NL8203923A - Trekker of dergelijk aandrijfbaar voertuig. - Google Patents

Trekker of dergelijk aandrijfbaar voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL8203923A
NL8203923A NL8203923A NL8203923A NL8203923A NL 8203923 A NL8203923 A NL 8203923A NL 8203923 A NL8203923 A NL 8203923A NL 8203923 A NL8203923 A NL 8203923A NL 8203923 A NL8203923 A NL 8203923A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tractor
shaft
axle
tractor according
ring
Prior art date
Application number
NL8203923A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8203923A priority Critical patent/NL8203923A/nl
Priority to DE19833336505 priority patent/DE3336505A1/de
Priority to GB08327204A priority patent/GB2128948B/en
Priority to US06/540,642 priority patent/US4613011A/en
Priority to IT23248/83A priority patent/IT1171742B/it
Priority to FR8316133A priority patent/FR2534213B1/fr
Priority to JP58188542A priority patent/JPS5984674A/ja
Publication of NL8203923A publication Critical patent/NL8203923A/nl
Priority to GB08527660A priority patent/GB2166100B/en
Priority to FR8602002A priority patent/FR2578205A1/fr

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D7/00Steering linkage; Stub axles or their mountings
    • B62D7/06Steering linkage; Stub axles or their mountings for individually-pivoted wheels, e.g. on king-pins
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60KARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
    • B60K17/00Arrangement or mounting of transmissions in vehicles
    • B60K17/30Arrangement or mounting of transmissions in vehicles the ultimate propulsive elements, e.g. ground wheels, being steerable
    • B60K17/303Arrangement or mounting of transmissions in vehicles the ultimate propulsive elements, e.g. ground wheels, being steerable with a gearwheel on the steering knuckle or kingpin axis
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/06Tractors adapted for multi-purpose use
    • B62D49/0621Tractors adapted for multi-purpose use comprising traction increasing arrangements, e.g. all-wheel traction devices, multiple-axle traction arrangements, auxiliary traction increasing devices
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S180/00Motor vehicles
    • Y10S180/90Argicultural-type tractors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Arrangement And Driving Of Transmission Devices (AREA)
  • Steering-Linkage Mechanisms And Four-Wheel Steering (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

» I *r · C. van der Lely H.V., We verskade 10, Maasland.
"Trekker of dergelijk aandrijfbaar voertuig"
De uitvinding betreft een trekker of dergeljjk aandrijfbaar voertuig, in het bijzonder een trekker voor de landbouw.
Bij der gelijke trekkers met aandrijfbare en tevens bestuurbare voorwielen treedt veelal het probleem op, dat de aandrij-5 ving van deze voorwielen resp. hun legering zodanig door loopwielkrachten wordt belast dat de bestuurbaarheid van de loopwielen nadelig wordt beïnvloed en verhoogde slijtage optreedt.
De uitvinding beoogt deze nadelen te vermijden doordat 10 een fuseeas van een loopwiel twee delem omvat, die enigszins beweegbaar met elkaar zijn gekoppeld.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren.
Fig. 1 is een bovenaanzicht van een trekker volgens 15 de uitvinding.
Fig. 2 is een aanzicht en gedeeltelijk een doorsnede volgens de lijnen II - II in fig. 1.
Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijnen III-III in fig. 1.
20 Fig. 4 is een bovenaanzicht van een gedeelte volgens fig. 1 in een alternatieve uitvoeringsvorm.
Fig. 5 is een doorsnede volgens de lijnen V-V in fig. 4.
Uit het bovenaanzicht volgens fig. 1 van de trekker waarbij de trekkereabine duidelijkheidshalve is weggelaten maar 25 door streep-stip lijnen globaal is aangeduid, blijkt dat de trekker een gestel 1 bezit waarvan een ten opzichte van de rijrichting A achterste gesteldeel 2 in dit aanzicht U-vormig is uitgevoerd. Het gesteldeel 2 omvat een horizontale, dwars op de rijrichting A gelegen holle kokervormige balk 3 waaraan 30 eveneens kokervormige holle gestelbalken 4 aansluiten die vanaf de balk 3 achterwaarts zijn gericht en die elk aan een der uiteinden van de balk 3 star zijn bevestigd. De achterste uiteinden van de gestelbalken 4 zijn star bevestigd aan een achteras 5 van de trekker. De achteras 5 omvat een differen-35 tieel 6 waaraan aan de beide zijden asdragers 7 aansluiten die elk een legering voor een achterwiel 8 van de trekker omvatten.
8203923 -2-
De gehele achteras 5 en het gestel 1 is symmetrisch opgesteld ten opzichte van een vertikaal in de rijrichting A gericht langssymmetrievlak 9 van de trekker. Vanaf de voorzijde van de balk 3 van het gesteldeel 2 steekt gezien in het bovenaanzicht 5 volgens fig. 1 een holle pijpvormige balk 10 in voorwaartse . richting uit. Het voorste einde van de gestelbalk 10 is star verbonden met een eindplaat 11 die beweegbaar rust tegen de vlakke achterkant van een huis 12 dat een tandwieloverbrenging en een differentieel voor de aandrijving van voorwielen 10 13 omvat. De balk 10 en de eindplaat 11 zijn te samen op nader aan te duiden wijze verzwenkbaar ten opzichte van het huis 12 en de voorwielen 13.
Gezien in bovenaanzicht is binnen de rechthoekige ruimte gevormd door het gesteldeel 2 en de achteras 5, een 15 aandrijf mot or 14 en een aan de motor 14 aansluitende koppel-omvormer 15 aangebracht. De voorzijde van de aandrijfmotor 14 sluit aan de achterzijde van de bèlk 3 aan en de koppelomvor -mer 15 sluit aan zijn voorzijde tegen de achterzijde van de motor 14 en aan zijn achterzijde tegen de voorzijde van het 20 differentieel 6 aan.De koppelomvormer 15 kan een geheel mechanische koppelomvormer zijn, maar kan tevens als een hydrostatische koppelomvormer zijn uitgevoerd. De voorzijde van het gesteldeel 2 strekt zich in voorwaartse richting, gezien in zijaanzicht, ongeveer tot aan de achterzijde van de voorwielen 25 13 uit. Aan de achterzijde van de achteras 5 is een op zichzelf bekende driepuntshefinrichting 16 aangebracht die vanuit de trekkercabine bestuurbaar is. De achterwaarts uittredende uitgaande as van de motor 14 vormt tevens een ingaande as van de koppelomvormer 15 waarvan het huis star met de aan-30 drijfmotor 14 is verbonden. Aan één zijkant van de koppelomvormer 15 is tegen het huis van deze koppelomvormer een huis 17 gebouwd, dat een tandwielmechanisme omvat die vanuit de koppelomvormer 15 aandrijfbaar is door middel van een uitgaande as van de koppelomvormer 15 waarvan de omwentelingssnel-35 heid evenredig is met de omwentelingssnelheid van de aangedreven achterwielen 8 en derhalve evenredig met de rijsnelheid van de trekker. Het in het huis 17 ondergebrachte tandwielmechanisme bezit een in voorwaartse richting uitstekende uitgaande as 18 die in voorwaartse richting is verlengd door S 2 0 3 9 2 3 c * Λ 3 middel van een as 19 waarvan het voorste uiteinde is aangesloten op een ingaande as 20 van een tandwielhak 21 die op de bovenzijde van de balk 3 is aangebracht en in hoofdzaak aan die zijde van het symmetrievlak 9 is gelegen waar ook 5 het door het huis 17 omsloten mechanisme is opgesteld. De as 19 is boven de nabijgelegen holle gestelbalk 4lopgesteld.
De tandwielhak 21 strekt zich in hoofdzaak vanaf de ingaande as 20 in zijwaartse richting uit tot op korte afstand voorbij het symmetrievlak 9 en omvat een aantal in een rij opgestelde 10 onderling in aangrijping zijnde tandwielen 22 alsmede een eind tandwiel 23 waarvan de draaiingsas, die tevens een uitgaande as 24 van de tandwielhak 21 vormt, horizontaal en voorwaarts is gericht en in het symmetrievlak 9 is gelegen.
De in voorwaartse richting uitstekende uitgaande as 24 van 15 de tandwielhak 21 valt ongeveer samen met de hartlijn van de pijp 10 waarvan de achterkant star aan het huis van'de tandwielhak 21 en daarmee tevens star aan de balk 3 is bevestigd. De as 24 is in voorwaartse richting verlengd door middel van een binnen de gestelbalk 10 gelegen as 25 die 20 aansluit op een ingaande as 26 van de tandwieloverbrenging en het differentieel die in het huis 12 zijn ondergebracht.
De in de eindplaat 11 en in het huis 12 gelegerde as 26 bezit een hartlijn die tevens de zwenkas is waarom het huis 12 en de voorwielen 13 tesamen verzwenkbaar zijn ten 25 opzichte van de gestelbalk 10 en het gesteldeel 2. De eindplaat 11 die verzwenkbaar tegen de vlakke achterzijde van het huis 12 rust draagt daarbij aan het over brengen van het ter plaatse optredende buigende moment in het gestel bij (fig. 2).
30 In het getekende uitvoeringsvoorbeeld zijn de de voorwielen 13 aandrijvende assen 19 en 25 elk voorzien van universele koppelingen 27 (fig· 1)· Deze voorziening is aangebracht in verband met eventuele elastische vervormingen van het gestel 1 tijdens bedrijf maar kunnen ook worden 35 gebruikt indien de gestelbalken 4 en/of de gestelbalk 10 vanaf hun achterste bevestigingen, gerekend in voorwaartse richting, enigszins neerwaarts zijn gericht in verband met het feit dat de diameter van de achterwielen 8 groter is dan 8203923 4 de diameter van de voorwielen 10. Laatstgenoemde vormgeving is echter niet noodzakelijk indien nader te bespreken pijpvormige voorwieldragers 28, die op starre wijze tegen de beide zijkanten van bet buis 12 zijn bevestigd, in 5 vertikale zin op afstand onder de bevestiging van de pijp 10 aan het buis 12 zijn gelegen.
Het buis 17 wordt door de nabijgelegen gestelbalk 4 ondersteund waarbij de gestelbalk 4 onder bet buis 17 door is gevoerd tot aan de nabij gelegen asdrager 7.
10 Zoals uit fig. 2 blijkt zet de eindplaat 11 van de gestelbalk 10 zich in neerwaartse richting voort en is onder de pijp 10 star bevestigd aan een drager 29 die onder en evenwijdig aan de gestelbalk 10 is gelegen en aan zijn achterste uiteinde star aan de balk 3 is bevestigd. De 15 drager 29 maakt deel uit van bet gestel 1.
Aan de beide buitenste uiteinden van de voorwieldragers 28 zijn fuseeassen 30 zodanig bevestigd, dat zij ten opzichte van de nabijgelegen voorwieldragers 28 ter besturing van de voorwielen 13 verzwenkbaar zijn om assen 31 20 die, zoals uit fig. 2 blijkt, gezien in de rijrichting A onderling schuin opwaarts en binnenwaarts zijn gericht. De assen 31 snijden elkaar in een punt dat boven de trekker en in het symmetrievlak 9 is gelegen. De assen 31 die als hartlijnen van de fuseeassen 30 kunnen worden beschouwd 25 snijden de grond ongeveer in een punt dat gelegen is in de werklijn van de resulterende kracht, die de grond op het betreffende voorwiel 13 uitoefent. Gezien in fig. 2 sluit elke as 31 een hoek van ongeveer 15° met het symmetrievlak 9 in.
30 Onder de voorzijde van het huis 12 is een zwenkas 32 aangebracht (fig. 1, 2), waarom een zich vanaf de zwenkas 32 in achterwaartse richting uitstrekkende driehoekige en ongeveer horizontaal opgestelde stuurplaat 33 verzwenkbaar is die, gezien in het bovenaanzicht volgens 35 fig. 1, in de middenstand van de voorwielen 13 symmetrisch is gelegen ten opzichte van het vlak 9. De beide achterste hoekpunten van de driehoekige stuurplaat 33 zijn voorzien van zwenkassen 34 waarom de uiteinden van stuurstangen 35 3203823 Ρ -·*η i λ.
v \ 5 verzwenkbaar zijn. De zwenkassen 34 zijn in het uitvoe-ringsvoorbeeld volgens de figuren 2, 3 uitgevoerd als kogelschamieren. De andere einden van de stuurstangen 35 zijn door middel van zwenkassen of kogelschamieren 36 5 bevestigd aan in de figuren niet-zichtbare hefbomen die aan de beide fuseeassen 30 zijn bevestigd. Gezien in het bovenaanzicht volgens fig. 1 zijn, gerekend ten opzichte van een verticaal vlak door de hartlijnen van de beide voorwieldragers 28, de zwenkas 32 en de beide kogelschamieren 36 gerekend 10 in de rijrichting A v<5<5r dit vlak gelegen, terwijl de kogelschamieren 34 achter dit vlak zijn opgesteld. De stuurstangen 35 snijden het genoemde vlak.
Fabij een der kogelschamieren 34 van de stuurplaten 33 is een einde van een hydraulische cilinder 37 verzwenkbaar 15 bevestigd, waarvan het andere einde verzwenkbaar bevestigd is ten opzichte van een uiteinde van een der voorwieldragers 28. De hydraulische cylinder 37 is vanuit de trekkercabine bedienbaar. Tengevolge van de hiervoor aangegeven en symmetrische opbouw van deze stuurinrichting is het mogelijk om 20 door middel van de hydraulische cilinder 37 he wielen om de assen 31 te verzwenken over de hoek van ongeveer 65° of meer vanuit de in fig. 1 getekende middenstand naar één zijde en over dezelfde hoek naar de andere zijde zodat een totale wi elver zwenking van ongeveer 130° of meer mogelijk is 25 (gestippelde wielstand in fig. 1). Tengevolge hiervan kan de trekker volgens de uitvinding zeer korte bochten draaien om een opwaarts gerichte denkbeeldige as die binnen de om trek van de trekker 11 zelf is gelegen. De trekker volgens de uitvinding kan op deze wijze een bocht van 90° of 180° 30 of iedere andere bocht om deze as draaien;, dit is van betekenis bij het voortbewegen van een ploeg of een andere grondbewerkingsmachine zodat aan het eind van een veld een zeer smalle grondstrook voldoende is waarop de trekker met de machine kan keren.
35 Zoals uit fig. 3 blijkt, wordt vanaf het binnen het huis 12 gelegen differentieel aan elke zijde van het huis 12 een aandrijfas 38 aangedreven, die gelegerd is in de bijbehorende voorwieldrager 28. Daartoe is tegen de betreffende zijkant van het huis 12 een legerhuis 39 8203923 β aangebracht die tesamen met een aan dit legerbuis vastgelaste flens van de voorwieldrager 28 door middel van bouten aan het huis 12 bevestigbaar is. Op dezelfde wijze is aan het andere uiteinde van de voorwieldrager 28 een legerbuis 40 5 aangebracht, die één geheel vormt met een aan de drager 28 vast gelaste flens. De aandrijfas 38 is door middel van legers 41, die in de legerhuizen 39 resp. 40 dragen, gelegerd. De as 38 is aan beide uiteinden voorzien van axiale spiebanen. Op het nabij het legerbuis 40 gelegen uiteinde van de as 38 10 is door middel van deze axiale spiebanen een conisch tandwiel 42 bevestigd dat in aangrijping is met een conisch tandwiel 43 die op een aandrijfas of fuseeas 44 is bevestigd door middel van axiale spiebanen die over vrijwel de gehele lengte van de as 44 zijn aangebracht. De tandwielen 42 en 43 15 zijn in een afzonderlijke tandwielbak 45 gelegen die door middel van bouten tegen de flens van het legerhuis 40 en daarmee tegen het uiteinde van de ongeveer horizontale, loodrecht . op het symmetrievlak 9 gerichte voorwieldrager 28 losneembaar is bevestigd. De tandwielbak 45 is aan zijn 20 bovenzijde door middel van een losneembaar deksel 46 afgesloten. De coaxiaal om de as 31 gelegen as 44 steekt in neerwaartse richting uit de onderzijde van de tandwielbak 45 en is in het huis van de tandwielbak 45 door middel van een tweetal onderling op axiale afstand opgestelde legers 47 25 gelegerd. Tegen de onderzijde van de tandwielbak 45 is een tweede tandwielbak of fuseeas 48 op losneembare wijze bevestigd en wel op zodanige wijze dat de tandwielbak 48 om de as 31 ten opzichte van de tandwielbak 45 op nader uit een te zetten wijze verzwenkbaar is.
30 Door middel van een tweetal onderling op afstand opgestelde legers 49 die nabij het onderste uiteinde van de tandwielbak 48 en op afstand onder het paar legers 47 zijn geplaatst, is ten opzichte van het huis van de tandwielbak 48 een aandrijfas of fuseeas 50 gelegerd. De 35 hartlijn van de as 50 valt eveneens samen met de as 31 zodat de assen 44 en 50 in eikaars verlengde zijn gelegen.
De as 50 is eveneens voorzien van axiale spiebanen en een doorsnede van de as 50 stemt wat betreft zijn dimensionering overeen met die van de doorsnede van de as 44. De assen 44 8203923 7
r^V
fcr .
* en 50 zijn onderling gekoppeld door middel van een bus 51 die binnen de tandwielbak 48, onder het. onderste leger 47 en boven het bovenste leger 49 is gelegen. De bus 51 is aan zijn binnenzijde voorzien van axiale spiebanen die passend zijn 5 op de op de assen 44 en 50 aangebrachte spiebanen zodat de assen 44 en 50 ten opzichte van elkaar in axiale richting verschuifbaar zijn en niettemin een aandrijf koppel kunnen doorleiden. Het huis van de tandwielbak 48 bezit een naar de buitenzijde van de trekker en naar het voorwiel 13 10 gerichte uitstulping die in fig. 3 met een verwijzingscijfer 52 is aangegeven; de uitstulping 52 heeft in een zijaanzicht van de trekker een ongeveer cirkelvormige doorsnede en is aan zijn van de bus 51 afgekeerde einde afgesloten door middel van het huis van een asdrager 53 die aan zijn naar 15 de tandwielbak 48 gekeerde einde voorzien is van een ronde flens 54 die door middel van bouten tegen het eindvlak van de uitstulping 52 is bevestigd. Een hartlijn 55 van de asdrager 53 is indien de wielen 13 in de middenstand staan, ongeveer horizontaal en ongeveer loodrecht op het vlak 9 20 gericht.. Een wielas 56 is coaxiaal om de hartlijn 55 gelegen en draagt aan zijn binnen de tandwielbak 48 uitstekende einde een conisch tandwiel 57 dat in aangrijping is met een conisch tandwiel 58 die door middel van de op de as 50 aangebrachte axiale spiebanen op het ondereinde van de as 25 50 is aangebracht. Het tandwiel 58 is ten opzichte van de as 50 in axiale richting in neerwaartse richting opgesloten door een binnenring van het onderste leger 49 en aan zijn bovenzijde door een ter plaatse van het bovenste leger 49 en direkt onder dit leger aangebrachte borst 59.
30 De wielas 56 is in het huis van de asdrager 53 gelegerd door middel van twee op afstand van elkaar opgestelde legers 60 die aan de'buitenzijde van het tandwiel 57 zijn gelegen. Het in buitenwaartse richting buiten de asdrager 53 uitstekende einde van de wielas 56 is voorzien 35 van een flens 61 die evenals de vaste flens 54 van de asdrager 53 loodrecht op de hartlijn 55 is gericht. De flens 61 dient ter losneembare bevestiging van een velg 62 van het loopwiel 13.
8203923 8 Ια verband met de verzwenkbare bevestiging van bet buis van de tandwielbak of fuseeas 48 aan bet buis van de tandwielbak 45 is aan de onderzijde in bet huis van de tandwielbak 45 een coaxiaal om de as 31 gelegen ringvormige 5 uitsparing 63 aangebracht, waarvan de binnenrand aansluit aan een busvormig uitsteeksel 64 die eveneens coaxiaal o m de as 31 is gelegen en waarin bet onderste leger 47 afste-unt. In deze uitsparing 63 is een flens 65> die aan de bovenzijde van de tandwielbak 48 is aangebracht, gelegen en wel zodanig 10 dat de flens passend binnen de cylindervormige binnen- en buitenwand van de uitsparing 63 is gelegen. In de ringvormige uitsparing 63 in bet ondereinde van de tandwielbak 45 is een tweede ringvormige uitsparing aangebracht waarin een ringvormig glijleger 66 uit gehard metaal is opgesteld. De 15 vlakke ring- of draaikrans 66 is uit één stuk metaal vervaardigd. Het ondervlak van de ring 66 draagt op bet bovenvlak van de flens 65 en wel zodanig dat tussen dit. bovenvlak en bet loodrecht op de as 31 gelegen vlak van de uitsparing 63 een geringe afstand blijft gehandhaafd.
20 Aan de onderzijde van de flens 65 is een uitsparing 67 aangebracbt die eveneens ringvormig is en eindigt aan de omtrek van de flens 65. De ter plaatse van de uitsparing 67 aanwezige,evenwijdig aan de as 31 gemeten dikte van de flens 65 stemt in gemonteerde toestand overeen met de 25 hoogte van de buitenste cilindrische begrenzing van de uitsparingen 63» zodat de onderzijden van het buitendeel van de onderzijde van de tandwielbak 45 en het vlak van de uitsparing 67 in één vlak zijn gelegen. De nabij de buitenomtrek van de tandwielbak 45 gelegen onderzijde ervan 30 is in fig. 3 aangeduid met het verwi jzingscijfer 68. Tegen de onderzijde 68 van de tandwielbak 45 en tegen het vlak van de uitsparing 67 van de flens 65 is een ring 69 gelegerd die door middel van bouten 70 tegen de onderzijde 68 van de tandwielbak 45 is bevestigd. De ring 69 bestaat in verband 35 met de montage ervan uit twee delen en sluit de flens 65 en daarmede de tandwielbak 48 samen met de ring 66 tegen de tandwielbak 45 op. De gedeelde ring 69 vormt eveneens een glijleger of draaikrans en kan evenals de ring 66 aan 8203923 9 zijn naar de flens 65 toegekeerde oppervlak voorzien zijn van een glijmiddel.
De door de grond op het wiel 10 uitgeoefende opwaartse kracht wordt via de wielas 56, de legers 60, het 5 huis van de tandwieldrager 53 en de tandwielhak 48 overgebracht op de flens 65 en via de glijlegers 66 en 69 afgezet op het huis van de tandwielhak 45 en daarmee op het bijbehorende voorwieldrager 28 en het huis 12. De aandrijfas of fuseeas 44, 50 worden niet door de wielkracht belast daar zij door middel 10 van de bus 51 onderling axiaal enigszins beweegbaar zijn. Deze onderlinge beweegbaarheid veroorlooft eveneens een eenvoudige montage daar aan de onderlinge afstanden tussen de legers 47 onderling, tussen de legers 49 onderling en tussen de legers 47 en 49 geen nauwkeurige eisen behoeven te worden gesteld, 15 terwijl de legers 47 en 49 en de onderlinge opstelling van de tandwielen 42, 43 en 57, 58 niet worden beïnvloed door de kracht van de grond op het wiel. De fuseeas of aandrijfas 44, 50, 51 heeft derhalve uitsluitend een aandrijffunctie voor Het loopwiel 13* 20 De constructie aan de andere zijde van het symmetrie- vlak 9 is identiek aan de in fig. 3 getekende constructie.
Opgemerkt wordt dat de verticale afmeting van de constructie van de tandwielbakken 45 en 48 en die van de asdrager 53 in verticale zin zo gering kan zijn dat het 25 grootste deel van de tandwielbak 48, de gehele asdrager 53 en een deel van de tandwielbak 45 binnen de velg 62 is gelegen.
In fig. 4 is op schematische wijze een voorwiel-c onstruc tie weergegeven die in plaats van de hiervoor besproken constructie volgens de figuren 2 en 3 eveneens bij 30 de trekker volgens fig. 1 kan worden toegepast. De constructieve uitvoering van de opstelling volgens fig. 4 wat betreft de aandrijving en de besturing van de voorwielen is in fig.
5 weergegeven. In de fig. 4 en 5 getekende onderdelen die overeenstemmen met onderdelen volgens de voorgaande figuren 35 zijn van dezelfde verwijzingscijfers voorzien.
De constructie volgens fig. 5 toont grote overeenstemming met die volgens fig. 3 maar de vormgeving is verschillend in verband met het doel dat door de constructie 8203923 jg» 10 van fig. 5 wordt beoogd' en wel bet aanbrengen van een dubbel stel voorwielen aan de fuseeas 30 die constructief belichaamd wordt door het huis van de tandwielbak 48.
Opgemerkt wordt dat met "fuseeas" een opwaartse as 5 bedoeld is waarom of door middel waarvan een loopwiel ten behoeve van de besturing van de trekker verdraaibaar is. De opwaartse as kan een denkbeeldige as (hartlijn) zijn, maar ook een aandrijfas van een loopwiel die ongeveer op de plaats van de denkbeeldige as is gelegen.
10 Zoals uit fig. 4 blijkt is in deze uitvoeringsvorm van de trekker aan elke zijde van het symmetrievlak 9 een tweetal voorwielen 71 en 72 aangebracht die samen door middel van de fuseeas 30 (fig. 5) ten opzichte van de bijbehorende voorwieldrager 28 verzwehkbaar zijn om de as 15 of fuseeas 31. Ih dit uitvoeringsvoorbeeld sluit de as 31 met de hartlijn van de aandrijfas 38, gezien in de doorsnede volgens fig. 5, een hoek van 90° in. Gezien in de richting die loodrecht op het symmetrievlak 9 is gericht, kan de as 31» zowel in het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld als in 20 <iit uitvoeringsvoorbeeld, een scherpe hoek met een horizontaal vlak insluiten waarbij de as 31 gerekend in neerwaartse richting schuin voorwaarts is gericht.
In het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 5 is de onderzijde van het huis van de tandwielbak 48 verlengd door 25 middel van een cilindrisch huisdeel 73 dat coaxiaal om de hartlijn 55 (draaiingsas van de voorwielen) is gelegen.
Gezien in de stand volgens fig. 5 is het huisdeel 73 symmetrisch opgesteld ten opzichte van de as 31· Tegen beide eindvlakken van het huisdeel 73 is een asdrager 74 door 30 middel van bouten 75 losneembaar bevestigd. Elke asdrager 74 die ongeveer dezelfde opbouw heeft als de asdrager 53 volgens het vorige uitvoeringsvoorbeeld, steekt in een vanaf de as 31 afgekeerde richting vanaf het huisdeel 73 uit en is door middel van een flens 76 tegen de omtrek van het huisdeel 35 73 bevestigd. Beide asdragers 74 legeren een wielas 77 die in elke asdrager 74 door middel van twee op afstand van elkaar geplaatste legers 78 is gelegerd. De beide asdragers 74 zijn ten opzichte van deze as 31 symmetrisch opgesteld.
8203523 r·· ------- nm 11
Door middel van op één einde van de wielas 77 aangebrachte axiale spiebanen is op een eindstuk van de wielas 77 een conisch tandwiel 79 bevestigd die in aangrijping is met bet conische tandwiel 58. In tegenstelling met het voorgaande 5 uitvoeringsvoorbeeld is het conisch tandwiel 79 in hoofdzaak onder het conische tandwiel 58 gelegen zodat in dit uit-voeringsvoorbeeld de fuseeas 30 samen met de wielasaandrij-ving 73» 74 in verticale richting langer is dan in het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld.
10 Ook in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 5 is elke asdrager 74 binnen de velg van het nabij gelegen voorwiel gelegen, maar in tegenstelling met het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld is de tandwielbak 45 op grotere hoogte boven de grond opgesteld dan de bovenzijde van het voorwiel ^ 71 resp. 72. Op deze wijze kan derhalve worden bereikt dat het vertikale symmetrie vlak van elk der voorwielen op relatief korte afstand van de as 31 is gelegen waardoor buigende momenten in de fuseeas 30 grotendeels wordt vermeden.
Tegen de beide eindvlakken van de wielas 77 zijn weer flenzen 20 80 op losneembare wijze aangebracht; deze flenzen zijn voorzien van bevestigingsmiddelen door middel waarvan een velg van een voorwiel aan deze flens 80 op losneembare wijze kan worden bevestigd.
Zoals in fig. 1 is aangegeven treedt uit de voorzijde 25 van bet huis 12, dat een tandwieloverbrenging en een differentieel omvat, een as 81 in voorwaartse richting uit die van de aandrijfketen van de voorwielen is afgetakt. De as 81 kan een verlenging van de ingaande as 26 zijn en wordt derhalve aangedreven met een omwentelingssnelheid die 30 evenredig is met de rijsnelheid van de trekker. Het is ook mogelijk om de as 81, die als aftakas voor aan te drijven werktuigen dient, te laten aandrijven door het in het huis 12 aangebrachte tandwielstelsel zodat de aftakas 81 ten opzichte van de ingaande as 26 een constante vertraging 35 bezit. Aan het huis 12 en aan beide voorwieldragers 28 zijn bij voorkeur de bevestigingsmiddelen van een voorste, niet-getekende driepuntshefinrichting bevestigd. Aan de achterzijde van de trekker kan een niet-getekende, uit de 8203323 12 achterzijde van het differentieel 6 tredende aftakas aangebracht zijn die aandrijf baar is met een omwentelingssnelheid die evenredig is met die van de motor 14 en/of met de rijsnelheid.
5 Tijdens bedrijf drijft de motor 14 via de koppel- omvormer 15 en het differentieel 6 de achterwielen 8 aan.
Het tandwielstelsel dat in het huis 17 is ondergebracht en dat zijn uitgaande as 18 aandrijft, is in zodanige aandrijvende verbinding met de uitgang van de koppelomvormer 15 10 dat de uitgaande as 18 wordt aangedreven met een omwentelingssnelheid die evenredig is met de rijsnelheid van de trekker. De uitgaande as 18 drijft via de as 19, het tandwielstelsel 22, 23 in de tandwielbak 21, de as 24 en de as 25» de tandwieloverbrenging en het differentieel aan dat 15 in het huis 12 is ondergebracht. Van hieruit worden de beide assen 38 (in beide uitvoeringsvoorbeelden volgens fig. 3 en 5) aangedreven die op symmetrische wijze ten opzichte van het symmetrievlak 9 aan weerszijden uit het huis 12 treden. Elke as 38 drijft via de tandwielen 42, 43 de neerwaarts 20 gerichte en onderling axiale verschuifbare assen 44 en 50 en daarmee het tandwiel 58 aan.
In het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 3 is het tandwiel 58 in aangrijping met het grotendeels boven het tandwiel 58 gelegen tandwiel 57 dat de buitenwaarts 25 gerichte wielas 56 en daarmede het voorwiel 13 in draaiing brengt. Het het tandwiel 57 dragende huis van de asdrager 53 beslaat in hoogterichting gerekend vrijwel de gehele hoogte van de fuseeas 30. De in verticale lijn gemeten afmeting van de fuseeas 30 wordt in wezen bepaald door de 30 diameter van het tandwiel 57» welke laatste weer afhankelijk is van de overbrengingsverhouding tussen de tandwielen 57 en 58. Daar de overbrengingsverhoudingen in de richting van de wielas 56 steeds vertraging bewerkstelligen, wordt vastgesteld dat een reeds in het huis 12 aangebrachte 35 relatief grote vertraging een relatief kleiner tandwiel 57 ten gevolge heeft, waardoor de totale hoogte van de gehele fuseeconstructie kleiner wordt indien het tandwiel 57 zich langs en naast de aandrijfassen 44 en 50 uitstrekt zoals in 8203923 13 fig. 3 is aangegeven. Tengevolge van een vertraagde aandrijving van de assen 38 kan derhalve worden bereikt, dat, uitgaande van een bepaald gekozen wieldiameter het gestel van de trekker op geringere hoogte boven de grond kan worden 5 aangebracht waardoor een lagere zwaartepuntsligging van de trekker kan worden bereikt. De in de fig. 3 getekende constructie kan uiteraard eveneens bij de achterwielen, met of zonder fuseec ons truc tie voor bestuurbare wielen, worden toegepast.
10 Ihdien aan elke zijde van het symmetrievlak 9 twee aandrijf bare en bestuurbare voorwielen zijn gewenst zoals in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 5 is getekend, en waarbij de voorwiel drager 28 boven het binnenste voorwiel 71 moet zijn gelegen, kan indien eveneens een grote vertraging 15 van de wielaandrijving in het huis 12 wordt toegepast, de diameter van het tandwiel 79 eveneens worden beperkt waardoor de diameter van het huisdeel 73 kleiner kan worden gekozen zodat de bodemvri jheid van de aandrijf construe tie groter wordt.
20 Zoals hiervoor reeds is aangeduid worden de steun- krachten van de voorwielen op de grond uitsluitend via de huizen van de asdragers 53 resp. 74 en van de tandwielbak 48 (fuseeas) naar de tandwielbak 45 over gebracht zonder de aandrijving en zijn legering te belasten. Indien de voorwie-25 len üoor middel van de hydraulische cylinder 37 (fig. 1» 2 an 4) worden bestuurd verzwenken de voorwielen door ver-zwenking van de stuurplaat 33 om de zwenkas 32 via de stuurstangen 35 om de hartlijnen 31· Hierbij ver zwenkt het huis van de tandwielbak 48 daarmede zijn flens 65 tussen de 30 gehard metalen ringen, schijven of draaikransen 66 en 69 waarvan de diameter groter is dan de buitenomtrek van de legers 47 zodat gerekend ten opzichte van de as 31 een in radiale richting groot steunvlak ontstaat die de druk-belasting op deze fuseeaslegers vermindert resp. de 35 legerkracht relatief hoog gekozen kan worden. De buiging in de fuseeas 30 is relatief klein omdat de hartlijn 31 de resultante van de kracht van de grond op het wiel ongeveer snijdt in alle standen van het voorwiel (uitvoeringsvoor- 8 2 0 3 9 2 3 14 * — i.
"beeld volgens fig. 3). Deze buigende belasting is in bet uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 4, waar eenzelfde fusee-legering is toegepast in principe eveneens zeer gering omdat de voorwielen symmetrisch zijn opgesteld ten opzichte van de 5 hartlijn 31.
Met de constructie volgens de uitvinding ontstaat een fuseeas van licht gewicht, die voldoende sterk is voor de toepassing onder moeilijke bedrijfsomstandigheden.
De uitvinding is niet beperkt tot datgene wat in de 10 beschrijving en/of de conclusies is vermeld, maar heeft ook betrekking op de details van de figuren al dan niet beschreven.
Conclusies 8203323

Claims (45)

  1. 2. Trekker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het loopwiel door een aandrijfmotor van de trekker aandrijf-baar is.
  2. 3. Trekker volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de fuseeas deel uitmaakt van de aandrijving van het 10 loopwiel.
  3. 4. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de delen in eikaars verlengde zijn opgesteld. 5* Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de delen in axiale richting onderling 15 beweegbaar zijn.
  4. 6. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de koppeling een hol asstuk omvat, dat van althans axiale spiebanen is voorzien, waarin/een deel verschuifbaar is.
  5. 7. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de fuseeas aan een conisch tandwiel is aangebracht.
  6. 8. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een legering van de fuseeas in een legerhuis 25 afsteunt dat tevens als afsteuning van een legering van een fusee dient.
  7. 9· Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het loopwiel als geheel om de hartlijn van de fuseeas door middel van het fusee verzwenkbaar en 30 bestuurbaar is.
  8. 10. Trekker volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het legerhuis van de fuseeas zich binnen de legering van het fusee uitstrekt. II. Trekker volgens een der conclusies 8 - 10, met het 35 kemnerk, dat de legering van het fusee een draaikrans is.
  9. 12. Trekker volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de draaikrans een metalen ring is.
  10. 13. Trekker volgens een der conclusies 7-12, met het 8203923 kenmerk, dat het conische tandwiel met een ander conisch tandwiel in aangri jping is.
  11. 14. Trekker volgens conclusie 13, niet het kenmerk, dat de . hartlijnen van de tandwielen onderling verschillende hoeken 5 insluiten.
  12. 15. Trekker volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de tandwielen in een huis zijn aangebracht, dat althans ten dele binnen de velg van het loopwiel is gelegen.
  13. 16. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat ten minste twee loopwielen door fuseeassen met elkaar zijn gekoppeld en een leger van een fuseeas een grotere diameter heeft dan de buitenomtrek van een leger waarin een fuseeas is gelegerd.
  14. 17. Trekker of dergelijk aandrijfbaar voertuig, in het 15 bijzonder een trekker voor de landbouw, met het kenmerk, dat ten minste twee loopwielen door fuseeassen met elkaar zijn gekoppeld en een leger van een fuseeas een grotere diameter heeft dan de buitenomtrek van een leger waarin een fuseeas is gelegerd.
  15. 18. Trekker volgens conclusie 16 of 17» met het kenmerk, dat het grootste leger een glijleger is,
  16. 19. Trekker volgens een der conclusies 16 - 18, met het kenmerk, dat het grootste leger als een draaikrans met een geharde ring is uitgevoerd.
  17. 20. Trekker volgens een der conclusies 16 - 19, met het kenmerk, dat het grootste leger een uit twee delen bestaande ring omvat.
  18. 21. Trekker volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de uit twee delen bestaande ring tevens een opsluitring 30 van het leger is.
  19. 22. Trekker volgens een der conclusies 16 - 21, met het kenmerk, dat het leger drie schijven of ringen omvat.
  20. 23. Trekker volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de schijven of ringen met bouten aan elkaar zijn bevestigd.
  21. 24. Trekker volgens conclusie 22 of 23, met het kenmerk, dat een schijf aan een tandwielbak van een loop-wielas is bevestigd.
  22. 25. Trekker volgens een der 'conclusies 22 - 24, met het kenmerk, dat een andere schijf aan een tandwielbak van een 8203923 Fv “ =—'-.· ' c' <. % V aandrijfas is bevestigd.
  23. 26. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan een fuseeas twee loopwielen zijn gekoppeld. 5 27· Trekker volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat ten minste één loopwiel door de motor van de trekker aandrijf baar is en om een schuin ten opzichte van het vertikale vlak opgestelde fuseeas om ongeveer 130° verdraaibaar is.
  24. 28. Trekker of dergelijk aandrijf baar voertuig, in het bijzonder een trekker voor de landbouw, met het kenmerk, dat ten minste één loopwiel door de motor van de trekker aandrijf baar is en om een schuin ten opzichte van het vertikale vlak opgestelde fuseeas om ongeveer 130° ver-15 draaibaar is.
  25. 29. Trekker volgens conclusie 27 of 28, met het kenmerk, dat het verlengde van de fuseeas ongeveer midden onder het loopwiel de grond snijdt.
  26. 30. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met 20 ket kenmerk dat een tandwielbak van een aandrijving van het loopwiel althans ten dele binnen de velg van het loopwiel is gelegen.
  27. 31· Trekker volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat de tandwielbak nagenoeg geheel binnen de velg is gelegen.
  28. 32. Trekker volgens een der conclusies 27 - 31 , met het kenmerk, dat de fuseeas gedeeld is. 33» Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een loopwiel om een fuseeas bestuurbaar is en een legering van de fuseeas hoofdzakelijk uit een 30 metalen krans bestaat.
  29. 34. Trekker of dergelijk aandrijfbaar voertuig, in het bijzonder een trekker voor de landbouw, met het kenmerk, dat een loopwiel om een fuseeas bestuurbaar is en een legering van de fuseeas hoofdzakelijk uit een metalen krans bestaat.
  30. 35. Trekker volgens conclusie 33 of 34, met het kenmerk, dat de legering een eerste, uit één stuk bestaande geharde ring omvat.
  31. 36. Trekker volgens een der conclusies 33 - 35, met 8203923 A "*· het kenmerk, dat de legering een tweede, uit twee delen bestaande geharde ring omvat.
  32. 37· Trekker volgens conclusie 36, met het kenmerk, dat de uit twee delen bestaande ring met bouten aan een 5 huis is bevestigd.
  33. 30. Trekker volgens conclusie 36 of 37, met het kenmerk, dat tussen beide ringen een aan een fuseeas bevestigde schijf verzwenkbaar is.
  34. 39· Trekker volgens een der conclusies 33 - 38, met 10 het kenmerk, dat de fuseeas twee tandwielbakken alsmede een draaikransleger omvat.
  35. 40. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een as waaraan een aangedreven en bestuurbaar loopwiel is bevestigd, tevens een aftakas omvat, 15 waardoor een aan de trekker gekoppeld werktuig aandrijfbaar is.
  36. 41. Trekker of dergelijk aandrijfbaar voertuig, in het bijzonder een trekker voor de landbouw, met het kenmerk, dat een as waaraan een aangedreven en bestuurbaar loopwiel is' bevestigd, tevens een aftakas omvat, waardoor een aan de 20 trekker gekoppeld werktuig aandrijfbaar is.
  37. 42. Trekker volgens conclusie 40 of 41, met het kenmerk, dat de aftakas aandrijfbaar is met een omwentelingssnelheid die evenredig is met de rijsnelheid van de trekker.
  38. 43· Trekker volgens een der conclusies 40 - 42, met 25 het kenmerk, dat de aftakas aan het midden van de aandrijving van een tweetal loopwielen is gekoppeld.
  39. 44· Trekker volgens een der conclusies 40 - 43, met het kenmerk, dat de aftakas in een tandwielbak met differentieel is gelegerd.
  40. 45. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandri jfmotor en een koppelomvormer van de trekker, gezien in bovenaanzicht, binnen een U-vormig gesteldeel zijn gelegen.
  41. 46. Trekker volgens conclusie 45, met het kenmerk, 35 dat het gesteldeel star aan een stijve achteras van de trekker is bevestigd.
  42. 47. Trekker volgens conclusie 45 of 46, met het kenmerk, dat de aandrijving van aangedreven wielen in tot een gestel van de trekker behorende holle gestelbalken is aangebracht. 8203923 \ . . '» > k
  43. 48. Trekker volgens een der conclusies 45 - 47, met liet kenmerk, dat, gezien in zijaanzicht, het gesteldeel van nabij een achteras van de trekker tot ongeveer nabij de achterzijde van de voorwielen reikt.
  44. 49. Trekker volgens een der conclusies 45 - 48, met het kenmerk, dat het gesteldeel door middel van een horizontale, in de rijrichting gelegen zwenkas met de de voorwielen dragende tandwielbak is verbonden.
  45. 50. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat de trekker is voorzien van een driepunts-hef inrichting. . · ·“ · 3 2 'j ύ 9 2 3
NL8203923A 1982-10-11 1982-10-11 Trekker of dergelijk aandrijfbaar voertuig. NL8203923A (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8203923A NL8203923A (nl) 1982-10-11 1982-10-11 Trekker of dergelijk aandrijfbaar voertuig.
DE19833336505 DE3336505A1 (de) 1982-10-11 1983-10-07 Nutzfahrzeug wie schlepper oder dgl., insbesondere fuer die landwirtschaft
GB08327204A GB2128948B (en) 1982-10-11 1983-10-11 A vehicle
US06/540,642 US4613011A (en) 1982-10-11 1983-10-11 Vehicle king pin and drive assembly
IT23248/83A IT1171742B (it) 1982-10-11 1983-10-11 Veicolo tipo trattore agricolo con montaggio compatto delle ruote anteriori motrici sui perni di sterzaggio
FR8316133A FR2534213B1 (fr) 1982-10-11 1983-10-11 Tracteur ou vehicule similaire muni de roues motrices et directrices commandees par des fusees
JP58188542A JPS5984674A (ja) 1982-10-11 1983-10-11 車両
GB08527660A GB2166100B (en) 1982-10-11 1985-11-08 A vehicle
FR8602002A FR2578205A1 (fr) 1982-10-11 1986-02-14 Tracteur ou vehicule similaire muni de roues motrices et directrices commandees par des fusees

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8203923A NL8203923A (nl) 1982-10-11 1982-10-11 Trekker of dergelijk aandrijfbaar voertuig.
NL8203923 1982-10-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8203923A true NL8203923A (nl) 1984-05-01

Family

ID=19840393

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203923A NL8203923A (nl) 1982-10-11 1982-10-11 Trekker of dergelijk aandrijfbaar voertuig.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4613011A (nl)
JP (1) JPS5984674A (nl)
DE (1) DE3336505A1 (nl)
FR (2) FR2534213B1 (nl)
GB (2) GB2128948B (nl)
IT (1) IT1171742B (nl)
NL (1) NL8203923A (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS60154915A (ja) * 1984-01-21 1985-08-14 Kubota Ltd 農用トラクタ−の車輪用伝動構造
JPS6345376Y2 (nl) * 1984-12-15 1988-11-25
AU573991B2 (en) * 1986-03-27 1988-06-23 Kubota Ltd. Steering apparatus for a front wheel drive tractor
JPS62225470A (ja) * 1986-03-27 1987-10-03 Kubota Ltd 前輪駆動トラクタにおける操向装置
JP3585285B2 (ja) * 1995-04-27 2004-11-04 株式会社クボタ 駆動操向車輪の支持部構造
US7955211B2 (en) * 2006-03-03 2011-06-07 Dana Heavy Vehicle Systems Group, Llc Axle assembly
DE102007062457A1 (de) * 2007-12-22 2009-06-25 Deere & Company, Moline Getriebeanordnung eines landwirtschaftlichen oder industriellen Nutzfahrzeugs
CN103129613A (zh) * 2011-12-21 2013-06-05 临沂大学 四轮转向装置
SE540561C2 (en) * 2015-05-13 2018-10-02 Ningbo Geely Automobile Res & Development Co Ltd Wheel carrier
JP6523392B2 (ja) * 2017-09-08 2019-05-29 本田技研工業株式会社 車両駆動装置

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1155315A (en) * 1913-02-27 1915-09-28 Cleveland Engineering Company Wheel for self-propelled vehicles.
US1840407A (en) * 1930-06-12 1932-01-12 Carl A Norman Electromechanical wheel drive
DE1044485B (de) * 1955-12-03 1958-11-20 Hans Troppmann Lenkbare Antriebseinrichtung, insbesondere fuer Einachsschlepper
FR2122066A5 (nl) * 1971-01-12 1972-08-25 Bancel Joseph
JPS589011B2 (ja) * 1974-08-13 1983-02-18 株式会社クボタ トラクタ等の前輪駆動装置
US4368797A (en) * 1975-01-30 1983-01-18 Lely Cornelis V D Row-crop front and rear wheel drive articulated tractor for heavy-duty operations
JPS5465930A (en) * 1977-11-02 1979-05-28 Mitsubishi Agricult Mach Co Ltd Apparatus for driving control wheels
SU715365A2 (ru) * 1978-01-06 1980-02-15 Предприятие П/Я Р-6194 Бортовой редуктор колесного транспортного средства
JPS55138127U (nl) * 1979-03-23 1980-10-02
US4385846A (en) * 1981-03-11 1983-05-31 General Motors Corporation Axial-bearing arrangement on shafts, in particular in speed-change gears of motor vehicles
DE3133027C2 (de) * 1981-08-20 1986-10-16 Carl Hurth Maschinen- und Zahnradfabrik GmbH & Co, 8000 München Getriebe für ein lenkbares Antriebsrad eines Fluorförderfahrzeugs
US4413918A (en) * 1982-05-19 1983-11-08 Smith International, Inc. Thrust bearing for rock bits
US4442914A (en) * 1982-09-13 1984-04-17 Tadao Nishihara Front wheel driving device of vehicle

Also Published As

Publication number Publication date
JPS5984674A (ja) 1984-05-16
FR2578205A1 (fr) 1986-09-05
FR2534213A1 (fr) 1984-04-13
IT8323248A0 (it) 1983-10-11
GB8527660D0 (en) 1985-12-11
US4613011A (en) 1986-09-23
GB2128948A (en) 1984-05-10
GB2166100B (en) 1987-03-11
GB8327204D0 (en) 1983-11-09
GB2128948B (en) 1987-03-11
IT1171742B (it) 1987-06-10
GB2166100A (en) 1986-04-30
FR2534213B1 (fr) 1986-08-01
DE3336505A1 (de) 1984-04-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4448274A (en) Vehicle
DE2930298C2 (de) Angetriebene Lenkachse
US4363374A (en) Tractor
NL8203923A (nl) Trekker of dergelijk aandrijfbaar voertuig.
US6374933B1 (en) Track vehicle track width adjustment
NL8300453A (nl) Trekker of dergelijk voertuig.
US4585084A (en) Agricultural tractor
JP4101126B2 (ja) 作業車の操向車輪駆動構造
US4791996A (en) Agricultural tractor with lightweight frame and front and rear wheels forming substantially continuous wheel path
IE46230B1 (en) Agricultural mower
US4178746A (en) Rotary mowers
NL8200663A (nl) Trekker voor landbouwdoeleinden of dergelijke.
US4609065A (en) Wheel drive structure for agricultural tractor
NL8500758A (nl) Trekker.
GB2128147A (en) Agricultural tractor
GB2128149A (en) Agricultural tractor
IL32867A (en) Drive structure for flight-type elevator
US5105608A (en) Drive apparatus for propelling implements
NL8203381A (nl) Trekker.
EP0182437B1 (en) Tractor
NL8204875A (nl) Trekker voor landbouwdoeleinden.
JP2534805Y2 (ja) 乗用型芝刈機のミッションケース支持構造
JPS61261127A (ja) トラクタ−の油圧駆動ミツシヨン装置
EP0267983B1 (en) Track-laying vehicle
JP2523133Y2 (ja) 農用トラクタの前輸駆動装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed