NL8203317A - Tochtstrip. - Google Patents

Description

% NO 31255 *

Tochtstrip.

Aanvraagster noemt als uitvinder: J.J. Dijksterhuis te Roden.

De uitvinding heeft betrekking op een tochtstrip, bestaande uit een oprolbare strook, die evenwijdig aan zijn langsas is voorzien van een vouwlijn in de vorm van een insnijding of indrukking in het materiaal van de strook, welke strook aan êën zijde van de vouwlijn is voorzien 5 van een zelfklevende laag waarop een verwijderbare deklaag is aangebracht.

Een dergelijke tochtstrip is in de handel algemeen bekend en wordt door meerdere firma's onafhankelijk van elkaar gefabriceerd. Deze tochtstrip bestaat uit een platte kunststofstrook, die is opgerold. Om een 10 afdichting teweeg te brengen neemt men de gewenste lengte van de opgerolde strook, vouwt deze overeenkomstig de vouwlijn in een V-vorm, verwijdert de deklaag van de zelfklevende laag en men plakt de tochtstrip dan met het klevende been in de sponning van deur of raamkozijn. De vouwlijn is hierbij verkregen door een insnijding of indrukking in de 15 dikte van het materiaal. Bij een dikte van 0,3 mm is de vouwlijn 0,1 mm dik. Ter plaatse van de vouwlijn moet voldoende elasticiteit en dus voldoende materiaaldikte overblijven om ervoor te zorgen dat het omgevouwen been in voldoende mate naar buiten kan drukken om een afdichting teweeg te brengen.

20 Is een dergelijke tochtstrip eenmaal geplaatst, dan moet bij het sluiten van deur of raam het uitstaande been verder worden omgevouwen. Dit betekent in vele gevallen, dat als gevolg van de grote lengte waarover de plaatselijk betrekkelijk kleine buigingsweerstand werkt voor het sluiten van de deur toch grote krachten nodig zijn. Veelal doet zich dan 25 ook de situatie voor dat na het plaatsen van een dergelijke tochtstrip deur of raam niet meer behoorlijk kunnen worden gesloten.

Doel van de uitvinding is hiervoor een uiterst eenvoudige oplossing te verschaffen, waardoor dit type tochtstrip, dat er zo eenvoudig en doeltreffend uitziet, maar dat in de praktijk niet slaagt door de be-30 schreven moeilijkheid, bruikbaar kan worden gemaakt.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat de insnijding of indrukking, die de vouwlijn bepaalt, bestaat uit een onafgebroken reeks van op elkaar volgende zones van variabele buigweerstand.

Een variabele buigweerstand betekent een opeenvolging van zones van 35 grotere en kleinere buigweerstand. De zones met de grotere buigweerstand, die zorgen voor een af doende aandrukking van het vrije been van 8203317 2 w * ·> de V-vormig gevouwen tochtstrip tegen deur of raam beslaan nu nog slechts ongeveer 50% van de lengte van de tochtstrip, waardoor de kracht voor sluiting met de helft wordt gereduceerd zonder dat de tochtstrip zelf onderbrekingen vertoont.

5 Deze variatie in buigweerstand kan men verkrijgen door een opeen volging van diepe en minder diepe insnijdingen of indrukkingen. Bij een normale diepte van de insnijding of indrukking van 0,1 mm zullen de diepere zones een indrukking hebben van 0,2 mm en dus tweederde van de dikte van de strook in beslag nemen. Daar waar de indrukking of insnijding 10 dieper is, is de buigweerstand wezenlijk geringer. Een dergelijke geringe buigweerstand kan echter niet over de gehele lengte worden toegepast, omdat dan de sluitkracht van de strip onvoldoende is. Een ongelijke lengte van de zones met variabele buigweerstand is ongewenst omdat dan het risico ontstaat van lekkages, een risico dat minder wordt met 15 het minder worden van de lengte van de respektievelijke zones. Bij voorkeur zijn deze zones zo kort mogelijk teneinde te vermijden, dat het gevouwen been een golflijnvormig verloop gaat aannemen en dan minder goed dicht.

In plaats van een variatie in de diepte van de insnijding of in-20 drukking is ook een variatie in de breedte mogelijk, alsmede een kombi-natie van variaties in breedte en diepte, in welk geval de bredere indrukkingen of insnijdingen ook dieper zullen zijn.

De lengte van de opeenvolgende zones is bij voorkeur minder dan 2 cm teneinde ervoor te zorgen, dat het uitstraaleffekt van de buigvastere 25 zones op de minder buigvaste zones voldoende groot is om deze in voldoende mate tot aandrukking te laten komen.

Bij voorkeur hebben de opeenvolgende zones een lengte van minder dan 5 mm en het is dan ook mogelijk, in het bijzonder bij nog geringere lengtes de diepere insnijdingen te laten bestaan uit perforaties. Deze 30 perforaties vormen een reeks zeer kleine gaatjes, waarvan men mag verwachten dat ze een lekkage bij de tochtstrip tot gevolg hebben. Deze is echter minimaal, zo al aanwezig, omdat door het omvouwen ter plaatse van de kleine perforatie vrijwel een sluiting van de opening van de perforatie plaatsvindt.

35 De zones van verschillende buigweerstand worden bij voorkeur uitge voerd met gelijke lengte, het is echter ook mogelijk daarin variatie aan te brengen mits de zones van het ene type even lang aan elkaar zijn en die van het andere type anders maar onderling ook even lang. De verschillen mogen niet te groot zijn.

40 Opgemerkt wordt, dat het op zichzelf natuurlijk bekend is dat een 8203317 * -3- strook materiaal ter plaatse van perforaties gemakkelijker buigt dan bij afwezigheid daarvan.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.

5 Fig. 1 toont op vergrote schaal een doorsnede door een bekende tochtstrip.

Fig. 2 is een doorsnede overeenkomstig Fig. 1 van een tochtstrip volgens de uitvinding.

Fig. 3 is het bovenaanzicht behorende bij de tochtstrip volgens 10 Fig. 2.

Fig. 4 is een bovenaanzicht en toont een aatal variaties van het thema volgens de uitvinding.

Fig. 5 toont in perspektief de plaatsing van dit type tochtstrip in een raamkozijn.

15 De in Fig. 1 getoonde tochtstrip bestaat uit een platte strook 1 van bijvoorbeeld een kunststof, die bij 2 is voorzien van een indrukking of insnijding 2, die de vouwlijn vormt en die de strip verdeelt in twee benen, die om de vouwlijn kunnen worden gevouwen in een V-vorm, zoals met onderbroken lijnen aangeduid bij 3. Aan êên kant van de vouwlijn 2 20 is op de strip 1 een zelfklevende laag 4 aangebracht die is afgedekt met een laag 5 van papier of ander geschikt materiaal.

Bij de in Fig. 2 getoont tochtstrip volgens de uitvinding bestaat de vouwlijn 2 uit indrukkingen of insnijdingen 6 respektievelijk 7 van verschillende diepte. De insnijdingen of indrukkingen 6 hebben een gro-25 tere diepte dan de indrukkingen of insnijdingen 7. Zoals blijkt uit Fig. 3 volgen zij elkaar op in een ononderbroken reeks. Een dergelijke vouwlijn kan op eenvoudige wijze kontinu worden vervaardigd met een roterend snijorgaan of een roterend verwarmd drukorgaan, dat zodanig is uitgevoerd dat het de opeenvolging van zones van verschillende buigweerstand 30 kan maken.

Fig. 4 toont een strip 1 op dezelfde wijze als Fig. 3 met een aantal variaties op de zones van variabele buigweerstand.

Zo zijn bij 8 en 9 indrukkingen of insnijdingen van verschillende breedte getoond waarvan de diepte gelijkblijvend kan zijn. De breedste 35 zone 8 heeft de geringste buigweerstand.

Bij 10 en 11 zijn afwisselend getoond de ondiepe indrukkingen of insnijdingen 11 en perforaties 10 van cirkelvormige doorsnede. Bij 12 en 13 worden de perforaties gevormd door ovale openingen.

Fig. 5 toont een kozijn 14 voor een raam 15. Op het horizontale 40 been van de sponning is een tochtstrip vastgeplakt met de laag 4 van 8203317 * " -4- welke tochtstrip het been 1 naar beneden is omgevouwen. Bij sluiting van het raam wordt dit been naar beneden gedrukt. Tegen de stijl bevindt zich eveneens een dergelijke tochtstrip, die bij sluiting wordt dichtgedrukt.

5 Dit sluiten wordt nu met de tochtstrip volgens de uitvinding aan merkelijk vereenvoudigd en teruggebracht tot een sluitkrachtwaarde, die in wezen de helft bedraagt van de kracht nodig bij de bekende tochtstrip van dit type zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de afdichtende eigenschappen van de tochtstrip en zonder dat de fabrikage wordt bemoeilijkt 10 of de tochtstrip duurder wordt gemaakt.

v 8203317

Claims (5)

1. 2. Tochtstrip volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vouwlijn 10 bestaat uit een opeenvolging van diepe en minder diepe insnijdingen of indrukkingen.
2. 3. Tochtstrip volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de vouwlijn bestaat uit een opeenvolging van smalle en bredere insnijdingen of indrukkingen.
3. 4. Tochtstrip volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de opeenvolgende insnijdingen of indrukkingen een geringe lengte hebben van minder dan 2 cm.
4. 5. Tochtstrip volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de lengte van de opeenvolgende insnijdingen of indrukkingen minder is dan 5 mm.
5. 6. Tochtstrip volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de diepere insnijdingen perforaties vormen. ***** 8203317