NL8203450A - Scharnierbare wegversperring. - Google Patents

Description

Η.0. $1.344 j Titel: Scharnierbare wegversperring.

ί ί De uitvinding heeft betrekking op een scharnierbare wegver- ! ! sperring voorzien van een om een horizontale as scharnierbaar ver- ; 1 j j sperringselement. |

| Een der ge lijke wegversperring wordt bijvoorbeeld aangebracht in I

5! de uitrit en/of inrit van een parkeergarage om naar wens het in-i respectievelijk uitrijden te blokkeren. Hierbij is de scharnierbare j i ! i wegversperring inzinkbaar in het wegdek verankerd. Er zijn wegver-

: I i · I

i ! sperringen bekend, waarbij het versperringselement via een inge-j | wikkelde overbrenging, bijvoorbeeld een worm en wormwieloverbrenging :10; en slipkoppeling door een elektromotor wordt aangedreven. Deze be- | | ; kende versperringen hebben het nadeel dat de aandrijving veel plaats; i ί inneemt, terwijl deze bovendien duur is. De zelfremmendheid van een j | dergelijk aandrijving heeft het nadeel dat bij het uitvallen van de \ j stroomvoorziening de versperring niet snel kan worden neergelaten, i 15! wat vooral bij brand en ongevallen zeer bezwaarlijk is.

i :

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een wegversperring i | van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de hierboven genoemde | nadelen zijn vermeden.

; Dit doel wordt volgens een eerste aspect van de uitvinding 20; daardoor bereikt, dat een opdrukinrichting aanwezig is die bestaat : ; uit twee scharende drukarmen die aan één einde draaibaar om een ί zich evenwijdig aan de scharnieras van het versperringselement uit-; strekkende as met elkaar zijn gekoppeld, dat het andere einde van ί ; de eerste drukarm draaibaar om een evenwijdig aan de genoemde i 25 ί scharnieras verlopende as met het vrije gedeelte van het versper-! | ringselement is verbonden, terwijl het andere einde van de tweede ! | drukarm draaibaar om een as is ondersteund^die tegengesteld aan ! de scharnierrichting van het versperringselement gezien, op afstand van en evenwijdig aan de draaiingsas van de eerste opdrukarm en i ! 30; versperringselement verloopt, waarbij de som van de lengten van de i drukarmen groter is dan de genoemde afstand, en dat een druk- en/of trekkracht uitoefenende aandrijf inrichting aanwezig is, welke kracht ί aangrijpt in het verbindingspunt van de drukarmen en hoofdzakelijk i j j evenwijdig aan het versperringselement is gericht.

35 Yolgens een ander aspect van de uitvinding wordt de genoemde |] doelstelling daardoor bereikt, dat een hefboomarm ter plaatse van | de scharnieras van het versperringselement vast daarmee is gekop-! | peld en dat een trek- en/of drukkracht uitoefenende aandrijfinrich- o;<· 8203450 t - 2 - I ting aanwezig is, welke kracht aangrijpt aan het vrye einde van de j [ hefboom en hoofdzakelijk tangentieel aan de draaiingscirkel van het i genoemde einde is gericht.

J De hierboven genoemde uitvoeringsvormen volgens de uitvinding 51 hebben het voordeel dat de aandrjjfinrichting van het versperrings- · i element slechts uit een betrekkeljjk klein aantal goedkope onderde- j ! i len bestaat. i I i i I | De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand | | | van de tekening. In de tekening toont: ! ! 101 Fig. 1 een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm volgens de ! uitvinding; fig. 2 een ten dele opengewerkt bovenaanzicht van de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm; ! fig. 3 een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding met | j 15 een kleine inbouwdiepte; en i · ; | | i fig. 4 een principetekening van nog een andere uitvoeringsvorm' ! ; volgens de uitvinding.

| | Yolgens fig. 1 bestaat de wegversperring uit een frame 1, j j | waarin het versperringselement 2 scharnierbaar om een horizontale ; 20 as 3 is opgesteld. Het frame 1 met versperringselement en zjjn j aandrijving is in het wegdek 4 van een oprit of inrit van een par-> keerplaats opgesteld. De horizontale as 3 is dwars op de rjjrich-; ting in het frame 1 ondersteund.

De aandrijving voor het scharnierbare versperringselement 2 | 25 wordt in eerste instantie gevormd door een uit de twee opdrukarmen ; 5> 6 bestaande opdrukinrichting, welke opdrukarmen aan één einde | draaibaar om een as 7 met elkaar zijn gekoppeld. Deze as 7 verloopt | | evenwijdig aan de scharnieras van het versperringselement 2. De ! I bovenste drukarm 5 is draaibaar om de as 8 met het versperrings- i 50 element 2 verbonden, terwijl de onderste drukarm 6 aan het van het ! gemeenschappelijke koppelpunt afgekeerde einde draaibaar om een as 9 ; I ' j | aan een dwarsbalk 10 is verankerd. Deze assen 8 en 9 verlopen even-: [ wydig asm de scharnieras 3 van het versperringselement 2. Ter onder-! steuning van de dwarsbalk 10 is het frame 1 voorts voorzien van een | 35 schuine balk 11 en een vertikale balk 12.

! In zijn ruststand ligt het versperringselement 2 in één vlak j met de bovenzijde van het frame 1 en dus met het wegdek 4· Deze i stand is met een streep-puntlijn aangegeven.

i De stand van de drukarmen in de genoemde ruststand van het ; 40 versperringselement is eveneens met een streep-puntlijn aangegeven.

8203450 - 3 - i In deze toestand zyn de drukarmen naar elkaar toegeschaard en sluiten een scherpe hoek in.

|

Wanneer het versperringselement 2 in de versperringsstand i ! moet worden gebracht, wordt op het koppelpunt 7' van de drukarmen I 5| 5 en 6 een drukkracht of een trekkracht in een richting uitgeoefend* i i j die ten minste ligt tussen de richtingen van de hartlijnen van de ! J drukarmen 5 en 6 in de in elkaar geschaarde toestand.

! ! De drukkracht wordt uitgeoefend door de werkcilinder 13 via j i j | i zijn zuigerstang 14. Deze zuigerstang is draaibaar om de as 7 van ! 10 de drukarmen 5 en 6. De cilinder zelf is draaibaar om een as 15» : die in het frame 1 evenwijdig aan de as 3 is ondersteund. Wanneer in | | de met streep-puntlijnen getekende stand van de werkcilinder 13 deze ! wordt uitgezet, drijft de zuigerstang 14 het gemeenschappelijke kop-! pelpunt van de drukarmen 5 en 6 naar rechts, waardoor het versper- j ! 15! ringselement 2 aan zijn vrije einde omhoog wordt gedrukt.

i ; ! Wanneer de drukarmen 5 en 6 uit hun met een streep-puntlijn I ; | aangegeven, in elkaar geschaarde stand door middel van een op het j | gemeenschappelijke punt 7 aangrijpende trekkracht uit elkaar moeten ; worden geschaard, moeten voor het onderbrengen van een een trek- 20! kracht uitoefenende werkcilinder, de assen 8 en 9 van de respectieve ! ! drukarmen 5 en 6 naar links worden verschoven, waarbij de draaias 15 | van de werkcilinder aan de rechterzijde van de drukarmen moet worden | ! i opgesteld. j

In zijn ruststand ligt het versperringselement tegen een aan- ! 25 slag 16 die bij deze uitvoeringsvorm wordt gevormd door een naar ! i . ; boven gebogen deel van de dwarsbalk 10. Het kopvlak van dit deel j : is bjj voorkeur voorzien van een veerkrachtige bekleding 17· Deze | ; bekleding loopt door over de linkerzijde van het naar boven gebogen j | ; deel van de dwarsbalk 10 en vormt een begrenzend aanslagvlak voor | 30! de drukarm 6. In de hoogste stand van het versperringselement 2 I ! ligt de drukarm 6 bij voorkeur nog niet tegen het genoemde aanslag- ! vlak, maar ligt wel daartegenaan wanneer de drukarm voorbij de ge-| ! * ; i noemde hoogste stand van het versperringselement is doorgedrukt.

! I : | | Hierdoor is het versperringselement mechanisch in zijn versperrings- 35; stand vergrendeld.

: Uiteraard zijn andere grendelmethoden mogelijk.

Aan het versperringselement 2 is aan het vrije einde een be-schermingskap 18 bevestigd, die gebogen is volgens een straal waar-' van het middelpunt ligt op de scharnieras 3 van het versperrings-40 element 2 en waarvan de lengte gelijk is aan de afstand tussen de „,:„c 820 3 4 5 0 ft / - 4 - 1 scharnieras 3 en de bevestigingsplaats van de besehermingskap 18 ! aan het versperringselement 2. ! i Het versperringselement 2 kan op twee plaatsen scharnierbaar ! i met het frame worden verbonden, echter is volgens fig. 2 in ver-! 5 ' band met het gewicht van het versperringselement 2 dit op vier j ! : plaatsen 19-23 scharnierbaar. Het bovenaanzicht van fig. 2 is ; ] i ! | | enigszins opengewerkt om de werkcilinder en de opdrukarmen | : met de daarbijbehorende draai ihgs as sen te laten zien.

j ; In fig. 3 is een uitvoeringsvorm getoond, die geschikt is voor^ HO ; een ondiepe kuil in het wegdek 4· Bij deze ondiepe uitvoering be-! staat de beschermingskap uit kapelementen 24» 25 en 26. Deze kap-| elementen zijn draaibaar om de scharnieras 3 van het versperrings- J i element 2. Deze kapelementen bestaan uit U-vormig gebogen platen, | ! die telescopisch in elkaar schuifbaar zijn. Het kleinste kapelement ; |15 : 24 is aan het vrije einde en aan de zijranden van het versperrings- i j | element 2 bevestigd. De onderrand van het kapelement 24 is voorzien: i van een naar buiten omgezette rand 27. Het kapelement 25 is aan i zijn onderrand eveneens voorzien van een omzetting 28. De bovenranden ; van de kapelementen 25 en 26 zijn echter voorzien van een naar bin- : 20 ; nen omgezette rand 29, 30. Wanneer het versperringselement 2 naar i zijn versperrings stand wordt gebracht, neemt steeds een kleiner kap-: ! element de grotere mede doordat de omgezette onderrand 27 van het j i kleinere kapelement achter de omgezette rand 28 van het grotere ele-1 ment grijpt. Bij het in elkaar schuiven kan geen vinger worden gegrepen. |25 ; Het onderste kapelement kan aan zijn onderrand zijn voorzien ; van een niet getoonde grendelpen die vergrendelend samenwerkt met i een in het frame 1 aangebrachte, eveneens niet getoonde grendel-sleuf. Hierdoor kan de kap niet door onbevoegden worden opengetrok-i ken.

;30 De werking van de wegversperring volgens de uitvoeringsvorm ! van fig. 3, alsmede de daarvoor benodigde onderdelen zijn gelijk j aan die van de uitvoeringsvorm volgens de fig. 1 en 2.

1 In fig. 4 is een uitvoeringsvorm van een wegversperring vol- ; i | | gens een ander aspect van de uitvinding getoond. Deze wegversper-j35 ; ring bestaat uit een versperringselement 2 dat scharnierbaar om een | ; scharnieras 3 in. een niet getoond frame is ondersteund.

De hefboom 31 is vastgekoppeld aan het versperringselement 2.

| ! Deze hefboom 31 kan ook vast worden verbonden met de scharnieras 3, I : i die op zijn beurt vast met het versperringselement 2 is gekoppeld.

| i 40 Aan het vrije einde van de hefboom 31 is de zuigerstang 14 van de 8203450 i.

A

- 5 - I 1 I ! werkcilinder 13 scharnierbaar om de as 32 bevestigd, die evenwijdig i ! ; loopt aan de scharnieras 3 van het versperringselement 2.

[ De cilinder van de werkcilinder 13 is draaibaar om de as 15 ; i verankerd via de plaat 35 die aan het niet getoonde frame is beves- | 5 I tigd. Ook hier is de ruststand van het versperringselement 2 en de |

! I

; daarbij behorende stand van de onderdelen van de aandrijving van het ! i i i versperringselement aangegeven met een streep-puntljjn. Wanneer het · ί 1 versperringselement vanuit zjjn ruststand in de versperringsstand i : j j moet worden gebracht, wordt de zuigerstang van de werkcilinder 13 ! ! j i10 i door middel van een fluïdum ingetrokken. Deze getekende uitvoerings- ! ! vorm is geschikt voor een wegversperring die in het wegdek is opge-; I i . i ! | nomen.

| : Het principe van de wegversperring volgens fig. 4 kan ook wor- ; den toegepast voor een wegversperring in de vorm van een slagboom, j 15 ! In dit geval verloopt de werkcilinder 13 nagenoeg verticaal en j ' 1 strekt de slagboom 2 zich onder een hoek ten opzichte van het hori-: ! I ; I j zontale vlak uit. De slagboom 2 is'vast bevestigd aan de scharnier-: j ; as 3, waarmee ook de hefboom 32 vast is verbonden. Wanneer de slag-: ί ! boom 2 in zijn versperringsstand moet worden gebracht, wordt door ί J : \20 ; middel van een fluïdum de zuigerstang 14 uitgezet, zodat de slag- ί ί boom dichtgaat. Zoals gebruikelijk kan de slagboom 2 zijn voorzien j ! ! van een contragewicht.

ί ; i ! ] ( ; j ! |

I

| i i | i i i | i ; ! i i i i i ! ! 8 2 0 3 4 5 0

Claims (6)

1. Scharnierbare wegversperring voorzien van een om een horizontale as scharnierbaar versperringselement, met het kenmerk, dat een opdrukinrichting aanwezig is die bestaat j ; uit twee scharende drukarmen die aan één einde draaibaar om een 5 ; zich evenwijdig aan de scharnieras van het versperringselement uitstrekkende as met elkaar zijn gekoppeld, dat het andere einde van de eerste drukarm draaibaar om een evenwijdig aan de genoemde scharnieras verlopende as met het vrije gedeelte van het versperringselement is verbonden, terwijl het andere einde van de tweede 10 drukarm draaibaar om een as is ondersteund,die tegengesteld aan de scharnierrichting van het versperringselement gezien, op afstand van oen evenwijdig aan de draaiingsas van de eerste opdrukarm en versperringselement verloopt, waarbij de som van de lengten van de drukarmen groter is dan de genoemde afstand, en dat een druk- en/of : 15 trekkrachtuitoefenende aandrjjfinrichting aanwezig is, welke kracht aangrijpt in het verbindingspunt van de drukarmen en hoofdzakelijk evenwijdig aan het versperringselement is gericht.

2. Scharnierbare wegversperring voorzien van een om een horizontale as scharnierbaar versperringselement, met het ken- 20 merk, dat een hefboomarm ter plaatse van de scharnieras van het versperringselement vast daarmee is gekoppeld en dat een trek-; en/of drukkracht uitoefenende aandrijfinrichting aanwezig is, welke kracht aangrijpt aan het vrije einde van de hefboom en hoofdzakelijk tangentieel aan de draaiingscirkel van het genoemde einde is ge-25 richt.

3. Wegversperring volgens conclusie 1, m e t h e t ken -merk, dat de aandrijfinrichting een met een drukmedium te bedrijven werkcilinder is, waarbij het vrije uiteinde van de zuiger-stang draaibaar om dezelfde as met de met elkaar gekoppelde einden 30 van de drukarmen is verbonden en waarbij de cilinder draaibaar om een evenwijdig aan de scharnieras van het versperringselement verlopende as is ondersteund in een gebied dat begrensd is door de hartlijnen van de drukarmen in de rusttoestand van het versperringselement en bij de scherpe hoek van de hartlijnen behoort. 35

4· Wegversperring volgens conclusie 2,met het ken merk, dat de aandrijfinrichting een met een drukmedium te bedrijven werkcilinder is, waarbij het vrije uiteinde van de zuiger- 8203450 - 7 - t r i stang draaibaar om dezelfde as met de met elkaar gekoppelde einden i van de drukarmen is verbonden en waarbij de cilinder draaibaar i | om een evenwijdig aan de scharnieras van het versperringselement | verlopende as is ondersteund, zodanig dat de werkcilinder hoofdza- 5. kelyk zich tangentieel aan de draaiingscirkel van het vrjje einde van de hefboom uitstrekt.

5. Wegversperring volgens conclusie 1 of 3, m e t het kenmerk, dat een aanslag met een aanslagvlak voor het vrije einde van het versperringselement in de ruststand is aangebracht, 10 waarvan een loodrecht op het aanslagvlak verlopend en naar de tweede drukarm gericht vlak een aanslagvlak voor de tweede druk-arm in de versperrende stand van het versperringselement vormt.

6. Wegversperring volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat een zich tegengesteld aan de 15 scharnierrichting van het versperringselement uitstrekkende en daarmede meebewegende beschermingskap is aangebracht, die uit een aantal in elkaar schuifbare ïï-vormig gebogen kapelementen bestaat, waarvan de kleinste aan de rand van het vrije einde en de zijranden ! van het versperringselement is bevestigd, terwijl bij het naar de |20 versperringsstand scharnieren van het versperringselement, een kleiner kapelement steeds de daarop volgend grotere medeneemt door middel van omgezette randen en waarvan het verbindingsstuk van de U is gebogen volgens een straal waarvan het middelpunt op de scharnieras van het versperringselement ligt en waarvan de 25 grootte overeenkomt met de afstand tussen de genoemde scharnieras en de bevestigingsplaats van het kleinste kapelement aan het vrije einde van het versperringselement. i i 8203450