NL8202265A

NL8202265A - Verpakkingsschaal, die als een harmonika opvouwbaar is.

Info

Publication number: NL8202265A
Application number: NL8202265A
Authority: NL
Original assignee: Keyes Fibre Co
Priority date: 1981-06-22
Filing date: 1982-06-04
Publication date: 1983-01-17
Also published as: AU547404B2; FR2508009B1; NO155959B; IE52962B1; GR76845B; IL65893A0; AR228659A1; BE893580A; ES275095U; ES275095Y; IL65893A; NO821715L; NO155959C; FR2508009A1; DK151556B; FI821982A0; DK151556C; NZ200579A; JPH0489723U; IE821119L

Description

X ------ * - 1 -

Verpakkingsschaal, die als een harmonika opvouwbaar is.

De uitvinding stelt een goedkope, gevormde verpakkingsschaal beschikbaar voor het nauwsluitend vasthouden van flessen of andere opgeslagen voorwerpen. De totale afmetingen van de schaal kunnen worden veranderd door 'bulging langs vouw-5 lijnen die in de schaal zijn gevormd, om het plaatsen van voor werpen in de schaal en vervolgens een veilige verzending van dergelijke voorwerpen te vergemakkelijken. De schaal is bij voorkeur gevormd in een configuratie, waarbij de totale maat van de schaal zijn maximale waarde heeft en de schaal in zijn ge-10 expandeerde stand staat, hetgeen leidt tot gemakkelijk vormen en inbrengen van opgeslagen voorwerpen. Daarna wordt de maat van de schaal kleiner gemaakt, waardoor delen van de schaal aangrij-pen op de voorwerpen en de in de schaal opgeslagen voorwerpen stevig op hun plaats vasthouden.

15 De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een paar uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.

Figuur 1 is een bovenaanzicht van een uitvoe-ringsvorm van de schaal volgens de uitvinding in zijn geexpandeer-de stand of op zijn maxim&le maat; 20 figuur 2 is een gedeeltelijk vooraanzicht en een gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens de lijn II - II in figuur 1 en toont de schaal volgens figuur 1 in zijn geexpandeer-de stand, waarbij voorwerpen in de schaal zijn geplaatst.

Figuur 3 is een zijaanzicht van de schaal 25 volgens de figuren 1 en 2; figuur is een bovenaanzicht van de schaal volgens figuur 1 in zijn gesloten stand met de minimale maat; figuur 5 is een gedeeltelijk zijaanzicht en een gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens de lijn V - V in 30 figuur en toont de schaal volgens figuur 1 in zijn gesloten stand, waarbij voorwerpen in de schaal zijn opgeslagen; figuur 6 is een zijaanzicht van de schaal volgens de figuren ^ en 5 j· 8202265 ’ - 2 - • % figuur 7 is een bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de schaal volgens de uitvinding in zijn gesloten stand met de minimale maat, waarbij voorwerpen in de schaal zijn opgeslagen en de schaal is geplaatst in een karton-5 nen doos of een soortgelijk omhulsel.

Figuur 8 is een gedeeltelijk vooraanzicht en een gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens de lijn VIII - VIII in figuur 7 en figuur 9 is een zijaanzicht van de schaal 10 volgens de figuren 7 en 8.

De figuren 1 tot en met 6 tonen een schaal 10 hij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding. De schaal 10 omvat een hodem of basis 12 en meerdere op de voorwerpen aan-grijpende delen 14, die zich van de hodem 12 uitstrekken naar 15 een bovenoppervlak 16. Zoals het best in de figuren 1 en 2 is getekend, is de bijvoorbeeld van pulp gevormde schaal 10 voor-zien van evenwijdige vouwlijnen 18 en 20 in de bodem 12 en 22 en 2k in het bovenoppervlak 16. Deze vouwlijnen 18, 20, 22 en 2k zijn gevormd tijdens het vormproces, bijvoorbeeld door de 20 dikte van de schaal 10 langs deze lijnen kleiner te maken. Deze vermindering van de dikte kan worden bereikt door standaard vormtechnieken, die aan deskundigen op dit gebied algemeen be-kend zijn.

De gevormde schaal 10 is het best in figuur 2 25 weergegeven. Zoals in figuur 2 is aangegeven, sluiten de op de voorwerpen aangrijpende delen 1¼ een hoek "A” van 20°tot 30° in met een vlak loodrecht op de bodem 12, hetgeen het vormen en het in elkaar sluiten van de schalen 10 zelf vergemakkelijkt en, nog belangrijker, vormt een "invoer" voor het centreren van 30 voorwerpen 26, die in de schaal 10 moeten worden opgeslagen.

Deze "invoer” wordt bereikt door de schuine stand van de op de voorwerpen aangrijpende delen 1¾ op de bodem, die een grote vrijheid toelaat bij het plaatsen van de voorwerpen 26 in de schaal 10. In het bijzonder worden dergelijke voorwerpen 26 in 35 verpakkingsschalen geplaatst door mechanische inpakinrichtingen, 8202265 .· - 3 - i. * die moeilijk instelbaar zijn en moeilijk in de:.ingestelde stand kunnen worden gehouden. Dus bij de schaal 10 volgens de uitvinding, die een grote vrijheid toelaat bij het plaatsen van de voorwerpen 26 in de schaal 10, is minder arbeid nodig 5 voor het instellen en/of veranderen van inpak- en verpakkings- machines en daarcsm minder onderhoud.

Ha het plaatsen van de voorwerpen 26 in de schaal 10 vordt een totale maat van de schaal 10 kleiner gemaakt, am de delen, die op de voorwerpen aangrijpen, in aanraking te 10 brengen met of dichtbij de opgeslagen voorwerpen 26. Dit wordt bereikt door de twee einden 28 en 30 van de schaal 10 naar elkaar toe te drukken, bijvoorbeeld door de schaal 10 te plaatsen op een transportband, die loopt door een ruimte met zijwanden, die taps naar binnen toe verlopen, terwijl de schaal 10 door die 15 ruimte beweegt (niet getekend). De zijwanden, die schrijlings over de transporteur staan, drukken de einden 28 en 30 van de schaal 10 naar elkaar toe, waardoor de schaal 10 op zijn beurt als een harmonika buigt langs de vouwlijnen 18, 20, 22 en 2k. Daarbij wordt de hoek A kleiner en komen de delen 1^-, die op de 20 voorwerpen moeten aangrijpen, steiler ten opzichte van de bodem 12 te staan, De hoek A wordt bij voorkeur kleiner gemaakt en een totale maat van de schaal 10 kleiner gemaakt, totdat de delen 1U, die op de voorwerpen moeten aangrijpen, aanliggen tegen of zich dichtbij de opgeslagen voorwerpen 26 bevinden. (Zie de 25 figuren 3 tot en met 6), Op dit punt van het verpakkingsproces houdt de schaal 10 de opgeslagen voorwerpen 26 stevig op hun plaats in de schaal 10 en isoleert de opgeslagen voorwerpen 26 van elkaar en vaqiiitwendige krachten. Deze laatste eigenschap is bijzonder belangrijk, wanneer de opgeslagen voorwerpen van 30 glas of ander breekbaar materiaal zijn vervaardigd. Nadat de schaal 10 zo ver is samengedrukt, dat de opgeslagen voorwerpen 26 op hun plaats worden gehouden, kan de samengedrukte schaal 10 dan in een geschikfce kartonnen doos 32 (zie figuur 7) of een ander omhulsel worden geplaatst voor verzending naar de con-35 sument.

8202265 * * - k -

De op de voorwerpen aangrijpende delen 1H, die zijn getekend bij de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, die in de figuren 1 tot en met 6 is weergegeven, zijn in hoofd-zaak L-vormige oppervlakken 3^·, die zich uitstrekken tussen de 5 vouwlijnen 18 en 20 in de bodem 12 en de vouwlijnen 22 en 2k in het bovenoppervlak 26 (of de einden 28 en 30), waarbij uitsteek-sels 36 van dit oppervlak 3¾ uitsteken in de ruimten tussen aan elkaar grenzende voorwerpen 26, die in de schaal 10 zijn opge-slagen. Zoals in de figuren 1 tot en met 6 is aangegeven, zijn 10 deze uitsteeksels 36 driehoekig gevormd, gezien in bovenaanzicht van de schaal 10, maar deze uitsteeksels 36 kunnen elke wille-keurige vorm. hebben, die het best is aangepast aan de vorm van opgeslagen voorwerpen 26.

De figuren 1 tot en met 6 zijn gericht op 15 de toepassing van de uitvinding, waarbij de op de voorwerpen aangrijpende delen 1¼ zijn voorzien van uitsteeksels 36, die uitsteken in ruimten tussen aan elkaar grenzende opgeslagen voorwerpen 26 aan twee zijden van dergelijke voorwerpen 26. De uitvinding kan echter ook op andere manieren worden toegepast.

20 Zo tonen bijvoorbeeld de figuren J tot en met 9 de toepassing van de uitvinding, waarbij de op de voorwerpen aangrijpende delen ikA niet zijn voorzien van uitsteeksels, maar in de plaats daarvan van een uitsparing 38 in een van die delen 1^A, welke uitsparing in hoofdzaak overeenkomt met de vorm van het opge-25 slagen voorwerp 26. Deze uitsparing 38 is gevormd in het gebied tussen aan elkaar grenzende vouwlijnen 22A en 2kA in het bovenoppervlak 16A van de schaal 10A bij deze uitvoeringsvorm of tussen een van deze vouwlijnen en een eindrand kk. Wanneer bij deze uitvoeringsvorm de totale maat van de schaal 1QA kleiner 30 wordt gemaakt, worden de opgeslagen voorwerpen 26A verhinderd

in langsrichting van de schaal 10A te bewegen dankzij de aan-grijping op meerdere punten van de uitsparing 38 op het opgeslagen voorwerp 26A en worden de voorwerpen 26A in de andere richting tegengehouden door de vertikale oppervlakken ^-0 en k2 35 van het complementaire op het voorwerp aangrijpende deel ^A

8202265 -5- 4 v" (zie figu.ur 7). Bij deze uitvoeringsvorm scheidt een enkele dikte van het op de voorwerpen aangrijpende deel 1¼ de aan el-. kaar grenzende voorwerpen, die in de schaal 10A zijn opgesla-gen, van elkaar, waardoor het aantal voorwerpen 26a, dat op 5 een bepaald schaaloppervlak kan worden opgeslagen, op een maximale waarde wordt gebracht. De resterende constructie en functie van deze alternatieve uitvoeringsvorm van de schaal volgens de uitvinding zijn in hoofdzaak soortgelijk aan die van de eerder beschreven uitvoeringsvormen en dienovereenkomstig zijn dezelf-10 de verwijzingscijfers gebruikt voor soortgelijke onderdelen, voorzien van het toevoegsel "A”.

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk, dat de uitvinding op verschillende manieren kan worden gerealiseerd, inclusief de bovenbeschreven uitvoeringsvormen. Zo kunnen bij-15 voorbeeld verschillende vormen voor de op de voorwerpen aan grijpende delen worden toegepast, afhankelijk van de vorm en de afmetingen van de voorwerpen die in de schaal worden opgeslagen en verzonden.

Ofschoon de bovenbeschreven uitvoeringsvormen 20 de huidige voorkeursuitvoeringsvormen voor het realiseren van deze uitvinding zijn, vallen andere uitvoeringsvormen en equivalent en binnen de omvang van deze uitvinding, die is neergelegd in de bijgaande conclusies.

8202265

Claims

1. Als een harmonika vouwbare verpakkings-schaal voor de opslag en verzending van zich daarin bevindende voorwerpen, gekenmerkt door een gevormde plaat voorzien van 5 daarin gevormde scharnierende, buigende eerste en tweede vouw lijnen, welke eerste vouwlijnen zijn. gevormd in een bodemdeel van de schaal, door op de voorwerpen aangrijpende delen die zich in hoofdzaak in opwaartse richting uitstrekken van de eerste vouwlijnen naar de tweede vouwlijnen, die zijn gevormd in een .10 bovenoppervlak van de schaal en in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste vouwlijnen, waarbij tenminste een totale oppervlaktemaat van de schaal bij gebruik van de schaal kan worden gewijzigd, zodat door vergroten van die maat van de schaal het iribrengen van voorwerpen in de schaal wordt vergemakkelijkt en dat door 15 kleiner maken van die maat de op de voorwerpen aangrijpende delen worden gedwongen de voorwerpen in de schaal voor daarop volgende verzending en opslag op hun plaats te houden.

2. Schaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de op de voorwerpen aangrijpende delen 20 bestaan uit in hoofdzaak platte oppervlakken, die zich uitstrek ken tussen de eerste en tweede vouwlijnen, waarbij uitsteeksels uitsteken van tenminste een plat oppervlak en op een lijn langs dat oppervlak om uit te steken in de ruimte tussen aan elkaar grenzende voorwerpen die in de schaal zijn opgeslagen, wanneer 25 een totale oppervlaktemaat van de schaal kleiner wordt gemaakt.

3. Schaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de platte oppervlakken van de op de voorwerpen aangrijpende delen een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoor-snede hebben.

30 Schaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de uitsteeksels, die van tenminste een plat oppervlak uitsteken, een in hoofdzaak driehoekige vorm hebben.

5. Schaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de op de voorwerpen aangrijpende delen bestaan uit eerste 35 en tweede oppervlakken, die zich uitstrekken tussen de eerste en 8202265 ψ * > - τ - tweede vouwlijnen, velk eerste oppervlak in hoofdzaak plat is en velk tweede oppervlak is voorzien van daarin gevorm.de uit-sparingen, die in hoofdzaak overeenkomen met de maat van de voor-werpen die in de schaal zijn opgeslagen, wanneer een totale 5 oppervlaktemaat van de schaal kleiner wo&dt gemaakt.

6. Schaal volgens conclusie 5» met het kenmerk, dat een enkele dikte van het op de voorwerpen aangrijpende deel aan elkaar grenzende in de schaal opgeslagen voorwerpen van elkaar scheidt. 10 7· Schaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste vouwlijnen zijn gevormd in op afstand van elkaar liggende, in hoofdzaak evenwijdige paren in de bodem van de schaal en dat de tweede vouwlijnen zijn gevormd in op afstand van elkaar liggende, in hoofdzaak evenwijdige paren in het boven-15 oppervlak van de schaal.

8. Schaal volgens conclusie Js met het kenmerk, dat een gedeelte van het gebied tussen de tweede vouwlijnen op het bovenoppervlak van de schaal is voorzien van daarin gevormde uitsparingen, die in hoofdzaak overeenkomen met de maat van de 20 in de schaal opgeslagen voorwerpen, wanneer een totale opper vlaktemaat van de schaal kleiner wordt gemaakt.

9. Schaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de op de voorwerpen aangrijpende delen in hoofdzaak op een lijn liggen onder een hoek van ongeveer 20° tot 30° ten 25 opziehte van een vlak loodrecht op de bodem van de schaal, wan neer de totale oppervlaktemaat van de schaal zijn maximale waar-de heeft, en van ongeveer 0°, wanneer die maat zijn minimale waarde heeft.

10. Schaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, 30 dat de schaal van papierpulp in een vorm is gevormd.

11. Schaal volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de schaal met de op de voorwerpen aangrijpende delen in hoofdzaak op een lijn onder een hoek van ongeveer 20° tot 30° ten opziehte van een vlak loodrecht op de bodem van de schaal 35 is gevormd, om het verwijderen van de schaal uit de vorm, waarin 8202265 - 8 - * de schaal is gevormd, en daaropvolgende verzending waarbij de schaal met andere schalen in elkaar is gesloten, te vergemakke-lijken.

12. Werkwijze voor het verpakken van afzon- 5 derlijke voorwerpen voor verzending, gekenmerkt door het plaat- sen van de voorwerpen in een schaal, voorzien van een bodem, van tenminste twee op de voorwerpen aangrijpende delen, die zieh in hoofdzaak in opwaartse richting van de bodem uitstrekken en . buigzaam met de bodem zijn verbonden langs vouwlijnen, welke 10 op de voorwerpen aangrijpende delen op een lijn liggen onder een hoek ten opzichte van de bodem, om gemakkelijk plaatsen van de voorwerpen in de schaal toe te laten, door het doen draaien van de op de voorwerpen aangrijpende delen om de vouwlijnen in aan-grijping op de in de schaal geplaatste voorwerpen en door het 15 vastzetten van de op de voorwerpen aangrijpende delen in aan- grijping op de voorwerpen, om opslag en verzending van de voorwerpen te vergemakkelijken.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de op de voorwerpen aangrijpende delen 20 in aangrijping op de voorwerpen worden vastgezet door de schaal te plaatsen in een houder, waarvan de afmetingen overeenkomen met die van de schaal, wanneer de op de voorwerpen aangrijpende delen in aangrijping op de voorwerpen zijn gedraaid. 1^. Als een harmonika vouwbare verpakkings-25 schaal voor de opslag en verzending van zich daarin bevindende voorwerpen, in hoofdzaak zoals beschreven in de besehrijving en/of weergegeven in de tekening.

15· Werkwijze voor het verpakken van afzon-derlijke voorwerpen voor verzending, in hoofdzaak zoals beschreven 30 in de besehrijving. 8202265