NL8204075A

NL8204075A - Aandrijfaggregaat.

Info

Publication number: NL8204075A
Application number: NL8204075A
Authority: NL
Original assignee: Porsche Ag
Priority date: 1981-11-28
Filing date: 1982-10-21
Publication date: 1983-06-16
Also published as: FR2517261B1; GB2112331B; DE3147298A1; FR2517261A1; GB2112331A; IT8224163A0; IT1156117B; DE3147298C2; US4503926A

Description

* 4 <· , VO 3818

Aandrij faggregaat.

De uitvinding heeft betrekking op een aandrijfaggregaat volgens de aanhef van conclusie 1.

Dergelijke aandrijfaggregaten zijn voorzien van een uit een buis met een ronde doorsnede bestaande verbindingsdrager (tijd-5 schrift ATZ 79, 1977, 10, blzn. 4S9 - 462), die in de hoofdassen een ge-lijk weerstandsmoment heeft. Voor het bevestigen van aanbouwdelen, zoals bijvoorbeeld een schakelhefboombok voor een versnellingshefbocm, een uitlaatgasinrichting, leidingen en dergelijke aan de verbindingsdrager zijn omslachtige monteringen en bevestigingsinrichtingen nodig, die moe-10 ten worden verbonden met de drager. Bij bekende raamdragers met een rechthoekige doorsnede (Duits "Offenlegungsschrift" 2.152.165) ontstaan bij de toepassing als verbindingsdrager voor een aandrijfaggregaat volgens de aanhef door het verschillend weerstandsmoment in de hoofdassen, ook verschillende resonantiefrequenties. Oit deze verschillende 15 resonantiefrequenties resulteert een aantal trillingspieken boven het mogelijke toerentalbereik van de verbrandingsmachine, hetgeen een ongun-stig geluidgedrag geeft.

Het is de opgave van de uitvinding een verbindingsdrager te verschaffen voor aandrijfaggregaten van de in de aanhef vermelde 20 soort, waarmee een gunstig trillingsgedrag wordt bereikt en het aanbren-gen van aanbouwelementen wordt vergemakkelijkt.

Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost door het onderscheidend kenmerk van conclusie 1. De volgconclusies omvatten verdere voordelige maatregelen.

25 De in hoofdzaak met de uitvinding bereikte voordelen zijn, dat ondanks de getntegreerde uitvoering van monteerinrichtingen in de wanden van de in doorsnede rechthoekvormige verbindingsdrager, door een aangepaste uitvoering van de wand altijd een gelijke resonantie-frequSntie van het gehele aggregaat wordt bereikt in de horizontale, 30 verticale en diagonale assen. Verder kan door de in de vorm van zwaluw-staartvormige inschuifgoten, alsmede van klemgroeven met een ronde doorsnede, een eenvoudige bevestiging aan de verbindingsdrager plaatsvinden. Omslachtige monteringen, die vastgezet worden aan de drager, vervallen.

8204075 2 » ?

De aan de zijden van de hoeken van de drager in de groeven vastgeklemde leidingen werken aanvullend versterkend, alsmede trillingdempend.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 5 fig- 1 een zijaanzicht is van een via de verbindings- drager gemonteerde verbrandingsmachine met een drijfwerkeenheid voor het vormen van het vast samenhangende totale aggregaat, fig. 2 een doorsnede is volgens de lijn II - II in fig. 1, en 10 fig. 3 een doorsnede is volgens de lijn III - III in fig. 1.

In fig. 1 is een totaalaggregaat 1 afgebeeld van een motorvoertuig, welk aggregaat met betrekking tot de rijrichting F in hoofdzaak aan de voorzijde liggend een verbrandingsmachine 2 heeft, en 15 aan de achterzijde liggend een drijfwerk 3. De verbrandingsmachine 2 is via een tussengeplaatste verbindingsdrager 4 star tot een totaal aggregaat verbonden met het drijfwerk 3, waarbij een aandrijfas 7 is gemonteerd in de verbindingsdrager. Aan de verbrandingsmachine 2 is een scheidingskoppeling 5 voorzien, en aan het drijfwerk 3 een aftakas 6.

20 De verbindingsdrager 4 heeft aan de einden flenzen 9 en 10, die zijn verbonden met het motorhuis 11 respectievelijk het drijfwerkhuis 12.

Aan de verbindingsdrager 4 zijn een schakelhefboombok 13 voor een versnel-lingshefboom 14 enmonteringen 15, 16 voor een uitlaatgasinrichting 17 bevestigd. De verbindingsdrager 4 is aangebracht in een door de bodem-25 plaat 18 van de carrosserie van het motorvoertuig gevormde tunnel 19, en afgescheiden van de binnenruimte daarvan. In een voordelige uitvoering kan de verbindingsdrager 4 in een strengperswerkwijze worden vervaardigd van aluminium. Ook is een uitvoering mogelijk van bijvoorbeeld magnesium, verbonden vezelmateriaal of een gelaagde plaatconstructie.

30 De verbindingsdrager 4 is in doorsnede rechthoekvormig uitgevoerd en heeft in de wanden 20, 21, 22 en 23, monteringen 24, 25 en 26. De wanden 20 - 23 vormen, rekening houdende met de gelntegreerde monteringen 24, 25, 26, in elk der hoofdassen x, y en z een gelijk weer-standsmoment van de drager. Voor het bereiken van deze gelijke weerstands-35 momenten zijn de wanden aangepast bemeten. In afhankelijkheid van de weerstandsmomenten van de verbindingsdrager 4 ontstaan in samenhang met 8204075 - i 3 de stijfheden en de massaverdelingen van de motor en het drijfwerk, de plaatsen van de resonantiefrequenties, zodat faij een geJtijk weerstands-moment in de hoofdassen, rond elk dezer hoofdassen een in hoo£dzaak ge-lijke resonantiefrequentie ontstaat. Voor het bereiken van het gelijke 5 weerstandsooment van de drager 4 in alle hoofdaseen x, y en z is een zodanige bemeting van de wanden 20 - 23 nodig, dat de dikten naar de hoeken regelmatig afnemen. De binnenoppervlakken 12 van de wanden 20 -23 zijn tussen de hoeken van een wand gewelfd, waarbij de grootste diep-ten d van de wanden in de twee hoofdassen x en y liggen.

10 De monteringen 24 en 25 in de horizontale wanden 20 en 23 zijn bijvoorbeeld uitgevoerd als zwaluwstaartvormige inschuifgoten 27, 28. Ook is een andere vora mogelijk. Deze goten nemen in het getekende uitvoeringsvoorbeeld de schakelhefboombok 13 van de versnellingshefboom 14 op, alsmede aan de onderzijde van de verbindingsdrager 4 een buis van 15 de uitlaatgasinrichting 17 via de bijbehorende monteringen 15 en 16. De schakelhefboombok 13, alsmede de monteringen 15 en 16 hebben hiervoor aan de onderzijde elk een profiel 35, 36, dat in de overeenkomstige zwaluwstaartgeleiding van de goot 27, 28 wordt geschoven. Het vastzetten kan plaatsvinden via geschikte bevestigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld 20 klemschroeven, wiggen en dergelijke.

De montering 26 is aangebracht in elk hoekgebied van de drager 4 en wordt gevormd door een klemgroef 29. Daarin zijn medium-voerende leidingen 31, zoals bijvoorbeeld remleidingen of elektrische lei-dingen 17 gemonteerd. De monteringen 24, 25 en 26 lopen bij voorkeur over 25 de gehele lengte van de verbindingsdrager 4, maar kunnen echter ook alleen zijn voorzien in de vereiste deelgebieden. Bij voorkeur zijn de monteringen ingelaten in de wanden, zodat zij in een vlak liggen met het bui-tenoppervlak 30 van de drager 4.

30 8204075

Claims

1. Aandrijfaggregaat voor een motorvoertuig, bestaande uit een verbrandingsmachine met een scheidingskoppeling en een drijf-werkeenheid, waarbij de verbrandingsmachine met de scheidingskoppeling is aangebracht aan de voorzijde, en de drijfwerkeenheid aan de achter- 5 zijde van het voertuig, en de aggregaten met tussenschakeling van een holle verbindingsdrager een totaal aggregaat vormen, met het kenmerk, dat de verbindingsdrager (4) aan de wanden (20 - 23) asm de buitenzijde aangebrachte monteringen (24, 25 en 26) heeft, en zodanig zijn uitge-voerd, dat een verbindingsdrager wordt gevormd met ge-lijk weerstands-10 moment in de hoofdassen (x, y en z) met nagenoeg gelijke resonantie-frequenties van het totale aggregaat (1).

2. Aggregaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbindingsdrager (4) in doorsnede rechthoekvormig is uitgevoerd, waarbij de monteringen (24, 25 en 26) in ddn vlak liggend met het buiten- 15 oppervlak (30) zijn ingelaten in de wanden (20 - 23).

3. Aggregaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de monteringen (24 en 25) worden gevormd door inschuifgoten (27 en 28), waarbij de monteringen (26) worden gevormd door klemgroeven (29).

4. Aggregaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in 20 elk der horizontale wanden (22 en 23) van de verbindingsdrager (4) voor het opnemen van een schakelhefboombok (13) en van monteringen (15, 16) voor een uitlaatgasinrichting (17), een in doorsnede zwaluwstaartvormige inschuifgoot (27, 28) is voorzien, die in aangrijping is met een over-eenkomstig profiel (35) aan de schakelhefboombok (13) en met profielen 25 (36) aan de monteringen (15, 16).

5. Aggregaat volgens de conclusies 1, 3 en 4, met het kenmerk, dat in elk hoekgebied van de verbindingsdrager (4) een klemgroef (29) is voorzien voor het vast opnemen van leidingen (31, 37).

6. Aggregaat volgens een der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat de dikte (d) van de wanden (20 - 23) van de verbindingsdrager (4) naar de hoeken regelmatig afneemt.

7. Aggregaat volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de 8204075 "V Ψ binnenoppervlakken (32) en/of de buitenoppervlakken (30) van de wanden (20 - 23) van de verbindingsdrager (4) tussen de hoeken gewelfd zijn, waarbij de grootste dlkte (d) van elke wand in de hoofdassen (x en y) ligt.

8. Aggregaat volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inschuifgoten (27, 28) alsmede de klemgroeven (29) zijn aangebracht over een deelgebied van de lengte van de verbindingsdrager (4).

9. Aggregaat volgens een der voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat de verbindingsdrager (4) bestaat uit aluminium. 8204075