NL8203853A - Isolatiestelsel. - Google Patents

Description

1 _______;_;_;_:______„________ ..

j VO 3628 i

Isolatiestelsel

De uitvinding heeft betrekking op een isolatiestelsel, in het bijzonder geschikt voor daken van kassen.

Het is bekend, dat een groot gedeelte van de door kasverwar-mingsinstallaties. opgewekte warmte verloren gaat via de glazen kas-5 daken, waarbij in het bijzonder 1s-nachts veel energieverlies optreedt. Een soortgelijk verschijnsel treedt op bij andere glazen daken, zoals bijvoorbeeld lichtkoepels van produktiehallen en dergelijke.

In het Verleden is getracht, dit energieverlies te beperken door toepassing van bijvoorbeeld kunststof kanaalplaten, isolatieglas of 10 gecoat glas. Ofschoon op deze wijze inderdaad het warmteverlies enigszins beperkt kan worden, laten de resultaten nog veel te wensen over.' Bovendien zijn deze isolerende kasomhullingen relatief kostbaar en leiden overdag tot lichtverlies, hetgeen produktieverlies tot gevolg heeft.

15 Voorts ontstaat bij toepassing, van een doorzichtige isolerende kasomhulling een hogere relatieve luchtvochtigheid in de kas. Omdat de uitstraling van warmte 's-nachts voornamelijk van het gewas uitgaat, dat daardoor kouder wordt dan de omringende lucht, ontstaat eerder condens- op het gewas. Hierdoor wordt de. kans op schimmelziekten vergroot.

20 In de Nederlandse octrooiaanvrage 272817 is voorts voorge steld om ter beperking van onder meer het. warmteverlies door glazen daken van kassen inwendige, wegklapbare, schermen toe te passen. Een bezwaar hiervan is, dat deze bekende schermen ook in weggeklapte toestand lichtverlies veroorzaken. Voorts vergen de bekende schermen 25 binnen de kas een groot aantal b evestigings- en bedieningsorganen, die ook lichtverlies veroorzaken.

De uitvinding beoogt een isolatiestelsel·, dat bovengenoemde bezwaren niet bezit en dat leidt tot een grotere vermindering van energieverlies dan de bekende stelsels, waarbij bovendien lichtwinst.

30 ontstaat, doordat minder verwarmingsbuizen nodig zijn.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een isolatiestelsel van de beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat door over de kappen aangebrachte stellen evenwijdige rails, en tussen elk stel rails schuifbare stijve isolatiepanelen, die in de bedrijfstoestand op elkaar aan-35 sluiten voor het vormen van een gesloten isolerend dek.

S20 3 8 53 Λ » > -2-

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bij gevoegde tekening van enkele uitvoeringsvoor-beelden.

Fig. 1 toont schematisch in dwarsdoorsnede een kas, voorzien van.

5 isolatie volgens de uitvinding; fig. 2 toont schematisch, een. dwarsdoorsnede langs de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 toont schematisch in perspectief een voorbeeld van een tweetal panelen, dat volgens de uitvinding kan worden toegepast; 10 fig. 4 toont schematisch een detail, van een isolatiepaneel volgens de uitvinding; fig. 5 toont in dwarsdoorsnede een voorbeeld van een nokprofiel van. een van een isolatiestelsel volgens de uitvinding voorziene kas; fig. 6 toont op welke wijze de isolatiepanelen voor een stelsel 15 volgens de uitvinding kunnen worden, opgeslagen; fig. 7 toont schematisch een inrichting voor het aanbrengen en verwijderen van stijve isolatiepanelen; fig. 8 toont een detail, van de inrichting van fig. 7; fig. 9 toont een alternatieve inrichting, voor het aanbrengen 20 en verwijderen van stijve isolatiepanelen fig. 10 toont een detail van de inrichting van fig. 9; fig. 11, 11a en fig. 12 tonen een voorbeeld van een opslaginridating voor isolatiepanelen volgens de'uitvinding; fig. 13 toont een detail van de inrichting van. fig. 9,10 en 11; en 25 fig. 14 en 15 tonen een zijgevelisolatie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch in dwarsdoorsnede bij wijze van. voor-' beeld een kas met zes naast elkaar gelegen kappen. In de praktijk zal het isolatiestelsel. volgens da uitvinding echter veelal worden toegepast, voor kassen met een groter aantal kappen. De kappen rusten op staanders 30 1 en bestaan elk. uit twee dakschilden, die telkens een nok 3 vormen.

Volgens de uitvinding is op elke. nok een in dwarsdoorsnede I-vormige rail 4 geplaatst. Daar normaliter de nokken reeds door. een metaalprofiel worden gevormd, kan de I-vormige rail. desgewenst deel. uitmaken van het nokprofiel. Bij de bouw van nieuwe, kassen.verdient een dergelijke 35 uitvoeringsvorm de voorkeur, doch indien men het isolatiestelsel volgens de uitvinding bij bestaande kassen wenst toe te passen, worden bij 3203853 ^ Jé -3- voorkeur losse rails gebruikt, die op geschikte wijze qp de bestaande nokprofielen worden aangebracht* Tussen elk tweetal rails kunnen isolerende panelen worden geschoven. Fig.. L toont vijf van. dergelijke panelen S.

5 De buitenste twee dekschilden kunnen op soortgelijke wijze wor den geïsoleerd door qp aparte staanders extra rails 4' aan te brengen, zoals met onderbroken lijnen, getoond.

De panelen worden bij voorkeur vanaf één der kopgevels van de kas tussen de rails geschoven, zoals in fig. 2 schematisch, is aan-10 gegeven. Hiertoe is een zodanig aantal panelen, aan elkaar· gekoppeld als overeenkomt met de lengte van de kas, die bijvoorbeeld 75 m.kan zijn. Desgewenst, bijvoorbeeld, bij zeer lange kassen of andere glazen daken, is het mogelijk de panelen van beide, uiteinden tussen de rails te schuiven.

Overdag worden de panelen verwijderd en naast.de kqpgevel van de 15 kas opgeslagen. Hiertoe zijn de panelen bij voorkeur op zodanige, wijze scharnierend met elkaar verbonden, dat. opslag op de wijze van een. orgelboek moge lijk is. Voorts, is voor het aanbrengen en verwijderen van de panelen bij voorkeur een speciale inrichting aanwezig, die in fig. 2 niet is getoond, doch. die ia het volgende nog nader zal worden toegelicht. 20 Opgemerkt wordt, dat.de rails. 4 ook dwars, op de lengterichting van de nokken van het kasdak kunnen worden aangebracht. De panelen, worden in dat geval bij een zijwand van. da kas opgeslagen en vanaf die plaats tussen de rails geschoven. Het is bovendien mogelijk, soortgelijke rails evenwijdig aan de gevels aan te brengen, zodat deze eveneens geïsoleerd 25 worden.

De te gebruiken panelen zijn stijve panelen, die bijvoorbeeld kunnen bestaan uit twee evenwijdige aluminiumplaten,.waartussen zich isolerend kunststofschuim, bevindt. Dergelijke panelen verschaffen naast een uitstekend, warmteIsolerend effect ook een effectieve bescherming 30 tegen weersinvloeden, bijvoorbeeld hagel. De panelen kunnen op eenvoudige wijze zodanig worden uitgevoerd, dat het. door de panelen gevormde isolatiedek be loopb aar is.

Een ander voordeel van het beschreven isolatiestelsel is, dat tussen het isolatiedek en de dakschilden van de kas een driehoekige vrije 35 ruimte 6 blijft bestaan, waardoor, ook indien het isolatiedek is aange-. bracht, de kas op de gebruikelijke wijze kan worden geventileerd.

82 0 1851^ ~~ “

<r' V

-4-

In. beginsel zouden de panelen losse panelen kunnen zijn,, die vanaf één zijde of twee zijden met mankracht tussen de rails worden geschoven tot een aaneensluitende afdekking is verkregen. Dit is echter bij lange kassen bezwaarlijk, en tijdrovend.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding zijn de 5 panelen echter middels scharnieren met elkaar verbonden en wordt een speciale motorisch aangedreven inrichting gebruikt om de panelen tussen V de rails te schuiven respectievelijk weer te verwijderen.

Figuur 3' toont schematisch in perspectief een -voorbeeld van

" T

een tweetal panelen 7» 7 volgens de uitvinding. Elk der panelen bestaat 10 uit éen huis 8, dat bijvoorbeeld uit aluminiumplaat kan zijn vervaardigd - en dat de vorm heeft van. een platte doos. Aan de doosvormige huizen zijn, bij voorkeur eveneens uit aluminiumplaat , scharnierbussen 9 gevormd langs twee diagonaalwaarts tegenover elkaar gelegen randen, op zodanige wijze,, dat de scharnierbussen van het ene huis met de corresponderende scharnier-15 bussen van het andere huis in een lijn kunnen worden gebracht en door het aanbrengen van een niet getoonde scharnierpen met elkaar kunnen worden ' gekoppeld. Op deze wijze kunnen de panelen, zonder van elkaar los te worden genomen, op de wijze van een orgelboek scharnierend, tegen elkaar worden gelegd, zoals in figuur 2 is getoond.

20 In de· doosvormige huizen bevindt zich isolatiemateriaal, bijvoorbeeld polyurethanschuim·.

De zijkanten 10, die in de bedrijfstoestand naar de rails k zijn gekeerd, kunnen naar wens open of gesloten zijn uitgevoerd.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn deze zijkanten 25 tenminste deels gesloten uitgevoerd, teneinde althans een, een gelei-dingsrol dragende, as aan te kunnen brengen. Door de toepassing van dergelijke geleidingsrollen wordt het aanbrengen en verwijderen van de panelen aanzienlijk vergemakkelijkt.

Een en ander is bi-j wijze van voorbeeld getoond in figuur k, 30 welke een gedeeltelijke doorsnede van een van een geleidingsrol 11 voorzien paneel toont.

De rol 11 is aangebracht op een as 12 en geborglmet een borg- orgaan 13.

De as 12 reikt door de zijwand 1k van het doosvormige huis 8 35 tot eindweegs in het huis, waar een lagerorgaan 15 is geplaatst, waarin de as eveneens tegen verschuiven geborgd is.

8203853 * » _ -5- : / Tegen de wand. 14 is aan de binnenzijde van het paneel een tweede lagerorgaan 15 geplaatst. Het isolatiemateriaal is aangegeven met 17.

Fig. 5 toont een voorbeeld van een van. een railgedeelte voorzien nokprofiel 18: volgens de uitvindingr waarbij het ten behoeve van de 5 isolatiepanelen. extra toegevoegde gedeelte 4' gearceerd, is.

Op de bovenflens van het railgedeelte is in. het getoonde uitvoe-ringsvoojdoeeld een op zichzelf gebruikelijke bevestigingsmogelijkheid 20 voor een. in doorsnede ongeveer paddestoelvormig kunststof of rubber af= dekprofiel 23 aangebracht. De vrije randen 24 van het af dekprofiel rusten ..._ 10 bij voorkeur enigszins verend tegen de bovenzijde van de panelen 5,· zodat . „. een goede afdichting wordt verkregen...

Fig. 6 toont schematisch twee mogelijke wijzen van opslag van de isolatiepanelen en een inrichting voor het aanbrengen, respectievelijk, verwijderen van de isolatiepanelen.

15 Een kas is schematisch aangegeven met 30. Naast de kas, in het getoonde voorbeeld naast de kopgevel.van de kas, is een in dwarsdoorsnede driehoekig, gelijkbenig element 31 geplaatst, welke om een op niet nader getoonde wijze- voor rotatie om een centrale horizontale, as 32 kan worden aangedreven, zoals aangegeven met een dubbele, gebogen pijl 33.

20 Voor het aanbrengen van de isolatiepanelen op het kasdak dient het driehoekige element rechtsom, te roteren, terwijl voor het verwijderen van de isolatiepanelen. de rotatie linksom dient te zijn.

Het driehoekige element bevindt zich in het verlengde van de tussenruimte tussen twee rails 4. Voor elk tweetal rails is derhalve een 25 dergelijke inrichting noodzakelijk.

De lengte van de zijden van het driehoekige element bedraagt tweemaal de lengte van een isolatiepaneei.

De centrale as 32 van het driehoekige element bevindt, zich in dit voorbeeld op een zodanige hoogte4dat, indien de bovenste zijde 30 van het driehoekige element, een horizontale stand heeft, deze bovenste zijde zich op ongeveer deaalfde hoogte bevindt als de onderzijde van de tussen de rails 4 gelegen isolatiepanelen.

De isolatiepanelen kunnen ofwel in horizontale stand tot een vertikale stapel worden gestapeld, zoals bij 35 aangegeven, ofwel in 35 vërtikale stand als een horizontaal pakket worden opgeslagen in een 8 2 0 3T5 3—--------- r « -6- .

geschikte draagconstructie , 2oals getoond bij 36. In beide gevallen worden de aan elkaar gekoppelde,isolatiepanelen op de wijze van, een orgelboek samengeklapt.

De laatste mogelijkheid, biedt het voordeel, dat naast de kas 5 een. vrije loopruimte overblijft.

De breedte van het driehoekige element, dat wil zeggen de afmeting dwars op het vlak van tekening,, is kleiner dan. de breedte van de isolatiepanelen.

Fig. 7 toont nogmaals in dwarsdoorsnede het driehoekige élement 10 31, dat is opgebouwd uit een driehoekig raamwerk, dat middels van de as 32 naar de middens van de zijden verlopende spaken 37 is verstevigd en met de as 32 is gekoppeld. Op de hoekpunten en bij voorkeur ook op andere plaatsen langs de zijlen, bijvoorbeeld, in het midden van elke zijde-, kunnen, uitsteeksels 38 zijn aangebracht, die corresponderen 15 met uitsparingen in de isolatiepanelen,. zodat een. goede aangrijping van het driehoekige element op. de isolatiepanelen wordt bevorderd.

Een en ander is schematisch bii wijze van voorbeeld getoond in fig.. 8.

Indien bij het verwijSeren van de panelen er voor wordt gezorgd, dat het eerste paneel de juiste stand aanneemt, nemen de volgende 20 panelen automatisch de juiste stand aan.

Het isolatiepaneel, dat bij het aanbrengen van de panelen op het kasdak het eerst tussen de rails wordt gevoerd en dat bij het verwijderen van de panelen, van het kasdak derhalve het laatst wordt verwijderd, is bij voorkeur van. haken of dergelijke organen voorzien, 25 waardoor dit paneel, nadat da. andere panelen zijn verwijderd, met het —.....·· driehoekige element gekoppeld kan blijven. Indien men dan de panelen weer op het kasdak: wenst aan te brengen, behoeft slechts de aandrijf-motor van de as 32 te worden ingeschakeld. Het eerste paneel en de volgsidé.panelen worden, dan automatisch tussen de rails 4 geschoven.

30 De aandrijfmotor kan desgewenst op één der daartoe bekende wijzen zijn voorzien van een eindschakelaar, die de motor automatisch uitschakelt zodra de panelen alle zijn. aangebracht, respectievelijk verwijderd.

Ook kunnen middelen zijn voorzien, die bijvoorbeeld, afhankelijk van 35 de lichtintensiteit de aandrijfmotor voor de as 32 automatisch kunnen 8 20 3 8 51 ..............

-7- bekrachtigen.

Fig·. 9 toont schematisch een andere inrichting voor het aanbrengen en verwijderen van de isolatiepanelen. De getoonde inrichting omvat een naast een kas 30 ter hoogte van de rails 4 geplaatste aan— 5 drijfrol 40 met een door een niet getoonde aandrijfinrichting aan-drij fbare as 41. Boven de aandrijfrol 40 is een aandrukrol 42 geplaatst, die de te transporteren panelen tegen de aandrijfrol drukt.

Indien in combinatie met deze inrichting een opslagmethode voor de panelen wordt gebruikt, waarbij deze in een vertikale stand in 10 een horizontaal pakket worden opgeslagen, zoals bij 36 aangegeven in fig. 6 en fig. 9, zijn extra geleidingsmiddelen nodig om te bewerkstelligen, dat bij het verwijderen van de panelen de voorranden daarvan afwisselend omhoog en omlaag bewegen. Deze geleidingsmiddelen kunnen uit rails bestaan, die op een geschikt punt 43 een wisselelement 15 bevatten, zoals in het volgende nog nader zal worden beschreven.

Voor de geleiding van de panelen in deze rails kunnen met voordeel de reeds aanwezige rollen 11 worden gebruikt, mits deze op de juiste plaats • aan de panelen zijn aangebracht. Het is ook mogelijk extra rollen of andere uitsteeksels voor dit doel aan de zijranden van de panelen 20 aan te brengen.

De rol 40 is bij voorkeur voorzien van wrijvingsverhogende middelen.

Een uitvoeringsvorm van dergelijke wrijvingsverhogende middelen is getoond in fig. 10. De rol 40 is voorzien van tanden. 44, die een 25 - breedte (d.i.- de afmeting loodrecht op het vlak van tekening! hebben die bij voorkeur kleiner is dan de paneeIbreedte. De tanden 40 kunnen aangrijpen op de onderzijde van de panelen 5, die daartoe zijn voorzien van complémentaire tanden 45, zodat een tandheugelwerking wordt verkregen.

30. Fig. 11 toont schematisch een stelsel van geleidingsrails voor opslag van de panelen in een horizontaal pakket.

Het geleidingsrailstelsel omvat een tweetal rails 50, waarvan er één voor geleiding van één van de zijranden van de panelen is getoond. Bij 43 splitst de rails 50 zi^h. in twee boven elkaar gelegen even-35 wijdige rails 51 eb 52 met een tussenafstand A, die overeenkomt met de 8 20 3 853 - ..........

-8— lengte van de panelen. De rails 51, 52 vormen tevens een frame waarin het panelenpakket kan worden gevormd. Dit frame wordt telkens door een stijl 53'ondersteund.. Dit is mogelijk door de rails 50, 51, 52 • zelfdragend uit te voeren, zoals schematisch in fig. 11a is aan-5 gegeven. Een voordeel hiervan is, dat. tussen de gevel van de kas· 30 en de stijl 53 een aanzienlijk vrije loopruimte overblijft. Niettemin kunnen· de rails ook zwakker worden uitgevoerd, waarbij dan tussen de kas en de getoonde stijl 53 een extra stijl kan worden geplaatst.

Bij 43 bevindt zich het wisselelement, dat nader getoond is 10 in fig. 12.

Het wisselelement omvat een tong 54, die kan scharnieren om een as 55 en die afwisselend een geleidingsrol 11 van een paneel of een ander zij-uitsteeksel van een paneel toelaat tot de bovenste rail 51 of de onderste rail 52. In de met volgetrokken lijnen getekende, stand 15 van de tong 54 is de toegang tot de bovenste rail 51 vrij, terwijl in de met onderbroken lijnen aangegeven stand (54') de toegang tot de onderste rail 52 vrij is.

De tong 54 'is verbonden met een bedieningsarm 55, welke via een arm. 56 en een. hefboom 57 is gekoppeld met een nok 58 van de aandrijf rol 20 40, teneinde te bewerkstelligen, dat de tong 54 op het juiste moment de juiste stand aanneemt.

Ook bij opslag van de panelen in een vertikale stapel zou een dergelijk stelsel van geleidingsrails kunnen worden toegepast. Noodzakelijk lijkt dit niet, omdat de panelen dan als gevolg van de zwaarte-25- kracht en de plaatsing van de scharnieren automatisch, de juiste stand.

aannemen. Wel is een vorm van geleiding noodzakelijk indien men de panelen op enige afstand van de kas wenst op te stapelen.

Fig·. 13 toont schematisch in vooraanzicht de wijze waarop de aandrijf- en aandrukrollen samenwerken met de panelen. Getoond zijn 3Q twee aandrijf rollen 40 voor naast elkaar gelegen reeksen panelen, waarbij in het rechter deel. van de figuur de aandrijf rol en het bijbehorende, paneel in doorsnede zijn getekend. De aandrijfrollen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een trommel, op de omtrekswand. waarvan tanden 44 -van rubber of kunststof zijn aangebracht, bijvoorbeeld door vulcaniseren. 35 De tanden werken op de reeds beschreven wijze samen met een op cample- Ï2Ö3T53 » * -9- mentaixe·. wijze vervormd, deel van. het oppervlak van de panelen 5. De trommels zijn gemonteerd op een uit met elkaar, koppelbare. delen, opgebouwde . aandrijfas 60, zodat een groot aantal aandrijf rollen, bij voorkeur alle aandrij frallen. van een installatie, simultaan door. een. enkele 5 motor die met de as 60 is gekoppeld kunnen worden aangedreven..

Tussen, twee naast elkaar gelegen aandrijf rollen, die bij verschillende reeksen panelen behoren, bevindt zich telkens de reeds beschreven nok 58 op de as 60.

In het voorgaande werd reeds vermeld, dat de zijgevels van 10 kassen op soortgelijke wijze kunnen: worden geïsoleerd, als ten aanzien van de kappen werd beschreven.

Fig. 14 toont schematisch op welke, wijze een dergelijke zij-gevelisolatie kan worden gerealiseerd- Boven het op de zijgevel aansluitende dakschild is een extra frame 61,62 aangebracht,, dat een nader 15 in fig- 15 getoonde., hoekrail 65 bevat, die zowel een extra horizontaal paneel 5' als een zich vertikaal langs de zijgevel uitstrekkend paneel 63 kan geleiden. Voorts is onderaan de zijgevel nog een horizontale geleidingsrall. 64 aangebracht. Afhankelijk van de hoogte van de kas en de afmetingen van de panelen kunnen eventueel meerdere rails langs 20 de zijgevel zijn aangebracht.

Zoals in fig. 15 is getoond heeft de hoekrail 65 twee horizontale flenzen waarop rollen 66 kunnen lopen, die middels een as 67 met- elkaar zijn gekoppeld. Tussen de rollen is op de as 67 een bus 68 aangebracht, welke op bekende wijze het vertikale paneel 63. draagt.. Voorts zijn 25 afdekstrippen van de reeds eerder beschreven soort toegepast-

Opgemerkt wordt, dat diverse modificaties van het beschreven isolatiestelsel voor de deskundige voor de hand liggen. Dergelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

“8 20 3 8 5 3

Claims (24)

1. 2. Isolatiestelsel volgens conclusie 1, m e t het ken merk, dat de rails op de nokken van de kappen zijn aangebracht en zich in de lengterichting van de nokken uitstrekken.
2. 3. Isolatiestelsel volgens conclusie 1,met het ken— 10 merk, dat de rails zich dwars ten opzichte van de nokken van de kappen uitstrekken en aan de nokken zijn bevestigd» k. Isolatiestelsel volgens conclusie 2, met het ken merk, dat de rails een geheel vormen met de gebruikelijke nokprofielen voor glazen kappen.
3. 5. Isolatiestelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de_ isolatiepanelen rechthoekig zijn en langs de in de· bedrijf stoestand dwars op de rails verlopende zijden zijn voorzien van scharnier delen, die met corresponderende schamierdelen van een naastliggend paneel kunnen worden gekoppeld, waarbij de schamierdelen 20 telkens zodanig zijn geplaatst, dat een aantal isolatiepanelen op de wijze van een orgelboek samenvouwbaar is.
4. 6. Isolatiestelsel volgens een der voorgaande conclusies, ge kenmerkt door een motorisch aangedreven inrichting voor het tussen de rails schuiven, respectievelijk verwijderen van de isolatiepanelen. 25 7· Isolatiestelsel volgens één der voorgaande conclusies, ge kenmerkt door een opslaginrichting voor het in de vorm van een vertikale stapel, van horizontale panelen opslaan van de isolatiepanelen.
5. 8. Isolatiestelsel volgens één der conclusies 1 t/m 6 gekenmerkt 3203853 • * Λ -ii- - door een opslaginrichting voor het in een horizontaal pakket vanverti- kale panelen opslaan, van de isolatiepanelen.
6. 9. Isolatiestelsel volgens een der voorgaande conclusies,, met het' kenmerk, dat de isolatiepanelen elk twee evenwijdige harde 5 platen omvatten waartussen zich isolatiemateriaal bevindt.
7. 10. Isolatiestelsel volgens conclusie 9j a e t het k .e n-m e r k, dat de harde platen aluminiumplaten zijn.
8. 11. Isolatiestelsel volgens conclusie 9 of 10, met het k e n m e r k, dat het isolatiemateriaal kunststofschuim is. 10 12.· Isolatiemateriaal volgens een der voorgaande conclusies,, met het kenmerk, dat de isolatiepanelen. aan de in de bedrijf stoestand naar de rails gekeerde zijden zijn voorzien van in de rails vallende geleidingsorganen.
9. 13. Isolatiestelsel volgens conclusie 12, met het k e n- 15. e r k, dat de geleidingsorganen bestaan uit twee of meer rollen. - 1k. Isolatiestelsel volgens een der conclusies 9 t/m J3, met h e t k e n m e r k, dat van een tweetal in bedrijf naast elkaar gelegen panelen, die middels scharnierdelen aan elkaar zijn gekoppeld, telkens de scharnierdelen van beide panelen zich aan ma? elkaar toe 20 gekeerde zijden langs de bovenrand daarvan of langs de onderrand daarvan bevinden, terwijl de scharnierdelen aan de van elkaar afgekeerde zijden van de panelen zich dan langs de onderrand of langs de bovenrand daarvan bevinden..
10. 15. Isolatiestelsel volgens conclusie 1^, m e t het ken- 25. e r k, dat de scharnierdelen gevormd zijn uit uitsteeksels van de harde platen.
11. 16. Isolatiestelsel volgens êén der conclusies 6 t/m J5, met het k e n m e r k, dat de motorisch aangedreven inrichting een om een centrale as roteerbaar element omvat, dat in dwarsdoorsnede de vorm van 30 een gelijkbenige driehoek heeft, waarvan de benen een lengte hebben die correspondeert met de lengte van twee aan elkaar gekoppelde isolatiepanelen.
12. 17. Isolatiestelsel volgens· conclusie 16, met het ken-m e r- k, dat het driehoekige element althans aan de hoekpunten is voor— 9203853 ............... -12- 'zien van uitsteeksels, die· in bedrijf in corresponderende uitsparingen aan de. onderzijde van de isolatiepanelen vallen..
13. 18. Isolatiestelsel volgens conclusie 17, met het kenmerk, ‘ dat in het midden van elk been van. de driehoek*vorm evenèens een uit-5 steeksel. is aangebracht, dat met een corresponderende uitsparing van de isolatiepanelen kan samenwerken. 19. ' Isolatiestelsel volgens één der conclusies 6 t/m. 15, met het kenmerk, dat de motorisch aangedreven inrichting een getande aandrijfrol. omvat, waarvan de tanden kunnen samenwerken met in 10 de boven- en onderzijde aan gebrachte, complementaire tanden van de isolatiepanelen.
14. 20. Isolatoestelsel volgens conclusie 19, gekenmerkt door althans één aandrukrol, die in bedrijf de te transporteren, isolatiepanelen tegen de aandrijfrol drukt.
15. 21. Isolatiestelsel volgens conclusie 8 en conclusie 19 of 20, 15 gekenmerkt door een stelsel van geleidingsrails, bestaande uit telkens twee evenwijdige horizontale rails, waarin geleidingsorganen van de isolatiepanelen vallen, en die zich op afstand, van de aandrijfrol elk splitsen in een bovenste horizontale tak en een onderste horizontale tak. met een tussenafstand, die correspondeert met de lengte, van een 20 isolatlepaneel,‘ waarbij de horizontale takken aansluiten op een ορέ laginrichting voor het als horizontaal pakket van vertikale pane Jen opslaan, van de isolatiepanelen en waarbij zich bij de splitsing een wisselelement. bevindt dat afwisselend de door de aandrijfrol aangevoerde panelen, met de voorste, rand omhoog en omlaag doet bewegen. 25. langs de corresponderende taJdcen ' van de rails.
16. 22. Isolatiestelsel volgens conclusie 21, met het kenmerk., dat het wisselelement een schamierbare tong omvat Λ welke via een stelsel van bedieningsarmen met een met de aandrijfrol meedraaiende nok is gekoppeld, om afwisselend de toegang tot -de bovenste tak van de gelei-30 dingsrails, respectievelijk de onderste tak van de geleidingsrails te versperren.
17. 23. Isolatiestelsel volgens conclusies 21 en 22, m e t het kenmerk , dat de takken van het stelsel van geleidingsrails het frame- van de opslaginrichting vormen. 35 24.. Isolatiestelsel volgens één der conclusies 8 t/m 23, ~8 2 ÖT8 53 ......... Z ·> -13- : a: e t h e t* k e n m e rk, dat de opslaginrichting op stijlen, op afstand boven de grond is geplaatst.
18. 25. Isolatiestelsel volgens één der voorgaande conclusies, ut e t Ir e t kenmerk, dat op de bovenzijde van de. rails bevesti-5 gingsaiddelen. zijn aan gebracht voor. een zich in de lengterichting van ' de- rails uitstrekkende strook afdichtmateriaal,, waarvan de. langsranden op de bovenzijde van de. isolatiepanelen kunnen rusten.
19. 26. Isolatiestelsel volgens conclusie 25, me the t k e n. m e r k, dat de bevestigingsmiddelen bestaan, uit twee evenwijdige vertikale 10 flenzen waarvan de vrije uiteinden naar binnen zijn gebogen voor het opnemen .en vasthouden van een naar. onderen gekeerd, aan de afdicht-strook. gevormd V-vormig profiel.
20. 27. Nokprofiel voor een. glazen kap gekenmerkt door. een in de. . bedrijfstoestand naar boven reikend railgedeelte voor het Opnemen en 15 geleiden van isolatiepanelen voor een isolatiestelsel volgens êén der conclusies 1 t/m 26.
21. 28. Motorisch aangedreven inrichting voor een isolatiestelsel. volgens, één der conclusies 6 of. 16 t/m 23. 29. werkwijze voor het opslaan van isolatiepanelen voor een·" 20 isolatiestelsel volgens één der conclusies 1 t/m 26, m e t het k e n-m e r k, dat de isolatiepanelen in een vertikale stapel van op de wijze van een orgelboek opgestapelde, horizontaal liggende panelen worden opgeslagen.
22. 30. Werkwijze voor het opslaan van isolatiepanelen voor een isolatie-25 stelsel volgens één der conclusies 1 t/m 26, m e t het kenmerk, dat de isolatiepanelen in een horizontaal pakket van op de wijze van een orgelboek samengevouwen, in vertikale stand gebrachte panelen op afstand boven de grond worden opgeslagen.
23. 31. Kas, voorzien van een isolatiestelsel volgens één der conclusies 30. t/m 26.
24. 32- Kas volgens conclusie 31,met het kenmerk, dat evenwijdig aan één of meer gevels van de kas rails zijn aangebracht voor het opnemen van vertikale stijve, isolatiepanelen ter isolatie van de desbetreffende gevels. 820 3 8 51'..... ' ............