NL8203452A - Snaarinstrument met in hoogte verstelbare ondersteuning van de snaren. - Google Patents

Description

ΐ r Ν.Ο. 31346 1

Snaarinstrument met in hoogte verstelbare ondersteuning van de snaren.

De uitvinding heeft betrekking op een snaarinstrument met in hoogte verstelbare ondersteuning van de snaren op een dwars over de hals respectievelijk het lichaam van het instrument liggend, daarop beves-tigd zadel en/of kam in de vorm van een langwerpig basisdeel waarin een 5 met het aantal snaren overeenkomend aantal schroeven voor de instelling van de hoogte van de snaren op dezelfde afstand als deze in een rij zijn ingelaten.

Op de toets van een snaarinstrument, een gitaar, een has of derge-lijke verlopen gewoonlijk vier, zes acht of twaalf evenwijdige snaren 10 die met een einde aan het lichaam (resonantielichaam) en aan het andere einde aan de hals zijn bevestigd en aldaar door verdraaien van spanor-ganen in de gewenste gestemde toestand kunnen worden gespannen. Op on-derlinge afstanden zijn op de toets dwarsruggen evenwijdig aan elkaar aangebracht, waarboven de snaren op een geringe afstand verlopen.

15 0m de gewenste hoogte van de snaren, waarmee zij over de dwarsrug gen verlopen, te kunnen instellen, is het bekend om aan de hals van het snaarinstrument een zogenaamd zadel aan te brengen, waarover de snaren met een uitgerichte afstand ten opzichte van elkaar en in hoogte ver-stelbaar, zijn geleid.

20 Zulk een zadel is bekend uit het Duitse "Offenlegungsschrift" 19 12 411. Het zadel bestaat uit verscheidene afzonderlijke delen, al-dus telkens een van sleuven voorziene snarengeleiding voor de zijwaart-se ondersteuning van de snaren, per snaar telkens een rollendrager voor de snaar, waarvan de hoogte en dus die van de snaar door een daar door-25 heen gevoerde wormschroef instelbaar is, die afsteunt op een aan de toets bevestigde grondplaat. De geleiding van de snaren is door schroeven verbonden met enerzijds de grondplaat en anderzijds de rollendrager van de snaren. Deze bekende uitvoering van een zadel voor snaarinstru-menten is als gevolg van de vele bouwonderdelen duur bij de vervaardi-30 ging en omslachtig bij de montage.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 3.971.286 is een zich dwars over de toets uitstrekkend zadel bekend, waarvan het kopdeel voor de geleiding van de snaren van sleuven is voorzien en waarin wormschroeven voor de hoogte-instelling van de snaren zodanig zijn ingezet dat hun 35 kop onder de bovenkant van het zadel ligt. De kop van de schroef vormt het aanligvlak voor de snaren, terwijl de geleiding van de snaren door de sleuven in het zadel tot stand wordt gebracht. Dit bekende zadel heeft het nadeel dat de hoogte van de snaren praktisch niet zonder los- 8203452 « ir 2 maken van de snaren kan worden gdwijzigd, dat wil zeggen dat de snaar eerst moet worden losgemaakt en uit de sleuf in het zadel moet worden uitgenomen alvorens men bij de wormschroef komt en voor de wijziging van de hoogte men deze kan draaien. Dan moet de snaar weer in de sleuf 5 worden gelegd en gespannen·

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een snaarondersteu-ning op de hals en eventueel ook op het lichaam van het instrument, die eenvoudig van opbouw en goedkoop te vervaardigen is, waarbij de wijziging van de hoogte van de snaren ook zonder losmaken van de snaren mo-10 gelijk is.

Dit doel wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat op het basisdeel een met het aantal snaren overeenkomend aantal blokken is aangebracht, die van geleidingssleuven voor de snaren zijn voorzien, door ribben op het basisdeel zijdelings worden geleid en door daarmee 15 werkzaam in ingrijping staande schroeven ten opzichte van het basisdeel in hoogte verstelbaar zijn.

Volgens een uitvoeringsvorm van het snaarinstrument volgens de uitvinding is op het basisdeel een met het aantal snaren overeenkomend aantal blokken aangebracht, die zijn voorzien van geleidingssleuven 20 voor de snaren. De blokken zijn door ribben op het basisdeel zijdelings geleid en werken zodanig met schroeven samen, dat hun hoogte door ver-draaien van de schroeven kan worden gewijzigd. Bij een uitvoering zijn de schroeven in doorgaande van schroefdraad voorziene boringen in de blokken ingeschroefd en steunen op de bodem van een in het basisdeel 25 ingebrachte blinde boring af. Wordt thans de schroef in de ene of de andere richting verdraaid, dan brengt de schroefdraadingrijping tussen schroef en blok een stijgen of dalen van het blok ten opzichte van het basisdeel teweeg. Voor de instelling van de gewenste hoogte van het blok en dus van de daarover geleide snaar, behoeft deze niet te worden 30 bewogen, omdat men een schroevendraaier daarlangs kan voeren om de schroef te verdraaien. Eventueel moet de snaar enigszins opzij worden gedrukt, echter moet deze niet worden losgemaakt en daarna weer worden vastgetrokken en gestemd.

Bij een andere uitvoeringsvorm van het snaarinstrument volgens de 35 uitvinding met een in hoogte verstelbare ondersteuning van de snaren grijpt de schroef met zijn kop onder een schouder bij een zijwand van het blok of grijpt in een in de zijwand ingewerkte groef. Bij een ver-draaiing van de in het basisdeel ingeschroefde schroef neemt de kop van de schroef het blok mede en brengt deze telkens volgens de draairich-40 ting omhoog of omlaag. Ook bij deze uitvoering is voor een instelling 8203452

* V

3 « van de hoogte van de snaren een plaatsverandering daarvan niet nodig.

Bij een andere uitvoering bestaat de in hoogte verstelbare onder-steuning van de snaren uit een basisdeel met op onderlinge afstand in een rij aangebrachte van schroefdraad voorziene boringen waarin de 5 schroeven zijn ingezet, die met hun kop boven de de bovenkant van het basisdeel uitsteken. In hun kopdeel hebben de schroeven sleuven die zo breed zijn gedimensioneerd, dat de daarin ingezette snaren zijdelings worden vergrendeld. Een instelling van de hoogte is bij gespannen blij-vende snaar mogelijk, omdat deze enigszins uit de sleuf wordt gelicht.

10 Na het verdrgaien van de schroef kan de snaar weer in de sleuf worden ingelegd. Bij voorkeur bedraagt de diepte van de sleuf in de schroeven ongeveer de halve tot de gehele diameter van een snaar. Daardoor ont-staat een zijdelingse vergrendeling van de snaar die voldoende gewaar-borgd is.

15 De ondersteuning volgens de uitvinding kan als zadel worden uitge- voerd en in een overeenkomstige uitsparing in de hals van het instrument worden geschroefd of gelijmd. De ondersteuning kan echter ook als kam worden uitgevoerd en in een aan het lichaam bevestigd frame in lengte verstelbaar zijn gelagerd. Daarbij kan tenminste een schroefas 20 aanwezig zijn, die in het frame draaibaar is, maar axiaal niet ver- schuifbaar is gelagerd en die met een schroefdraad in ingrijping is met het basisdeel voor de positieverandering in lengterichting van de snaar.

Volgens een uitvoering van de ondersteuning volgens de uitvinding 25 kan het als kam uitgevoerde basisdeel uit een met het aantal snaren overeenkomend aantal onderdelen bestaan, die onafhankelijk van elkaar door eigen schroefassen in lengterichting instelbaar in het frame zijn gelagerd.

Om het tesamen houden van de onderdelen van de ondersteuning te 30 vergemakkelijken, kunnen basisdeel en/of blokken en/of de schroeven magnetisch zijn.

Aan de hand van de in de tekening afgebeelde uitvoeringsvormen wordt de uitvinding nader toegelicht. In de tekening toont: figuur 1 een zijaanzicht van een zadel volgens een uitvoeringsvorm 35 en figuur 2 in een enigszins gewijzigde uitvoeringsvorm; . figuur 3 een vooraanzicht van het zadel volgens figuur 1 en figuur 4 het bijbehorende achteraanzicht en figuur 5 het bijbehorend bovenaanzicht; 40 figuur 6 een andere uitvoeringsvorm in bovenaanzicht en 8203452 * %, 4 figuur 7 een ten dele doorgesneden vooraanzlcht, figuur 8 een andere uitvoeringsvorm van de ondersteuning volgens de uitvinding als zadel in zijaanzicht en figuur 9 het bijbehorende bovenaanzicht, terwijl 5 figuur 10 een detail van figuur 8 op vergrote schaal; figuur 11 een detail van een in lengterichting instelbare ondersteuning als kam en figuur 12 het bijbehorende bovenaanzicht.

Op de toets 1 op de hals 2 van het snaarinstrument zijn op onder-10 linge afstanden dwarsruggen 3 aangebracht, waarvan in figuur 1 slechts een is afgebeeld. Het als zadel uitgevoerde basisdeel 5 is in een uit-sparing 6 in de hals 2 ingezet en aldaar ingelijmd of vastgeschroefd.

Bij de uitvoering volgens figuren 1 tot en met 5 bestaat de ondersteuning voor de snaren 4 uit een langwerpig basisdeel 5 (figuur 5), 15 waarin een met het aantal snaren 4 overeenkomend aantal blokken 13 in een rij loodrecht op de snaren 4 zijn ingezet. De blokken 13 steunen tegen elkaar af en zijn door ribben 14 aan het basisdeel 5 ook in zij-waartse richting vergrendeld. In sleuven 9 in de blokken 13 zijn de snaren 4 op een vaste onderlinge afstand ondersteund.

20 Aan elk blok 13 is een eigen schroef 8 toegevoegd, die in de van schroefdraad voorziene boring in het basisdeel 5 is ingeschroefd. Met hun kop staan de schroeven 8 in geleidingsingrijping met de blokken 13. Daarbij is bij een uitvoeringsvorm (figuur 1) een groef 18 in een zij-wand van het blok 13 ingewerkt, waarin de kop van de schroef 8 in-25 grijpt. In het geval van de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 heeft het blok 13 een schouder 17 bij een zijwand, waaronder de kop van de schroef 8 grijpt. In beide gevallen wordt door het uitdraaien van de schroef 8 uit het basisdeel 5 van het blok 13 en daarmee de daarboven geleide snaar 4 naar boven medegenomen en door Indraaien van de schroe-30 ven 8 in het basisdeel 5 kan de hoogte van de snaren 4 door naar bene-den brengen van het blok 13 worden verkleind.

Zoals het best in figuur 5 is getoond, kunnen de schroeven 8 sleuven (rechter helft) voor het aanzetten van een schroevendraaier hebben, of als inbusschroeven (linker helft) zijn uitgevoerd.

35 Bij de in de figuren 6 en 7 afgebeelde uitvoeringsvorm zijn zoals ook in de overige figuren, voor qua functie overeenkomende onderdelen dezelfde referentienummers toegepast.

• Volgens figuren 6 en 7 is in het basisdeel 5 weer een reeks tegen elkaar aanstotende blokken 13 ingezet, die door ribben 14 aan het ba-40 sisdeel 5 zijdelings worden ondersteund. In sleuven 9 in de bovenzijde 8203452 v * > 5 van het blok 13 zijn de snaren 4 ingelegd.

In doorgaande van schroefdraad voorziene boringen 15 in de blokken 13 zijn de schroeven 8 ingelaten, die met hun benedeneinde tegen de bo-dem van in het basisdeel 5 ingewerkte blinde boringen 16 afsteunen (fi-5 guur 7). Door verdraaien van de schroeven 8 in de ene of de andere richting wordt het blok 13 dat in ingrijping is met de schroef 8, en daarmee de bijbehorende snaar 4 naar boven of beneden gebracht.

Bij de uitvoering volgens figuur 8 tot en met 10 zijn in het zich dwars over de toets 1 uitstrekkend basisdeel 5 (zadel) op een onderlin-10 ge afstand in een rij van schroefdraad voorziene boringen 19 aanwezig, waarin de schroeven 8 zover zijn ingeschroefd, dat zij boven de boven-zijde van het basisdeel 5 uitsteken (figuur 8).

In de sleuven 9, bij voorkeur kruissleuven (figuur 10) in de kop van de schroeven 8 zijn de snaren 4 ingelegd, zodat zij zijdelings zijn 15 vergrendeld. Na een gering lichten van de snaren 4 zijn de schroeven 8 toegankelijk en kunnen met behulp van een schroevendraaier meer in het basisdeel 5 of daaruit worden geschroefd om de hoogte van de snaren 4 te wijzigen. Daarna wordt de snaar 4 weer in de sleuf 9 in de kop van de schroef 8 gelegd. De spanning van de snaar 4 kan daarbij ongewijzigd 20 blijven.

Volgens figuren 11 en 12 is op het lichaam 10 een frame 11 beves-tigd, bijvoorbeeld door schroeven. In het frame 11 zijn schroefassen 12 in een met het aantal snaren 4 overeenkomend aantal draaibaar gelagerd, maar zijn axiaal niet verschuifbaar. Telkens in schroefdraadingrijping 25 met een schroefas 12 is een basisdeel 5 (kam) waarin een van een sleuf 9 in de kop voorziene schroef 8 is ingeschroefd. De snaren 4 zijn in de sleuf 9 in het kopdeel van de schroeven 8 gelegd. Door verdraaien van de schroefas 12 kan elk basisdeel 5 afzonderlijk in lengterichting worden ingesteld en daardoor kan elke snaar 4 op zichzelf worden gestemd.

8203452

Claims (11)

1. Snaarinstrument met een in hoogte verstelbare ondersteuning van de snaren op een dwars over de hals respectievelijk het lichaam van het instrument liggend, daarop bevestigd zadel en/of kam in de vorm van een 5 langwerpig basisdeel waarin een met het aantal snaren overeenkomend aantal schroeven voor de instelling van de hoogte van de snaren op de-zelfde afstand als deze in een rij zijn ingelaten, met het kenmerk, dat op het basisdeel (5) met het aantal snaren (4) overeenkomend aantal blokken (13) zijn aangebracht, die van geleidingssleuven (9) voor sna-10 ren zijn voorzien, door ribben (14)*aan het basisdeel (5) zijdelings worden geleid en door daarmee in een werkzame ingrijping staande schroef (8) ten opzichte van het basisdeel (5) in hoogte instelbaar zijn.

2. Snaarinstrment volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 blokken (13) een doorgaande van schroefdraad voorziene boring (15) heb-ben, waarin de schroeven (8) zijn ingeschroefd, die met hun benedenein-de tegen de bodem van een blinde boring (16) in het basisdeel (5) af-steunen.

3. Snaarinstrument volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de in 20 het basisdeel (5) ingeschroefde schroeven (8) met hun kop onder een schouder (17) van het blok (13) grijpen, of in een groef (18) in een zijwand van het blok (13) ingrijpen.

4. Snaarinstrument met een in hoogte verstelbare ondersteuning van de snaren op een dwars over de hals respectievelijk het lichaam van het 25 instrument liggend, daarop bevestigd zadel en/of kam in de vorm van een langwerpig basisdeel, waarin een met het aantal snaren overeenkomend aantal schroeven voor de instelling van de hoogte van de snaren op de-zelfde afstand als deze in een rij zijn ingelaten, met het kenmerk, dat de schroeven (8) zover in het basisdeel (5) zijn ingeschroefd, dat hun 30 kop boven de bovenkant van het basisdeel (5) uitsteekt en de sleuven (9) in de schroeven (8) zodanig zijn gedimensioneerd, dat de daarin ge-legde snaren (4) zijdelings zijn vergrendeld.

5. Snaarinstrument volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat in de schroeven (8) kruissleuven (9) aanwezig zijn.

6. Snaarinstrument volgens een van de conclusies 4 of 5, met het kenmerk, dat de diepte van de sleuven (9) in de kop van de schroeven (8) overeenkomt met de halve tot totale diameter van de snaar (4).

7. Snaarinstrument volgens een van de conclusies 1 tot en met 6, met het kenmerk, dat het basisdeel (5) als zadel in een overeenkomstige 40 uitsparing (6) in de hals van het instrument (2) is ingeschroefd of in- 8203452 gelijmd.

8. Snaarinstrument volgens een van de conclusies 1 tot en met 6, met het kenmerk, dat het basisdeel (5) als kam in een aan het lichaam (10) bevestigd frame (11) in lengterichting instelbaar is gelagerd.

9. Snaarinstrument volgens conclusie 8, gekenmerkt door tenminste een schroefas (12) die draaibaar in een frame (11) is gelagerd, maar axiaal niet verschuifbaar is en die in schroefdraadingrijping met bet basisdeel (5) is voor de positiewijziging daarvan in lengterichting van de snaren (4).

10. Snaarinstrument volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het basisdeel (5) is onderverdeeld in een met het aantal snaren (4) overeenkomend aantal onderdelen die onafhankelijk van elkaar door eigen schroefassen (12) in lengterichting instelbaar, in het frame (11) zijn gelagerd.

11. Snaarinstrument volgens een van de conclusies 1 tot en met 10, met het kenmerk, dat het basisdeel (5) en/of de blokken (13) en/of de schroeven (8) magnetisch zijn. *********** 8203452