak 47 van de grendelnok 43. De als verhoging uitgevoerde geleiding 29' strekt zich van het inschuifeind 44 af tot aan het aanslagvlak>. 54 van de aanslag 52, die evenals de aanslag 40' 5 over de gehele breedte van telkens de opneemruimte of slechts over een deel van deze breedte kan lopen.
In de inzetstand liggen de vlakke insteekhulzen 16', 16a' tegen de aanslagvlakken 53,54,47 van de aanslagen 40',52 en van de grendelnok 43. Daardoor zijn de vlakke insteek-^ hulzen 50 tegen verschuiving in de langsrichting van het huis vastgezet. Bij deze uitvoeringsvorm kunnen eveneens naar keuze de kleinste vlakke insteekhuls 16' en de grootste vlakke in-steekhuls 16a' in het huis worden bevestigd, zoals dit aan de hand van de voorafgaande uitvoeringsvorm is beschreven. Zoals in fig. 5 aangegeven, kan de grootste vlakke insteekhuls 16a' met een kleinere vlakke insteektong 22' (vol getrokken lijnen) of een grotere vlakke insteektong (streeplijnen) in contact worden gebracht. Het huis bestaat bij voorkeur uit kunststof.
20 De in fig. 6 weergegeven uitvoering van het huis kan ook bij de in de fig.1 tot 3 weergegeven uitvoeringsvorm zijn toegepast, waarbij de buitenzijden 35,36 van de dekwanden 8,9 aansluiten op de schuine buitenzijden 37,38.
Het huis volgens de beschrevenuitvoeringsvormen is 25 spiegelsy mmetrisch ten opzichte van het langsmiddenvlak A uitgevoerd. Het kan bij voorbeeld bij druktoetsenschakelaars, bij programmabesturingen, bij niveauschakelaars en dergelijke organen worden gebruikt.
-Conclusies- 8204163 9

Claims (24)

1. Huis voor ten minste één insteekaansluiting, die een vlakke insteekhuls heeft, met ten minste twee opneemruimten, die voor telkens*een hulsvormig deel van de vlakke insteek-huls zijn aangebracht en door een verbindingsstuk gedeeltelijk 5 van elkaar zijn gescheiden, dat zich op een afstand van de huisbodem bevindt en waarvan de zijv lakken met tegenover elkaar liggende huiszijwanden, de bodem en een dekwand de opneemruimten begrenzen, en met ten minste aan de zij wanden van het verbindingsstuk en aan de tegenover elkaar liggende huis-10 zijwanden aangebrachte aanligvlakken voor de hulsvormige delen van de vlakke insteekhuls, met het kenmerk, dat in het gebied tussen de zijwanden (17,18) van het verbindingsstuk en de dekwand (8,9) in iedere opneemruimte (1,2) ten minste een verder aanligvlak (19,20) voor de hulsvormige 15 delen (14,15) van de vlakke insteekhuls (16) is aangebracht, en dat de verderejkanligvlakken zich op een geringere afstand van de zijwanden van het verbindingsstuk bevinden dan de andere aanligvlakken (27,28).
2. Huis volgens conclusie l,met het kenmerk, 20 dat de verdere aanligvlakken' (19,20) op het verbindingsstuk (12) aansluiten.
3. Huis volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de verdere aanligvlakken (19,20) telkens stomp-hoekig ten opzichte van de zijwanden (17,18) van het ver- 25 bindingsstuk en/of ten opzichte van de dekwanden (8,9) van de opneemruimten (1,2) liggen.
4. Huis volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verdere aanligvlakken (19,20) de zijwanden (17,18) van het verbindingsstuk en de binnenzij- 30 den (25,26) van de dekwanden (8,9) van de opneemruimten (1,2) met elkaar verbinden.
5. Huis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vlakke insteekhuls tegen de bodem van het huis ligt, met het kenmerk, dat in de bodem (3) een geleiding, bij 35 voorkeur een verhoging (29) is aangebracht, die zich ten minste over een gedeelte van de lengte van het huis uitstrekt. 8204163 * - 10 - 6. ' Huis volgens conclusie 5, a e t het kenmerk, dat de geleiding (29) tegenover de kopzijde (13) van het verbindingsstuk (12) ligt.
7. Huis volgens conclusie 5 of 6,met het k e n -5 m e r k , dat de geleiding (29) zich op een afstand van de huiszijwanden (4,5) bevindt.
8. Huis volgens een van de conclusies 5 tot 7, m e t het kenmerk, dat de geleiding (29) een vlakke bovenzijde (30) heeft.
9. Huis volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verdere aanligvlakken (19,20) de binnenzijden van schuin ten opzichte van de huisbodem (3) liggende binnste tussenwanddelen (10,11) zijn.
10. Huis volgens een der voorgaande conclusies, met 15 het kenmerk, dat de delen (10,11) van de tussenwand het verbindingsstuk (12) met de dekwanden (8,9) van de op-neemruimten (1,2) verbinden.
11. Huis volgens een van de voorgaande conclusies, met hetkenmerk, dat de buitenzijdèn (37,38) van de 20 binnenste tussenwanddelen (10,11) onder een hoek ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de huisbodem (3) liggen.
12. Huis volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenzijden (37,38) van de binnenste tussenwanddelen (10,11) rechthoekig op elkaar aan- 25 sluiten.
13. Huis volgens een der voorgaande conclusies, met .het kenmerk, dat de buitenzijden (33,34) van de huis- zijwanden (4,5) en de buitenzijden (35,36) van de dekwanden (8,9) door schuine vlakken (31,32) met elkaar zijn verbonden.
14. Huis volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schuine vlakken (31,32) de buitenzijden van buitenste tussenwanddelen (6,7) zijn, die de dekwanden (8,9) met de huiszijwanden (4,5) verbinden.
15. Huis volgens een der voorgaande conclusies, met 35 het kenmerk, dat de binnenzijden (41,42) van de buitenste tussenwanddelen (6,7) evenwijdig aan de schuine vlakken (31,32) liggen. 8204163 - 11 -
16. Huis volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenste tussenwanddelen (6,7) ongeveer rechthoekig ten opzichte van de telkens aangrenzende binnenste tussenwanddelen (10,11) liggen.
17. Huis volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dikte- van het verbindingsstuk (12) ongeveer overeenkomt met de dikte van de huiswanden (4 tot 11).
18. Huis volgens een der voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat de opneemruimten (1,2? l',2').aan ten minste ëên einde zijn voorzien van telkens ten minste êên aanslag (39,40? 40',50} voor de hulsvormige delen (14,15? 14a,15a) van de vlakke insteekhuls (16? 16a? 16'? 16a1).
19. Huis volgens conclusie 18,met hetken- 15. e r k , dat de aanslagen (39,40? 40',52) zijn aangebracht aan de dekwanden (8,9?9') en/of aan de bodem (3? 3').
20. Huis volgens conclusie 18 of 19, m e t het kenmerk, dat de aanslagen (39,40? 40',52) dwarswanden zijn, die zich uitstrekken over de gehele breedte van de bijbeho- 20 rende opneemruimten (1,2? 1 *, 2').
21. Huis volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de naar een inschuifeind (44) van het huis gekeerde kopzijde (48) van het verbindingsstuk (12') in de inschuifrichting (45) van de vlakke insteekhuls (16',16a') 25 naar voren en naar de bodem (3 ') hellend loopt.
22. Huis volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verdere aanligvlakken (19',20') de zijv lakken van een overgangsstuk (50) zijn, dat het verbindingsstuk (12') met de dekwanden (8’,9') verbindt.
23. Huis volgens conclusie 22,met het kenmerk, dat de naar het inschuifeind (44) van het huis gekeerde kopzijde (49) van het overgangsstuk (50) in de inschuifrichting (45) van de vlakke insteekhuls (16',16a’) naar voren en naar de bodem (3r) hellend loopt, bij voorkeur in één vlak met de 35 kopzijde (48) van het verbindingsstuk (12') ligt.
24. Huis volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in iedere opneemruimte (1,2) ten 8204163 - 12 - minste êên snaporgaan (43), bij yoorkeur een grendelnok is aangebracht.
25. Huis volgens conclusie 24, m e t het kenmerk, dat het snaporgaan (43) aan de onderzijde (25,26; 5 25’,26') van de dekwand (8,9? 8f,9') is aangebracht, bij voorkeur ëên geheel daarmee vormend is uitgevoerd. 820 4 1 S3
NL8204163A 1981-12-12 1982-10-28 Huis voor ten minste een insteekaansluiting. NL8204163A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3149301 1981-12-12
DE3149301A DE3149301C2 (de) 1981-12-12 1981-12-12 Gehäuse für wenigstens einen Steckanschluß

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8204163A true NL8204163A (nl) 1983-07-01

Family

ID=6148577

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8204163A NL8204163A (nl) 1981-12-12 1982-10-28 Huis voor ten minste een insteekaansluiting.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3149301C2 (nl)
GB (1) GB2112223B (nl)
IT (1) IT1191111B (nl)
NL (1) NL8204163A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1786069A1 (en) * 2005-11-11 2007-05-16 RPM S.p.A. Case for electric terminals

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1202661A (en) * 1968-01-26 1970-08-19 Amp Inc Improvements in electrical connector housings
ES146825Y (es) * 1969-03-22 1970-03-01 Amp, Espanola, S. A. Un alojamiento de plastico sintetico moldeado, electrica- mente aislante, para un terminal electrico.
DE7836874U1 (de) * 1978-12-13 1979-04-19 Licentia Patent-Verwaltungs-Gmbh, 6000 Frankfurt Isolierhülse für elektrische Steckbuchsen

Also Published As

Publication number Publication date
DE3149301A1 (de) 1983-08-25
GB2112223A (en) 1983-07-13
DE3149301C2 (de) 1983-12-22
GB2112223B (en) 1985-10-23
IT8224602A0 (it) 1982-12-03
IT1191111B (it) 1988-02-24
IT8224602A1 (it) 1984-06-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP7420872B2 (ja) 導体接続端子
FI63137C (fi) Elektrisk anslutningskaopa
US7377818B2 (en) Pressure module
US6203364B1 (en) Electrical connector having slide clip attachment
US10128614B2 (en) Movable connector
US5435606A (en) Device for joining trays for electrical conduits
US4846737A (en) Multiple pole coupling for electrical lines
US7534134B2 (en) Electrical connector retaining mechanism having slide clip member
KR20070036024A (ko) 베이스 플레이트 및 고정부재로 구성된 조립체 유닛을구비한 버스 바 시스템
JPH08240743A (ja) 光ファイバーコネクタのアダプター
US20180277968A1 (en) Conductor connection device
US10971851B2 (en) Miniaturized connector with a terminal holding member
KR980006630A (ko) 보강 구조가 구비된 암형 전기 접촉 터미널
EP1601063A1 (en) A connector device
CA2537851C (en) Self-aligning connector
KR970060581A (ko) 후방홀더를 구비한 코넥터
CN107851922B (zh) 多接点电插塞连接器部件和插塞连接装置
CN111613931A (zh) 用于插塞连接器的保持框架
JP2007141725A (ja) コネクタ
CN114714997A (zh) 座椅滑轨组件
NL8204163A (nl) Huis voor ten minste een insteekaansluiting.
CN109792117B (zh) 连接器
US7416426B2 (en) Push mate assisted electrical connector
JP3716955B2 (ja) 電装ユニットの組付接続構造
NL8802033A (nl) Contactorgaan bestemd om in een kabelkoker te worden ingestoken.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BV The patent application has lapsed