NL8203232A - Koppelinrichting voor het koppelen en ontmagnetiseren van met gelijkstroom gevoede elektromagneten. - Google Patents

Description

* * νο 3663 Λ Κορρelinri cht ing voor het koppelen en ontmagnetiseren van met gelijkstroom gevoede elektromagneten.

De uitvinding h_eeft betrekking on een koppelinrichting voor het koppelen van met gelijkstroom gevoede elektromagneten, in het bijzonder elektromagneten van. grote capaciteit, alsmede·het ontmagnetiseren daarvan door middel van de eigen zelfinductiestroom.

5 Uit het Amerikaanse octrooischrift 2Λ1+5Λ59 is het reeds bekend, dat een doeltreffend, automatisch en volledig ontmagnetiseren kan worden hereikt door middel van een condensator, die parallel is geschakeld met een wikkeling van de elektromagneet door het uitscha-kelen van de magnetiseerstroom naar de wikkeling. De in dit octrooi-10 schrift beschreven inrichting heeft echter het nadeel, dat de niet gepo-lariseerde condensatoren. met de vereiste grote capaciteit een grote af-meting hebben, en dus volumineus alsmede kostbaar zijn, bijvoorbeeld in-dien gebruikt in verband met koppelinrichtingen met elektromagneten van grote capaciteit.

15 Het doel van de uitvinding is derhalve een nieuwe en verbeterde koppelinrichting te verschaff en, die het gebruik mogelijk maakt van gepolariseerde condensatoren met een betrekkelijk kleine construct ieafmeting, bijvoorbeeld elektrolytische condensatoren, als on-derdelen in geschikte ketens voor het koppelen en ontmagnetiseren van 20 door gelijkstroom gevoede elektromagneten, in het bijzonder elektromagneten van grote capaciteit.

De werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat twee condensatoren in serie met elkaar, parallel zijn geschakeld met de wikkeling van de elektromagneet, een diode parallel is geschakeld met . 25 de twee of met een van de condensatoren, en de schakelaar zich in de magnetiseerketen bevindt. Zelfs niet-polaire condensatoren kunnen worden ,, gebruikt. Wanneer elektrolytische condensatoren worden gebruikt, is de werkwijze gekenmerkt, doordat de‘ elektrolytische condensatoren, die parallel zijn geschakeld met de wikkeling van de elektromagneet, in serie 30 zijn, zodat gelijke polen daarvan met elkaar zijn verbonden, en is een .omkeerdiode parallel geschakeld met de twee of een van de elektrolytische condensatoren. Wanneer elektrolytische condensatoren worden gebruikt is de werkwijze gekenmerkt, doordat de dioden samen met de ladingen, die in de elektrolytische condensatoren hebben plaats gevonden voorkomen, 8203232 / i 2 dat de eondensatoren worden geladen tot een spanning, die omgekeerd is aan de polariteit daarvan onder de invloed van de bekrachtigings- en zelfinductiespanningen, als gevolg waarvan de in de wikkeling van de elektromagneet door de zelfinductiespanning veroorzaakte ontmagneti-5 seerstroom de spanning in een elektrolytische condensator vergroot en in de andere opheft.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Fig. 1 een keten toont met twee dioden voor toepassing 10 van de werkwijze,.

fig. 1a een keten toont, waarvan de werking overeenkomt met die volgens fig. 1, fig. 2 een keten toont met een diode voor toepassing van de werkwijze, 15 fig· 2a een keten toont, waarvan de werking overeenkomt met die volgens fig. 2, en de figuren 3-5 spanning/tij dgrafieken tonen met be-trekking tot fig. 1.

Wanneer de in fig. 1 getoonde keten 1 met een schakelaar 20 K wordt gesloten, beinvloedt de spanning van de stroombron VL de polen van de wikkeling L van de elektromagneet M (fig. 3, - Tg), magneti- seert de door de wikkeling L gaande stroom de elektromagneet M, wordt de elektrolytische condensator via de diode D^ geladen tot een spanning, die hoger is dan die van de stroombron VL (fig. U, - Tg) en 25 wordt de elektrolytische condensator Cg geladen onder invloed van een pul-serende gelijkstroom door de diode Dg tot een spanning, die lager is dan die van de stroombron (VL) (fig. 5, T^ - Tg)· Wanneer de keten 1 met de schakelaar K wordt uitgeschakeld, wordt de energie van het elektro-magnetische veld ontladen, waardoor in de wikkeling L van de elektromag-30 neet M een zelfinductiespanning wordt opgewekt met een polariteit, tegen-gesteld aan de spanning van de stroombron VL (fig. 3, Tg - T^), hetgeen de lading in de elektrolytische condensator Cg via de diode Dg en de elektrolytische condensator verhoogt (fig. b, Tg - T^) en in de wikkeling L van de elektromagneet M een stroomomkering veroorzaakt met betrek-35 king tot de magnetiseerstroom, d.w.z. een ontmagnetiseerstroom.

Als gevolg van de weerstand in de geleidende richting, 820 3 2 32 "..............' '...........

#· 1» 3 3can.de diode Dg de uitverking van de ontmagnetiseerstroom op de lading in de elektrolytische condensator niet voorkomen, xnaar vordt de lading gedeeltelijk daardoor opgeheven (fig. 4, Tg - T^). Wanneer ontmagne-tisering heeft plaats gevonden, zijn in de elektrolytische condensatoren 5 C1 en Cg gelijke ladingen overgebleven (fig. 4 en 5, - ¢^). In geval- len, dat de lading in de elektrolytische condensator voldoende hoog is, kan dezelfde werking zelfs zonder de diode Dg worden bereikt (fig. 2). Afhankelijk van bet eindgebruik, kunnen. de elektrolytische condensatoren C1 en Cg, d.w.z. een daarvan of beide, in de in de fig. 1, 1a, 2, 2a 10 getoonde ketens worden vervangen door niet-polaire condensatoren. De schakelaar K van. de keten kan een kontaktschakelaar zijn, een transis-. tor, een thyristor of een andere soort schakelaar.

De beschreven verkwijze is geschikt voor het koppelen en ontmagnetiseren van verschillende inductanties, in het bijzonder oor 15 gelijkstroom gevoede elektromagneten.

8203232

Claims (5)

1. Werkwijze voor het koppelen en ontmagnetiseren van door gelijkstroom gevoede inductanties, in het hij zonder elektromagneten, waarbij de stroom door zelfinductie wordt geproduceerd, met het kenmerk, dat twee onderling in serie geschakelde condensatoren (C^, Cg) paral-5 lei zijn geschakeld met een wikkeling (h) van een elektromagneet (M), waarbij een diode (D^, Dg) parallel is geschakeld met elke condensator, respectievelijk een diode (D^) parallel is geschakeld met een condensator (Cg), en een bedieningsschakelaar (K) zich bevindt in een magnetiseer-keten (1).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de condensatoren (C^, Cg) polaire condensatoren zijn, die zodanig in serie zijn geschakeld, dat gelijke polen met elkaar zijn verbonden, waarbij een diode (D^, Dg) met niet-geleidende richting parallel is geschakeld met elke condensator.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een. diode (D.j) met niet-geleidende richting parallel is geschakeld met een condensator (Cg). i*. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat beide condensatoren (C^, Cg) niet-polair zijn. 20 5· Werkwijze volgens conclusie k, met het kenmerk, dat een diode parallel is geschakeld met een condensator (C^ of Cg).

6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een van de condensatoren (C^ of Cg) polair is, en de andere niet-polair.

7. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 25 schakelaar (K) een 'kontakt-schakelaar is, een transistor, een thyristor of een andere geschikte soort schakelaar. 8203232