NL8203089A - Inrichting voor het verwijderen, respectievelijk vermijden van wandafzettingen in sproeidrogers ter neutralisering van zure, respectievelijk zuurhoudende, schadelijke stoffen in het rookgas van stookinstallaties. - Google Patents

Description

-- έ I V0 3607 ί --

Titel: Inrichting voor het verwijderen, respectievelijk vermijden van. wand— afzettingen in sproeidrogers ter neutralisering van zure, respectie— ' . velijk zuurhoudende, schadelijke stoffen in het rookgas van stook-installaties.

Ben .inrichting voor het verwijderen, respectievelijk het vermijden * .

van wandafzettingen in sproeidrogers ter neutralisatie- van zure, respectievelijk; zuurhoudende, schadelijke stoffen. in het rookgas achter stookin-stallaties bestaat uit een contacttraject in een rookgaskanaalgedeelte met 5 tot daar in reikende verstuivingsorganen, voor het zeer fijn verdeeld in het rookgas inhrengen van neutralisatiemiddelen, in het bijzonder van een suspensie uit basisch reagerende, vaste stoffen, b.v. kalk en water.

Cm de verwijdering van eventueel achtergebleven resten uit het' neu-tralisatieproces in het contacttraject te vergemakkelijken, wordt in dat 10 contacttraject ten minste- een, aan weerszijden door rookgas omstroomde binnenbuis uit een aantal, op afstand uiteen aangebrachte, langsbanen ge-hangen,. waarbij die langsbanen zijn verbonden met trillingsgeneratoren en de verstuivingsorganen tot in de binnenbuis reiken, zodat zich de achtergebleven. resten uit het neutralisatieproces op de binnenwand van de binnen-15 buis afzetten en d.rn.w de- trillingsgeneratoren afgeschud kunnen worden.

De uitvinding betreft een inrichting, voor het verwijderen respectie-velijk. vermijden van wandafzettingen in sproeitrommels ter neutralisatie-van zure, respectievelijk zuurhoudende, schadelijke stoffen in rookgas achter.· stookinstallaties, bestaande uit een contacttraject in het rookgas-20 kanaalgedeelte met tot daar in reikende verstuivingsorganen voor het zeer fijn verdeeld in het rookgas inbrengen van neutralisatiemiddelen, in het bijzonder een suspensie uit basisch reagerende, vaste stoffen, b.v. kalk en water.

Een dergelijke inrichting is beschreven in het Duitse Offenlegungs-25 schrift 2 347 591. Het contacttraject, tot waarin de verstuivingsorganen voor het inhrengen van het neutralisatiemiddel reiken, is hier een eenvou-dig, loodrecht verlopend rookgaskanaalgedeelte. Het is gebleken, dat door het opdrogen van het neutralisatiemiddel een wandheleg uit een mengsel van neutralisatiesuspensie en vliegas ontstaat,. waarvan de verwijdering met 30 moeilijkheden gepaard gaat.

Doel van de uitvinding is nu, een inrichting van de in de aanhef ver-melde soort zodanig nadear uit te werken, dat eventuele- achtergebleven resten op de binnenwand van het contacttraject uit het neutralisatieproces 8203089 - 2 - i1 op eenvoudige wijze verwijderd kunnen worden-

Difc deal wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat in het contact-traject ten minste een aan weerszijden door rookgas omstroomde binnenbuis uit een aantal op afstand uiteen geplaatste langsbanen gehangen is, waar-5 bij die langsbanen zijn verbonden: met trillingsgeneratoren en da verstui-vingsorganen tot in de binnenbuis reiken.Op grond van het aanvullend aan-brengen van de> volgens da uitvinding voorgestelde, binnenbuis zetten zich eventuele achtergebleven resten slechts tegen de binnenwand. van de binnenbuis afr waarbij het zich vormende beleg snel droogt, aangezien de binnen-10 buis door de- er buiten langs stromende rookgas (deell stroom verwamd wordt. D.m.v. de trillingsgeneratoren kan op regelmatige afstanden het ge-droogda beleg worden verwijderd, waarbij die trillingsgeneratoren en de, de binnenbuis vormende, langsbanen zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat da langsbanen bij de werking van de trillingsgenerator in de. gewenste,. ef-15 fectieve. trilling gebracht worden. Op deze wijze is automatischa verwijde— ring van de zich bij het neutralisatieproces vormende, achterblijvende· res— ten mogelijk.

Bij voorkeur zijn daarbij de verstuivingsorganen in het bereik van de inlaat van de binnenbuis; aangebracht am er aldus voor te zorgen dat de· vol-20 ledige lengte van de binnenbuis kan worden benut.

In nadere uitwerking van de uitvindingsgedachte zijn de· langsbanen samengesteld tot een regelmatige veelhoek, zodat vlakke staalplaten kunnen worden gebruikt. Zij dienen ten minste aan een .einde aan een ronde ring opgehangen te zijn.

25 Overeenkomstig een verdere bijzonderheid volgens de uitvinding is er in voorzien, dat de langsbanen zijn verbonden met ten minste een buitenste omtrekshoepel, weIke aansluiting aan ten minste een trillingsgenerator heeft. Op deze wijze kunnen alle langsbanen tegelijkertijd door de trillingsgenerator in trilling worden gebracht. De omtrekshoepels hebben bij 3Q voorkeur een losse oplegging op zich aan de langsbanen bevindende haken.

De omtrekshoepels dienen daarbij in het midden en in het laatste derde ge— deelte van de langsbanen te zijn aangebracht. Bij voorkeur grijpen op elke omtrsfcshoepel vier op gelijke hoekafstanden uiteen geplaatste trillingsge— neratoren aan.

35 Als trillingsgeneratoren komen vooral de bekende electrische bunker-trillingsgeneratoren in aanmerking.

Volgens de uitvinding- is er verder in voorzien, dat. de binnenbuis in 8203089 • - 3 - a- langsrichting in ten minste twee onafhankelijk van elkaar opgehangen bin- nenbuisgedeelten is onderverdeeld. Op deze wijze kan, naar gelang van de behoefte, een bepaalde binnenbuislengte, afgestemd op bet trillingsgedrag, gerealiseerd warden.

5 Oveteenkamstig een verdere bijzonderheid volgens de uitvinding is er invoorzien, dat het door de binnenbuis en door het/ die- binnenbuis omge-vende rookgaskanaalgedeelten gevormde ringvormige kanaai, alsmede de bin— nenbuis z£lf door rookgas in gelijkstroom doorstroomd wordt, waarbij het dwarsprofiel van het ringvormige kanaai voor de verwarming van de binnen-10 buis juist nog groot genoeg uitgevoerd is. Het ringvormige kanaaX dient, derhaive zo kiein mogelijk te worden uitgevoerd, aangezien de aldaar stro— mende rookgasdeelstrodm. aan geen neutraiisatie onderworpen is. Deze deel-stroam dient derhaive sXechts z<5 groot te zijn, dat de binnenbuis voldoen-de verwarmd wordt.

IS Voordeliger, dan de in het voorgaande· genoemde uitvoeringsvorm kan het zijn, het door de binnenbuis en door het, die binnenbuis omgevende rookgaskanaaiprofiel gevormde, ringvormige kanaaX alsmede. de binnenbuis· zSlf in tegenstroom te Xaten doorstrdmen. Daarbij dient het rookgas eerst het ringkanaai en, na omkering over 180°, de binnenbuis te doorstromen.

20' Op deze- wi jze verwazmt het. hete rookgas in de binnenbuis- en komt dan voile— dig in- de door de binnenbuis. omsloten ruimte. Daardoor-wordt de gehele vo-lumestroom' aan de neutralisatiebehandeling onderworpen.

De binnenbuis is bij voorkeur opgehangen d.m.v. veren, veren als schotelveren kunnen zijn uitgevoerd.

25. Voorts kan het, volgens de uitvinding, voordelig zijn, binnenbuis en contacttraject verticaal te Xaten verlopen, aangezien hierdoor een bijzon- der eenvoudige ophanging van- de binnenbuis kan worden gerealiseerd en ook de rookgasgeleiding- betrekkelijk eenvoudig is.

Tenslotte is er, volgens de uitvinding, in voorzien, onder de binnen-30. buis een vangtrechter aan te brengen, teneinde het d.m.v. de trillingsge— neratoren afgeschndde beleg te kunnen opvangen en afvoeren.

Onder verwijzing naar de tekening zal de uitvinding thans aan een uitvoeringsvoorbeeld nader nog worden toegelicht.

Fig. 1 is een verticals doorsnede van een inrichting voor het neutra— 35' liseren van rookgas? fig. 2 is een verticale doorsnede van de opstelling als geheel met de inrichting- volgens fig. 1 en een daar achter opgesteld electrofilter; en 8203089 -4-- • fig. 3 toont een andere uitvoeringsvorm van een complete opstelling met de inrichting volgens fig. . 1..

Fig. 1 toont een deel van een rookgaskanaal 1, bestaande uit een van een stookinstallatie- af komend toevoerkanaal 2, een contacttraject 3 en 5 een afvoerkanaal 4.

In· het contacttraject 3 is: een, binnenbuis. 5 opgehangen, bestaande uit twee onder elkaar aangebrachte binnenbuisgedeelten 6, 7. Het bovenste bin-nenbuisgedeelte 6 is d.m.v. korte trekstangen 8, 9 en bet onderste binnen-. buisgedeelte 7' onafhankelijk. van het bovenste d.m.v. buiten hangende, lan-10 ge treks tangen 10/- 11 aan de bovenwand 12 opgehangen; de ophanging ge- . schiedt telkens d.m.v. schotelveren 13, 14.

De beide binnenbuisgedeelten 6, 7 zijn elk. samengesteld uit langsbanen 15,. 16 van 3 mm dikke staalplaat. en. aan hum boveneinden d.m.v. cirkel— ronde ringen 17, 18 met elkaar verbonden. Zij vormen in dwarsdoorsnede..

15 praktisch een veelhoek, waarbij de· langsranden. een. geringe afstand van el— kaar hebben, hetgeen hier is aangeduid door verticaal verlopende lijnen.

Beide binnenbuisgedeelten. 6, 7 worden omgeven door omtrekshoepels 19r 20. welke - hetgeen hier niet nader is afgebeeld. — een losse· oplegging hebben op aan elke langsbaan 14,. 15 aangebrachte haken. Zij zijn, via radiaal.

20. buitenwaarts. reikende stootstangen 21,, 22', 23 , 24 met vier op gelijke hoek— afstanden (90°) uiteen. aangebrachte, electrische· bunkertrillingsgenerato-ren 25, 26, 27, 28 verbonden, welke aan de buitenmantel van het contacttraject elastisch aangebracht zijn en waarvan er hier slechts telkens twee te zien. zijn. Door geschikte aanpassing van de bunkertrillingsgeneratoren 25 25, 26, 27, 28, in het bijzonder van de voorspanning van de stootstangen

21, 22, 23, 24 en van de rubberelementen, alsmede- van de lengte van de langsbanen 14, 15 kunnen deze laatste,. door het inschakelen van de bunker— trillingsgeneratoren 25, 26, 27, 28 in trilling worden gebracht.m het bovenste bereik van de: binnenbuis 5 monden verstuivingsmondstukken 29, 3Q

30 uit,. waardoorheen een neutralisatiesuspensie zeer fijn verdeeld in de bin— nenbuis 5 ingebracht kan worden. Met behulp van deze neutralisatiesuspensie wordt aan het rookgas, dat via het horizontaal verlopende toevoerkanaal. 2, vervolgens. door een. ringvormig kanaal 31 aan de buitenzijde- van de binnenbuis. 5 en, na omkering, in de binnenbuis 5 zelf toegevoerd wordt, 35, neutralisatiemiddelen toegevoegd. Het zich. hierbij op de binnenzijde van de langsbanen 14-, 15 afzettende mengsel uit neutralisatiesuspensie en. . vliegas wordt op grond van. de verwarming van. de langsbanen 14, 15. door het.

820 3 0 89.........

* ~ 5 ~ « *

V

in het ringvormige kanaal 31 omhoog stromende- rookgas gedroogd. Door het periodiek inschakelen van. de bunkertrillingsgeneratoren 25 , 26, 27, 28. worden de langsbanen 14, 15 zodanig in trilling gebracht, date het beleg, date zich heeft gevormd, er. afvalt en uit de. binnenbuis 5 omlaag kan vallen-5 Op deze wij.ze is automatische verwijdering van het beleg gerealiseerd. * ·

Blijvends afzettingen worden hierdoor vermeden.

Pig. 2 toonte de inrichting volgens fig. 1 opgenomen in eenccomplete opstelling..

De rookgasstroom treedt hier weer via het toevoerkanaal 2 van opzij 10 in. het contacttraject 3 binnen, stijgt vervolgens via het ringkanaal 3t„ omhoog tot aan de bovenwand 12,. wordt hier oageleid en stroomt vervolgens tot in de· binnenbuis 5, bestaande uit het bovenste en onderste binnenbuis— gedeelte- 6,. 7.. Aldaar wordt, via de verstuivingsmondstukken 29, 30 een neutralisatiesuspensie ingebracht.

15· Bet op deze wijze geneutraliseerde, afgewerkte gas stroomt in- de binnenbuis 5 omlaag en. wordt vervolgens via. een. schuine plaat 32 naar een electrofilter 33 geleid- Dit. filter is van gebruikelijke constructie, zo— date een nadere beschrijving hiervan achterwege kan blijven. Onder het filter 33 zijn twee vangtrechters 34, 35 aangebracht, via. welke het afgeschei-20 den stof van. het electrofilter 33 alsmede de afzettingen aan de binnenwand. van de binnenbuis 5 na het losschudden afgevoerd- kunnen worden - Via een afvoer 36 wordt- het rookgas- uit het electrofilter 33 verwijderd.

In fig. 3 is een t.o.v. fig. 2 gewijzigde, complete opstelling weer— gegeven, waarbij overeenkamstige delen van dezelfde verwijzingscijfers 25 zijn voorzien. - .-. De rookgasgeleiding is hetzelfde, ails bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 2, zodat hiervan naar de beschrijving van fig. 2 kan worden verwezen. Het enige verschil bestaat hier in, dat in plaats van de schuine plaat 32 bij de uitvoering volgens fig. 2, nu onder de binnenbuis 5 een 30 vangtrechter 37 is aangebracht. Met behulp van deze vangtrechter 37 kan het van. de binnenbuis 5 afgeschudde beleg afzonderlijk afgevoerd worden.

Er vindt derhalve geen vermenging meer plaats met de van de- vangelectroden van het electrofilter 33 af vallende, daarop achter gebleven resten.

35 8203089

Claims (14)

1. Inrichting voor het verwijderen, respectievelijk vermijden van wand-afzettingen in sproeidrogers ter neutralisatie van zure, respectievelijk zuurhoudende, schadelijke. stoffen in rookgas achter stookinstallaties, be-staande uit een contacttraject in rookgaskanaalgedeelte met. tot daar in 5 reikende verstuivingsorganen, voor het zeer fijn verdeeld in het rookgas inbrengen van neutralisatiemiddelenr in het bijzonder een suspensie uit basisch reagerende, vaste stoffen, b,v.. kalk en water, met het kenmerk,-dat in het contacttraject (3) ten minste een aan weerszijden door rookgas omstroomde binnenbuis· (5) en een aantal op afstand uiteen aangebrachte -10 langsbanen (14, 15) opgehangen is, waarbij die langsbanen (14, 15) zijn verbonden. met trillingsgeneratoren (25, 25, 27, 28) en. de verstuivingsorganen (29, 30) tot in de binnenbuis (5) reiken..

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verstuivingsorganen (29, 30) in het bereik van de inlaat van de binnenbuis (5) 15 aangebracht zijn.-

3. Inrichting volgens conclusie 1. of 2, met het kenmerk, dat de langsbanen (14, 15) zijn samengesteld tot een regelmatige veelhoek-

4- Inrichting.: volgens een. of. een. aantal der conclusies 1 tot 3 , met het kenmerk, dat de· langsbanen. (14, 15) ten minste aan edm einde zijn op-20 gehangen aan een cirkelronde ring (17, 18)..

5. Inrichting volgens den of een aantal der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de· langsbanen (14, 15) zijn verbonden met ten minste ddn buitenste omtrekshoepel (19, 20),welke aansluiting heeft op ten minste ddn trillingsgenerator (25, 26, 27, 28).

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het -kenmerk, dat de omtrekshoe-peL (19, 20} een losse oplegging heeft op zich aan de langsbanen (14, 15) bevindende haken.

7. Inrichting volgens. conclusie 5 of 6,. met het kenmerk, dat telkens een omtrekshoepel (19, 20) in het midden en in het laatste derde. gedeelte 30 van de langsbanen (14-, 15) aangebracht is.

8. Inrichting volgens ddn of een aantal der conclusies. 5 tot 7, met het kenmerk, dat op· elke omtrekshoepel (19, 20) vier trillingsgeneratoren (25,- 26, 27, 28}-op gelijke. hoekafstanden uiteen aangrijpen.

9. Inrichting- volgeiis een . of. een aantal der conclusies 1 tot 8, met 35- het kenmerk, dat. de trillingsgeneratoren electrische- bunkertrillingsgene- . ratoren. (25, 26, 27,. 28) zijn. 8203089 y- - 7 -r

10. Xnrickting volgens een of eeit aantal der conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de binnenbuis (5) in langsrichting ia ten minste twee on-; afhankelijk'van elkaar opgehangen binnenbuisgedeelten (6, 7) is onderver-deeld. 11. inrichting volgens een of een aantal der conclusies 1 tot 10, met ' -het kenmerk, dat het door de binnenbuis (5) en door het, die binrienbuis, omgevende rookgaskanaalgedeelta gevormde, ringvormige kanaal, alsmede- de binnenbuis zelf in gelijkstroom door het rookgas wordt doorstroomd, wear— " bij het dwarsprofiel van het ringvormige kanaal juist nog voldoende groot 10 voor de verwarming van de binnenbuis uitgevoerd is.

12. Inrichting volgens eda of eea aantal der conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat het door de binnenbuis (5) en door het, die binnenbuis omgevende rookgaskanaalgedeelte gevormde, ringvormige kanaal (31) alsmede de binnenbuis (5) zdlf in tegenstroom door het rookgas- wordt doorstroomd.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk,. dat het rookgas: eerst het ringvormige kanaal (31) en, na omleiding over 180°, de binnenbuis (5) doorstrddmt. 14., Inrichting volgens <54n of eea aantal der conclusies 1 tot. 13 , met het kenmerk, dat de binnenbuis (5) d.m.v. veren (13, 14) is opgehangen. 2Q 15. inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de veren schotelveren (13, 14) zijn.

16. Inrichting- volgens 4en of een aantal der conclusies 1 tot 15, met-het kenmerk, dat de binnenbuis (5) en het contacttraject (3) verticaal verlopen,

17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat onder de binnenbuis (5) een vangtrechter (37) aangebracht is. 3.0 8203089 -8- VEREENIGDE OCTROOIBUREAUX S-GRAVENHAGE (HOLLAND) Behoort bij schrijven d.d. 6 dlctoBeirl982 Doe/AH 1.:: : · w j ' ; j^OKTmj Verbetering van errata in de beschrijving behorende bij octrooiaanvrage nr.8203089 voorgesteld door aanvraagster onder datum 6 oktober 1982 biz. 4, regels 19, 27, 36 en 37: "14,15" moet zijn "15,16"; S biz. 5, regel 3 : idem biz. 6, regels 10,17,19,22,26 en 30: idem 8203089 545